'Aap in huis kwellerij' Okko Reusin slechtst betaalde directeur van ons land... Stichting AAP ATERDAG 27 OKTOBER 1979 Door Herman van Amsterdam LISSE/AMSTELVEEN - Tijdens ons gesprek met Okko Reusin rijdt er een politiebusje de laan naar de boerderij op. Stopt op het erf en twee agenten in burger melden zich aan de zijdeur. Reusin wordt vriendelijk verzocht mee te gaan en een kijkje te nemen in het van traliewerk voorziene vervoermid del. Achter de schuifdeur staat een kooi met daarin een uiterst schichtige aap. Hoofdagent Schenk, in gedeeld bij het politiekorps in Den Helder, vertelt hoe zij er aan zijn gekomen. "We hebben het beestje vanmorgen weggehaald bij een particulier En een moeite dat dat gekost heeft. Toen wij de eigenaresse vertelden dat wij de illegaal in haar huis verblijvende aap in beslag kwamen nemen ging ze boven op de kooi zitten. Hyste risch werd ze. We hebben bijna een veldslag moeten leveren om het diertje het huis uit te krijgen" Reusin laat de kooi uitladen, gaat er op de hurken bij zitten, slaat het aapje nauwkeurig gade en besluit dan: "O.K., dit exemplaar lijkt mij redelijk gezond. Hij kan hier blijven. Laten we 'm maar naar de kas brengen". De aap uit Den Helder wordt met kooi en al naar een glazen kast gebracht, naast de boerderij. Daar bevinden Zich nog 105 soortgenoten, maar ook nog een wasbeer, drie kro kodillen, drie (niet-giftige) slangen, enkele hagedissen, wat ara's, lorries en kakatoes. Tesamen vormen deze dieren de levende have van de in Amstelveen gevestigde stichting AAP Okko Reusin houdt toezicht op de dieren en is tevens direc teur van de stichting. Toen hij nog biologie studeerde nam hij de uitdaging aan een aapje op te voeden dat door de moeder was verstoten. Reu sin woonde toen nog in de dorpskern van Amstelveen. Die uitdaging beviel hem zo best dat hij er nog wat andere apen bij nam. En binnen een mum van tijd veranderde zijn woning in een privé-dieren- tuin. Het toenmalige gemeen tebestuur zorgde er voor dat Reusin acht jaar geleden met de apen zijn intrek kon ne men in een leegstaande boer derij aan de afgelegen Leg- meerdijk, waar het balletje verder is gaan rollen. Binnen de destijds opgerichte stichting AAP vervult het Lissese echtpaar Meiboom de functies van secretaris en penningmeester. De twee zorgen er ook voor dat de stichting regelmatig met op vallende acties naar buiten treedt. Zoals een paar weken terug toen zij radiopresenta tor en ballonvaarder Hans Zoet zover kregen zijn hete luchtballon voor hun doel het luchtruim te laten kiezen. En dat doel is: de opvang van met name apen, die om de een of andere reden als huisdier niet meer te houden zijn. Aanvankelijk strekte het doel gebied zich niet verder uit dan Amsterdam en wijde om geving maar de voorziening in Amstelveen, hoe gebrekkig ook, is inmiddels als opvang centrum gaan fungeren voor heel Nederland. Wat de stich ting aan een onderkomen heeft is verre van te vergelij ken met een "echte" dieren tuin. Men moet het doen met een voormalige anjerkas, die maar gedeeltelijk verwarmd is en waar het per dier be schikbare aantal vierkante meters leefruimte aan de zeer karige kant is. Daar komt bij dat de apen die er binnen worden gebracht (door de politie, door particu lieren, door CRM) over het al gemeen in een ontredderde toestand verkeren. Volkomen in de war en daardoor vaak agressief. "Een aap als huisdier", zegt Reusin, "lijkt zo leuk. Vooral de eerste paar jaar, als ze nog zo schattig klein zijn. Maar oh wee daarna. Dan zijn ze ge slachtsrijp en begint de na righeid. Ze gaan bijten, be vuilen het huis en maken stuk wat er maar stuk te maken valt. De aap wordt in veel ge vallen baas over zijn baas. Het hek is dan volledig van de dam". Kwellerij "Een aap als huisdier, ik blijf het zeggen, is je reinste kwel lerij. Want alleen