Winterverzamelaars proberen gat
in geschiedschrijving te dichten
Leidse
"koude"
verza
melaar
Gerard
Mingelen
gaf de
eerste
aanzet
r
ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1979
PAGINA 25
Gerard Mingelen: "Leids gemeentebestuur moet actief ijsbeleid gaan voeren.''
gevorderd, of ze spelen nóg
een actieve rol binnen een ijs-
vereniging of hebben dat ge
daan en ze raken uit hun doen
als in het late najaar de eerste
nachtvorstjes zich presente-
Gerard Mingelen: "Als de tem
peratuur tot bij het nulpunt
komt worden we onrustig. Je
voelt als het ware aan je water
dat het weer gaat komen. Zelf
krijg ik het in september al op
mijn heupen. Begin ik alvast
met droogtrainingen."
"Hoe dichter de vorst nadert,
hoe meer we de thermome
ters in de gaten houden. Alle
leden hebben er een of meer
dere buiten hangen. We voe
ren stuk voor stuk ook waar
nemingen uit en bellen elkaar
resultaten door. Er gaan er
ook 's nachts hun bed voor
uit."
Sport
"We houden die temperatuur
schommelingen niet voor
niets zo in de gaten," zegt
Mingelen. "Het is voor ons de
sport als eersten het natuurijs
op te gaan. Eerder in elk geval
dan de grote meute. Het gaat
om de kick om in je eentje
over vervaarlijk krakend ijs te
snellen. Dat doet ons wat."
Door Herman
van Amsterdam
Aan het verzamelen van schaat
sen zit voor de clubleden ove
rigens meer vast dan het res
taureren en opbergen ervan
alleen. Streven is vooral ach
ter de historie van het stukje
hout en ijzer te komen. Dus
waar de schaats is vervaar
digd, in welke periode, door
lijk materiaal te achterhalen,
schromen de verzamelaars
niet ook buiten Nederland de
boer op te gaan. Met name
richten de activiteiten zich op
Engeland waar ze vaak voor
een habbekrats antiek
schaatsmatenaal op de kop
tikken.
Voordat schaatsen fabrieksma
tig werden geproduceerd,
was elk paar puur handwerk.
Meestal een gezamenlijk pro-
dukt van de plaatselijke smid
en timmerman of zadelma
ker. Huisvlijt in talloze va
rianten, verschillend van
plaats tot plaats. Van provin
cie tot provincie. Om een
voorbeeld te noemen: de
Zuidhollandse schaats
(Kaagdorp, Alphen en Wad-
dinxveen kenden eigen
schaatsmakers) kenmerkte
zich door een heel korte hals
en er zat "net zo veel ijzer voor
zijn tonen (tenen red.) als er
achter.' De Friese daarentegen
had vóór veel ijzer en onder
de hak bijna niets. Bij de Frie
se schaatsers lag het accent
dan ook meer op het hardry-
den, terwijl m deze contreien
het gezelligheidsaspect de
boventoon voerde.
Foto's
De leden van de verzamelkring
verdiepen zich in heel wat
meer winterse objecten dan
de schaats alleen. Van Min
gelen bijvoorbeeld heeft als
hij schaats ook altijd het foto
toestel bij zich. Knipt onder
weg elk opvallend sfeer
plaatje dat zich voor zijn ogen
ontrolt. Er zijn er die zich op
schilderijen met schaatstafe
relen hebben geworpen, an
deren maken een studie van
het ijsvermaak in vroeger ja
ren. Dat doet bijvoorbeeld
onderwijzer Broere.
Hij onderzocht onder meer
welke dranken er zoal op het
ijs werden gedronken en wel
ke spelletjes er werden ge
speeld. Wat dit laatste betreft;
ijsvermaak was toen vaak
leedvermaak. Veelal met die
ren in een weinig benijdens
waardige hoofdrol. Erg po
pulair was bijvoorbeeld het
spel waarbij twee katten met
pek ingesmeerde halve note-
doppen onder de poten kre
gen geplakt. De twee werden
op het gladde ijs zo'n twintig
meter van elkaar gezet en
precies halverwege een malse
muis of andere lekkernij ge
plaatst, uiteraard bestemd
voor de kat die zich het
snelste op zyn noten ver
plaatste.
Leuk toen vond men ook het
zogenaamde paling- of gan-
zentrekken. Schaatsers
moesten dan in het voorbij
gaande kop van het nog le
vende dier er af proberen te
rukken.
