M i Gardeniers: subsidie mag niet verstarrend werken 'Begrip voor minderheden door veel informatie9 „Geen duidelijke oorzaak voor voetbalgeweld" „Dit jaar hoop ik geen geld over te houden ZATERDAG 13 OKTOBER 1979 Wallis de Vries: DEN HAAG - „Het belangrijkste bij het vandalisme op, in en rond het voetbalveld vind ik: wat is de aanleiding? Is het het voetbal? Ik geloof het eigenlijk niet. Is het een reactie op het spel? Er is een reeks aan mogelijkheden" Staatssecretaris Wallis de Vries maakt zich oprecht bezorgd over het geweld rond het veld. Maar hij vindt het te ver gaan om iedere keer weer op incidenten - zoals onlangs bij NAC-Feyenoord, waarbij een lijnrechter gewond raakte doordat iemand uit het publiek hem een asbak naar z'n hoofd gooide - heftig te reage ren. Het gaat om in feite structurele za ken. En daarom ook is er een on derzoek gedaan door het Insti tuut voor Psychologisch Markt onderzoek in Rotterdam. On derwerp: voetbal en geweld. Wallis de Vries: „Dat rapport is klaar. Het gaat om een vooron derzoek, en het blijkt dat er geen duidelijke oorzaken voor het ge weld kunnen worden aangege ven". Wel geeft het rapport een aantal lij nen aan, die verder in de ge dragswetenschappelijke sfeer zouden kunnen worden onder zocht. Het is inmiddels naar een aantal betrokkenen gestuurd voor commentaar. „Ik hoop dat daar dan toch langzamerhand een geheel van maatregelen uit voortvloeit, en dat we iets meer inzicht op dit probleem gaan krijgen", aldus de staatssecreta- Moet nog veel worden onderzocht? Wallis de Vries heeft de indruk dat „we bij het vervoer van de supporters van en naar het voet balveld wel een stapje verder zijn gekomen". Intensief overleg tus sen verschillende departementen heeft daar zijns inziens zeker toe bijdragen. Vandalisme rond het voetbal ziet de staatssecretaris ook als een in ternationaal probleem. Op initia tief van de Belgische minister De Backer is in Brussel een actiecen trum in oprichting dat zich met het vandalisme bezighoudt. Ne derland steunt dit centrum fi nancieel. Wallis de Vries wijst er tenslotte op, dat het rapport „Ge zonder Betaald Voetbal" voorziet in geldelijke steun ter bestrijding van vandalisme in en rond de groene mat. Dit tamelijk „beruchte" rapport heeft als belangrijk uitgangspunt dat er een zakelijk beleid moet worden gevoerd in het betaalde voetbal. En dat betekende onder meer terug met het aantal profclubs. Nu zijn dat er 37 Dat gaat een aantal deskundigen nog lang niet ver genoeg. De hoogleraar Christiaanse, die op verzoek van'de vorige minister van CRM een saneringsplan heeft uitgebracht, heeft onlangs nog beweerd dat het aantal clubs te rug moet naar 24. Ook voorzitter Vilé van de sectie betaald voetbal van de KNVB vreest dat de sane ring zoals die nu wordt uitge voerd, gedoemd is te misluk ken. Reden: een aantal van de 37 profclubs zit, zo blijkt, in zware geldelijke zorgen. Naar minder clubs dus? Wallis de Vries con stateert dat dit voor alle partijen niet een direct voor de hand lig gende conclusie is. Met het rap- port-Christiaanse heeft hij in ie der geval „niks te maken, en dat geldt evenzeer voor een losse opmerking van meneer Vilé" „Ik houd mij van a tot z aan wat er gezamenlijk, ook met de KNVB, is afgesproken. Ik heb geconsta teerd dat men heeft gezegd: het minimum-aantal clubs om aan een aantrekkelijk competitie programma te komen is 32. We hebben er 37. Ik vind dan: samen uit, samen thuis. Als de KNVB zegt dat het geheel meer is dan de som der delen, dan verwacht ik een stuk interne solidariteit om te proberen het met z'n 37-en te doen. Het betekent niet dat men één cent meer van mij krijgt" HENK DAM Minister Til Gardeniers (CDA- KVP) en de staatssecretaris sen Jeltien Kraaijeveld-Wou ters (CDA-ARP) en