Science-fiction in stadium van consolidering
Guus Luijters
best lekker
om te lezen
„Vies" sexboek voor de kleintjes
wel heel
erg Duits
georiënteerd
i~ Het grote
zeilboek':
VRIJDAG 31 AUGUSTUS 1979
EXTRA
PAGINA 19
Nu de belangstelling voor het
science fiction-genre definitief
gewekt is, blijkt dat bestendiging
ervan een normale procedure is.
Enkele decennia geleden moest
men er maar aarzelend iets van
hebben, zoals ook stripverhalen
onder de theetafel gemoffeld
werden als tante van de kerk
thuiskwam. Die tijd lijkt voor on
ze toekomstliteratuur wel voor
goed voorbij.
Hoewel de uitgeverijen al het mo
gelijke gedaan hebben om be
langstelling te kweken, zijn het
toch de visuelere media, film en
TV, die voor een definitieve
doorbraak gezorgd hebben. Re
cente films: Superman, Star
Wars en Tolkien's In de ban van
de ring, en vaak ademloosbe-
wonderde TV-series als De man
van 6 miljoen, Startrek, De man
van Atlantis, Mork van Ork en
het uitstekende The Seven of
Bl^ke.
Nu zit men in het stadium van con
solidering. Dat betekent regel
matig, maar niet afschrikwek
kend véél, sf op de buis of het
scherm vertonen, en daarbij
vooral het vermijden van al te
"progressieve' futuristische ge
beurtenissen.
Eenzelfde politiek wordt gevolgd
door de vele Nederlandse sf-uit-
gevers. Maar zelden waagt men
zich aan hier onbekende groot
heden (een opvallende uitzonde
ring is Meulenhoff die zich met
succes waagde aan John Varley,
en soms ook Het Spectrum met
o.m. Rob Holdstock), wat goed
verkocht blijft goed verkopen, is
het opgeluchte maar conserva
tieve standpunt.
Actueel
Een - overigens uitstekende - En
gelse schrijver die het hier van
ouds goed doet is J.G. Ballard:
zijn "science fiction" is zeer actu
eel, en beweegt zich rondom
thema's van milieuvervuiling en
betonnen isolement. Ontmense
lijking, als 't ware.
Ook "Eiland in beton" (Bruna SF
92, 5,50) getuigt van deze fatale
en als fatalistisch ervaren ver
vreemding. De architect Mait-
land verongelukt met zijn auto en
komt -hoe is 't mogelijk- terecht
op een stukje niemandsland tus
sen en beneden tientallen elkaar
kruisende snelwegen. Als een
moderne Robinson Crusoe
scharrelt hij rond over deze vuil
nisbelt, zonder de aandacht van
het passerende verkeer te kun
nen trekken.
Een interessant gegeven, maar ma
tig in avontuur omgezet zijn
ontmoetingen met andere "ge-
stranden", een prostituee en een
debiele trapezewerker, zijn te bi
zar om een broodnodig besef van
"het zou toch kunnen" in stand te
houden. Spannend, menselijk,
maar pulp.
Vooroordeel
Van de jongere, bespiegelende
Amerikaanse sf-auteur Samuel
Delany heb ik zelf nooit kunnen
genieten, al heeft hij in de jaren 60
liefst vier Nebula Awards ge
wonnen, waaronder die voor het
nu hier vertaalde "Babel-17"
(Meulenhoff 1979, 11,50); mijn
vooroordeel berust op het ver
worden thema van de ruimte
oorlog, een misselijke fictie
waaraan de "science" opgehan
gen wordt, ditmaal vermengd de
"kunst" van de kosmische dich
teres Rydra Wong. Weinig wol,
naar mijn smaak, behalve voor
wie houdt van intergalaktisch
kibbelen en enge ruimteschepen.
Een volstrekte niemendal waar de
allerprullerigste uitgever zich
geen buil aan kan vallen is Ron
Goulart's "De vlucht van de Ca
pricorn" (Bruna SF 104, 1979,
6,95). Een onmogelijk verhaal
over drie vlak voor de start van
hun ruimteschip gekidnapte
astronauten waarna de uitzen
ding van hun ruimtereis gefin
geerd wordt voortgezet. Onzin.