Paal en stier
In het rijtje wreedheden op het
ijs hoort ook thuis een in de
Leidse regio toen erg populair
spel Paal en Stier. Men zette
een stier op het ijs, het touw
om de hals stevig vastgebon
den aan een paal. Vervolgens
liet men vlakbij een agressief
kefferhondje los. In zijn
woeste pogingen de kleine
blaffer op zijn horens te ne
men maakte de stier op het
gladde ijs de ene smak na de
ander. Daar was het toen erg
ontspannen kyken naar.
Het Amsterdamse D'66 raadslid
Bakker schreef vorig jaar sep
tember een ijs-nota waarin hij
de collega-raadsleden vroeg
te bevorderen dat de Amster
damse grachten by pittig win
terweer als vanouds als
schaatsbanen konden gaan
fungeren. Bij invallende vorst
zou op de grachten dan alle
scheepvaart moeten worden
stopgezet en het in- en uitla
ten van water zou eveneens
moeten worden gestaakt.
Singels
Gerard Mingelen wil in zijn
fiinktie als secretaris van de
verzamelkring De Poolster
ook het Leidse gemeentebe
stuur gaan verzoeken van nu
af aan een actief ysbeleid te
Hij zegt: "De Leidse singels le
nen zich uitstekend voor ge
zellig schaatsen. Maar afgelo
pen strenge winter hebben
we kunnen zien dat de ge
meente daar onvoldoende op
kan inspelen. Het is aan parti
culier initiatief te danken ge
weest dat er op een paar
stukjes kon worden gereden.
De Leidenaars hadden veel
meer aan hun trekken kun
nen komen. Mijn suggestie is
dan ook dat er in Leiden een
apart potje komt voor winter-
recreatie in en rond de stad.
Tegenwoordig is het in alles
van vroeger te bewaren. Ik
ind dat best maar laat men
dan ook die ouderwetse ys-
pret in stand houden."
LEIDEN - De legendari
sche Zweedse kunstrij
der op de schaats Gilles
Grafström, driemaal
goud op de Olympische
Spelen, stapte in 1930
op de boot naar Neder
land en ging daar, wat
wij nu noemen, op de
antiektoer. Grafström's
belangstelling ging met
name uit naar oude
schaatsen, Hollandse
geschriften daarover en
schilderijen, kopergra
vures en steendrukken
van winterse taferelen.
Met koffers vol "ijzig" materiaal
aanvaardde de Zweed de te
rugreis. Die toen in een rap
tempo bijeengeschraapte en
later nog aanzienlijk uitge-
breidde typisch Hollandse
collectie, staat nu op het punt
in andere handen over te
gaan. Echter niet in Holland
se maar in Amerikaanse. Dit
is hard aangekomen bij de le
den van de verzamelkring, De
Poolster, een selecte club Ne
derlanders die al jaren fana
tiek bezig is met het achter
halen van materiaal dat met
de historie van de Nederland
se winters te maken heeft.
Onder hen bevindt zich de
Didamse onderwijzer A. C.
Broere. De "trieste tijding"
over de overdracht van de
collectie kreeg hij kortgele
den tijdens zijn bezoek aan de
vrouw van Grafström.
Broere: 'Ze heeft de spullen toe
gezegd aan de Amerikaanse
schaatsbond die er een mu
seum van wil inrichten in een
van de talloze schaatspaleizen
daar. Waarom juist Amerika?
Omdat zij daar nogal nauwe
contacten mee onderhoudt
sinds men er haar in 1938
overleden man postuum be
noemde tot ere-licTen voor
hem daar tevens een gedenk
steen werd aangebracht in
een schaatshal waar ook
andere beroemdheden wor
den geëerd."
Jammer
"Hartstikke jammer natuurlijk
dat al die spullen aan onze
neus voorbij dreigen te gaan.
En ik geloof niet dat zij nog
van gedachten zal verande
ren. De overdracht is al zo
goed als beklonken. Toch ga
ik alles op alles zetten om
tenminste een deel van die
collectie naar Nederland te
krijgen. En dan denk ik met
name aan de boeken. Want er
is in Amerika natuurlijk geen
sterveling die daar in zal gaan
zitten neuzen."
"Ik heb mevrouw Grafström al
voorzichtig gepolst over die
boeken. Maar ze heeft voorlo
pig de boot nog af gehouden.
Daarom ben ik nu van plan bij
het ministerie van CRM aan
de bel te trekken en te vragen
of er wellicht vanuit Den
Haag enige druk op de
Zweedse kan worden uit
geoefend. Per slot van reke
ning gaat het hier om Hol
landse cultuurgoederen."
