HOE HFC
WERD
GEBOREN
Geschiedenis van een voetbaleeuw
PAGINA 16
EXTRA
DINSDAG 4 SEPTEMBER 1979
HONDERD JAAR voetbal in Nederland. Waar het allemaal toe heeft geleid is wekelijks
te aanschouwen, maar hoe is het begonnen?
Met de "Haarlemsche Football Club" (HFC), die op 15 september 1879 werd opgericht
door Pim Mulier. Een sportpionier, wiens naam onverbrekelijk met de vaderlandse
voetbalgeschiedenis is verbonden.
Wie was Mulier en hoe kwam hij ertoe het voetbal te introduceren. Dat laatste vertelde
Mulier (overleden in april 1954, zes maanden voor de invoering van het betaalde
voetbal) in een verhaal dat hij schreef in 1919. Een stukje historie voor voetbalenthou
siasten.
HAARLEM - W. J. H. (Pim) Mu
lier heeft aan de basis ge
staan van wat nu is uitge
groeid tot een miljoenenbe
drijf. Hij richtte op 14-jarige
leeftijd HFC op fen was tien
jaar later verantwoordelijk
voor het tot stand komen van
de Nederlandse Voetbal
Bond, de huidige KNVB.
Mulier heeft de meeste be
kendheid gekregen door zijn
besognes met het voetbal.
Men staat er echter versteld
van wat deze sportpionier
nog meer heeft opgericht, tot
stand gebracht en uitge
broed. Een greep daaruit:
Mulier introduceerde in Ne
derland het bandy (ijshockey
op een groot veld) en hockey,
richtte de NAB-nu de KNAU
- en de ISU (Internationale
Schaats Unie) op, droeg zorg
voor de eerste Nederlandse
Elfstedentochten, was een
tijdje bemiddelaar-voorzit
ter van de Nederlandse Cric
ket Bond, organiseerde de
eerste vierdaagse-wandel-
tochten en bepleitte bij de
regering de verplichte in
voering van de lichamelijke
opvoeding op scholen, etc.
Hij schreef de eerste drie
sportboeken in de Neder
landse taal: 'Atletiek en
voetbal', 'Wintersport' en
'Cricket'.
Mulier, zo kan rustig gesteld
worden, is de grondlegger
geweest van de georgani
seerde sportbeoefening in
Nederland. Niet voor niets is
hij erevoorzitter van de
KNVB en de KNAU en erelid
van onder meer de hockey
en ijshockeybond, de Elfste-
denvereniging en de voet
balorganisaties van België
en Zweden.
Mulier wilde niet alleen van
achter de bestuurstafel aan
geven hoe sport bedreven
moest worden. Hij ging de
jeugd het liefst zelf voor. Zo
reed hij in 1890 in zijn eentje
een tocht langs de elf Friese
steden. De toen 25-jarige Mu
lier stapte op de 20e decem
ber van dat jaar om zeven
uur op het soms bar slechte
ijs en arriveerde 12 uur en 55
minuten later in Leeuwar
den. Negentien jaar later
werd de eerste officiële Elf
stedentocht gereden. Mulier
reed in 1917, 51 jaar oud, zijn
laatste tocht langs de Friese
steden.
Een ander staaltje actieve
sportbeoefening demon
streerde Mulier op 31 juli en
10 september 1885. De en
thousiaste atleet legde de
zestien kilometer tussen de
Haarlemmer Poort en de
Amsterdamse Poort in Haar
lem op 31 juli af in èën uur en
tien minuten. Op 10 septem
ber scherpte hij de tijd aan
tot 57 minuten. De eerste
echte atletiekwedstrijd in
Nederland (1886) werd door
de Haarlemmer gewonnen.
Hij legde de 350 meter af in
53,4 seconden, wat hem de
nationale titel oplever
de.
De in het Friese Witmarsum
geboren Pim Mulier was een
veelzijdig mens. Niet alleen
de sport trok zijn aandacht,
hij was ook zeer geinteres-
seerd in de schilderkunst,
maakte veel etsen en was een
verwoed glasverzamelaar.
