Joyce Co: geen roman om mee naar bed te nemen
Nagelaten proza
Anna Blaman met
houterige toelichting
De Oceanen: boeiend
lees- en platenboek
Celibatair vriendschapsverbond
Wintersportboek
ïid=
NIEUW
OP DE
BOEKEN
PLANK
Niet alleen voor priesters...
Tips voor de
beginnende
hengelaar
)ENSDAG 26 SEPTEMBER 1979
yce Co. Michael van Mander.
Jitg. Arbeidspers.
hter de schrijver Joyce Co ver
scholen zich, als ik mij niet ver
bis. oorspronkelijk twee jonge-
ieden. Van dat duo is er nog
slechts één actief. Het is Jan Ma-
ia Meijsing. Deze is weer de
>roer van Doeschka Meijsing, die
ndertijd hoge ogen gooide met
ïaar voortreffelijke roman Ro-
tinson.
oer en zus houden beiden van
'geconstrueerde" literatuur. Dat
vil zeggen: zij geven eerder de
'oorkeur aan precisieus in elkaar
;ezette boeken dan aan letter-
cundige produkten waar het ge-
mei tomeloos in wordt uitge
stort.
yce Co debuteerde(n) in boek-
met hun vuistdikke Erwin.
Dit boek werd nog al heel ver
schillend ontvangen door de kri
tiek. Het is een wijsneuzerig
boek. Een typisch product van
een gymnasiumleerling die de
knapste van de klas wil wezen.
Welnu: het maakte ook een knappe
indruk. Citaten uit het Latijn, uit
het Grieks, uit het Italiaans en
nog veel meer talen en kennisge
bieden.
Het eerste boek van Joyce verschilt
qua teneur en letterkundige op
vatting weinig van het tweede,
het zojuist verschenen Michael
van Mander. Dat is ook niet zo
verwonderlijk, de twee, tot nu toe
verschenen delen, maken deel uit
van een toekomstige trits. Houd
ik van Joyce Co? Dat vroeg ik
mij bij het eerste boek af en nog
meer bij het recent verschenen
tweede. Het is geen roman die je
mee naar bed neemt en in één
adem uitleest. Daarvoor is het
boek te veel volgestopt met lite
raire verwijzingen, moeilijke
zinsconstructies, uitweidingen
en - maar dit slechts in een enkel
geval - pure aanstellerij.
Toch genoot ik van dit boek. Een
literaire puzzel is voor mij net zo
iets als voor een willekeurige an
der een kruiswoordpuzzel of een
spelletje schaak. Omdat ik beide
kunstjes niet versta lees ik Joyce
Co.
Het boek laat zich op twee manie
ren lezen: gewoon aan het begin
beginnen, doorlezen, alle onbe
grijpelijke citaten laten passeren
en het boek na een paar dagen
dichtslaan. Dan is er veel moois
gepasseerd maar weet men nau
welijks wat men gelezen heeft.
De tweede manier is de enige
juiste: het boek besnuffelen, er
voorzichtig maar ingespannen in
lezen, als ware het kaviaar, een
stapel woordenboeken naast de
fauteuil én deze dan ook regelma
tig opslaan. Na een paar weken er
geregeld in gelezen te hebben
heeft men het eindelijk uit.
Hoe langer ik er over nadacht - na
de lectuur op de tweede manier te
hebben volbracht - hoe beter ik
het boek ging vinden. Niet dat het
boek mij ontroerd heeft, laat
staan aangegrepen. Het boék im
poneerde mij. Maakte mij jaloers
op de kennis die Joyce (Se Co) -
niet eens dertig jaren oud - bezit
en ook nog weet te gebruiken.
Het "verhaal" van het boek valt
nauwelijks kort samen te vatten.
Eigenlijk is dat ook niet nodig. De
lezer die geniet van fijnproeverij
maalt niet om een "verhaal". Die
hunkert slechts naar mooie zin
nen gelijk kathedralen of gal
mende orgeltonen.
Ondanks mijn bewondering voor
dit boek is er toch ook een beetje
keerzijde. De wijdlopigheid van
Michael van Mander lijkt werke
lijk wel eens te ver gedravan. De
hartstocht naar citaten en citeren
doet Joyce Se Co wel eens verzui
pen. Redelijkerwijs mag men niet
verwachten dat, zelfs de meest
geletterde lezer, Grieks, Latijn en
nog wel een paar andere talen pa
raat heeft.
