Bayka, een stabijhond die gedachten kan lezen Als ie tem g ekerh >ommen geeft Tedenkt lij ze :elf..." EXTRA Door Sjak Jansen PAGINA 25 mouw. Zeegers goedkeu rend: „Bent u nu overtuigd, of moet ik nog verder gaan?" Uitbreken Waar Bayka trouwens ook een meester in is. In uitbreken. Zeegers doet opnieuw een boekje open: „Geen deur is hier veilig. Wij weggaan en hem hier achterlaten, is on mogelijk. Hij komt ons altijd achterna. Of hij gaat door het raam of hij maakt het slot open. Ja. Ik heb het es een keertje uitgeprobeerd en de voordeur op slot gedaan. Mooi dat-ie op de tafel is ge klommen en met z'n poten en zijn snuit het raam heeft opengekregen. Da's geen gekkigheid. Kyk maar. De krassen zitten nog op het raam. Ja man ergens is Bayka een soortement schaduw van me. Hoe is het mogelijk hè. Ik ga me d'r echter niet te zwaar in verdiepen hoor, nee da's niks voor mij." „Je moet 'm anders wel es tot de orde roepen. Dat doe ik dan, want mijn vrouw heeft de wind er niet zo goed onder." Zij lachend: „Ja mij wil-ie zo af en toe nog op de tel nemen. J ij kan ook zo goed slijmen he Bay. Dan zwicht ik vanzelf voor je. Nietwaar Bay. Krijgt het vrouwtje nog een zoentje van je?" Vlaamse reus Na dat hartverwarmend tafe reel herinnert Zeegers zich: „Ooit hadden we Vlaamse reuzen. Van die zestienpon ders weetje wel. Die hielden we achter in de tuin. Enfin, in de tijd van één nacht had zo'n konijn zich uit z'n hok gevre ten. Bayka mij weer stilletjes gewekt en sleept me linea- recta naar dat konijn. Dat beest zat warempel al in de poort." Mevrouw Zeegers weer „In het begin zeiden we altijd: 'Bayka is net een betoverde prins' Want zeg nou zelf. Hij heeft ergens niks meer met een hond te maken hè." Haar man ten slotte: „Nu heb ben we Bayka al een hele poos ven niet? En kijk nou eens", zegt hij wijzend naar de in de hoek liggende hond. „Ja kijk hem. Nu zit-ie waarachtig z'n eigen sommen te maken. Ja zo lanceert-ie dagelijks din gen, waarvan ik sta te kijken." Zo eindigt dit ware verhaal over Bayka. de Leiderdorpse sta bijhond. Als u goed luistert, misschien dat u hem heel in de verte hoort blaffen. Vlak voor ik wegging namelijk had ik 'm nog een sommetje op gegeven. Zeg Bayka, vertel jij es: hoeveel is 6746 maal 786. wachten. Maar ja, ik doe Bay ka niet weg. Een trouw huis dier is mij alles waard. En die kunstjes, ach die komen pas op het tweede plan." Geintje „Die kunstjes zijn eigenlijk om een geintje begonnen", weet z'n vrouw. „Toen we 'm pas hadden, lag er een dubbeltje op tafel. Opeens stond Bayka daar tien keer bij te blaffen. En zo hebben we hem spe lenderwijs dat rekenen bijge bracht. Net zoals je een kind leert rekenen en lezen. Ja le zen kan Bayka ook. Zet maar een cijfer op je blocnote. Laat het'm zien en hij blaft het na." En inderdaad een 6 beant woordt de reu met zes keer 'woef. „Ach ja", zegt Zeegers. „eigen lijk weten wij niet beter. Het was al toen we hem kochten. Dat was dus negen jaar gele den bij een boer in Beets, in Friesland. Wij gingen er aan vankelijk naar toe om voor mijn zus een hond te halen. Die boer fokte ze, had een hele schuur vol. En wij waren er nog niet, of Bayka dook er al uit. Later kwam ie zich op nieuw melden en toen stond mijn keus meteen vast." „Ja", mijmert zijn vrouw. ,je moet weten dat Bayka in het begin uitsluitend Fries ver stond. Die boer sprak niet an ders. Beetje bij beetje, met veel geduld, hebben we hem Nederlands geleerd. Door hem telkens weer te zeggen dat één keer en één keer twee keer is. Zo leerde hij van lie verlee lezen, mensen te tellen (Hoeveel Bayka? „Waf, waf, woef, waf." En als er twee kwaad weglopen? „Woef, woef.") en waken. Hoewel dat waken in elke