Muiiers belangstelling ging
voorts uit naar de literatuur.
Tijdens zijn verblijf in Ne
derlands Indië was hij actief
op journalistiek gebied en
werd onder meer hoofdre
dacteur van de Deli-courant.
In Nederland verwierf hij
faam door zijn stukken in
„Het Vaderland". Hij was
tevens vaste medewerker
van het geillustreerde blad
„Eigen Haard" en was een
van de oprichters van Het
Sportblad.
Mulier was er voorstander
van, dat de sport in brede la
gen van de bevolking werd
beoefend. Vandaar dat hij
schoolbesturen en onderwij
zers ervan probeerde te
overtuigen, dat sport een
vast onderdeel van het on
derwijspakket moest zijn.
Militaire autoriteiten
trachtte hij zover te krijgen,
dat sport in het leger zou
worden geintroduceerd.
Voorts ijverde Mulier voor
de instelling van medische
commissies bij de sportbon
den, waaruit later de medi
sche sportkeuring is ont
staan.
Kortom, er is haast geen tak
van sport of daaraan ver
wante zaak te bedenken
waarin Mulier niet betrok
ken was. Vanzelfsprekend
voelde Mulier zich tot aan
zijn dood in 1954 - enkele
maanden voor het 75-jarig
bestaan van HFC - zeer nau w
betrokken bij de club, die hij
heeft opgericht.
Toen HFC haar 70-jarig be
staan vierde met onder an
dere atletiekwedstrijden om
de beker die zijn naam
draagt, hebben diverse
HFC'ers die ook niet meer tot
de jongsten behoorden en
dus aarzelden met deelne
ming aan een nummer 60 me
ter hardlopen voor vetera
nen, al hun overredings
kracht moeten aanwenden
om Mulier ervan te weer
houden mee te doen. Mulier
was toen 84....
(Door Pim Mulier, geschreven in 1919)
HAARLEM - ...Ik zal u
vertellen hoe dit in el
kaar zit. In '70, toen de
Duitsch-Fransche oor
log uit was, besloten
mijne ouders de slag
velden te gaan zien. Ik
werd toen aan diverse
familieleden als logé
aangeboden. Allen be
dankten.
Die jongen is steeds weg, was
het antwoord. Besloten werd,
dat ik zou gaan naar de kost
school van Schroder, waar
m'n groote broer was. En al
dus geschiedde. Daar te
Noord wijk zag ik voor 't eerst
'n voetbal, 'n cricketspel, le
vende Engelsch sprekende
Engelschen als Rennerston
en de leeraar James. Ik herin
ner me hoe ik later met mijn
moeder naar Oostende ging,
waar 'k telkens zeurde om een
franc waarvoor ik dan op de
houten skatingrink mocht
rijden en stond te kijken naar
het spel van Engelschen, die
daar ergens voetbal speel
den.
Verzot
Ik was er verzot op en niet weg
te slaan: Als er kelners wer
den uitgezonden om me te
zoeken, wat ook daar nodig
was, zat ik op óf de skatin
grink óf op het voetbalveld.
Dat was in m'n tiende jaar, in
1875. Ik rappelleer me, dat ik
met m'n Haarlemsche
schoolvrienden besprak de
oprichting van zoo n voet
balclubje en hen vertelde van
dien fameuzen grooten bal.
Maar ik kon er geen toonen.
Men schudde het hoofd...
HAARLEM - Aan elke vorm van ge
schiedschrijving is onlosmakelijk een,
lijst met jaartallen verbonden. Een
lijst, die niet pretendeert volledig te-
zijn. Dat kan moeilijk, omdat niet uit
alle perioden documentatie bewaard
is gebleven.
1879
Pim Mulier richt in Haarlem de eerste
Nederlandse voetbalverenigin g op,
de „Haarlemsche Football Club". De
datum: 15 september.