Slordig citeren komt ook wel eens
voor. Dat kan echter ook liggen
aan de correctie van de druk
proeven. Een zo nauw gezet boek
van 358 bladzijden nakijken zal
bepaald geen sinecure zijn.
Joyce Se Co schrijft voor een be
perkt publiek. Dat beseft hij
dondersgoed. Duizenden exem
plaren zullen er van zijn boeken
nimmer over de toonbank gaan.
Maar literatuur mag ook wel eens
beperkt blijven tot een klein
groepje. En als dat kleine, elitaire
groepje zich er voor open wil
stellen dan valt er donders veel te
genieten.
De hele decadente santekraam, van
Baudelaire tot Oscar Wilde, het
decadente Rome en de Griekse
beschaving passeert de revue.
Joyce Se Co is een heel goed
schrijver, een ingenieus con
structiewerker in het taal- en
zinsbedrijf. Of hij nu schrijft over
zichzelf, diepe roerselen van zijn
ziel, dat is de vraag.
Soms is dat echter heel goed. De
zielenblootleggers, de sociaal-
academisten en de "begrijpers"
hebben reeds te veel macht op
zich genomen. Joyce Co gaat
zijn eigen weg. Een verademing
voor letterkundige puzzelaars.
Kortom: verrukkelijke stuff voor
dandy-achtige literaire junkies.
BOUDEWIJN BÜCH.
en,
ubbel boek over
|lag bij Arnhem
•ee verhalen in één band over de
ragedie die zich in de donkere
ieptemberdagen van 1944 rond
rnhem heeft afgespeeld. Over
de "Slag bij Arnhem" is al veel
:ezegd en geschreven. In dit
Iboek vertellen mannen die zich
tmidden in het strijdtoneel be-
jjvonden.
et eerste verhaal, "De helden van
|Arnhem", geschreven door kolo-
piel G. Powell, verhaalt van de
^verschrikkingen die zijn com
pagnie vanaf het begin van de
jaanval kreeg te doorstaan. Kolo-
jnel Powell overleefde met een
jkleine vijftig man de strijd, die
aan de overige 550 van zijn batal
jon het leven kostte,
het tweede verhaal van Lipmann
Kessel en John St. John, vertelt
?en chirurg hoe hij onder de
neest moeilijke omstandigheden
;n onder een wisselende bezet
ting van Engelsen en Duitsers, in
?en ziekenhuis moest opereren.
Tenslotte werd hij door het Duit-
leger krijgsgevangene ge
naakt, maar wist met behulp van
ie ondergrondse te ontsnappen
en naar het bevrijde zuiden te
ontkomen.
de hemel in de hel, door kolo
nel G. Powell, Lipmann Kessel/
John St. John. Uitgave Omega
Boek/Nieuwe Wieken, Amster
dam. Prijs f 29,50.
J. Bernlef: vlot geschreven toneelwerkje.
De grote Najaarlijkse Boekenbui is inmiddels losgebar
sten. Maar alvorens de lezer van dit blad min of meer
bijtijds in te lichten omtrent de vorderingen van onze
hedendaagse pennevoerders, eerst nog een opsomming
van enig voorzomers werk dat een aparte bespreking om
uiteenlopende redenen niet haalde.
Van J. Bernlef verscheen onopge
merkt het toneelwerkje "Nacht
rit" (uitg. Querido, Amsterdam
(1979), behandelend een mini-a von
tuur binnen een nachtelijk opere
rend taxibedrijf; tamelijke flau
wekul waar in met botte bijl op
een beurs taboetje wordt inge
hakt: een beetje sex en intrige,
een als dame vermomde passa
gier en een dommige chauffeur.
Vlot geschreven en leesbaar,
maar te slap om er een heuse to
neelzaal voor af te huren.
vormen een
bijzonder fenomeen op onze
aardbol. Op de lagere school
hebben we al geleerd dat zo'n ze
ventig procent van het aardop
pervlak met oceanen is bedekt,
en toen werd al duidelijk dat de
wereldzeeën van grote invloed
zijn op het leven op onze aardbol.
Sterker nog: we mogen aanne
men dat het biologisch leven op
aarde heeft kunnen ontstaan
dankzij de aanwezigheid van de
enorme watermassa's.