in groeps verband is hij in zijn normale doen. De meeste aapbezitters hebben daar geen flauwe no tie van. Ik noem het dan ook goed bedoelde stommiteiten dat ze aan zo'n avontuur be ginnen. Maar dat ze met de brokken komen te zitten is zeker. Als het eenmaal met zo'n dier is misgelopen kan ik natuurlijk zeggen: houden jullie je narigheid maar. Per slot van rekening zijn wij als stichting nergens toe ver plicht. Maar waar moet men met die apen dan naar toe? Geen dierentuin die er in trapt. Nemen wij ze niet, dan worden ze geheid ergens in een bos of zo achtergelaten. Dan maar liever dit". Veel apen dragen nog de sporen van hun huiselijke leven. In de anjerkas wijst Reusin op een paar "verknipte exempla ren". Tito, de java-aap, is met geen mogelijkheid meer tot rechtop lopen te krijgen sinds hij elf jaar lang opgesloten zat- in een kooi die qua hoogte la ger was dan zijn eigen lengte In Amstelveen beschikt Tito over een kooi waarvan het dak zich zeker een meter bo ven zijn hoofd bevindt maar de aap blijft in een onnatuur lijke houding door zijn ver blijf gaan. Vlees Reusin blijft staan voor een zwarte slingeraap. Deze had toen hij werd gebracht zeer ontwikkelde bovenarmen en -benen. "De vrouw die hem in huis had, heeft deze aap in al die jaren nooit één stukje vlees gegeven. Ze vond het vreemd dat ik zei dat apen ei genlijk niet zonder kunnen. Haar argument: in het oer woud groeien toch ook geen biefstukjes of wienerschnit- zels aan de bomen? "Nee, natuurlijk niet, maar apen eten wel kakkerlakken, muizen en slakken. Maar daar staat men nooit bij stil. De mensen denken, als we 'm maar voldoende volproppen met verse groenten en fruit dan zit het wel snor. Maar zo is het mooi niet" Een paar kooien verderop zit een aap die als huisdier gewend was regelmatig een biertje te drinken en een sigaret te ro ken. Zijn bazin vond dat ge zellig. "Zo hebben ze bijna allemaal wat", zegt Reusin. Dat geldt niet alleen de apen. Buiten op het erf loopt een jong varken. De avond ervoor binnengebracht door een on bekende. Deze had het big getje als hoofdprijs gewon nen op een bingo-avond. Het feestcomité had de big voor zien van een boerenpet en een bonte zakdoek om de spek nek en het dier, toen de hoofdprijsuitreiking daar was, zo de zaal binnen gere den in een kruiwagen. Om de big koest te houden had men hem van tevoren een verdo vend spuitje gegeven. De hoofdprijswinnaar wist niet goed wat hij met zijn prijs aan moest. Herinnerde zich het dierenopvangcentrum aan de Legmeerdijk en bracht het door de verdoving nog suffe dier snel per auto naar Reu sin, die het voorlopig onder zijn hoede houdt. Adviezen Zo zijn er nog meer voorbeel den te noemen. Eén ding is duidelijk: de meeste in de kas ondergebrachte apen zijn nog verre van hun normale doen. Reageren op mensen niet zo als het hoort. Reusin geeft be zoekers voor het betreden van de kas dan ook steevast een paar adviezen. Niet te dicht langs de kooien lopen, de apen niet te lang in de ogen kijken en niet te lang op één plaats blijven staan. Zo heb ben bezoekers de meeste kans er zonder kleerscheuren af te komen en is de rust in de anjerkas redelijk gewaar borgd. Omdat hij er dag in dag uit mee optrekt kent Reusin de apen door en door. Is zowaar hun taal gaan spreken. Tijdens de rondleiding in de kas spreekt hij bijvoorbeeld een paar ja- vanen aan. Hij drukt zijn schouders iels naar achteren, de kin naar voren, de lippen worden gekruld, de mond Reusin "praat" met de apen en is altijd bereid tot een knuf felpartij. Okko Reusin onderzoekt een aapje dat door een politieman uit Den Helder zakt half open en vanachter uit de keel komt de produktie van donker klinkende "oe- oe's" op gang. Het geluid is een kruising tussen de opko mende hoest van een zware shag-roker en de "oei" van voetbalsupporters die de bal