AUTO Verkoop motoren schiet overal omhoog Uitzetting van gekweekte wilde karper experiment vis T sport Mazda RX7 samengesteld door Koos Post Japanse Porsche ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1979 PAGINA 31 Gaat het ondanks de energie problemen in de autobranche nog steeds goed, in de motor sector gaat het merkwaardig genoeg juist dankzij diezelfde problemen zelfs erg goed. Want het energiegebrek, de daarmee samenhangende stijgende benzineprijzen en niet in de laatste plaats de overbevolkt rakende wegen doen de verkoopcijfers van motoren in de hele wereld sterk omhoog schieten. Men heeft dat kortgeleden dui delijk gedemonstreerd kun nen zien op de in het Londen- se Earls Court gehouden mo tor- en bromfietstentoonstel ling. Op deze grootste Euro pese motorshow toonde ie dere zichzelf respecterende fabrikant wel een nieuw mo del of een ander nieuwtje. Op de 210 stands konden de meer dan 150.000 bezoekers nage noeg alles vinden wat er aan gemotoriseerde tweewielers in de klasse van 50 tot 1400 cc te koop is. Traditiegetrouw waren ook dit jaar de grote super-motor fietsen de echte blikvangers. Met als klapstuk van deze veiling de Suzuki GSX 1100 die in Engeland zijn wereld première beleefde. Toch zijn er tendensen te bespeuren dat de pk-wedloop die de Japan se motorgiganten enige tijd geleden ontketenden zijn einde heeft gevonden met de introductie van de waterge- koelde zescilinder Kawasaki Z 1300. Algemeen wordt aangenomen dat met deze machine - die nogal aan kritiek onderhevig is - de top is bereikt van het geen er met een motorfiets mogelijk is zonder de reali teitszin uit het oog te verlie zen. Het accent ligt meer op de vervolmaking van lichtere en simpele modellen. Zo was er op de stand van elk van de "grote vier" (Honda, Yamaha, Kawasaki en Suzu ki) naast het standaardmodel een zogenaamde "cus- tom"-uitvoering te bewonde ren. Deze typen zijn geënt op de Amerikaanse stijl van mo- torbouwen. De Japanse ont werpers hebben dit simpel en slim bereikt door de gewone modellen te voorzien van ho gere sturen, druppel-tank en trapsgewijze buddy-sit om het "low-rider" effect te be reiken. Een ander belangrijk punt op de tentoonstelling was het veiligheidsaspect. Vooral aan de zichtbaarheid van motor en motorrijder wordt in En geland meer aandacht be steed dan in Nederland. Waar de Nederlander al snel ge neigd is te denken dat iets le lijk of gek staat, trekt de Brit rustig een fel gekleurd reflec terend jasje aan over zijn mo torpak. Het aanbod van dit soort passieve veiligheidsat tributen was overweldigend. Suzuki zorgt op de Londense motorshow voor de belangrijkste primeurs. Hier het nieuwe wapen in de 250 cc klasse, speciaal be doeld voor het woon-werkverkeer. Evenals de grote hoeveelheid land net zo min als in Neder- vaak uitstekende regenkle- land vreemd is... ding. Wat natuurlijk in Enge- JOS POULISSEN Het is en blijft een frappant fe nomeen: prof. Felix Wankel, de geestelijke vader van de rotatiemotor heeft een Japan se wagen moeten kopen om met zijn eigen vinding te kunnen rijden... Want NSU - om zo te zeggen: de "moeder" van de Wankelmo tor - is niet meer. En andere fabrieken die in licentie proe ven met die rotatiemotor hebben genomen hebben er in de loop der jaren de brui aan gegeven: te "vuil" en te duur in verbruik. Alleen Toyo Kogyo (Mazda) in Japan heeft het vertrouwen in de vinding van Felix Wankel nooit verlo- Toen deze Japanners zo'n zes tien jaar geleden ook een li centie van NSU verkregen stond de rotatiemotor eigen lijk nog in de kinderschoe nen. Er kleefden teveel onef fenheden aan. Maar met oos ters geduld hebben de Maz- da-mensen het milieu-on vriendelijke en vooral dorsti V - -V. ge karakter van die motor langzaam maar zeker verbe terd. Inmiddels hebben zij al meer dan een miljoen van die