)e oceanen bergen ook veel tegen
strijdigheden in zich. De mens
trekt graag naar de zeekant om te
genieten van de schoonheid.
Maar diezelfde zee kan woest en
meedogenloos zijn en in één klap
duizenden mensenlevens eisen
met overstromingen en vloed
golven. Hoe boeiend oceanen zijn
wordt pas goed duidelijk met het
onlangs verschenen boek "De,
Oceanen" bij de uitgeverij Zomer
en Keuning.
Een encyclopedisch werk, 1
i talloze facetten van het maritie-
me leven op een rijtje worden ge-
zet. Wetenschappelijk verant-
woord dankzij de medewerking
van tientallen deskundigen, maar
dat laatste heeft de leesbaarheid
niet nadelig beïnvloed. Ook voor
de niet-deskundige is het een bij
zonder interessant boek. En de
meer dan 1000 tekeningen, foto's
en kaarten in kleur vormen een
belangrijke ondersteuning voor
die tekst.
In het eerste gedeelte wordt vooral
aandacht besteed aan de ont
staansgeschiedenis. Bijvoor
beeld wordt er verhaald over de
theorieën over het uiteendrijven
van de continenten, de beweging
van de aardkorst,van de vormve
randeringen die in de loop der
tijd zijn opgetreden. Het boek
gaat ook nader in op de ver
schijnselen als golfvormine.
stroming, getijdewerking en
vondsten op de zeebodem. Dan is
een apart gedeelte gewijd aan de
mens en de zee. Zijn eerste optre
den als zeevaarder en uitlopend
in de modernste onderzoekingen
in de diepste oceaantroggen die
er bestaan.
Ruimte is in het werk ook gereser
veerd voor de zeer uiteenlopende
levensvormen die onder de op
pervlakte worden aangetroffen.
Interessante informatie over vis
sen, planten, koraalriffen en
schelpen. Datzelfde geldt voor de
natuurlijke hulpbronnen als gas
en olie en de minerale voorraden
die in de toekomst geëxploreerd
zouden kunnen worden.
Ter afronding van het boek worden
de verschillende oceanen nog
eens apart bekeken en komen
specifieké zaken aan bod. Al met
al is het een bijzonder boek dat
als naslagwerk en als boeiend
lees- en platenboek de overigens
pittige prijs best waard is.
V. LEEUWEN
Nog vorig jaar verscheen "Frag
mentarisch. Nagelaten proza
van Anna Blaman" (Meulenhoff,
Amsterdam 1978, 24,50); op
recht nam ik me voor deze Hol
lands-legendarische, maar bijna
vergeten schrijfster gevoelig te
bespreken, maar ik ben blijven
steken in het houterige en bestof
te toelichtingsproza van een
Henk Struyker Boudier. Histo
risch werk uit de mottenballen
lichten is prima, maar dan graag
onder redactie van iemand die
tenminste drie woorden zónder
voetnoot of stotteren kan uit
brengen.
Veel fascinerender is het ook al ge-
"ruime tijd geleden ontvangen
"Het IK", "heroiesch-individua-
listische dagboekbladen" van
Lodewijk van Deyssel (uitg. De
Arbeiderspers, privé-domein,
Amsterdam 1979); in zijn infor
matieve en verhelderende
"voorwoord" laat Van Deyssel-
adept Harry Prick zien hoe men
een ouder auteur wél toeganke
lijk kan maken. Daarbij komt dat
het esthetische en gemaniereerde
van de grote Tachtiger mij ver
fijnder smaakt dan de wat onbe
holpen produkten van Blaman
Van Deyssel produceert voortref
felijk, nauwgezet proza, voor ons
vaak met humoristisch effect, zo
als hier. "Ik heb zeer goed onder
goed aan: wit-geel fijn flanel,
breed bezoomd met goed linnen,
dat er met dunnen draden roode
zij op is gehecht en met correcte
knoopjes." (p. 114). Een Heer van
Stand.
