Charles Burki over leefde de bom Parijse theatershows raken in het slop MAANDAG 3 SEPTEMBER 1979 EXTRA PAGINA 11 Door Pieter v.d. Vliet De „vergeten" data zijn voorbij: 9 en 15 augustus. De dag dat de atoombom op Nagasaki viel. De dag dat Japan capi tuleerde. Sinds 9 augustus staan op de lijst met ongeveer 50.000 men sen die aan de gevolgen van de bom bezweken, de namen van zes Nederlanders uit het krijgsgevangenenkamp Fu- kuoka 14 in Nagasaki. Onze verslaggever Pieter van de Vliet sprak met een van de overlevenden uit het kamp. De zon is weg, opeens. De lucht lijkt vloeibaar me taal. Overal is vuur. Het is 9 augustus 1945, elf uur 's morgens. De tweede atoombom is op Japan gevallen. Na Hi roshima nu Nagasaki. Het krijgsgevangenen kamp Fukuoka 14 is ook getroffen; onder de 500 man, voornamelijk Nederlandse burgers en- KNIL-militairen, zijn slachtoffers. Gewondenverzorger van het KNIL, Charles Burki, is op dat moment een nummer: 9409. Krijgsgevangene van de Japanners in Fukuoka 14. Met acht anderen werkt hij aan het bomvrij maken van een rijstschuur. Daarvoor moet de schuur onder een. dikke laag vette grond wor den bedolven. „Met een mandje klei liep ik naar de schuur. Ik had een korte broek en jas aan, een muts op en ik droeg laarzen uit een Rode Kruis-pakket. Ik was de enige die bij al die hitte helemaal was gekleed. De an deren waren halfnaakt" „Het was een paar minuten voor elf. Zon, warmte, zweet. Het gezoem van een vliegtuig, of vergiste ik me? Het zoveelste mandje klei. Nog een paar slappen, dan was ik bij de schuur" Het is elf uur. Een felle zon in een strakblauwe lucht. Dan is de zon weg, opeens. Burki, naar zijn zeggen op dat moment 700 meter van de plaats waar de bom viel, her innert zich vooral het plotse linge. Het totaal onverwachte. In een onderdeel van een se conde overal vuur. Zo veel en zo fel dat schaduwen ver dwijnen. Vuurzwammen „Zonder schaduwen hadden de dingen om mij heen niets we zenlijks meer. Sponsachtige vuurzwammen verplaatsten zich razendsnel, veranderden abrupt van vorm. Bloem koolachtige brokken vuur, kronkelig als enorme hom pen hersens, verdwenen en verschenen, grillig en onbe rekenbaar. Reusachtige vuurbollen vol bibberende, trillende, lillende, kladderige vlammen" ,Ik dacht brandbommen. Ik dook in elkaar, zette mijn kraag op. De hitte was ontzet tend. Misselijk en duizelig voelde ik me. Ik besefte nog flauw dat ik een paar meter van de schuur was en bereikte waggelend de ingang. Daar kwam de beng, de luchtdruk. Het leek of mijn oren knap ten. Ik werd de schuur inge- slingerd. In een droomtoe stand beleefde ik de dood. Doodgaan is niet erg en doet geen pijn, weet ik zeker „Na ik weet niet hoe lang voelde ik mijn vingers op de stenen trillen. Het was pikdonker. Ik kon absoluut niets zien. Ik ben blind, dacht ik. Wanhoop overviel me. Maar de duister nis trok langzaam weg. Door een waas zag ik dat de schuur nog overeind stond; alleen de bakstenen achterwand was weggeblazen. Mijn bril en muts waren verdwenen, on vindbaar. In de rug van mijn jas zaten twee meer dan vuistgrote, zuiver cirkelvor mige brandgaten. Ik voelde de brandplekken schrijnen. Maar veel meer last had ik van mijn schouder en arm, die ontwricht leken" Geslaagd Vijfendertig jaar later in zijn keurige Haagse flat aan de Parkweg. Een buurt waar maatschappelijk geslaagde mensen wonen. De woonka mer is overwegend atelier. Streng geschilderde naakten, heel precies. Opvallender zijn tekeningen aan de wand van opengewerkte motors, voor namelijk DAF's. Zo gedetail leerd kan zelfs een fotograaf niet werken.' Hèt schilderij staat klaar. Op de ezel. Die