Gerard Wallis de Vries (VVD) be mannen het zeer veelomvat tende departement van cul tuur, recreatie en maat schappelijk werk nu bijna twee jaar. ,Als ik een praatje op de radio mag houden, dan gaat het bijna altijd over om roep", zegt Gardeniers, ..maar er gaat hier meer om dan alleen omroep, sport en emancipatie"En ze somt een hele reeks sectoren op, uiteen lopend van verzetspensioenen tot monumentenzorgdie in de media over het algemeen minder aandacht krij gen. JLen heerlijke winkel!", vindt de minister. Een zeer snel groeiende winkel bovendien, die dit jaar te maken heeft met een begrotingsbedrag van liefst bijna tien miljard gul den. Worden de centen goed besteed? Heeft het welzijns beleid nog steeds prioriteit? Mevrouw Gardeniers vindt van wel. Er zijn wéér meer fi nanciële middelen door het kabinet beschikbaar gesteld e?i de persoonlijke betrokken heid van premier Van Agt bij CRM is groot. „Wij ervaren dat als een stimulans om op de ingeslagen weg voort te gaan" Wallis de Vries: „Wij hebben duidelijk nieuwe rich tingen aangegeven" Kraaij-' eveld-Wouters: „We zijn op een heel goede weg" Kraaijeveld-Wouters: DEN HAAG - De vrouw van zeven miljoen. Zo wordt staatssecreta ris Jeltien Kraaijeveld-Wouters wel eens ironisch genoemd. Deze titel heeft zij in sommige kringen te danken aan het feit dat zij vorig jaar een beschikbaar bedrag van zeven miljoen gulden voor be paalde emancipatieprojecten niet besteedde. Zij gaf het geld terug aan de minister van finan ciën. Geschoktheid en onbegrip alom. Woede ook. Alsof men het bedrag niet had kunnen gebrui ken.. Mevrouw Kraaijeveld is niet bang om de historie in te gaan als be windsvrouw die almaar geld overhoudt. „Ik ben niet gauw bang en daarvoor helemaal niet. Ik hield inderdaad zeven miljoen over. Dat bedrag is terug naar Andriessen. Op het moment dat ik het nodig heb, kan ik dat be spreken" Zij heeft ontzettend veel reacties op die kwestie gehad. „Volgens mij DEN HAAG - Dat er een „Garde- niers"-stempel op het huidige kunstbeleid zou staan, vindt de bewindsvrouw minder belang wekkend dan dat er „dingen ge beuren" De kunst in haar porte-' feuille ligt haar, zo heeft zij eens in de Kamer gezegd, na aan het hart. „Ik ben echt bezig orde op zaken te stellen. En dat is in deze wereld, waar goed overleg moet worden gevoerd, echt niet zo ge makkelijk", aldus mevrouw Til Gardeniers. De hoofdlijnen van de door haar voorganger Van Doorn inge diende nota's (op de Toneelnota na, die door de Kamer werd ver worpen) heeft zij overgenomen. Veel aandacht besteedt zij aan de scheppende kunst. Kunst moet zich voortdurend kunnen ver nieuwen door middel van expe rimenten. Dat zal soms ten koste gaan van gevestigde belangen in de grote, geld verslindende kunstbedrijven zoals symfo nieorkesten en toneelgezel schappen. Het „veld" heeft al pa niekerig gereageerd: geen aan tasting, dat leidt maar tot verlies van kwaliteit en arbeidsplaatsen Wat deze minister wil is slechts ingegeven door bezuinigings koorts „Geef de mensen kans zich te ver nieuwen. Laten kunstenaars ex perimenteren. Wij moeten op passen dat de zekerheden die door continue subsidiëring gege ven worden niet verstarrend op de kunsten werken. Zonder dat ik kritiek op het gebodene in de gevestigde instellingen wil heb ben, moeten er toch stimulansen, ook financieel, v gen zijn. Als rijksoverheid moet je er achterheen zitten dat expe rimenterende kunstenaars de kans krijgen te laten zien wat zij presteren. We zullen aan publiek swerving moeten doen. Jongeren vooral moeten de gelegenheid hebben zich te manifesteren. Voor toneel en muziek is het goed dat er steeds nieuwe impulsen zijn. Jonge musici bijvoorbeeld moeten toch ook eens een keer kunnen beginnen?" Minister Gardeniers