Maarten 't Harts "Ongewenste zee
reis (essays)" (uitg. De Arbeider
spers 1979, 28,50) heeft zo lang
op de Boeken Top Tien der Haag
se Post geprijkt en is inmiddels
zo veelvuldig bejubeld dat mijn
juichkreten of schimpscheuten
er niets meer toe doen. Ik ben nog
maar nauwelijks bekomen van
"Een vlucht regenwulpen" en
reikhals naar "De aansprekers"-
laten we aannemen dat ook het
beschouwende werk van deze
nadrukkelijk gearriveerde en
•Hetzelfde geldt voor "Scheppend
nihilisme", interviews met
Willem Frederik Hermans, sa
mengesteld door Frans A. Jans
sen (uitg. Loeb Se Van der Velden,
Amsterdam 1979 29,50); een
boek dat uitstekend de bot- en
snedigheid van Neerlands Eerste
Letterkundige, thans mokkend
buitenlands vertoevend, door de
jaren heen weergeeft.
Zodra deze manische kankeraar en
verzamelaar van tikmachines
eindelijk weer een Echte Literai
re Roman vermag te produceren,
waaraan we toch wel gaan wan
hopen, zal ik deze voormalige
geleerde zeker bespreken. Al dan
niet van blind ontzag vervuld.
Poezie
Ook is er de poëzie. Van de tussen
beide wereldoorlogen bekende
protestantse dichter Willem de
Mérode (is Willem Eduard Keu
ning, 1887-1939) is posthuum en
voor 't eerst integraal uitgeko
men de bundel "Spiegelbeel
den" (uitg. Elsevier-Manteau.
Amsterdam/Brussel 1979). Zeer
leesbare gedichten-voor-de-
avonduren, al ben ik blij dat re
dacteur Hans Werkman zijn bab
belzieke interpretatie pas achter
af verstrekt: "Wat is de mens' Wie
is de mens?
Op die vragen wil De Mérode een
eerlijk antwoord geven. Daar
voor kruipt hij in de huid van de
krankzinnige, de dominee, de
achtervolgde, de landloper, de
dode, de dorpsschoolmeester,
het oude meisje, de oude jonge
man enzovoorts, met al hun af
wijkingen van het 'normale'
Maar tevens identificeert hij zich
met de blinde harpspeler, die 'de
glimlach van Gods mond' ziet
komen." (p. 47-48). Jammer dat
dit kwajongensproza een aantal
fraaie gedichten mag komen ver
zieken.
Lang en oprecht heb ik geworsteld
met de nu nauwelijks recente
roman "Emma Kwartier"
(Meulenhoff, Amsterdam 1978,
24,50) van NRC-deskundige K.L.
Poll. Oprecht. Maar vooral lang.
Ik heb 't niet uit kunnen krijgen,
polls roman.
Ongetwijfeld dient KLP zijn kwali
teitscourant met volle overgave,
een prachtige taak waarvoor het
Lintje al klaarligt, en moeten we
zijn "roman" maar zien als nog
jeugdige ontsporing.
Het boek zit vol cliché s en karika
turale persoonsbeschrijvingen,
moraliserende sprookjes en keu
rig, zij het doods taalgebruik. Uit
mijn aantekeningen licht ik har-
tekreten als: toch een vertede
rende man! studentikositeit!
kunstelwerk! lectuur! kwasieru-
diet! rampzalig boek! En derge
lijke. Maar misschien had ik het
uit moeten lezen: zo gaan grote
Kunstenmakers verloren.
Even weinig bekoring gaat uit van
de poëmenverzameling
"Gloeiende raadsels" (Meulen
hoff, Amsterdam 1979, 18,50)
van de Duitse dichteres Nelly
Sachs (1891-1970).
Een keurig boekje, vertaald en ge
selecteerd door Huub Beurskens,
maar helaas met aanvangregels
als
"O de kleuren van de avondhemel
die nergens thuis zijn!
O de bloesems van het sterven in de
wolken
Als het verbleken van de pasgebo-
(p. 18)
Akelig, maar misschien niet in het
Duits, en misschien niet voor de
hemelturende romantici onder
Tenslotte bereikte ons weer een
nieuwe uitgave "Over de vos
Reinaert" door Willem (die Ma-
doc maakte), gevolgd door "Rei-
naerts Geschiedenis", waarin
zijn latere lotgevallen zijn opge
tekend (uitg. Het Spectrum,
Utrecht/Antwerpen 1979, Prisma
1890, 8.90). Dit satirische dieren
epos met Reintje in de hoofdrol
behoort tot onze oudste en
meestbesproken letterkunde en
is hier andermaal toegelicht en
uitgegeven, nu door Arjaan van
Nim wegen. Aanbevolen voor
liefhebbers, ook al vanwege de
prima leesbare vertaling naast de
originele middelnederlandse
tekst. ROB VOOREN
"Sprookjeswijsheid". Rudolf
Meyer. Uitg. Christofoor. Prijs:
f29,75.