1880
Mulier dient bij burgemeester Jor-
dens van Haarlem het verzoek in om
De Koekamp te mogen huren. Dat
wordt toegestaan „als worstelperk
voor u en uw kornuitjes".
In het tijdschrift De Nederlandsche
Sport verschijnen de uit het Engels
vertaalde regels van Association
Football.
Het Algemeen Handelsblad publi
ceert heel voorzichtig de eerste ver
slagen van voetbalwedstrijden. Met
uitleg van de spelregels.
In café Central te Den Haag wordt de
Nederlandsche Voetbal- en Athletiek
Bond opgericht. Het gaat om ama
teurvoetbal, want in de eerste statuten
staat onder meer „Football-profes
sionals mogen niet in bondswedstrij
den uitkomen. Anderen, die profes
sional zijn in cricket, wielrennen en
overige takken van sport, wél". De da
tum is 8 december, HFC bestaat dan al
ruim tien jaar. Pim Mulier, hoe kan het
anders, wordt voorzitter van de
NVAB.
1892
Mr. Drooglever Fortuijn volgt Mulier
op als voorzitter van de NVAB. Ajax
(Leiden) wordt opgericht.
De NVAB vraagt Koninklijke goed
keuring van de statuten aan. De
bondscontributie bedraagt èèn kwar
tje.
1894
Op 6 februari speelt het bondselftal
zijn eerste „interland". In Rotterdam
wint de Engelse club Felixtown met
1895
De rekening van inkomsten en uitga
ven van de bond komt maar net boven
de duizend gulden. Het duizendste lid
wordt ingeschreven. Op 29 september
wordt de atletiek los gelaten. De bond
heet voortaan Nederlandsche Voetbal
Bond. De Telegraaf stelt als eerste
krant een sportmedewerker aan. Ene
J. C. Schroder.
1898
RAP wordt de eerste officiële kam
pioen van Nederland. De Amster
dammers winnen in Utrecht een be
slissingswedstrijd tegen Vitesse Arn
hem met 4-2.
Een hoogtepunt in de Nederlandse voetbalgeschiedenis; koningin Juliana ontvangt het Oranjeteam
op paleis Soestdijk, nadat het in Munchen de vice-wereldtitel heeft behaald.
1899
Na de primeur van de titel eist RAP
ook de bekerprimeur voor zich op. De
eerste Nederlandse „cup-final" op het
veld van HFC wordt door RAP met 1-0
(na verlenging) gewonnen van
HW.
1900
De eerste RK voetbalclub wordt opge
richt Bredania. Twee jaar later volgen
HBC (Heemstede) en Olyvia (Amster
dam).
1901
De NVB telt 80 clubs in 36 gemeen
ten.
1905
In Antwerpen wordt de eerste offi
ciële interland gespeeld. Nederland
wint na verlenging met 4-1 van België
in de volgende opstelling: doel:
Beeuwkes; achter Stol en Stom;
midden: Gleenewinkel Kamperdijk,
De Korver, Kessler; voor Boomsma,
Lotsy, De Neve, Lutjens en De
Vos.
1907
Nederland speelt twee keer tegen En
geland. Het Nederlandse voetbal staat-
nog in de kinderschoenen. Engeland
heeft daarentegen de puberteit al ach
ter de rug. De uitslagen maken dat
duidelijk: 1-8 in Den Haag en 12-2 in
Darlington.
De directeur van de hbs in Bergen op
Zoom stuurt een vertrouwelijk schrij
ven aan de ouders van de leerlingen
waarin hij zich keert tegen voetbal en
vooral tegen het deelnemen aan wed
strijden. Nederland doet mee aan de
Olympische Spelen en wordt derde
achter Engeland en Denemarken.
1910
In de vergadering van de NVB wordt
de volgende motie aangenomen: „Het
bestuur van de NVB acht de bespre
king van beroepsvoetbal in Nederland
zeer overdreven, verklaart zich er te
gen, beschouwt het als schadelijk
voor sport en volk en zal het daarom
zoveel mogelijk bestrijden"
1911
De NVB telt nu 340 clubs in 108 ge
meenten. Go Ahead is de eerste volks
club, die naar de eerste klasse promo-
1913
Het Nederlands elftal wint op Hou-
trust van Engeland: 2-1 door twee
doelpunten van Huug „het Kanon" de
Groot.