rota tiemotoren geproduceerd. En al die jarenlange ervaring vindt men samengebald terug in de machtige motor die we kortgeleden in de Mazda RX 7 hebben horen "brullen". Dat gebeurde in de tijd dat wij die nieuwe Japanse sportwagen ter beschikking hadden. Het werd een kostelijke beleve- Natuurlijk ook omdat het zo'n prettig ogende auto is. Laag en lang lijkend, met speels inklapbare koplampen. Grote ruiten met een achterklep ge heel van glas. Maar niet alleen het uiterlijk is aantrekkelijk, ook het inte rieur ziet er goed uit. Er zitten diepe kuipstoelen in, die voor sommigen wellicht wat laag zijn maar verder een heel goede zit bieden. Het dashboard geeft veel gege vens. De toerenteller is tevens voltmeter. Door middel van een drukknopje op dat dash board kan men de glazen ach terklep automatisch openen. De choke is semi-automa- tisch: hij moet wel worden uitgetrokken maar gaat uit zichzelf weer terug. Hoe compleet de uitrusting is blijkt wel uit het extra steun tje waarop men de linkervoet kan laten rusten als het kop pelingspedaal niet behoeft te worden bediend- Natuurlijk biedt de wagen niet veel ruimte voor meer dan twee personen. Op de achter bank kunnen zelfs kinderen nauwelijks een plaatsje vin den. Men kan de leuning ech ter neerklappen waardoor al thans de bagageruimte nog 99 9 9 acceptabele afmetingen krijgt. Maar een ieder die voor zo'n sportwagen kiest kent deze beperkingen. Men be taalt in feite die dertigduizend gulden voor een twee-per- soons auto. Als men daarvan echter uitgaat heeft men in derdaad een leuk rij-ijzer in handen. Want het jarenlange bijschaven van de Japanners heeft een knappe tweeschijfs rotatie- motor doen ontstaan met een inhoud van tweemaal 573 cc. Dat is gelijk te stellen met een zuigermotor van ongeveer 2,25 liter. Een krachtbron met een fiks vermogen: 77 kW of 105 pk. En de sterke kant van zo n ro tatiemotor is dat men bij na genoeg elk toerental royaal over dat vermogen kan be schikken. De motor draait bovendien opvallend rustig. Nagenoeg geen trillingen en ook in de lage toerentallen nog veel kracht. Daar de uiterst soepele bak van deze RX 7 bovendien is uitge rust met een vijfde versnel ling kan men tot heel redelij ke cijfers aan de benzine pomp komen. Ondanks de krachtsexplosies die men onwillekeurig van zo'n sportwagen verlangt kwamen wij dicht in de buurt van de één op tien. En een dergelijk verbruik vinden we voor zo'n motor heel aanvaardbaar. Het is een enorme verdienste van de Mazda-technici dat zij de ze dorstige broeder zo aan banden hebben kunnen leg gen. Het probleem van de "vuile" motor hadden zij al veel eer der opgelost. Ook in de voor gangers van de RX 7 kon men namelijk een naverbrander aantreffen die er voor zorgde dat deze rotatiemotor zelfs de in^ Amerika toch scherpe stuk de uitlaatgassen blijft. Merkwaardig is de zware, sono re brom die duidelijk in deze RX 7 aanwezig is. Dat gebrom verbaasde ons omdat wij ons uit het verleden juist het ge brek aan geluid als een van de opvallendste kenmerken van de rotatiemotor herinnerden. Maar het is niet de motor zelf die deze decibellen produ ceert. Achteraf bleek ons dat we niet de enigen zijn die de Mazda-fabriek ervan verden ken dat zij deze voor sportwa gens zo kenmerkende uit- laatbrom er met opzet hebben ingebracht... Het is immers juist dat geluid waarvoor vooral veel jonge ren door de knieën gaan. In de tijd dat wij met veel plezier in deze RX 7 hebben rondgere den is ons ook wel gebleken dat het een wagen is die het zeer goed doet bij de jeugd. De jongeren uit onze naaste omgeving legden althans een meer dan normale belang stelling aan de dag. Laat dan die uitlaatbrom niet iedereen passen, omdat het wat tegenstrijdig is aan de sfeer van luxe en comfort die de rest van de wagen ademt, maar het is wel een facet dat