Johannes Paulus een rnensejijke GijsenZ ZATERDAG 13 OKTOBER 1979 Hij praat graag met mensen die goed kan luisteren Emilia Kaezorowska wist dat haar zoon Karol Wojtyla - uitspraak "Woitewa" met de klemtoon op de tweede let tergreep - later een beroemd man zou worden. Tegen ken nissen, die haar zoon in de kinderwagen kwamen be wonderen had ze nl. eens ge zegd: "Jullie zullen zien wat een groot man mijn Lolus - zijn roepnaam in de familie kring - zal worden". Die voorspelling is uitgekomen. Haar zoon werd 16 oktober 1978 de eerste Poolse paus. Toen paus Pius XI in 1927 be sloot twee flessen Cartagine opzij te leggen "voor mijn opvolger in 1980" zal hij wel niet hebben bevroed, dat die opvolger de eerste niet-Ita- liaanse paus zou zijn sinds 455 jaar, toen de enige Neder landse paus overleed. Paus Johannes Paulus II moet het volgend jaar overigens zon der die flessen wijn stellen, want ze zijn in de loop der jaren zoek geraakt. Vrijwel niemand had aan hem gedacht. Op een Amerikaans weekblad na noemde nie mand zijn naam. En slechts weinigen hadden het voor speld. In 1976 hield kardi naal Wojtyla ter gelegenheid van het Eucharistisch con gres in Philadelphia een le zing voor de studenten van de Harvard-uni versiteit. Die lezing maakte toen zoveel indruk, dat het studen tenblad "Crimson" boven het verslag als kop plaatste: "Future Pope" (toekomstige paus). Binnen een jaar werd JP II de meest populaire en meest besproken paus aller tijden, die zelfs de alombe- minde Johannes XXIII in de schaduw stelde. Hoe ex treem populair deze paus is moge blijken uit de kwalifi catie "JP Superstar", uit het feit, dat het geld in tegenstel ling met voorgaande jaren toestroomt, uit het feit dat er zelfs asbakken met zijn beel tenis verschijnen en last but not least uit de hysterische uitroep van een groepje non nen tijdens een algemene audiëntie, dat hij was dan Jezus". Karol Wojtyla werd op 18 mei 1920 in Wadowice, een plaatsje 50 km ten zuid westen van Krakow, ge boren. Zijn afkomst is in zoverre wat mistig, dat de ene biograaf hem laat geboren worden "uit een arm arbeidersgezin", terwijl een ander schrijft dat zijn vader onderofficier was in het Poolse leger, en weer een derde, dat zijn vader beroepsofficier bij de In tendance was. (De voornaamste literatuur, die ik overigens raad pleegde, was "Het jaar van de drie Pausen" van Michel van der Plas en Rex Brico (Strengholt) en "De man uit Polen" van Jef de Roeck (Gottmer). Hoe het ook zij: de jonge Karol - Lolek voor zijn vrienden - was een voortreffelij ke leerling. Op het gymnasium stond hij bekend als een vroom, verlegen, gereserveerde jonge man, die zijn emoties niet teveel liet blijken, en als een zeer piente re student. Hij was de beste in La tijn en Grieks en had voor alle vakken minstens een 9. Op 14-jarige leeftijd kreeg hij ver kering met een levendig, lieftallig meisje met lange, zwarte.haren, Halinka Krolikienwicz Kwiat- kowska, de thans 58-jarige ster van het Stary Theater in Krakow Die idylle duurde tot Karol zijn briljante eindexamen deed en verhuisde. Hij wilde priester worden en ging filosofie studeren en zij - inmiddels uitgegroeid tot "een schoonheid met donker bruine ogen, zwarte wenkbrau wen die haar gezicht een myste rieuze uitdrukking gaven" - ging naar de toneelschool. Zijn pries teropleiding moest hij clandes tien volgen vanwege de Duitse bezetting. Naast zijn illegale stu die werkte hij daarom in een chemische fabriek. Dat was te vens nodig om in zijn onderhoud te voorzien, omdat hij inmiddels ook zijn vader had verloren. Zijn moeder was al overleden toen hij nog heel jong was (Er zijn schrij vers, die het jaartal 1924 hanteren terwijl anderen spreken over 1929). En zijn enige broer was hem in 1939 ontvallen. Door in de fabriek te gaan werken kon hij zich tevens onttrekken aan te werkstelling in Duitsland. Tijdens de oorlog ging hij