net naast zien gaan. Reusins armen hangen slap langs zijn lichaam. De java- nen reageren prompt op zijn oproep. Ze komen naar de tralies en steken beide armen uit naar hun toegewijde ver zorger, die op zijn beurt alle medewerking verleent bij de knuffelpartij waar hij zelf het startsein voor heeft gegeven. Er is moeilijk een peil te treK- ken hoeveel apen in Neder land in particulier bezit zijn. Volgens een berekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek werden in 1971 en '72 in totaal 140.000 apen ons land binnen gebracht. De helft daarvan stierf binnen een jaar, een deel werd geëx porteerd naar met name Amerika en Zweden, enkele duizenden verhuisden als proefdier naar Nederlandse universiteiten en de bioche mische industrie "verwerkte" er ook de nodige. Conclusie Voor particulieren bleven er naar schatting toch altijd nog enkele tienduizenden over. En dat alleen al in de jaren '71 en '72. Daarvoor en daarna werden er ook grote hoeveel heden aangevoerd. De conclusie van een eenvoudig rekensommetje kan dan al leen maar zijn dat, tussentijd se mutaties daargelaten, het Maar uit cijfers van het ministe rie van CRM spreekt het te gendeel. Die cijfers hebben betrekking op een in juli '77 in werking getreden Wet op de Bedreigde Uitheemse Dier soorten. Vanaf dat tijdstip is het aantal particulieren onder meer verboden zich een aap als huisdier aan te schaffen. Wie er vóór juli '77 al een had kon zijn aap "legaliseren" door 'm bij CRM aan te mel den. Het aantal aanmeldingen is ver beneden de verwach tingen gebleven: slechts ruim 10.000 plus nog een paar hon derd die binnendruppelden na inwerkingtreding van de wet. Bij de stichting AAP is men er van overtuigd dat het er in werkelijkheid enkele tien duizenden moeten zijn. Een mening die door CRM wordt gedeeld. Een sprekend voor beeld van die geringe animo onder particulieren hun huis aapje te legaliseren blijkt bij voorbeeld uit het aanmel- dingscijfer van Den Helder: twee. "Natuurlijk zijn er veel meer", zegt hoofdagent Schenk, "maar kom er maar eens achter. We moeten het hebben van tips van derden. Of er moet er weer eens een ontsnappen". Ambtenaren CRM heeft drie ambtenaren belast met het opsporen van de bij de wet van juli '77 ver boden primaten. Een van de drie is permanent gestatio neerd op de luchthaven Schiphol, een vertoeft op het ministerie en de derde is con stant "in het veld". "Het is bij zonder moeilijk om enig zicht te krijgen op het aantal apen dat ongeregistreerd in Ne derlandse huiskamers rond stapt", zegt CRM-woord- voerder Van Dijk. "Ook wij moeten het vaak hebben van tipgevers. Bewoners uit de straat of dikwijls ook van mensen die na een ruzie de aap van de buren verlinken" CRM beschikt niet zelf over voorzieningen om in beslag genomen apen te huisvesten. Daarom wordt een beroep gedaan op onder meer de Ne derlandse dierentuinen. Die zijn weliswaar niet verplicht om de dieren aan te nemen maar ze doen dat over het al gemeen wel. Een uitzonde ring is de dierentuin in Was senaar, waar men alleen "bij zondere exemplaren" accep teert. De twee particuliere opvang centra in Nederland (Amstel veen en Arnhem) zijn door gaans niet zo kieskeurig. Maar ondanks dat voelt CRM niets voor het verlenen van een subsidie aan deze centra. "Onbegrijpelijk", zegt secre taris Meiboom. "Wij nemen de overheid een last van de schouders maar zij weigert categorisch om daar iets te genover te stellen. En we hebben dat geld hard nodig. Dit jaar bijvoorbeeld staan wij voor een extra uitgave van 50.000 gulden. Hoe we die bij elkaar moeten krijgen, ik weet het niet" Tbc-explosie Die halve ton is noodzakelijk om een kleine uitbreiding van de kas te bekostigen. Een maand of wat terug heeft zich onder de in Amstelveen on dergebrachte apen een tbc- explosie voorgedaan die aan twaalf exemplaren