negende augustus om precies elf uur (toeval?) laat hij het zien. Een baaierd van vuur. Het felle geel doet pijn aan de ogen. „In werkelijkheid was het fel ler, briljanter, gemener. Het verblindde", zegt hij. Het klinkt niet verontschuldi gend of berustend, maar con staterend. Al heeft hij nog zo'n fotografisch geheugen, al Charles Burki, overlevende Nagasaki, met het schilderij waarop hij zichzelf heeft afgebeeld tijdens de ontploffing. kan hij alles Pietje precies op papier zetten, een atoomex plosie kun je eigenlijk niet navertellen, niet naschilde ren. Denk ik. ,Ik wist ook niet wat het was Dat kon ik ook niet weten. Vrijwel niemand wist het. Wie had er nou van uranium ge hoord? Ik dacht aan brand bommen, maar ook zo'n bombardement had ik nooit echt meegemaakt. Alleen ge zien in de verte. Wat ik dacht? Ik had kunnen denken: dit is de dag des oordeels, maar dat dacht ik niet. Het waren een heleboel indrukken tegelijk in een paar seconden voordat ik bewusteloos raakte" ,Ja. Later. Toen kwam er een Amerikaanse journalist die me rare vragen stelde. Of ik last had van haaruitval. Die Amerikanen zaten er, geloof ik, een beetje mee in hun maag" Hoe hij de bom zag, is te zien in zijn onlangs verschenen boek „Achter de kawat", waarin hij zijn kampherinneringen heeft opgetekend. Er staan veel tekeningen in die hij in een kist onder de grond voor de Japanners verborgen heeft weten te houden. Kawat is Japans voor prikkel draad. Citaat: „We kampeerden op de trottoirs (van Nagasaki) tus sen de smeulende ruines. Als bescherming tegen zon en re gen hadden we van zinken platen afdakken gemaakt voor de zieken. Hun etterende wonden zagen er verschrik kelijk uit en de weinige ver banden kregen door pus en straatvuil alle kleuren van de regenboom Toen kwam de vliegenplaag! Bij duizen den kwamen ze aanzetten en vlogen op de stinkende won den en verbanden af. Je kon ze niet wegslaan, want dan sloeg je op de wonden. Na een Tekening van een man vlak na de atoombom op Nagasaki.Door de enorme hitte en luchtdruk wordt de huid van het gezicht gebla- paar uur had je al maden, die zich meteen door de verban den heenvraten" Er staat een tekening van een man bij, met bellen als bub belgum op zijn wangen. „Door de intense hitte en de luchtdruk werd de opperhuid als cellofaan weggeblazen. Opkomend wondvocht ver oorzaakte dikke blazen" Burki herinnert zich dat de ette rende wonden naar kaas ro ken. Maar zo begint het interview niet. Het begint met een alleen spraak van Burki. Zacht, on stuitbaar vertelt hij over zijn mooie, intelligente dochters. De jongste, Marine, heeft bo vendien talent, schildert in een lieflijk stukje Frankrijk een vreemd soort mensdieren of diermensen, die mooi zijn in hun wanstaltigheid. Neen, ze is niet geïnspireerd door de atoombom. Hoe kom ik daarbij. Hij is gewoon trots op zijn dochters. Nee, hij wil er niet mee aantonen dat hij en zijn kinderen ondanks de atoombom nergens mee zit ten. Hij is niet bang voor de gevolgen van de onzichtbare straling. Geen angst dat ze na generaties zichtbaar zullen zijn. „Angst is zinloos". Hij lijkt verbaasd over zulke vra gen. „Mijn bloed is een paar keer on derzocht. Nooit iets. De dok ter zei: u bent een man van 59. Nee, niet tegenspreken, u bent 59. Ik was toen 69". Later, na wat doorvragen, zegt zijn vrouw - zij overleefde een Japans vrouwenkamp: „Ma rina heeft wel eens gezegd: gek eigenlijk dat papa hele maal niets heeft". Plakboeken We gaan verder met het door bladeren van dikke plakboe ken. Veel opengesneden mo toren. Een ontwerp voor een nieuw model brommer. Om slagen van boeken over span ning en liefde, hoofdzakelijk