1914
De NVB bestaat 25 jaar en heeft ruim
10.000 leden. Er wordt een strafcom-
missie in het leven geroepen. Deze
heeft ook tot taak uit te zoeken of het
zondagverbod in onder meer Alphen
aan den Rijn en Kampen juridisch
houdbaar is.
1916
Oprichting van de RK Federatie van
voetbalbonden.
1919
Einde van de periode Warner, die 22
jaar voorzitter is geweest. Na Mulier,
die tot 1892 regeerde, hadden Droog
lever Fortuijn. Prange en Van Leeu
wen het samen niet langer dan vijfjaar
volgehouden.
1920
In Bodegraven verzet de gemeen
schap zich tegen het invoeren van
voetbal. In Heemskerk wordt de sport
als „noodzakelijk kwaad" geaccep
teerd.
1921
Voor de eerste keer betrekt de NVB
een eigen bondsbureau. Het*staat aan
de Haagse Van de Spiegelstraat
21.
1922
Op 12 november worden de „Neder
landse Corinthians" opgericht naar
Engels voorbeeld. De doelstelling van
deze club is het hooghouden van de
amateurbeginselen bij de beoefening
van de voetbalsport. Ene frater Dood-
korte publiceert een brochure onder
de titel: „Ouders, houdt uw kinderen
af van de voetbalmatch".
1926
1928
Ir. Harry Dènis. aanvoerder van het
Nederlands elftal, legt namens alle
deelnemers de olympische eed af bij
de opening van de Spelen in Amster
dam. In maart verzorgt de legendari
sche Han Hollander zijn eerste radio
reportage van een interland.
1929
De NVB bestaat 40 jaar en mag zich
voortaan „Koninklijke" noemen. Op
richting van de Christelijke Neder
landsche Voetbalbond.
1930
De werkloosheid bevordert de voet
balsport. Er haken echter ook veel le
den af, omdat de contributie niet meer
kan worden opgebracht.
1934
Erg veel optimisme over het bereiken
van het eindtoernooi van het wereld
kampioenschap. „We gaan naar Ro
me" wordt bijna een tweede volkslied.
Nederland komt niet verder dan Mi
laan, waar met 3-2 wordt verloren van
Zwitserland. Ajax betrekt een nieuw
stadion: de Watergraafsmeer.
1937
In Rotterdam wordt „De Kuip" ge
opend, Bep Bakhuys wordt prof in
Frankrijk. Het is het begin van een
zeer moeilijke periode in het Neder
lands voetbal.
1940
Alle voetbalbonden fuseren. Voortaan
bestaat alleen nog maar de KNVB.
Met deze fusie was men de bezetter
voor, die geen aparte bonden op con
fessionele basis zou accepteren. Maar
voorzitter Hans Hopster zei: „Als er
geen oorlog was uitgebroken, zou de
fusie niet tot stand zijn gekomen"
1946
Hoewel er stemmen zijn opgegaan de
bond maar weer op te splitsen, wor
den tijdens de bondsvergadering van
3 augustus de grondslagen gelegd
voor de voortzetting van de een-
1947
Invoering van pupillenvoetbal, hoe
wel de Federatie van Medische Sport-
keuringsbureaux tegenstander was
en voorlopig bleef.
1949
Een dieptepunt in de geschiedenis.
Steeds meer spelers trekken naar het
buitenland, omdat daar veel geld is te
verdienen. Wilkes, Appel. Rijvers,
Van der Hart, enz. Er blijft geen be
hoorlijk Nederlands elftal meer over.
De resultaten spreken voor zich: 1-4
tegen Finland. 5-7 tegen Zwitserland
en 2-7 tegen België.