stabij zit hoor. In Friesland begeleidt de sta bij maar al te vaak kleine kin deren naar school." Stil alarm „Wacht even", mengt Zeegers zich ertussen, „het is wel zo dat Bayka niet zo maar de eer ste de beste waakhond is. Ik zal je es wat vertellen. M'n broer was op zoek naar een soort hout. Planken die ik toevallig had. Hij zou ze wel komen halen zei hij, maar hij kon alleen 's -nachts. Of ik ze dus in de tuin wilde leggen." „Huh, ik hoor 't m'n broer de bewuste nacht nog zeggen: 'Haha, dat noemt-ie een waakhond', zei-die. Had je 'm moeten zien kijken toen ik hem vertelde dat Bayka mij stilletjes had gewekt en ik al les achter het gordijn had ga degeslagen. Bayka doet dat altijd. Hij weet dat, wanneer hij gaat blaffen, de dader op de vlucht slaat." „Dankzij Bayka heb ik deze zomer ook m'n roeiboot we ten te redden. De dieven stonden op het punt er mee weg te varen. Da's geen fabel tje hoor. Ook een keer. Was de twaalf keer Bay ka's stopwoord. auto twee dagen bij de garage, 't Ding stond dus niet voor de deur. Maar mooi dat Bayka niet wilde gaan slapen. En vrouw weet je nog die keer met je vader." Zij: „Oh ja. Mijn vader was ziek. Hij lag thuis. Op een avond wilde Bayka niet mee naar bed. Hij stond maar met m'n schoen in zijn bek voor de deur te ijsberen. Wilde maar naar de auto. Maar ja, daar zijn wij helaas niet op ingegaan. Helaas, want de volgende ochtend bleek dat m'n vader een hartaanval had gehad, uitgerekend toen Bayka voor de deur stond. Tja, als we dat hadden geweten Koffietijd Na een korte stilte borduurt mevrouw Zeegers (49) verder „Ja Bayka is een zonderling portret. Al denk ik maar even: 'Ik moet nog naar de bakker', dan zit-ie al voor de deur. Hij zit er ook 's ochtends tegen tienen. Gaat-ie blaffen. Voor de buurvrouw het teken dat de koffie bruin is. En als ze onverhoopt een keer niet komt, voelt Bayka zich maar wat beledigd hoor." Bayka springt plotseling op en trekt het vrouwtje aan de mouw. Zij: „Hij komt mij ver tellen wat u nu zit te schrij ven. Ja hè Bayka. D'r is nog geen dag geweest dat jij de baas z'n sokken niet naar be neden hebt gebracht he? En als ik 's ochtends de kopjes van het theeblad haal, ga je hem wekken niet?" Haar man heeft onderwijl een briefje van tien uit z'n porte monnee gehaald. „Hoeveel rijksdaalders gaan hierin Bay? Juist vier." Pakt dan een briefje van 25. „Bayka vertel jij es hoeveel briefjes van vijf hierin gaan?" Bayka „Waf. waf, woef, waf. waf." Zeegers weer. „Goed zo Bayka, braaf. En als je nou een stuk land hebt van 4 bij 2. Wat is dan de oppervlakte." De stabijhond, vanouds een mollenvanger, schudt het antwoord uit zijn LEIDERDORP - Onder staand verhaal grenst werkelijk aan het ongelooflijke. Gaat u er maar even voor zit ten, want u zult van de ene verbazing vallen in de andere. Hoofdfiguur in dit verhaal is Bayka, de-jarige Friese sta bijhond van de familie G. Zeegers uit de Lei derdorpse Meyelaan. Ja Bayka vertel es: hoe oud ben je eigenlijk? „Waf, waf, woef, waf, woef, waf, waf, woef, waf." En Bayka hoeveel lentes was je vijf jaar geleden? „Waf, woef, woef, waf', antwoordt de stabijhond zonder enige aarzeling. Inderdaad, Bayka verstaat de mensentaal met het gemak waarmee Brugman kan praten. Hij beschikt voorts over een wiskundeknobbel, waar je steil van B achterover slaat. Optellen, aftrekken, vermenigvul- digen, delen: Bayka draait er z'n poot niet voor om. Klokkijken eveneens een koud kunstje. En wortel trekken zult u vragen? Daar vangt u hem ook niet mee. Da's voor Bayka ook niets meer dan kinderspel. Laat Bayka het zelf maar bewijzen.Zeg Bayka,vertel jij es wat de wortel uit 64 is? De reu denkt even na, schraapt zijn keel en laat