Een modern en gewaagd sf-auteur
is Lafferty, wiens barokke vertel
sels een vaak mythologisch the
ma hebben. Maar dan wel heel
anders en levendiger dan gebrui
kelijk, zoals in de verzamelbun
del "Dagen van gras, dagen van
stro" (Meulenhoff SF 144, 1979,
12,50).
Meer gebruikelijke, ouderwetse
avonturen-sf is Furie" (Gradivus
SF nr. 13), van de bekende Henry
Kuttner van wie hier overigens,
merkwaardig genoeg, weinig ver
taald is. Plaats van handeling: de
Wijkplaatsen, reusachtige woon-
koepels onder de oceanen van
Venus. Hoofdpersoon Sam Har-
ker, van misdadig allooi, behoort
ongeweten tot de hoogste kaste
der Onsterfelijken en doet het ui
terste om zich - alles draait om
Macht - op te werken. Het typi
sche voorbeeld van de Ameri
kaanse Vuilnisman die het tot
President brengt. Dit keer met
toch wel een aardige, afwijkende
uitkomst. Spannend, natuurlijk.
Kalm
Uitgeverij Bruna doet het dit jaar
kalm aan wat betreft oorspron
kelijke uitgaven, zoals blijkt uit
de drie-in-één-herdruk van
voormalige bestsellers: Joanna
Russ, "Picknick op para-
dijs'VClifford Simak, "De bou
wers van de kosmos'VSven
Holm, "Laatste uitweg" (Bruna
SF 101, 1979, eerder verschenen
als Zwarte Beertjes 428, 1401 en
1296); vooral het verhaal van
Joanna Russ over de amusante
èn hachelijke onderneming om
van de woeste planeet Paradijs
een toeristenoord te maken ver
dient lezing èn herlezing.
Wie behalve in regelrechte science
fiction ook houdt van achter
grondinformatie kan ik het aller
aardigste "Robots naar Studio
Drie" van Thomas Leeflang aan
bevelen (uitg. Het Spectrum,
1979, 15,—). Hierin behandelt de
auteur, zowel grondig als kri
tisch, de "science fiction in film
en strip": het is verbijsterend te
lezen wat er allemaal in het bui
tenland bv. op het scherm aan sf
verschijnt. Als 't even meezit zit
ten we komende winter met
klamme handen en rode oren aan
de buis gekluisterd. Niets leuker
dan sprookjes voor volwassenen.
ROB VOOREN
"Mini(n)atuurgidsen", deeltjes
Paddestoelen, Stenen, Insekten,
Vogels. Uitg. Moussault. Prijs
per deel f 6,50.
In de serie Mini(n)atuurgidsen"
zijn bij uitgever Moussault on
langs weer vier nieuwe deeltjes
verschenen. De gidsjes, klein van
formaat en dus gemakkelijk in de
zak mee te nemen, handelen over
vogels, paddestoelen, insecten,
•en stenen.
Een nadeel van het handzame for
maat is natuurlijk dat per onder
werp slechts een kleine selectie
van het totaal kan worden be
handeld. Dat is waar het gaat om
het gidsje over paddestoelen niet
zo'n bezwaar, maar het gidsje dat
de insekten behandelt moet na
tuurlijk wel heel onvolledig zijn,
waar er een kleine miljoen soor
ten van deze diertjes bestaan
Toch kunnen de werkjes, voor de
niet al te serieuze natuurliefheb
ber, zeker dienen als geheugen
steun of als hulpmiddel bij een
eerste kennismaking.
"De nacht van de klokketoren".
Maarten Ploeger. Uitg. Christo-
foor. Prijs f 16,50.
Jongensboek van de hand van de
Amsterdamse onderwijzer Maar
ten Ploeger. Het spannende ver
haal. dat zich in Zutphen afspeelt,
wijst o.a. op de gevaren van he
roïnegebruik.
"De koningszoon van Ierland".
Padraig Colum. Uitg. Christo-
foor. Prijs f 19,50.
Jeugdboek, doorweven met legen
de en magie. Colum was begin
deze eeuw de vertegenwoordiger
bij uitstek van de Ierse literaire
renaissance.
"Vlucht naar de toekomst". Mary
Ray. Uitg. Christofoor. Prijs
f 18,50.