1950
Er wordt een enquête gehouden on
der de mannelijke bevolking. Dertig
procent is voor invoering van be
roepsvoetbal. Twee jaar later was dat
al 40 procent.
1953
De watersnood wedstrijd. De in het
buitenland verblijvende profs spelen
in Parijs tegen Frankrijk. Zesduizend
Nederlanders bezoeken die wedstrijd
in het Pare des Princes. Nederland
wint met 2-1. Profvoetbal lijkt een
kwestie van dagen.
1954
Op 3 juli staat de KNVB vergoedingen
aan spelers toe. De bond kon niet an
ders, maar het besluit werd „contre
coeur" genomen. Een paar dagen eer
der had de beroemde „slaapkamer
conferentie" in het Utrechtse hotel
Terminus plaatsgevonden. Onder lei
ding van o.a. Joosten en Stoop wordt
er door de Nederlandsche Beroeps
Voetbalbond een eigen competitie
opgezet. Op 7 november sluiten
KNVB en NBVB een overeenkomst.
Profvoetbal in Nederland is een
feit.
1955
Onder leiding van voorzitter Hans
Hopster wordt de KNVB gereorgani
seerd. Er komen vier secties: betaald
voetbal, zondagamateurs, zaterdaga
mateurs en afdelingen. Dat jaar wordt
ook de aanzet gegeven tot de Sportto-
to. Op 4 september wordt in Lissabon
de eerste Europa-Cupwedstrijd ge
speeld. Sporting Lissabon en Partizan
Belgrado zijn de ploegen. Voor Ne
derland doet PSV mee. Zonder suc
ces, want de Eindhovenaren vliegen
er in de eerste ronde uit via Rapid
Wien (1-6 en 1-0).
1959
De minister van justitie verstrekt een
voorlopige vergunning tot het organi
seren van een voetbaltoto, die al twee
jaar illegaal draait.
1961
De Vereniging Van Contract Spelers
(WCS) wordt opgericht.
1965
Prins Bernhard opent het KNVB-
sportcentrum in Zeist, dat mede door
de opbrengsten van de toto gereali
seerd kon worden. In 1960 al was daar
toe het landgoed Dhjimat aange
kocht.
1969
Ajax bereikt als eerste Nederlandse
club de finale van het Europa-Cup
toernooi voor landskampioenen. AC
Milan is (nog) te sterk: 4-1.
1970
Het Nederlands clubvoetbal stoot de
finitief door. Feyenoord wint de Eu
ropa-Cup. Ajax zou daarna die presta
tie nog drie keer herhalen.
1974
Nederland wordt tweede tijdens het
toernooi om het wereldkampioens
chap in West-Duitsland. Vier jaar later
volgt de „herhaling".
1979
Het gaat niet goed met het Nederlands
voetbal, is een veel gehoorde kreet.
Shirtreclame blijkt (nog) niet haalbaar
en er wordt weer gepraat over sane
ring. Het spelpeil daalt. Maar., de
KNVB telt 1.024.702 leden. 5887 clubs,
51.696 elftallen. Er worden in het lo
pende seizoen 491.292 wedstrijden ge
speeld. Er zijn 2600 bedrijfsvoet
balclubs, 2105 zaalvoetbalvereni gin
gen. 5666 zaalelftallen, die dit seizoen
65.080 wedstrijden spelen. Zo'n 14.000
dames voetballen in ongeveer 900 elf
tallen. Voetbal is. en zal altijd blijven,
de belangrijkste sport in Nederland.
Pim Mulier heeft dat alleen maar kun
nen dromen.
Eindelijk zag ik bij De Gruijter
in de Leidschestraat zoo'n mij
welbekende bal, spik-, nee
maar spiksplinternieuw-hel-
gee 1 met 'n orarye geel lintje.
Een paradijs aan een touwtje.
Ik wou hem dadelijk mee
hebben, maar had geen cre-
diet. Den volgenden dag had
ik het bedrag mee in m'n zak
en ik kocht m'n bal, dolge
lukkig!