in het verzet en werd o.a. lid van het an ti-nazistisch toneelgezelschap Rapsodyczny, hetgeen hem deed belanden in het concentratie kamp Dachau. Ook daarover zijn de historici het niet eens. In die tijd zag hij Halinka terug, die in middels verliefd was geworden op een ander. Na zijn theologi sche opleiding werd hij in 1946 tot priester gewijd. Hij studeerde daarna in Rome aan het Angeli- cum, de universiteit van de paters Dominicanen, filosofie. In 1948 behaalde hij de doctorstitel. Daarna was hij enige tijd werk zaam onder Poolse emigranten in Frankrijk en België. Na zijn te rugkeer in Polen was hij o.m. zielzorger onder de studenten. Hij trok zich in die tijd niet veel aan van de Russische verboden en belandde - overigens niet vol gens alle geschiedschrijvers - enige tijd in de gevangenis. Om dat hij zijn theologische studies inmiddels ook met een proef schrift had bekroond werd hij in 1953 benoemd tot professor in de ethiek aan de universiteiten van Lublin en Krakow. In 1958 werd hij hulpbisschop van Krakow; in 1964 de eerste, niet adellijke aartsbisschop van Krakow en in 1967 kardinaal. Tezamen met zijn collegae spoedde hij zich begin oktober vorig jaar ten tweede male dat jaar naar Rome om een opvolger te kiezen voor de glimlachende, veel te lie ve man Luciani, die heel simpel praatte over de gewone dingen van alle dag en hulpeloos in de wereld stond, die hij na 33 dagen pausschap dan ook stil verliet, alsof hij niemand lastig wilde vallen. Kardinaal Wojtyla was die keer zenuwachtiger dan 6 weken tevoren. Toen hij uit het vliegtuig stapte zei hij wel tegen de foto grafen: "Jullie hoeven mij niet te fotograferen; paus word ik toch niet", maar na zijn verkiezing biechtte hij op dat hij bang was geweest voor de benoeming. Toen hij eenmaal tot paus was gekozen werd bekend, dat hij - toen hij het overlijden van zijn voorganger vernam - lijkbleek werd, naar de kapel ging en steeds weer mompelde: "Jezus, Maria". Zag hij aankomen dat hij een kans zou maken? Was dat de reden dat hij in de dagen vóór het conclaaf eenzame wandelingen door Rome maakte? Onmiddellijk na zijn keuze tot paus begaf JP II zich - zoals gebruik- telijk - naar het balkon om zijn eerste pauselijke zegen te geven. Voordat het echter zover was boog hij zich voorover, legde zijn handen op de reling en begon in bijna foutloos Italiaans een speech weg te geven. Zijn wellui dende baritonale stem droeg over dé hoofden van de tienduizenden op het Sint Pietersplein tot ver in Rome en via radio en televisie over de gehele wereld. De Italia nen hadden toch een Italiaans sprekende bisschop van Rome. De wereld kreeg een paus die onmiddellijk aansprak ook al be perkte hij zich in die speech tot het Italiaans en het Pools. Later zou men getuige zijn van het feit dat hij ook Engels, Frans, Duits, Russisch en een beetje Spaans en zelfs enkele woorden Nederlands spreekt. Maar dit was slechts een aansprekende uiterlijkheid van een sterke persoonlijkheid, die hij uitstraalde. Zo sterk, dat on middellijk in het Vaticaan duide lijk werd dat hij de zaak runde en dat hij de baas was. Hij wenste niet zoals zijn voorganger door de Curie te worden gemanipuleerd. "Ze hebben mijn voorganger ge zegd wat hij moest doen en wan neer. Dit kan tot zijn vroege dood hebben geleid. Dat zullen ze mij niet lappen. Ikzelf zal beslissen en hun mededelen wat ik wil. Mij krijgen ze niet kapot", moet hij een van de eerste dagen een ver trouweling hebben toegevoegd. Het is ook moeilijk om een zo'n krachtige, innemende persoon lijkheid met zo'n oersterke ge zondheid kapot te krijgen. Het enige, dat fysiek op hem valt aan te merken, is zijn gebogen rug. Hij lijkt daardoor ouder dan hij is. Hij heeft die rug overgehouden na de ziekte van Pfeiffer. Verder is hij oergezond. Dat is ook niet zo verwonderlijk voor een natuur mens, die verzot is op skiën, bergklimmen, kanovaren