is het er niet mee eens dat het rijks-kunstpotje naar verhouding maar klein is „Vorig jaar - en daar is nogal wat deining over geweest - is er struc tureel vijf miljoen gulden bijge komen. Daarnaast zie ik nog steeds kans „lichtelijk verrui mend" te werken. Die vijf mil joen: dat was geen gebaar. Zo min als het een vrijblijvendheid was om in de regeringsverklaring van dit kabinet te laten opnemen dat scheppende kunst extra aan dacht krijgt. Kunst moet in de rijksuitgaven wat ruimte hebben en houden, want per slot van re kening is de overheid bijna de enige werkgever van de kunste- Ook op het gebied van de beelden de kunst wil mevrouw Garde niers orde op zaken stellen. „Ja renlang is er over gesproken, maar er gebeurde in feite nage noeg niets. We zijn bezig de vier commissies, die op dit terrein ter advisering werken, bijeen te brengen. En ondanks de vaak niet malse kritiek, gaat de rege ling voor de Kunstuitleen toch door. Deze gaat per 1 januari in, zij het in iets gewijzigde vorm. Ik had zelf met1 kunstwerken willen komen, maar het wordt nu een kwestie van geld geven, te beste den voor de aankoop van kunst werken, met een klein percenta ge voor informatie en documen tatie" Minister Gardeniers is er zich van bewust dat de aankondiging dat zij en de staatssecretaris van so ciale zaken de Beeldende Kun stenaars Regeling zullen gaan onderzoeken nogal wat boze en zenuwachtige reacties heelt los gemaakt. „Er is een geweldige stampij over ontstaan dat wij de BKR in studie hebben willen nemen. Maar wat wil men nu' Niemand is er gelukkig mee. Dan moet zo'n regeling toch verbeterd worden. Welnu, dan moeten de mensen, die er echt bij betrokken zijn, bij elkaar gaan zitten. En ik voel me er echt bij betrokken. Onafhankelijke deskundigen gaan zich over de materie buigen De voorbereidingen zijn getrof fen. Ik heb gezegd: bekijk voor lopig één deel van de problema tiek. dan kunnen we snel tot op lossingen komen. Ook de Cen trale Commissie, het adviesor gaan van de staatssecretaris van sociale zaken betreffende de BKR. komt al snel met een ad vies. Het was voor het eerst dat de minister van CRM met deze commissie kon praten" „Daar zal iedereen wel eens van schrik ken, vooral op maandagoch tend", is de laconieke reactie van mevrouw Gardeniers op de ge luiden uit de muziekwereld naar aanleiding van de beleidsbrief Orkestenbestel, een nadere, ge concretiseerde uitwerking van de Nota Orkestenbestel. Gardeniers spreekt in die brief over „harder werken" en het eventueel ophef fen van orkesten. De schrik op de concertpodia was groot. „In de oorspronkelijke nota stonden nogal wat gegevens, die er niet' om logen. Ergens moetje toch al tijd vergelijkingen maken, bij voorbeeld met het buitenland Dan zie je dat daar jaarlijks 500 tot 600 „orkestdiensten worden ge draaid. In ons land ligt dat in de buurt van 350. Maar in werkelijk heid worden er soms maar 150 of 200 waargemaakt. En dan heeft men er vaak ander werk naast Dat geeft aan dat we met elkaar best eens mogen kijken wat er nu precies aan de hand is" „Er moet verandering in deze situa tie komen. Er zijn veel meer mu sici dan alleen die in de orkesten, en toch tellen onze orkesten ge middeld 19 procent buitenlan ders. Een ander voorbeeld: ama- teurgroepen roepen wel eens de medewerking in van een be roepsorkest. Het orkest kan niet, wordt dan gezegd. Maar 't is dan wel frappant dat afzonderlijke leden van die orkesten in privé- tijd wel diezelfde functies kun nen verrichten. Deze mensen hebben in het kader van hun rechtspositie binnen het orkes tenbestel al een behoorlijk inko men. Ik zou willen dat de héle kunstenwereld zo'n rechtspositie had. Ik streef ernaar om in 1980 de eind-nota, waarin al deze za ken moeten zijn ingevuld, uit