op slagvelden en in zieken huizen. „Die bom met al zijn doden", zeg ik. „Die heeft ons leven gered", zegt hij. „De Jappen hadden ons afge maakt. Waar moesten we an ders die zogenaamde loop graven voor graven. Massa graven zouden dat zijn ge worden als de atoombom niet was gevallen. Van de Jap kun je alles verwachten". Over Harrisburg begin ik maar niet eens. Hij vertelt over zijn sinds zijn jeugd bedreven liefhebberij: het met de hand vangen van gifslangen. Hij laat fossielen zien die hij heeft opgegraven in zijn geliefde Frankrijk. De versteende dieren zijn vol gens hem een slordige 160 miljoen jaar oud. Misschien is er heel lang geleden ook wel eens een bom gevallen. „We overleven het", zegt hij. „We komen anders terug. We passen ons aan. Insecten zijn op een bepaald moment ook bestand tegen bestrijdings middelen". Die atoombom. Daar is hij echt niet kapot van. Integen deel. Veel erger heeft hij de torpede ring van de Tomahokoe Ma- roe ervaren, een Japans schip, waarmee 800 krijgsgevange nen uit Nederlandsch-Indië naar Nippon werden ver scheept, om daar dwangar beid te verrichten. Uitvoerig en gedetailleerd te kent hij op kladjes hoe hij aan het met suiker en mensen af gestampte ruim heeft weten te ontkomen. Hij heeft het over wonderen, voorzienig heid. „Normaal gesproken had ik toen dood moeten zijn". Na tien uur in zee te hebben gelegen pikte een Ja panse walvisvaarder hem op. „Als ik dit vertel voel ik weer kippevel", zegt hij. Dat had hij niet toen het over de bom ging. PARIJS - De Franse ballet meisjes en -jongens moeten tegenwoordig heel wat veren laten. Noorderlingen zoals Scandinaviërs en Nederlan ders zijn door eroscentra, peepshows en sexshops wat minder stijf geworden. Hun jumbojets razen 's zomers hoog over de lichte stad heen op weg naar het zuiden. Niet meer om daar broeierig naar de warmbloediger latijnen te loeren, maar om zelf onbe schaamd de kleren uit te gooien en zich in adams- en evakostuum over te geven aan het naturisme. In sommi ge provinciale strandplaatsen hebben verontruste ouder comités ook deze zomer felle protestdemonstraties geor ganiseerd tegen dit zedenbe derf van vreemde oor sprong. Zelfs in de Franse hoofdstad zijn op bloot beluste Japan ners er nu achter dat ze goed koper een kaartje kunnen krijgen voor Deligny of een van de andere zwembaden in de Seine waar honderden se cretaresses van belendende kantoren dagelijks in mono- kini hun lunchtijd doorbren gen. Door deze oneerlijke concurrentie begint de devie- zenstroom van boeren en bui tenlui naar de Parijse revues gevaarlijk op te drogen. Die revue's moeten zich nu aan passen of verdwijnen. De goedkoopsten zijn de thea terrevues, die vaak ook een zondagsmatinee hebben voor het hele gezin. Zo bijvoor beeld de roemruchte Folies Bergères, waar na sterren als Colette en Fei nandel nu Hè- léne Martini in het zoeklicht staat. Andere grote namen waren Mistinguette, Maurice Chevalier en Josephine Ba ker, die ook in de andere grote theaterrevues optraden. Dat is het Casino de Paris waar verder Tino Rossi, Edith Piaf en Zizi Jeanmaire schitter den; en nu opnieuw Line Re- naud. De formule was steeds dezelf de: épater-le-bourgeois. Of wel: indruk maken op de bur german met speciale effecten, met mooie decors, met prach tige kleding en dan weer half zonder. Maar het gaat slecht met het Casino: een teken des tijds. Als we geen mensen mogen ontslaan, gooien we de hele tent dicht, heeft de direc tie vorige week gezegd. Als dat gebeurt bezetten we de zaak, antwoordde de com munistische vakbond. Omgekeerd gaat het nog steeds goed met de peperdure for mule van de