Ex-RAF-lid naar open gevangenis Den Uyl, man met ontembare werklust Leidenaar verkoopt goocheltrucs over de hele wereld DINSDAG 14 AUGUSTUS 1979 door Sjak Jansen Elke ochtend, steevast om tien uur, ga ik de stad en regio in, op zoek naar mensen en dingen voor deze rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok slag tien aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215 Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom. Zijn clownskostuum hangt se dert 1967 in de motteballen. Het is alweer ruim twaalf jaar geleden dat de Leidse komische goochelaar An- verdi de beslissing nam met zaaloptredens resoluut te kappen. Hij kon het niet lan ger opbrengen avond aan avond met zijn autootje naar de uithoeken van ons land te jakkeren om daar, na zich eerst te hebben opgevreten van de zenuwen, voor ander halve man en een paardekop zijn goochelkunsten te ver tonen. Buitendien was Antoon de Vries (onder die naam gaat hij door het leven) er al geruime tijd van doordrongen dat zijn gezicht zich nou niet bepaald voor het toneel leende. Nee, Anverdi (van oorsprong ban ketbakker) vond dat hij maar eens een andere weg moest inslaan. Om zich onderwijl niet te ver velen, probeerde hij bepaalde goocheltrucs te perfectione ren. Wonderwel lukte dat. Het gaf hem de moed nieuwe trucs te bedenken en te ver vaardigen. En ook het ren dement daarvan viel allesbe halve tegen. Lezingen Op internationale goochelcon- gressen werd hij zelfs uitge nodigd lezingen te geven over zijn vindingrijkheid. Wist op die congressen veel respect van zijn collega's af te dwin gen en ontdekte daar een magnifieke afzetmarkt voor zijn trucs. Uit de verkoop van zijn goo cheltrucs zegt Anverdi ge noeg inkomsten bijeen te kunnen sprokkelen om er een bestaan van te leiden. Ner veus aan een sigaret trekkend doet de 54-jarige Leidenaar zijn verhaal over de waarde ring die hij in het internatio nale goochelwereldje geniet. „In Amerika word ik met gro te neonletters aangekondigd en in Japan kennen ze me ook." Dat is echter ook de enige lof die hem wordt toegezwaaid. Bij het Nederlandse publiek is Anverdi immers in de verge telheid geraakt. En als het aan hem ligt zal hij daarin ook wel blijven. „Zaaloptredens zijn voor mij verleden tijd. Ik ben er al weer zolang uit en mis zoveel routine, dat ik veel te bang ben om mis te grijpen. De kans is té groot dat ik af- Wonderdoener ,En ook de manier waarop je soms wordt aangekondigd. Dat ze met veel bravour roe pen: 'Hier is Anverdi, de grote wonderdoener'. Daar heb ik zo'n gruwelijke hekel aan. Je moet het maar zien waar te maken." „Je zal maar zo'n avond heb ben dat je van de zenuwen geen stap meer kunt verzet ten. Dat heb ik wel es gehad. Werd ik met zoveel woorden aangekondigd en was ik in eens verstijfd. Ik heb die man toen een schop gegeven. Gelukkig was het over toen het doek open ging. Je gaat anders door de grond heen, dat verzeker ik je." „Zeg nou zelf. Waarom zou ik nog elke avond in m'n au tootje kruipen om daar an derhalf uur op een gammel podium in de Achterhoek te ploeteren. Kijk, een gala avond is wat anders. Daar werk je onder gans andere condities." Kleedkamer „Daar heb je een kleedkamer tot je beschikking en hoefjeje niet achter een dun gordijn om te kleden. Of in een toilet. Ook dat heb ik vaak genoeg moeten meemaken. En daar bedank ik nu voor. Twaalf jaar geleden heb ik tegen me zelf gezegd: 'Onder dergelijke omstandigheden werk ik niet meer'. Zodoende." .Optredens in restaurants het zelfde laken en pak. Tussen soep en aardappelen door goochelen: dat pikte ik niet meer. Als de mensen niet naar me kijken, krijg ik de pest in. Met kelners precies eender. Ik verzocht die obers altijd niet te serveren tijdens mijn optreden. 