Achtergronden van de sprookjes,
gezien in het licht van de antro
posofie van Rudolf Steiner.
"Zondag, de eerste dag". Rudolf
Frieling/Wilhelm Hoerner. Uitg.
Christofoor. Prijs f 9,50.
Schepping en opstanding; het be
gin van de week en de indeling
van de kalender.
„Ieder jaar is anders". Walther
Buhler. Uitg. Christofoor. Prijs:
f 18,50.
De spirituele achtergrond van de
kalende rindeli ng
"Zon, maan en sterren". Elisabeth
Mulder. Uitg. Christofoor. Prijs
f21,50.
Astronomie voor iedereen. Bij het
boek is een draaibare sterren
kaart voor het noordelyk half
rond gevoegd.
Herdruk van het ongeveer 15 jaar
geleden verschenen, aangnjpen
de, fotoboek over de jodenver
volging in de Tweede Wereld
oorlog.
"De bloemen uit de kern". ur.L*.
Lissenburg. Uitg. Zomer en
Keünig. Prijs f 9,90.
Prettig leesbare artikelen met een
zuiver christelijke boodschap.
'Krentenbollen, kogels en klater
goud'. Rijk de Gooyer en Her
man Pieter de Boer. Uitg. Tie-
bosch
Aangevulde necrologie-by-het-le
ven van de komiek-filmspeler.
Het boekje verscheen eerder (in
1968) in beperkte vorm.
'Handleiding psycho analytische
groepstherapie. Dr. Frans Hid-
dema. Uitg. Free Spirits Produc
tions. Prijs f 22,50.
Leiddraad tot een betere ontplooi
ing van de persoonlijkheid. De
schrijver is zenuwarts en psycho
analyticus.
"Het hydrocultuurboek". Wim
Oudshoorn. Uitg. Zomer en
Keüning. Prijs f 19,90.
Groenexpert Wim Oudshoom geeft
informatie over het kweken van
planten in water, het behandelen
van snijbloemen en het stekken
van planten op water.
Heruitgave in de serie Amstelpa-
perbacks. Het boek is ook ver
krijgbaar in de geboden serie
Amstel-klassieken. Prijs f21,50.
"De graaf van MonteChristo".
Alexandre Dumas. Uitg. LJ.
Veen. Prijs: f 17,50.
"Juliana Regina". Fred J. Lam-
mers. Uitg. Hollandia Baarn.
Prijs: f 9,90.
Het 31ste deel van de jaarlijks ver
schijnende serie Juliana Regina.
Ook nu weer vele (uiteraard re
cente) foto's van de koningin en
haar gezin èn ook een stukje - met
foto's - Orarye-historie, ditmaal
over het tragisch verlopen leven
van kroonprins Wiwill, voorbe
stemd om koning Willem de Vier
de te worden, maar die op 11 juni
1879, op jeugdige leeftijd, in Pa
rijs kwam te overlijden.
Iet celibaat, de verplichte ongehuwde staat
voor r.k. geestelijken, behoeft binnenkort
voor jonge mannen geen beletsel meer te
vormen om priester te worden. De "alterna
tieve katholieken" in ons land hebben ook
daar een oplossing voor gevonden: het celi ba
tair vriendschapsverbond! In gewoon Ne
derlands: samenwonen.
Door de introductie van voor gewone mensen
wezensvreemde woorden als "celibatair
vriendschapsverbond", maar ook "vrien
denpaar" en "celibaat in tweezaamheid"
probeert men deze samenlevingsvorm in
gang te doen vinden.
Een van die "alternatieven" is de schrijfster
Joke Forceville- van Rossum, die nog niet zo
lang geleden een ontroerend dagboek van
een rouwproces liet verschijnen. In haar de
zer dagen verschepen boek met de veelzeg
gende titel: "Alleen en alleen is twee" analy
seert zij de vriendschapsrelatie binnen het-
celibaat van enige tientallen celibatairen, die
uit angst voor herkenning anoniem zijn ge
houden. Vermakelijk is het te vernemen wat
de argumentatie van een van hen is om èn
ongehuwd te blijven èn samen te wonen.