het sportieve element wat be klemtoont. Als men dat dan voegt bij de felle acceleratie, het gemak waarmee hogere snelheden worden bereikt, de top van tegen de 200 kilometer op de teller, de wat stuggere vering om die ontketende krachten binnen de perken te kunnen houden, de soepele .besturing en de uitstekende wegligging, dan kunnen we ons voorstel len dat de bewakers van de maximum-snelheid op de Nederlandse wegen wat na drukkelijker opletten als deze "Japanse Porsche" in de buurt is. Want inderdaad, hij lijkt op de Porsche 924. Ook al zo'n jak keraar. Alleen, dat Duitse produkt kost wel tien mille meer. Geen wonder dat die RX 7 in de Verenigde Staten zo'n geweldig entree heeft gehad... Dit najaar zullen in ver schillende viswateren in ons land 3000 tot 4000 wilde of boerenkarpers worden uitgezet. De vissen zijn gekweekt op een van de bedrijven van Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij. Nu is het uitzetten van ge kweekte karper niet zo iets bijzonders want het gebeurt al vele jaren. Elk seizoen opnieuw worden tienduizenden kilo's (vorig seizoen: 52.101 kilo) uitgezet in ons viswater. Het bijzondere van deze karpe ruitzettingen schuilt hem het feit dat sinds de oprichting van de O VB in 1952 geen zui ver wilde karper is uitgezet. In het mededelingenblad van de viskweekorganisatie wordt gemeld dat het hier gaat om een experiment en dat de wilde karper alleen uit gezet zal worden in water waar de wilde karper al van nature voorkomt. Daarbij zal de voorkeur worden gegeven aan die wateren, die geleden hebben onder de wintersterf- te. In de beginjaren van de OVB heeft men zich bij de kweek vooral toegelegd op het pro duceren van die karpers, die een bijzonder voorspoedige groei hadden, maar door hun "hoge rug" niet te vergelijken waren met hun "wilde" naamgenoten. De krifiek vanuit de hengelsportwereld gold vooral het feit, dat deze gekweekte vis de uitstekende vechterskwaliteiten miste die de wilde karper zo geliefd maakte. Hybride In de loop der jaren is de OVB - zij het aanvankelijk wat schoorvoetend - tegemoetge komen aan die wens. Eerst ging men over tot de kweek van karper die nog slechts in zeer verre lijn van de wilde Een van de foto's uit het boek "Karpervissen" karper afstamde en de laatste jaren levert men voor de uit zetting ook de zogenaamde wildbroedhybride, een kar persoort die voor 25 procent wild is en voor de resterende 75% stamt van de bekritiseer de hoogruggige kweekkar per. Het "wilde bloed" voor de OVB- karpers stamt in feite van een groep wilde karpers, die in de jaren vijftig werd aangekocht en die afkomstig was uit de polder Workum-Nieuwland in de provincie Friesland. De plaatsen waar de wilde karper op dit ogenblik nog voorkomt zijn niet zo dik gezaaid. De meeste kans hebt u er nog op in Noordhollandse polderwa teren. Maar ook daar is doofde uitzet ting van kweekkarper al een belangrijke "verdunning" van de wilde karperstand op getreden. Want uit de praktijk zijn gevallen bekend, waarin de uitgezette kweekkarper paait met de wilde karper. Voor die gespecialiseerde hengelaars, die zich helemaal verslingerd hebben aan de boeren- of wilde karper, is de vermenging van de verschil lende karpersoorten een gruwel. Geen kweek Vandaar ook het pleidooi van deze groep om in water waar de wilde karper nog voor komt, geen kweekvarianten uit te zetten. Het experiment biedt in elk geval de moge lijkheid om een aantal wate ren weer die karpers te geven waarop doorgewinterde kar pervissers zo graag azen. Nu we het toch oyer karpervis sen hebben, iets'over de resul taten die tot dusver geboekt zijn. Deze week heb ik eens bij diverse karpervissers geïnformeerd hoe de vang sten waren en het beeld dat uit die mededelingen ontstaat is geen al te positieve. Over het algemeen is er dit seizoen nog maar erg weinig