'Anders stap ik van dat toneel af, zei ik. En dat deed ik dan ook." „De pest is dat er talloze arties ten zijn die zulke optredens niet weigeren. Die zich dat gewoonweg niet kunnen permitteren omdat ze brood op de plank moeten zien te krijgen. Neem maar van mij aan dat de zaaleigenaar de laatste is, die zich zal afvragen of de werkomstandigheden een beetje normaal zijn." Afgeknapt „Trouwens. Ook in het publiek raak je als goochelaar teleur gesteld. De reactie is tegen woordig: 'Daar staat zo'n vent met een zijden doekje, dan kunnen wij even naar de wc'. Ik ben daar ontzettend op af geknapt." „Dergelijke reacties zijn op zich best te verklaren. In mijn tijd zijn er zoveel goochelaars be roeps geworden, dat het publiek er nu de balen van heeft. Die zeggen nu: 'Dat zakdoekengedoe en dat stuk- kie touw hoeven wp nipt. meer' Echt, dat is de reali teit." „Misschien is dat wel logisch. Kan zijn. Maar voor mij was het de druppel die de emmer deed overlopen. Toen ik dan ook de mogelijkheid zag met mijn lezingen en apparaten over de grens te gaan, heb ik die met beide handen aange grepen." Zware last „Vanaf dat moment was ik godzijdank van die optre dens verlost. Die hoogspan ning - elke avond weer - was ik kwijt. Ja, er viel toen een zware last van me af. Einde lijk kon ik dat clownspak schmink, waaronder ik al die jaren mijn lelijke smoelwerk heb weten te verbergen." Vanaf die tijd is Anverdi op zijn zolderkamer aan de slag ge gaan met het uitvinden van nieuwe trucs en nieuwe effec ten. Trucs die hij vervolgens zelf helemaal vervaardigt en introduceert op de congres sen, waar hij wordt uitgeno digd voor het geven van een voordracht. „Aan orders geen gebrek. Maar ik doe het rustig aan, nu ik de kans heb. Geld zegt mij niet zo veel. Ik ben geen zaken man. Ik ga pas werken als ik zie dat mijn portemonnee leeg is. Wat dat betreft ben ik een echte globetrotter." Daarom maak ik zeer inge wikkelde apparaatjes, zodat het moeilijk na te maken is." „Goochelaars waarderen die apparaatjes zeer. Bij m'n col lega's ben ik erg in tel. En dat doet me enorm veel. Inder daad. Daar teer ik op, dat mag je gerust stellen." Wereld „Als komische goochelaar had ik niemand achter me staan. Ik had geen gitaar en kon niet zingen; ik moest alles zelf voor elkaar boksen. En dat is niet altijd even gemakkelijk geweest." Nu als, zeg maar, uitvinder heb ik vrij veel van de wereld ge zien. Ontmoet ik praktisch alle grote artiesten. En ben ik die zenuwendie hoog spanning kwijt. Dus eh. Ik heb het goed getroffen, dacht ik." Apparatuur „Wat ik maak, houdt echt niet op bij een verfijnd kaarttruc- tje. Dat komt de mensen de neusgaten uit. Ze willen ap paratuur zien. En dat is thans mijn werkterrein. Het be roerde is alleen dat er zo on tiegelijk veel gestolen wordt in dit goochelwereldje." „Octrooi aanvragen heeft geen enkele zin. De markt is vrij groot. Een truc die blauw is, hoef je slechts rood te verven en weg is je octrooi. Foetsie! „Nee, ik zie niet i nog langer avond aan avond de hort op zou gaan om in een uithoek van het land met het klamme zweet in de handen het podium op te gaan." (Van onze correspondent) BONN - Horst Mahler, die in