te brengen" Ov kunstsponsoring zegt Til Gardeniers: „Ik wil het niet bij voorbaat tegenhouden. Wel moet het altijd zo zijn dat het bedrijfs leven nooit inhoudsbepalende regels mag opstellen. De vrijheid van de kunstenaar is ontzettend belangrijk. Nee, geen „Eine klei ne Nachtmusik", als enige mu- ziekervaring verzorgd door een bankinstelling. Dat leidt tot ver starring. Bovendien: men moet nou niet doen alsof de kunst in Nederland door geld van parti culieren gered moet worden van de Grote Ondergang. De kunst wereld in dit land heeft goede kansen. Ze heeft een grote onder steuning vanuit de overheids subsidiëring. Men realiseert zich toch onvoldoende dat er hier een situatie geschapen is, waardoor we heel wat meer kunnen dan in het buitenland" Tenslotte zegt minister Gardeniers de realisering van één cao voor een aantal sectoren in de kunst een goede zaak te vinden, maar niet voor de héle kunstsector, omdat er zoveel kunstenaars zijn die individueel werken. Een cao voor de orkesten of voor het to neel zou uitstekend zijn. „Nu wordt er per orkest een afspraak gemaakt, daar ben ik niet geluk kig mee. De orkesten kunnen dan tegen elkaar worden uitgespeeld. Dat lijkt in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam soms dan wel op een jimmytrap op de kermis: wie is het eerst boven? O, dan zal ik me aan jou optrekken!" Het plan voor die ene cao voor alle kunsten werd onlangs geopperd in de brochure „De clowns van de FNV?" van de Kunstenaarsorga- nisatie-NVV. „Er zitten hele goe de dingen in die nota", aldus de bewindsvrouw. PETER HUYSMAN zijn er mensen die denken dat ik ermee op zak loop. Ik heb ook al een beeldje gekregen van Zoete Lieve Gerritje, toen ik in Den Bosch was. En ook een koperen centenbakje. Staatssecretaris Kraaijeveld hoopt dit jaar geen geld over te houden „Maar ik hoop ook geen geld te kort te komen. En dat geldt voor elk bewindspersoon. Het is ge woon geweldig balanceren om niet te krap en niet te royaal te begroten" Minister Gardeniers brengt in het midden: „De beslissing kwam pas af in de loop van 1978. Extra geld voor emancipatie en dat zelfs binnen de Bestek-operatie. Alle besluiten over uiteenlopen de emancipatieprojecten waren toen nog niet genomen. En je neemt toch pas een besluit als je zeker weet datje geld hebt! Fijn dat mevrouw Kraaijeveld zich niet heeft laten verleiden tot Sin- terklaasspelerij" Staatssecreta ris Wallis de Vries: „Hoe kun je beleid op één jaar beoordelen? Je geeft toch niet zó maar geld uit?". Mevrouw Kraaijeveld is er geluk kig mee dat er op CRM een direc tie emancipatie is opgebouwd, waardoor het beleid „heel stug" gestalte kan worden gegeven. Zy ijvert voorts voor snelle uitwer king en indiening van de wet te gen seksediscriminatie Daar naast komt CRM met een rijks bijdrageregeling emancipatieac tiviteiten. Extra geld is er vrijge maakt voor 35 emancipatiewer kers voor de ondersteuning van groepen en organisaties. Over de regionale vrouwenbureaus - „Ik noem ze liever emancipa tiebureaus of service-instituten" - merkt Jeltien Kraaijeveld op: „Voordat ik daar eind deze maand met de Kamer over praat, is er van mij een voorlopig nader standpunt over te verwachten. Van de meeste provincies heb ik een reactie binnen hoe zij zich de inrichting en financiering van de bureaus voorstellen. In ieder ge val is het duidelijk dat de bu- reausreikbaar voor vrouwen moeten zijn en ook door hen ge dragen moeten worden. De bu reaus moeten aansluiten op wat in de provincie al op het gebied van emancipatie gegroeid is. De ideeen van de provincies ver schillen hierover sterk" De staatssecretaris wil overigens niet dat er „al te groots" over de bureaus wordt gedacht. „Voorlo pig denken we aan drie beroeps krachten per instituut. Zo'n