karper gevangen. In de junimaand zijn in feite nog de beste resul taten geboekt. Waar het precies aan ligt is moeilijk te zeggen. De hoop blijft gevestigd op de tweede helft van september en de ok tobermaand die ook in het verleden wel eens voor goede karpervangsten heeft ge zorgd. De minder goede tot slechte karpervangsten pas sen overigens in het algemene beeld dat de hengelsport op het ogenblik vertoont. De vangsten zijn over het alge meen aan de bescheiden kant. Een enkele uitzondering geldt voor de roofvis die op bepaalde dagen nog wel actief wil zijn. Boeken Sprekend over de karper wil ik ook nog wijzen op een tweetal boeken over de karpervisserij dat onlangs is verschenen. Zowel de auteur van het ene boek - Jan B. de Winter - als die van het andere - Rini Groothuis - zijn hengelaars die zich volledig hebben toe gelegd op de karpervisserij. Van De Winter verscheen bij de uitgeverij Elsevier het boek "Karpervissen". De bezitters van een hengel sportbibliotheek zullen in de titel iets bekends ontdekken. En dat klopt want in 1969 ver scheen het boek al bij de uit geverij Veen. Vergelijken we de twee uitgaven met elkaar, dan is er een wereld van ver schil. Zo waren de illustraties in de eerste editie aan de be scheiden kant. Die tekortko ming van toen is nu volledig verdwenen. Het boek bevat een groot aantal fraaie foto's. Zowel in kleur als in zwart wit. Maar er zijn meer verschillen. Ook de tekst is op vele plaat sen ingrijpend gewijzigd. Dat geldt bijvoorbeeld voor de materialen die in die tien jaar een belangrijke verbetering hebben ondergaan. Neem bijvoorbeeld de grafïethen- gels, die een jaar of tien gele den nog niet bekend waren. Dat visboeken soms ver strekkende gevolgen kunnen hebben beschrijft De Winter in zijn voorwoord. Groene meer In de eerste uitgave van "Kar pervissen" was een hoofd stuk opgenomen dat was ge schreven door de bekende Engelse karpervisser Fred Thorncroft. Het handelde over de viservaringen opge daan in een uitstekend kar perwater dat werd aangeduid met het "groene meer". De beschrijving in het boek is er de oorzaak van geweest dat de plek steeds drukker bezocht werd en vervuiling en lawaai overlast hun intrede deden. De Winter constateert dat hij er nog altijd spijt van heeft, het verhaal in het boek te hebben opgenomen. In de nieuwe uitgave is het ver haal niet meer opgenomen. De opengevallen ruimte is opgevuld met ervaringen van het vissen in specifieke kar- perputten en -vijvers. Zeker gezien de prettige vertel trant, de grote kennis van het karpermateriaal en de fraaie illustraties is het een boek geworden dat in de stan daarduitrusting van een kar pervisser thuishoort. De prijs van het boek is 34,50. Karperboek Wel helemaal nieuw is Het Kleine Karperboek dat ge schreven is door de bekende Rini Groothuis. Het boek dat 84 pagina's telt en in de boekwinkel 19,50 kost geeft aan de hand van niet minder dan 143 foto's 'een levendig beeld van allerlei zaken die bij de visserij op karper aan de orde komen. Het boek begint met een heel nuttig overzicht van de verschillende karper- varianten, want daarover blijkt nogal wat verwarring te bestaan. Daarna komen onder meer ma teriaalkeuze, aas en voer, de verschillende viswijzen, de worpen, de wakers, de pen nen en ten slotte de dril aan bod. De tekst die aan de be scheiden kant is, maar vele tips bevat, is op een prettige leesbare manier geschreven. Groothuis schreef eerder het boek "Karper" (ook versche nen bij de uitgeverij Inter- dijk) waarvan ik niet aarzelde het een standaardwerk te noemen Het Kleine K boek is zoals de titel al aan geeft wat minder ambitieus van opzet, maarzeker int- r- >- sant genoeg voor de henge laar, die het gemunt heeft op de sterkste vis in ons viswa ter de karper.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 31