het begin van de jaren zeven tig samen met de inmiddels overleden Ulrike Meinhof en Andreas Baader de ,,Rote Armee Fraktion" (RAF) op richtte, gaat vanaf 1 september werken bij Regio-Plan in Berlijn. Deze instelling houdt zich bezig met planologisch structuuronderzoek in steden. Dat de vroegere advocaat Mahler (43) nu een nieuw bestaan op kan gaan bouwen, is mogelijk door dat hij kort geleden werd overge plaatst van de strafgevangenis Tegel, waar hij bijna negen jaar heeft gezeten, naar de „open in stelling" Hackenfelde. Overdag mag hij deze gevangenis verla ten. Ontslagen Het staat vrijwel vast dat Horst Mahler volgend jaar augustus uit gevangenschap zal worden ont slagen. Hij heeft dan tweederde van zijn straf van 14 jaar uitgeze ten. Mahler kwam weer in toen de Berlijnse senator (wet houder) van justitie hem, tegen de uitdrukkelijke wens van de Berlijnse SPD-burgemeester Sobbe, vanaf eind vorig jaar her haaldelijk enkele dagen „vakan tie" had toegestaan. De overtuigde marxist Mahler, die van de SPD via de buitenparle mentaire oppositie (APO) en de maoistische KPD inmiddels bij de zogenaamde „alternatieve beweging" (milieu-activisten, te genstanders van kernenergie) te recht is gekomen, heeft zich de afgelopen jaren diverse malen uitdrukkelijk van zijn vroegere RAF-opvattingen gedistan- cieerd. Daarbij heeft hij nooit, zo als enkele andere ex-RAF-leden, gehoor gegeven aan verzoeken van het openbaar ministerie om in terroristenprocessen als kroongetuige op te treden. De breuk met zijn vroegere RAF- vrienden werd voor het eerst zichtbaar toen hij in 1975 als eni ge weigerde, in ruil voor het leven van de door de „Beweging van de 2e juni" ontvoerde Berlijnse CDU-voorzitter Peter Lorenz, naar Zuid-Jemen te worden gevlogen. Deze en daarop volgende terroristi sche activiteiten sterkten hem in zijn opvatting dat dit soort aan slagen niet het volk dienen, maar zich juist tegen de bevolking richten. Later werd vanuit de ge vangenis een uitgebreid televisie interview met Mahler uitgezon den. Conservatief Duitsland sprak er schande van dat iemand als Mahler zo uitvoerig de gele genheid kreeg om zijn ideeën over een „rechtvaardige staats vorm" te ventileren. De uitdruk king „eens een terrorist, altijd een terrorist" was vaak te horen. In de jaren zestig was Mahler nog een in hoog aanzien staande ad vocaat, een specialist in civiele zaken. Daarna werd hij actief in de Socialistische Duitse Studen- tenbond (SDS), wat tot gevolg had dat hij uit de SPD werd ver wijderd. In de jaren van de stu dentenonrusten trad hij op als verdediger van activisten als Ru- di Dutschke, Fritz Teufel, Peter Brandt, Beate Klarsfeld en An dreas Baader Adder De „burgerlijke justitie" be schouwde hem als een „ergerlij ke adder". Met name in de Sprin ger-pers verschenen talrijke hit sige artikelen over Mahler. De Duitse justitie heeft nooit kun nen bewijzen dat Mahler betrok ken is geweest bij gewelddadige acties. Hij was er wel bij toen na de moordaanslag op Dutschke een woedende menigte de uitge verij van boulevardbladenmana ger Axel Springer bestormde. In 1969 kwam hij daardoor voor de eerste keer voor de rechtbank en werd veroordeeld tot 10 maanden gevangenisstraf en betaling van 250.000 mark schade aan Sprin ger. In oktober 1970 werd hij gearres teerd op verdenking te hebben meegedaan aan de bevrijding van Andreas Baader uit de gevange nis. Hiervan werd hij wegens ge brek aan bewijs echter vrijge sproken. (Door