insti tuut moet echt iets van de men sen zelf zijn. En men moet er ook echt gebruik van maken. Nee, de ze zaak is niet gedropt van bo venaf. Uit sommige publicaties krijgt men wel eens de indruk dat ik alles maar van bovenaf regel. Het tegendeel is waar. Het defini tieve standpunt over de vrou wenbureaus ga ik uitwerken in een subsidieregeling. En over de ze regeling zal ik tenslotte dan opnieuw overleg voeren met de provincies. Dan pas zal er sprake zijn van een concrete invul ling". PETER HUYSMAN DEN HAAG - Uit het raam van de werkkamer van minister Garde niers is de parkeerplaats te zien, waarop enkele tientallen woon wagenbewoners hun rijdende huis hebben neergezet. Ze pro testeren daarmee onder meer te gen de slechte standplaatsen die ze in veel gemeenten krijgen toe gewezen. Het aardige is nu, dat de minister het in veel opzichten glad met de woonwagenbewoners eens is Pratend over de standplaatsen die gemeenten aan de woonwa genbewoners aanbieden, zegt ze: "Ik heb voorbeelden die onge looflijk zijn. Ik denk dan wel eens: hoe inventief zijn sommige gemeenten eigenlijk in het zoe ken van plaatsen? Dan blijkt dat soms de allerduurste grond voor woonwagenbewoners wordt ge reserveerd. Ik heb gemeenten, die voor één standplaats met grondkosten van een ton komen. Nou, dat kan natuurlijk niet". "Men presteert het ook om het op een industrieterrein te doen. Dat gaat niet. Want het zijn gewoon mensen, die niet in een huis wo nen, maar in een wagen. Dat is gewoon een andere vorm van wonen, met kinderen die gebruik"! moeten kunnen maken van onze voorzieningen. Ik heb nu pas weer voorbeelden gehoord van die voorzieningen. Van mensen die om een boerderij moeten heen lopen om bij de toiletten te kunnen", aldus de minister. Ze zegt: "Ik raad altijd iedereen aan die zo goed weet in wat voor wel zij nsland wij wonen om te gaan kijken naar bijvoorbeeld De Huppel in Utrecht, of naar De Hanerik in Zwolle. Dan zie je wat wij in Nederland nog met elkaar toestaan. Maar dat gaat verande ren, dan móet ook veranderen" Daarbij denkt mevrouw Garde niers aan een wetswijziging. In gemeenten die weinig voelen voor het huisvesten van woon wagenbewoners blijken de arti kelen 10 en 11 van de Woonwa- genwet, niet de mogelijkheden voor de woonwagenbewoners te bieden, zoals bedoeld was. Als het aan de minister ligt. worden de artikelen zo veranderd, dat de provincies, en uiteindelijk het Rijk, onwillige gemeenten kun nen dwingen goede standplaat sen aan te wijzen. "Ik weet al bij voorbaat dat de Kamer geen be zwaar tegen zo'n wetswijziging zal hebben" Woonwagenbewoners maken deel uit van de culturele minderheden in dit land, een groep mevrouw Gardeniers nog heeft gezegd: "Voor dezer sta ik 24 uur in een etmaal klaar" Het begrotingsjaar 1980 is voor het minderhedenbeleid van groot beiang. Zowel naar vorm als naar inhoud staan er fundamentele veranderingen voor de deur. Naar-de vorm, in zoverre een be gin wordt gemaakt met de coör dinatie van het minderhedenbe leid bij binnenlandse zaken. Thans ontbreekt zo'n vorm van coördinatie, en zijn de minderhe den "versnipperd" overeen groot aantal ministeries. Traditioneel heeft CRM altijd de meeste bemoeienis met culturele minderheden gehad. De vraag ligt dan ook voor de hand of mi nister Gardeniers blij is met de aanstaande structuurwijziging "Ik ben het steeds eens geweest met de gedachte: je moet bij één ministerie gaan cördineren zegt ze hierover. "Ik ben ook erg blij dat die coördi natie bij binnenlandse zaken is terechtgekomen. De manier waarop daar de directie wordt opgebouwd doet het beste ho pen. Wij blijven op CRM de ver antwoordelijkheid voor onze ei gen portefeuille houden, maar keer op keer - dat hebben wij nou juist zo gemerkt - kan je met