dan, onverschillig uit z'n doppen kijkend, een salvo volgen van acht 'woefs'. Volgende vraag: Bayka vertel jij es even welk getal je krijgt wanneer je de wortel uit 36, deelt door twee? Met een gelaatsuitdrukking van 'Ik ben ook de be roerdste niet' geeft Bayka het antwoord: „Woef, waf, waf." En Bayka als je één plus één van twee aftrekt? De stabijhond geeft geen kik. Geen sinecure Ja, lacht u maar, gaat uw gang, maar laat Bayka het niet mer- i ken want metéén soepele beweging staat hij voor u. En wee uw gebeente wanneer het lachen niet terstond ophoudt, dan zijn de gevolgen voor ei gen rekening. Ik spreek uit ervaring. En trouwens, als u nu al schatert, hoe onbedaar lijk zult u dan wel niet gaan lachen, wanneer ik u vertel dat Bayka uw gedachten kan lezen. Geen sinecure hoor. te slaan, gaf dat paard de op lossing. Echt gebeurd hoor, d'r is lectuur over." Mevrouw Zeegers: vEn zo is het met onze hond ook. We staan voortdurend met elkaar in contact. Ik zal je vertellen: er was hier eens een mevrouw op bezoek. We kenden haar niet en we vroegen ons af of ze kinderen had en zoja hoeveel. Nog geen seconde later kijkt Bayka me aan en blaft vier keer. En verdomd: laat ze d'r nou ook vier hebben." Zeegers: „Kies in gedachten maar een getal. Hebt u er één. Ja? Okee Bayka zeg het maar." Bayka steekt van wal. Zeven, acht keer en dan ver stomt het geblaf. Op de één of andere manier heeft Bayka zich toegang tot m'n boven kamertje weten te verschaf fen. Ook als ik later de getal len drie en zeven in gedachten kies, heeft Bayka het feilloos bij het rechte eind. Baas Zeegers: „Nog elke dag plaatst Bayka mij voor ver rassingen. Dat ik denk: hoe is het in vredesnaam mogelijk. Het is net een mens hè. In al les. Behalve als je m'n vrouw of mij een hand wilt geven. Dat moet je niet proberen, want dat pikt-ie niet. Heeft-ie trouwens nooit gepikt. Mis schien raar en je mag je afvra gen waarom hem dat niet is afgeleerd, maar dan zeg ik: 'Laat 'm dat kleine beetje dierlijke asjeblieft houden." Typemachine „Bayka en wij staan zogezegd doorlopend met elkaar in verbinding. Telegrafisch of zo. Ja, weet ik veel. Ik ga me niet op wetenschappelijk ter rein begeven. Het is in elk ge val net zo als met dat paard in Amerika, bekant een eeuw geleden. Dat paard had ook zo'n gave en men had voor hem een een aangepaste ty pemachine gemaakt. Enfin, op een gegeven moment was er iets aan de hand en door met z'n poten die toetsen aan Slecht gehumeurd „En zo zijn er talloze voorbeel den. Wanneer mijn man of ik vandaag of morgen met het verkeerde been uit bed-stap, kun je er donder op zeggen dat Bayka ook een slecht hu meur heeft. Als mijn man moet overgeven, dus laat zien dat ie ziek is, gaat Bayka in een hoek zitten janken. En als ik verdriet heb, komt-ie me steevast troosten. Nietwaar Bayka? Krijg ik nog een kusje van je? Oh, dat zou ik ook denken. Goed zo Bayka, braaf." Haar man: „En als ze aan het baassie komen Bayka, wat doe je dan?" De hond springt van het vrouwtje naar de baas en klemt diens nek losjes in z'n bek. „Juist Bayka", lacht Zeegers, „dan grijp je ze bij de strot hè. Maar", voegt de Lei derdorper er serieus aan toe, „ondanks al jouw gaven, moeten we nuchter blijven, niet?" „Toegegeven: het zou zonde zijn als Bayka voor de weten schap verloren zou gaan. Maar ik voel er weinig voor om met dat beest stad en land af te reizen. Ze hebben mij met Bayka gevraagd in een Duitse tv-show en in een show van de BBC. Op de camping in Drente stond ie dereen om ons heen, wilde men notabene met de pet rondgaan. En d'r heeft ook eens een circus-directeur de hele middag op me zitten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 25