Joop Voogd, Tweede-Kamerlid voor de PvdA) Aan het verzoek om iets te schrijven ter gelegenheid van de 60ste verjaar dag van Joop den Uyl, voldoe ik graag. Onze vriendschap dateert van 1949 en ik heb hem in alle stadia van zijn politieke leven vrijwel van zeer nabij meegemaakt. Horst Mahler vlak nadat hij te horen had gekregen dat hij tot 12 jaar was veroordeeld. Dit gebeurde in 1973. Vermoedelijk komt hij over een jaar vrij. Mahler ging met onder andere Gu- drun Ensslin, Andreas Baader en Ulrike Meinhof naar het Midden- Oosten. Daar zou hij een „terro ristenopleiding" van Palestijnen hebben gekregen. Bankovervallen Teruggekeerd in de Bondsrepubliek werd hij gearresteerd. In 1973 kreeg hij 12 jaar, omdat hij het „concept van de stadsguerrilla", dat van de Rote Armee Fraktion, had onderschreven. Wegens op richting van een terroristische vereniging, de Baader-Mahler- Meinhof-groep, en wegens het plegen van bankovervallen werd hij veroordeeld. Die veroordeling is - tenminste wat betreft de aan klacht met betrekking tot de bankovervallen - tot op de dag van vandaag omstreden omdat dit nooit ondubbelzinnig is be- In 1974 werd Horst Mahler uitgeslo ten als lid van de Duitse Orde van advocaten en kreeg dus een be roepsverbod. Ook na zijn vrijla ting zal hij niet meer als advocaat kunnen optreden. De eerste kennismaking gaf al een aantal duidelijke kenmerken aan. Ik werkte toen in Den Haag en een bezoek van Den Uyl, toen directeur van de Wiardi Beekman Stichting - bij welke ik had gesolliciteerd - was mij aangekondigd. Hij kwam laat - niet tè laat. Dat beeld is nooit veranderd. Omdat hij een ongeremde interesse heeft in alles in dit leven (van een voetbal wedstrijd van Ajax' achtste elftal tot aan de modernste wetenschap pelijke literatuur) is hij een geeste lijke veelvraat, die daarmee een formidabele kennis heeft verwor ven, maar daardoor regelmatig in tijdnood kwam, naar zijn eigen woorden „dag en nacht verwissel de" en niettemin altijd nèt op tijd het artikel, de brochure of de aan tekeningen klaar had. Zijn mede werkers op de WBS leerden ermee leven en hadden - typerend voor de teamgeest die Den Uyl wist te wek ken - er eigenlijk ook nog plezier Het tweede wat mij opviel, was dat hij in dat Haagse kamertje alsmaar liep te ijsberen. Ook dat is geen on belangrijk detail, want het is symp tomatisch voor de denker die tege lijkertijd een ongeduldige doener is. Hij is, bij de WBS, de weten schap ingegaan, maar niet om ach ter de studeertafel te blijven zitten, maar om met de vergaarde weten schap wat te doen, en dat vooral voor hen, die voor Den Uyl - uit het gereformeerde nest komend, wat m.i. nog altijd (en in de gunstigste zin) merkbaar is - „de geringsten zijner broeders" waren. Het dreef hem naar het redacteurschap van Vrij Nederland en het Parool, en naar de Partij van de Arbeid. Het beeld uit 1949 zie ik nu nog vrijwel dagelijks: hij denkt lopend of hij loopt denkend. Het derde punt wat mij in Den Haag opviel. Ik wist dat hij econoom was en ik had zelf ook dat vak gestu deerd. Ik verwachtte dus een aantal vragen daarover (de dag ervoor nog gauw even in Keynes gelezen!), maar de eerste vraag was: heb je wel eens iets van Menno ter Braak gelezen? De rest van het gesprek is daarover gegaan. Een duidelijk te ken dat zijn belangstelling breed maatschappelijk gericht was en is en dat hij economische vraagstuk ken nooit los ziet van wat er met mensen mee wordt gedaan. Ik