Het kleinood werd vertoond,
betast, om beurten bliezen we
't ding op en ten koste der we
tenschap werden lange be
sprekingen gehouden met
mijne schoolmakkers, ten
minste diegenen waar gang in
zat, vooral Peltenburg, ook A.
Schiff en D. van Lennep, dat
was in den winter van
1879.
Zelfstandig
We besloten niet op 't duin ach
ter het Kolkje te spelen, om
dat je dan kwam onder de
dwang van de Groote Jon
gens, die daar cricket speel
den. We wouen zelfstandig
beginnen en togen met onzen
bal en 'n klein groen Engelsch
spelregelboekje - ik zie het
nog - alweer van den vrien
delijken heer De Gruijter ge
kregen, naar diverse weilan
den achter Den Hout, o.a. ook
naar het veld waarop de HFC
nu speelt.
Wij sjouwden dan mee: den bal,
een paar stokken en een
plank. Die plank diende om te
vluchten, zoodra de boswach
ter Kolderie of de boer of 'n
ander volwassen mensch aan
den einder verscheen en be
gon met: „Willen jullie wel
eens als de bl..„". Dan werd de
plank gelegd voor den Exo
dus en we trokken een landje
verder op, achter de Koepel
van Utenhoven of achter de
boerderij van Van Bruggen,
bij 't Spaarne.
Doch eindelijk, al dat zwerven
moede, vroegen we aan den
Heer (Joopie) van den Berg
permissie om in den Koe
kamp te mogen spelen. Hij
gaf die gulweg, maar... het
gras voor zijn paarden ver
dween onder onze voetbal
schoenen (ook die leverde De
Gruijter en we aaiden ze, zoo
„fijn" vonden we al die nieu
we licht-oranje kleurige
heerlijkheden). We werden
weer bedreigd met 'n Exodus.
Het was 'n korte vreugd.
Burgemeester
Toen schreef ik, 't was in '80, aan
Burgemeester Jordens, of ik
de Koekamp voor mij en m'n
vrindjes mocht huren. Ik liet
den brief lezen op school, zei
zoo terloops langs m'n neus
weg: „Brief aan den Burge
meester geschreven". Of je je
voelde zoo'n dag. Ik deed hem
voorzichtig zelf in de bus,
keek 'm lang na. Burgemees
ter Jordens antwoordde
NIET. Na een week ongeveer
spande hij papa er voor (wat
ik absoluut uit den vorm
vond) die me vertelde: „Me
neer Jordens heeft gezegd dat
je maar eens bij 'm moest ko
men".
Dat stemde tot ootmoed en be
nauwdheid. Ik kwam op 't
stadhuis, werd door 'n bode
voor 'n hekje gebracht in de
Burgemeesterskamer en ver
telde, dat ik hem als president
van de HFC gaarne eens wou
spreken. „Ja, juist Wim, kom
maar eens hier binnen", zei de
groote man en ik vond dat
„Wim" nu eigenlijk niet
strookende met de gewich
tigheid van de zaak en vooral
niet met mijn qualiteit van
„president".
Blij
Hoe blij was ik echter een dag of
wat later, van den Heer Jhr.
Mr. Adriaan Teding van
Berkhout een brief te ontvan
gen, niet door papa goddank,
maar direct aan mij, waarin
mij werd medegedeeld, dat de
Gemeente geen bezwaren
had om mij den Koekamp in
onderverhuur af te staan als
„worstelperk voor mij en
mijne kornuitjes".
In 1880 toen ik mijn Koekamp
kreeg, was het alsof al wat
jongen heette naar dat kleine
terreintje getrokken werd. De
jongens meldden zich aan bij
dozijnen. In dien tijd, de tach
tiger jaren, lagen jongelui als
Frederik van Eeden, Herman
Gorter en Adriaan Roland
Holst, voormannen op ander
gebied dan voetbal en cricket,
gesprekken over literatuur en
sociologie voerend, in 't gras
van dien zelfden Koe
kamp.