en zwemmen. Dat laatste is nog de enige sport die hij beoefent. Dit ondanks alle bezwaren van het Vaticaan: een paus in een zwem broek, dat' kan toch niet. Vati caanse zegslieden hebben er dan ook onmiddellijk wat op gevon den. Er is hier geen sprake van "een sportieve frivoliteit", maar van "een therapeutische nood zaak" voor zijn rug. Ze moesten daar in het Vaticaan wel even wennen aan hun nieuwe baas. Vóór alles gewoon net zo als alle andere mensen. Dat is het pa rool van de paus. Iedereen loopt gewoon, dus schafte hij een draagstoel af. Iedereen geeft el kaar gewoon een hand en een en kele keer een kus, dus het ring- kussen moest achterwege blij ven. Hij geeft iemand gewoon een hand, knuffelt een kind en geeft een bruidje een kus op haar wan gen. Het Vaticaan moest worden vermenselijkt en de muffe geur moest verdwijnen. Ook letterlijk. Alle ramen gingen dan ook open want de "baas" houdt van veel frisse lucht. In het gewoon doen paste tevens dat niet meer in de wij-vorm werd gesproken, als gewoon "ik" werd bedoeld. Dat maakt het praten met r ook gemakkelijker. En hij heeft behoefte aan praten met mensen. Dat doet hij liever dan dossiers lezen. Hij luistert dan eindeloos en geeft dan een antwoord soms zelfs niet meer dan drie woorden. s Morgens om 5 uur staat hij op. Na de Mis neemt hij een stevig ont bijt met ham en worstjes, kaas en soms een ei, maar dan wel zacht gekookt in een glas. Na het kran ten lezen begint hij aan zijn dag taak. Hij onderbreekt de dag met wat gymnastiek, lunch, en een kort middagslaapje en een wan deling. Na het diner en gebed zet hij zijn dagtaak voort, 's Avonds trekt hij zich terug in zijn appar tementen om naar Bach, Poolse volksliederen of religieuze mu ziek te luisteren. En soms treft men hem aan achter zijn bureau met zijn mouwen opgestroopt, terwijl hij wat voor zich uit zit te neurieën. Een krachtige persoonlijkheid, die gewoon menselijk en vriendelijk doet, en die alle eigenschappen bezit om zijn baan waar te maken en een ijzersterke gezondheid heeft om dat voorlopig vol te houden. Dat is paus Johannes Paulus II. Maar dat betekent niet dat hij er andere opvattingen op na houdt dan zijn voorgangers. Zijn optreden wekt de indruk van wel, maar het is niet zo. Hij is op leerstellig gebied een orthodox behoudende en zeer strikte man, van wie men echt niet behoeft te verwachten dat hij verandering zal brengen in het kerkelijk standpunt inzake hete hangijzers als abortus, echtscheiding en ce libaat. Maar dat niet alleen. Hij is en blijft ook traditioneel in ande re zaken als de persoonlijke biecht - hij moet niets hebben van absoluties en masse-, eucha ristie en Maria (devotie). En hoe ouderwets hij in sommige ogen wel is moge blijken uit het feit, dat hij vindt dat geestelijken in hun kleding als zodanig herken baar dienten te zijn, d.w.z. terug naar toog of zwart pak met witte boord! Uit zijn talloze toespraken zijn zijn opvattingen duidelijk gebleken en door velen als teleurstellend ervaren. En toch wil hij meer klaarheid scheppen in de verwar ring en zekerheid bieden temid den van de talloze twijfels. Hij spreekt daarbij duidelijk taal, die niet afwijkt van zijn voorgangers, alleen is de toon wat menselijker. Hij verkettert niemand. Zo is zijn bezoek aan Puebla niet voor ie dereen een succes en zijn triomf tocht door Polen inhoudelijk niet wat velen ervan hadden ver wacht. Hij neemt dat traditionele standpunt in en je moet van goe de huize komen wil je hem van dat standpunt afbrengen. Het ui terlijk is met zijn komst verander; het innerlijk echt (nog) niet. En daar hebben kardinaal en bis schoppen van Nederland vol gend jaar, als ze op het matje ko men, mee te maken. We hoeven er echt niet veel van te verwachten. Johannes Paulus II is een men selijke "Gijsen", dat moeten we niet vergeten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 29