Crazy Horse Sa loon. Waar zakenlieden met een ruime onkostenrekening zich onder het genot Van een whisky on the rocks kunnen vergapen aan een aantal vol ledig gedesodoriseerde maar beeldschone jongedames, die zich ritmisch over het piepkleine podium bewegen - slechts gekleed in achter grondmuziek en diaprojec ties. Alcazar de Paris Tegenover dit modernisme staat dan weer het klassisis- me van de eveneens peperdu re Diner-Spectacle. Van de nog uit het fin de siècle stammende Moulin Rouge in Montmartre met zijn 40 Do- riss-girls tot aan het in de gay twenties ontstane Lido op de Champs Elysée met zijn nog bekendere Blue Bells. Het was ook hier dat men het eerst Door Jaap van Ginneken met de zingende zusjes (de Kessler Sisters) begon. En ook stuurde men de show aan het eind van een seizoen vaak op reis, om de afschrijving van de onkosten te bevorde- Het vak begint namelijk ingrij pend te veranderen. Het is steeds moeilijker te rivalise ren met de supershows die mensen dagelijks in de eigen huiskamer op de buis zien. Vandaar dat er een tiental ja ren geleden een wat ander genre ontstaan is: dat van het Alcazar. Naast de tientallen zangers en dansers schakelt men hier ook de obers en kel ners in om de feestvreugde te vergroten, met balonnen en confetti, maar ook met sketchjes en interrupties. De groep heeft zijn thuisbasis namelijk in een theaterres taurant bij Saint Germain des Prés, waar in het algemeen een publiek komt van intel lectuelen en artiesten. Het is allemaal wat minder per fect maar wat meer humoris tisch, wat minder clean en wat meer burlesk. Naast ver plichte nummers zoals de French Cancan en het Carna val van Rio, zijn er ook paro dieën op de Griekse tragedie Phaedra of het ballet van de Stervende Zwaan (die in dit geval midden in een olieramp terechtkomt). En verder sket ches zoals die over de „auber gines": de parkeerwachtsters die de Parijse automobilisten in een mengeling van haat en liefde hebben vernoemd naar de kleur van hun mantelpak jes (welke inmiddels veran derd is om belediging van de ze ambtenaren in functie te voorkomen). Of over de Amerikaanse marine (uiteraard in broekjes die zo kort en strak zijn dat men vreest voor de komende ge neraties). Zegt de presenta tor. „Die daar is een kind van Jacques Chazot (een soort plaatselijke Albert Mol). Roept iemand uit de zaal: de vader is zeker onbekend? Gelach... Zusjes Behalve veel zingende „nich ten" treffen we echter ook hier zingende zusjes aan. Zin gende tweelingzusjes, Ne derlandse zingende tweeling zusjes zelfs: Deborah en Daphne Marquet uit Maas tricht. Ze zijn al op jeugdige leeftijd in de showbusiness gegaan, hebben in New York een nummer over Broadway ingestudeerd en natuurlijk een dat „Spiegelbeeld" heet. Sinds twee jaar staan ze daarmee op de Parijse plan ken. De vaderlandse pers heeft al gemeld dat deze jonge twintigers meestal op dezelf dejongen verliefd worden. Enkele maanden geleden wa ren ze de sterren in de tv-show Studio Duo die Ralph Inbar voor de TROS maakte en met hun eerste liedje, „Monsieur", proberen ze in verschillende landen de hitladder te be klimmen. Met al die drukte is het niet verbazingwekkend dat ze vorige week in het Al cazar op het appél ontbraken en met vakantie warennet als veel andere sterren. Maar nu is de troupe weer compleet, zo verzekerde men mij. Zoals steeds op elke woensdag blijft het Parijse toneel leeg, en treden ze op in andere Eu ropese hoofdsteden. Dit keer was dat op 29 augustus in Rot terdam, waar het nieuwe sei zoen geopend werd, en enkele maanden later volgt Las Ve-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 11