"Aanvankelijk overnachtten we ieder op een
ander hotelkamertje maar omdat het èn ge
zelliger èn goedkoper is om het anders te
doen duurde dat niet lang"! De schrijfster
raadt de geestelijken aan weliswaar voor
zichtigheid te betrachten, maar ook op te
passen dat dit niet tot angst leidt.
"Men mag echt wel wat op het spel zetten",
aldus Joke. En voor degenen, die "schande"
roepen, heeft zij een afdoend antwoord:
"Vroeger kwam men op de pastorie altijd
"een nichtje" van de pastoor tegen"!
De schrijfster is dermate overtuigd van een
dergelijke vriendschapsrelatie dat zij zich af
vraagt of het niets voor gehuwden is. In ieder
geval ziet zij er iets in voor jongeren.
Kort en goed: "Het experiment van de vriend
schapsrelatie kan aan de religieuze dimensie
deze tijd wel eens nieuw
leven kunnen geven". Die vriendschap
wordt dan wel omschreven als "enigszins
gedesexualiseerd anders dus dan in het hu
welijk".
Voor degenen, die het allemaal precies willen
weten hoe het nu in mekaar zit. zij nog mede
gedeeld, dat dit "samenwonen" drie model
len kent: „vriendenparen die samenwonen in
blijvende verbondenheid; vriendenparen die
gescheiden wonen maar ook blijvend ver
bonden zijn; en vriendenparen die geschei
den wonend de mogelijkheid van afstand
doen van elkaar in de beleving van hun liefde
bewust inbouwen".
Mijnheer pastoor en zijn "pastoorsmeid" moe
ten plaats maken voor een "vriendenpaar in
tweezaamheid". Ik mag aannemen dat men
het serieus bedoelt, maar het is nauwelijks te
geloven.
"Alleen en alleen is twee". Joke Forceville- van
Rossum. Uitgeverij In den Toorn, 18,50.
THEO KROON
200 Hengelsporttips - Kees Ket
ting en Iwan Garay - Uitgeverij
Elsevier.
Met de verschijning van het boekje
200 Hengelsporttips wordt de se
rie Vistipboekjes van Elsevier
Focus uitgebreid tot tien. De af
gelopen jaren verschenen al ne
gen pockets die aandacht be
steedden aan verschillende facet
ten van de sportvisserij. Het bij
zondere van de tiende uitgave is
dat in een notedop een overzicht
wordt gegeven van de meest uit
eenlopende manieren om vis te
vangen.
Duidelijk is dat de zeevisser Iwan
Garay de visserij ter zoute be
spreekt en dat de enthousiaste
kunstaas- en vliegvisser Kees
Ketting die onderdelen voor zijn
rekening neemt. Toch wordt ook
de vaste hengel in het boekje niet
vergeten.
Verder wordt in het boekje boorde
vol suggesties en ervaringen in
formatie gegeven over hengels,
molens, lijnen, knopen, haken,
wettelijke voorschriften, aas-
soorten en kleding.
Bij uitstek een pocket voor de be
ginnende hengelaar die nog niet
weet waarop hij zich specialise
ren zal en een brede belangstel
ling heeft.
B. V. LEEUWEN
In de zich steeds uitbreidende reeks literatuur over de skisport is opnieuw
een boekje verschenen. Het "Prisma wintersportboekis een beknopt
gehouden overzicht van de beoefening van deze sport. Er wordt niets
teveel verteld, maar de beginnende skiër die zich alvast thuis op de
hoogte wil stellen van wat hem te wachten staat in de sneeuw, kan er zyn
voordeel mee doen.
Ook Langlauf, een sport die vooral bg Nederlanders steeds meer populair
wordt, krijgt een beschouwinkje. En voor degenen die zich al meer met
de lange latten vertrouwd heben gemaakt staat in het laatste hoofdstuk
iets over ski-acrobatiek geschreven.
Het boekje is bewerkt door Frans Dony, die voor de inhoud een aantal
Amerikaanse publikaties heeft geraadpleegd.
De tekeningen zijn wat summier gehouden en daardoor niet altijd ever»
duidelijk. Vooral degene die nog nooit een stap met de ski's heeft ge
daan, zal weinig wijzer worden van de zwart-wittekeningetjes.
ANNEMIEK RUIJGROK
r. Frans Dony; uitgeverg Hel Spectrum;