Dit jeugdboek heeft het oude Grie
kenland als decor. Het verscheen
overigens reeds eerder (in 1964)
onder de titel "De stem van
Apollo".
Guus Luijters, uit de stal van het elitaire Amsterdams stu
dentenblaadje Propria Cures en uitgeversmagnaat Loeb,
verblijdde dezer dagen de boekloze (vakantie)thuisblijver
met zijn bundel "Dag zonder einde" (uitg. Loeb Van der
Velden, Amsterdam 1979, f 19,50).
Het is best wel lekker eens geen
Hermans, 't Hart of Reve onder
handen te hebben, moet ik be
kennen. Luijters is een "makke
lijk" schrijver van oubollige gen
restukjes waarin het lollige Nes-
ciaanse (maar dan minder voor-
treflijk) kunstenaarsleven als
uitgangspunt dient.
De kunstartiest van de zeventiger
jaren blijkt dezelfde olijke losbol
van vroeger: hij zuipt, haalt stu
dentenstreken uit, woont in
boerderijtjes bij Schagen, hij
zuipt, heeft een volgzame en be
grijpende metgezellin, bezoekt
geregeld thuisland Amsterdam,
hij zuipt, hij grolt, ronkt door de
polders op een glimmende race
fiets, verkeert joviaal met kunst-
artiestenbroeders en landelijke
buren, hij zuipt in dorpscafés, is
bang voor de dood en drijft de
spot met zichzelf. En hij zuipt.
Zo vangt "Bericht (2)" aan met de
schrijnende alinea: "Nu had ik in
mijn Amsterdamse tijd, de zoge
naamde Blauwe periode, ook wel
eens een beeldend kunstenaar
ontmoet, lieden die zo één keer
per jaar de geest kregen en dan
700 koperen centen op een stuk
karton plakten of een levensgrote
wolk uitzaagden, daar het woord
"wolk" opspoten en het geheel in
een weiland plaatsten en fotogra
feerden, waarna het gewone
drinken zijn loop nam", (p.22) en
zovoorts.
Drinkgelagen
Naast de talloze drinkgelagen die
dagelijks een aanvang nemen
spreekt de ik-figuur, Luijters zelf,
ook veel van zijn krankjoreme
vriend Spijker die bijvoorbeeld
in een vlaag van Leed en Ver
standsverbijstering op de fiets
(sinds Jan Janssen de Tour won,
hét ludieke vervoermiddel van de
beter gesitueerde kunstnozem)
naar Spanje en terug pedaleert.
Een "Brief van Spijker", volgens de
colophon vervaardigd door Olof
Baltus, verhaalt - in onbegrijpe
lijk Nederlands opgesteld - van
dit zonnige uitje van deze zuip-
gast.
Ook gebeurt het wel dat Luijters
per ongeluk de ernstige zijde des
levens aanroert, maar dan wel als
volgt: "Mijn grootvader van
moeders kant, de ouwe Cees dus,
die iedere dag al zijn geld naar de
bank bracht, de toonbank van het
café op de hoek, kwam uit een
gezin met dertien kinderen waar
ze van de Zwarte Kousen Kerk
waren. Van de Zwarte Kousen
Kerk moest je, de naam zegt het
al, zwarte kousen dragen en ie
dere zondag moest je er twee keer
naar toe, te voet, want op fietsen
en paard-en-wagen hadden ze
iets tegen en verder waren ze zo
"fijn als gemalen poppenstront"
en zo schijnheilig als de pest,
want als er eens iets aan de hand
was, lieten ze je doodvallen.
Mijn grootvader nu, de ouwe Cees
dus, die het later als het "Wilhel
mus" toevallig uit de radio klonk,
meerdere malen gepresteerd
heeft het toestel met stekker en al
uit de muur te rukken en in de
Nassaukade te mieteren, zag het
niet zo zitten met die zwarte kou
sen, piepte hem naar Amsterdam
en werd rood. Mijn moeder werd
ook rood en misschien dat ze van
kerk en geloof wel eens gehoord
had, maar thuis werd er niet over
gepraat (met mijn vader ging het
weer anders maar het komt op
hetzelfde neer), en tegen de tijd
dat ik werd geboren waren ze bij
mij in de familie het bestaan van
De zee kan meedogenloos zijn. De praktijk heeft dat kortgeleden
nog eens zeer nadrukkelijk uitgewezen tijdens de Fastnetrace de
oudste klassieke zeilwedstrijd in Europese wateren. Maar on
danks de vele doden en tientallen gewonden dit keer, twijfelt
niemand er aan of over twee jaar, als de volgende editie van deze
605 zeemijlen lange race wordt gehouden, er wederom honder
den jachten de uitdaging zullen aan nemen.