het leven kostte. Een dierenarts heeft toen als eisen gesteld dat ge durende drie maanden geen kinderen in de besmette kas mochten worden toegelaten, dat alle apen een tbc-onder- zoek moesten ondergaan (kosten 3000 gulden) en dat voor de zieke en pas gearri veerde dieren een quarantai ne-afdeling zal worden ge bouwd. CRM is nogal pertinent in het afwijzen van de subsidie-aan vraag. Van Dijk: "Dat opne men van die apen doet deze particuliere stichting op vol komen vrijwillige basis. Wij verplichten haar nergens toe. Het zal ons een zorg zijn of de stichting die apen wel of niet opneemt". Omdat ook de gemeente Am stelveen weigert bij te sprin gen kan de stichting AAP met moeite de eindjes aan elkaar knopen. Elk jaar weer moet er zo'n 60.000 gulden op tafel komen voor voedsel, medi camenten en onderhoud van de kas. Deels komt dat geld binnen door bijdragen van donateurs. Hun aantal is niet bijster hoog. In het adressen bestand van secretaris Mei boom komen 1600 namen voor maar daar zitten ook de genen onder die ooit eens een bedragje over hebben ge maakt en daarna nooit meer. Ongeveer 800 donateurs schenken elk jaar wat. Naast die inkomsten is er nog het geld van de zogenaamde adoptanten, mensen die een aapje adopteren. Zij verplich ten zich per maand een vast bedrag over te maken dat voldoende is om de kosten van voeding en verzorging van één aap te dekken. "Hun" aap De geadopteerde aap blijft in Amstelveen. Om toch een beetje een band met het dier te scheppen krijgen de adop tanten een foto thuis gestuurd met daarop de beeltenis van "hun" aap. Althans dat was de bedoeling. Verzorger Reusin zou zelf de foto's maken en versturen maar in de praktijk blijkt dat de apen volkomen uit hun doen raken door het grote glimmende kamera oog. Vandaar dat de meeste adoptanten nog geen foto op de schoorsteen hebben staan. Er zijn vijftig Nederlanders die via de Amstelveense stichting een aap hebben geadopteerd. Onder hen bevond zich ook de inmiddels overleden actri ce Caro van Eyck. Voor haar aap Carootje wordt, zolang het dier leeft, voortaan maan delijks een bedrag overge maakt. De actrice heeft dat in haar testament bepaald. Om aan geld te komen heeft de stichting ook nog kalenders, zwaarverzilverde theelepel tjes, stickers en stenen beeldjes in de strijd gewor pen. Met al het geld bij elkaar kan men het hoofd amper bo ven water houden. Op de begroting staan bij de post "salaris directeur" en kele liggende streepjes. Okko Reusin trekt voor noppes ze ven dagen per week, het hele jaar door ("in 1967 ben ik voor het laatst op vakantie ge weest") met de dieren op. Draait een gemiddelde van zeventig werkuren per week. "Je moet niet alleen zorgen dat de dames en heren op tijd hun lunch en diner krijgen", zegt hij, "maar dagelijks de hokken schoonmaken hoort er ook bij en wat minstens zo belangrijk is, je moet ze op de een of andere manier bezig zien te houden. Praten "Zorgen dat ze zich niet gaan zitten te vervelen. Dus af en toe een spelletje met ze doen en vooral veel praten. Het geeft niet wat. Al lees je ze een telefoonboek voor". Het stre ven van Reusin de ontregelde apen (in groepsverband) her op te voeden en voor de groep in zijn totaliteit een passend onderdak te vinden. Dit laat ste lukt niet erg. Reusin heeft er vrede mee dat hij de slechtst betaalde direc teur van Nederland is. Zijn vrouw Riga, die er als zijn as sistent per week ook heel wat uurtjes tegenaan gooit, vangt evenmin een cent We m<x- ten het wat de inkomsten voor het huisgezin betreft hebben van het snabbelwerk dat ik zo af en toe doe voor uitgevers (Reusin vertaalt en corrigeert hiologie-boeken) en de lessen die ik als gastdo cent geef op een middelbare school. Alles bij elkaar is het geen vetpot. Maar we redden het wel".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 21