prachtige plannen komen, maar de uitvoering daarvan, daar gaat het om en die gebeurt decen traal". "Dat gebeurt dus in de gemeente. En ik denk dat het praten met de gemeenten, met de ministeries, beter kan gebeuren bij het minis terie van binnenlandse zaken. Ik denkt dat men daar beter argu menten of problemen van ge Minister Gardeniers"Woonwagenbewoners zijn gewone meenten kan beoordelen", aldus de bewindsvrouw, "want som mige gemeenten van goede wil, kunnen soms werkelijk niet". Voor de inhoud van het minderhe denbeleid in de komende jaren is het rapport van de Wetenschap pelijke Raad voor het Regerings beleid (WRR), dat enige maanden geleden werd uitgebracht, van eminent belang. Dit rapport gaat momenteel langs de verschillen de departementen, en zal uitein delijk uitmonden in een rege ringsstandpunt. Heel belangrijk noemt mevrouw Gardeniers het, dat het WRR- rapport heeft duidelijk gemaakt dat de culturele minderheden niet voor korte tijd in ons land zijn, maar blijvend deel zullen uitmaken van onze samenleving. "Onze toekomst is een multicultu rele samenleving, zoals in Ame rika bijvoorbeeld. En ik heb het gevoel dat veel mensen nog steeds denken: dat kan niet waar zijn. In de Randstad gaat het bij geboorten al om een verhouding 1 op 3, een van de drie kinderen dus die daar wordt geboren maakt deel uit van een culturele minderheid, en over enige jaren zal dat 1 op 2 zijn", aldus me vrouw Gardeniers Het WRR-rapport pleit onder meer voor stopzetting van de immigra tie, behoudens uitzonderingen, bijvoorbeeld in het kader van de gezinshereniging. Niettemin komt de laatste tijd een grote stroom Surinamers op gang - voor dit jaar gaat het om vermoe delijk 14.000 man. De aantijgingen dat CRM daaraan voorbij gaat - je leest of hoort zel den over beleidsmaatregelen voor deze groep Surinamers - weerlegt mevrouw Gardeniers "Toen er in 1975. vlak voor de onaf hankelijkheid, een stroom vanuit Suriname op gang kwam. was die in de eerste plaats al veel groter - het ging enige maanden lang om 3000 man en meer per maand - maar bovendien kwamen die mensen in een land waar nog he lemaal niet zoveel Surinamers woonden. Ook daarom waren toen omvangrijke opvangmoge lijkheden nodig" "Nu is dat anders. Ik vind het niet nodig om massale opvang te gaan toepassen. Deze mensen komen uit vrije wil naar ons land, en trekken dan bij familie in. Het geeft wel druk op de welzijns- stichtingen. Daar staan we voor open, in die zin, dat als mensen van hen komen die zeggen dat er iets moet gebeuren, dat daar dan mee kan worden gepraat" De minister laat aan de hand van "gezinshereniging" nog eens zien over welke problemen we het nu eigenlijk hebben als we over cul turele minderheden praten. "Als je nu alle groepen bij elkaar op telt, kom je tot 500.000 a 600.000 Als u dan gaat denken aan ge zinshereniging, dan zitten wa zonder veel moeite in een paar jaar aan de miljoen" "Het wordt een opgave om te kij ken hoe we de problemen die daaruit voortvloeien gaan oplos sen. Ik kryg nu thuis mensen die opbellen met de vraag: hoe kunt u zo'n beleid voeren? U laat vluchtelingen toe die mooie hui zen krijgen, maar ik heb geen huis. Daarom is juist coördinatie in het beleid zo nodig, want het is duidelijk, dat je de huisvesting voor de vluchtelingen niet gaat zoeken in die delen van ons land en steden, waar een groot wo ningtekort is". "Als je je inzet voor een cultureel- minderhedenbeleid, veroordelen mensen je vaak. Luister ook maar eens naar de dlacu er woonwagenbewoners. Dan denk je wel eens bij jezelf: hoe kom je er doorheen? Ik denk dat het een kwestie is van voorlichting. Over culturele minderheden zullen we alsmaar informatie moeten ge- HENK DAM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 33