De Leidse "koude" verzamelaar
Gerard Mingelen gaf acht jaar
geleden de eerste aanzet tot
de oprichting van de verza
melkring. Hij is er nu de lan
delijke secretaris van, een vrij
eenzame bestuurspost want
de clubleden hebben nooit
een voorzitter of penning
meester benoemd. Daaruit
blijkt al enigszins dat de ver
zamelkring een tamelijk
vrijblijvende aangelegenheid
is, waarbinnen de ongeveer
twintig leden een eigen koers
kunnen varen.
Ere-code
Al zijn er wel enige gedragsre
gels opgesteld waaraan zij,
willen zij het lidmaatschap
niet verliezen, zich dienen te
houden. Zo wil de ongeschre
ven ere-code onder meer dat
de leden (louter mannen) el
kaar per brief of per telefoon
op de hoogte houden van
evenementen in het land,
waarbij schaatsen of de win
ter een rol spelen. Daarnaast
mogen bij het verzamelen
commerciële overwegingen
geen enkele rol spelen. Kort
geleden nog is een antiquair
die onvoldoende zijn inten
ties op dat vlak had weten
weg te moffelen, hardhandig
uit de kring verwijderd.
Een derde spelregel is dat de
heren elkaar tenminste één
maar per jaar ergens in den
lande treffen (meestal 's zo
mers) en daar gewag maken
van hun vorderingen. Ze
moeten bij die gelegenheid
dan tevens hun nieuwe aan
winsten mee nemen en met
het nodige ruilmateriaal op
tafel komen.
Een paar dingen hebben de
koude verzamelaars gemeen.
Ze zijn op het platteland op
gegroeid, hun leeftijden zijn
dat "de schaats in het ver
domhoekje is geraakt". "Dat
is de reden dat ik aan het ver
zamelen ben geslagen," zegt
hij. "Anders had ik er waar
schijnlijk nooit een vinger
naar uitgestoken. Ik kan mij
vreselijk kwaad maken als ik
een museum bezoek en ik
merk dat ze geen of nauwe
lijks schaatsen in huis heb
ben. In het Zuiderzeemu
seum bijvoorbeeld bleek er
maar één paar aanwezig te
zijn en in het Friese museum
in Hindelopen verdorrie maar
twee. Dat is toch geen stijl."
"Nu moet ik toegeven dat het
verrekt moeilijk is aan oude
schaatsen te komen. Een jaar
of wat terug, toen je nauwe
lijks meer houten schaatsen
op het ijs zag, heb ik in wat
plattelandsbladen per adver
tentie de lezers verzocht mij
hun afdankertjes af te staan.
Ik dacht werkelijk dat het
storm zou gaan lopen. Mijn
vrouw had de kasten al ont
ruimd maar de oogst viel vies
tegen. Een stuk of vijf maar.
Ik vermoed, nee ik weet wel
zeker, dat er tienduizenden
paren of misschien nog wel
meer in de jaren zestig de
vuilnisbak in zijn gekiept.
Daarom is de spoeling nu zo
dun."
Strijdwijze
Zo heeft ieder zijn eigen ma
niertjes om aan schaatsen-te
komen. Gerard Mingelen
heeft de volgende strijdwijze.
Neemt een vrye dag, kiest een
stad uit en gaat daar naar de
Kamer van Koophandel.
Vraagt een lijst op van alle
lompenhandelaren en gaat
die stuk voor stuk af. Soms is
het resultaat nul komma niks,
soms treft hij het. Rommel
markten willen af en toe ook
nog wel eens wat opleveren.
Antiquairs hebben doorgaans
weinig in huis. Voor de han
del zijn schaatsen nog een
onbetekenend bijprodukt.
Waarschijnlijk omdat het
kringetje liefhebbers bijzon
der klein is.
Engeland
In hun pogingen zoveel moge
Gerard Mingelen met een deel van zijn verzameling
wie en van welk model er
sprake is.
"Over de geschiedenis van de
schaats is in Nederland erg
weinig bekend," zegt Minge
len. "Een treurig hiaat in de
geschiedschrijving vind ik,
temeer omdat schaatsen een
toch typisch Hollandse
volkssport is. Met De Poolster
proberen we dat gat in de ge-
schiedschryving enigszins te
dichten."
Gestoken
Teun Sluis uit Venhuizen is een
van de grootste verzamelaars.
Ook hem heeft het gestoken