Van hoe spectaculair het er op een schier ontembare zee aan toe kan
gaan en hoe jachten, bemanningen of solo-zeilers op de proef
worden gesteld, geeft "Het grote zeilboek", een uitgave van P. N.
van Kampen en Zoon uit Baarn, een aardige impressie. Voeg je
daar nog bij informatie over de ontwikkeling van de jachtbouw
en beschrijvingen en uitslagenlijsten van de grote zeilevenemen-
ten (o.m. America's Cup, Admiral's Cup en Sydney-Hobartrace)
dan lijkt het aardig de kant op te gaan van een "compleet" zeil
boek. Voor de zeil-leek dan weliswaar.
Want wie er al de nodige lectuur over onder ogen heeft gehad biedt
"Het grote zeilboek" weinig of geen verrassingen of het moet de
omvang van de een paar kilo wegende uitgave zijn. De twee
samenstellers er van, de Duitse doctorandussen in de politicolo
gie Frank Grube en Gerhard Richter, hebben er meer een luchtig
kijk- en leesboek van gemaakt dan een gedegen naslagwerk.
Sterke staaltjes
Ze hebben 23 gast-auteurs aan het woord gelaten, van wie de mees
ten uitwijden over sterke staaltjes op zee. Recente verhalen zijn
het overigens niet. De meeste zijn al zoveel keer verteld en voor
dit boek slechts in een ander jasje gestoken. Nederlanders komen
niet aan het woord. Niet zo vreemd want in de uitslagenlijsten
van de grote races ontbreken ze ook.
Dat neemt niet weg dat in "Het grote zeilboek", dat een bewerking
is van het in Duitsland uitgegeven origineel, het Nederlandse
aandeel in de ontwikkeling van de zeilsport categorisch wordt
verzwegen. Want als de auteurs van het boek op een gegeven
moment de loftrompet steken over de ontwerpers van de miljoe
nenjachten die deelnemen aan de strijd om America's Cup dan
mag zeker niet verzwegen worden de rol die Johan Valentijn, de
zoon van een botenbouwer uit Langeraar, daarin heeft gespeeld
en nog steeds speelt. Het is maar éen voorbeeld.
Rudolf Koppenhagen, een bejaarde Duitser met erg veel zeilmijlen
op zijn naam, laat zijn licht schijnen over de klassieke wedstrij
den en over een daar van de Fastnetrace schrijft hij dat "deze
ondanks de gemakkelijke zeilomstandigheden gedurende de
laatste wedstrijden, als een van de moeilijkste geldt.
De extreme omstandigheden zijn enerzijds aan de sterke getij
stromingen te wijten. Als de wind en het getij bij een sterke wind
aan elkaar tegengesteld zijn worden er hoge eisen gesteld aan de
schepen en bemanningen". Hij heeft daarmee niets te veel ge
zegd, zo is nu wel gebleken.
De teksten vormen overigens niet de ruggegraat van Het grote
zeilboek". Het meeste plezier wordt beleefd aan de foto's, met
name die in kleur. Ze ademen, dubbel pagina groot, zoveel sfeer
uit dat alleen het kijken ernaar je de wankele zeebenen zou kun
nen bezorgen. Ze zijn een lust om naar te kijken. Jammer dat er
ook erg onscherpe exemplaren tussen zitten. In een boek van
deze prijs (f 185,-) mag zoiets eigenlijk niet voor komen.
HERMAN VAN AMSTERDAM
"Het grote zeilboek Uitgevery P.N. van Kampen en Zoon, Baarn.
Tot november f 165,-, daarna f 185,-.
"Sex kan een bron van moeilijkheden in je leven
zijn. De meeste mensen hebben er wel iets mee.
Er zijn veel mensen die zeggen dat sex niets
voor kinderen is. Maar dat is kletskoek.
Daarom is hier voor jou een boekje over sex".
Dat is de aanbeveling achterop het door Ivan
Wolffers samengestelde boekje "Vies is lek
ker". De hoofdstukjes verschenen eerder in
afleveringen in de kleurenbijlage van Vrij
Nederland onder het kopje ,f)oktertje spe
len". Het gaat hier dus om een voorlichtings-
boek voor kinderen, van de hand van de pers
radio en televisie bekende dokter Ivan Wolf-
fers.
Nu heb ik niet de beste herinneringen aan deze
"Aart C. Gisolf, arts" van links, door zijn
publikaties in De Volkskrant over stervens
begeleiding, medicijnen en verslavingje
mag niet meer gewoon in je eentje doodgaan
en heroine is net zo'n soort drug als koffie en
tabak.
In een op zichzelf prijzenswaardige poging ge
voelige onderwerpen te populariseren kwam
Wolffers vaak tot een zeer versimplificeerde
voorstelling van zaken. Ik ben wel geen medi
cus, maar ik had soms de indruk dat Wolffers
uitspraken deed die medisch-wetenschappe-
lijk niet geheel onderbouwd waren. Het leek
er op dat hij meer uit was op het effect van
zijn taboe-doorbrekende uitspraken dan op
het geven van voorlichting.
Maar zijn simplificaties en zijn neiging de lezer'
enigszins gehurkt toe te spreken werken in het
boekje "Vies is lekkerniet irriterend, ver
moedelijk doordat Wolffers taalgebruik nu
duidelijk is bedoeld voor jongere lezers. Kin
deren zullen vermoedelijk veel plezier beleven
aan "vies is lekker". Wolffers praat over sex
alsof hij het heeft over eten en drinken en dat
lijkt mij de juiste manier: iedereen doet het, je
kunt niet zonder en het is leuk om te doen.
Ivan Wolffers, "Vies is lekker", uitgeverij Bert
Bakker, Amsterdam. Prijs f 14 £0.
BAS VAN KLEEF
het geloof gewoon vergeten".
(p.38/39).
Verteerbaar
En zo ratelt en reutelt Luijters zo'n
honderd bladzijden vermaak vol,
weinig gefolterd door een op
zienbarende en vernieuwende
scheppingsdrang, maar - dat
moet gezegd! - evenmin door Ze
ventiger Jaren- of "Academi
sche" pretenties.
Hij zal zich niet beschouwen als
Vertegenwoordiger van een Lite
raire School, en dat maakt hem
toch alleszins verteerbaar. Soms
zijn de genre stukjes ook best wel
"leuk", zoals detective-verhalen
"spannend" en griezelverhalen
"griezelig" zijn.
Voor de liefhebber. Anecdotisme
en een gezellige verteltrant, met
soms bijna de aanzet tot iets "lite
rairs" zoals bij de stripteaseuse
tijdens een van de vele kroegen
tochten: "Steeds meer vlees werd
onthuld, mollige schouders en
een vette buik, de beha viel en
toen met een triomfantelijk ge
baar trok ze, terwijl wij onze
adem inhielden, de slip tussen
haar dijen vandaan en begon haar
vlezige billen te draaien, vlak
voor het gezicht van Joep, die het
even aankeek en toen in een on
bedaarlijke lachbui uitbarstte.
De billen aarzelden, trilden na,
hingen stil. Carmen Lolita bukte
zich en raapte haar kleren bij el
kaar, een blote vrouw die huive
rend langs het biljart loopt, 's
morgens om half vier in een Alk-
maars café". "Een lange nacht",
p.106).
Een gezellig boekje, dit, voor op de
wc of als je niet kunt slapen of de
op het tentdak stuiterende regen
andere camping-genoegens ver
hinderd. Gezelligheid kent geen
tijd. Maar soms wilde ik dat onze
Beste Schrijvers maar snel van
hun riante villa's-aan-zee terug
keerden. Hun spinsels zijn even
verzonnen, maar wel beter ge
schreven.
ROB VOOREN
De prachtige foto's vormen de ruggegraat van 'Het grote zeilboek'.