sluit niet uit dat hij meer van Ter Braak en Du Perron heeft gelezen dan velen die hem nu aanvallen om zijn rede bij de uitreikin van de P. C. Hooft-prijs aan Remco Cam- pert. Gepaard aan zijn ontembare inte resse gaat zijn ontembare werk drift. Ik geloof niet dat ik - behalve Max van der Stoel, maar die is ook een WBS-getekende! - iemand ken die zo verschrikkelijk hard kon en nog steeds kan werken. Hij beult zijn medewerkers af, omdat hij zich nauwelijks een ander werktempo kan voorstellen. Die medewerkers, ook de fractieleden, laten zich dat in het algemeen welgevallen, niet altijd zonder protest, maar niette min. Dat moet een reden hebben, en die is er ook: het respect voor de man die zichzelf geen rust gunt en die je bovendien meesleept in zijn enthousiasme en zijn vermogen je tot lid van een team te maken. Bovendien: hij kan luisteren. Die eigenschap moetje wel ontdekken, dat wel, want hij kan zeer lang doordiscussiëren, nieuwe argu menten aanvoeren, de ander uit putten. Maar wie hem goed kent, weet dat hij discussie ook uitlokt om tegenargumenten te horen en dat hij uit die soms hoog oplopende gesprekken toch iets proeft en meeneemt van de oordelen van an deren. Dat moet dan ook de verkla ring zijn van het feit dat hij zo on gewoon lang het leiderschap van de Partij van de Arbeid heeft. Die par tij heeft nogal wat stormen onder gaan en Den Uyl heeft ze overleefd: de perioden voor, van en na Nieuw Links, de botsingen met het CDA, enz. Wie zich dan kan handhaven zonder zichzelf te verloochenen, moet een zintuig hebben voor wat de organisatie en de samenleving aankunnen. En zo iemand moet ook gezag heb ben. Niet het gezag ontleend aan kettingen en linten. Niet het gezag van de onaanraakbare. Het tegen deel is het geval. Er is al vaak op gewezen dat Den Uyl zjn verlegen- heid-van-nature nooit heeft verlo ren. Als het congres van zijn partij hem, na hem eerst met kritiek te hebben bedolven, weer een staande ovatie brengt na een fascinerende, soms ontroerende en vaak visionai re slottoespraak, weet hij zich geen raad en staat met armen en benen te schutteren. Dat bepaalt ook de te genzin die hij in wezen heeft tegen demonstraties, teach-ins en derge lijke. Hij zal ze niet ontlopen, maar zou dat wel willen. Het bepaalt soms ook zijn presentatie. Voor de televisie komt hij op een aantal mensen niet goed over. Sprekend en denkend tegelijk, met half-gesloten ogen, lijkt hij een slimmeling. Jan Broeksz van de VARA heeft eens tegen hem ge zegd: jij denkt dat, als jij je ogen dichtdoet, niemand je ook ziet". Nee, het gezag ontleent hij aan het feit dat hij het niet nastreeft, maar het gewoon heeft. Niemand op het partij secretariaat die hem in het lunchuur zag tafeltennissen, be zweet, gedreven, de kleren nog iets slordiger dan anders, zou enig res pect voor hem verliezen. Het te gendeel was het geval. Ik denk dat daar „het geheim" van Den Uyl ligt. Hij kan vrienden en medewerkers tot wanhoop, soms tot woede wekken, maar hij zal zijn vrienden niet verspelen, omdat ze geweldig veel aan hem ontlenen. Werklust, gedrevenheid, sociaal gevoel, visie. En vriendschap, al kan hij die niet zo gemakkelijk verwoorden. Het was niet de bedoeling van de redactie een artikel te hebben over Den Uyl als politicus of als eco noom. Daarover is al veel geschre ven en anderen zijn veel meer be voegd om daarover te schrijven. Het ging om de vraag: wie is die nu 60-jarige mens, die zo lang en zo in tens zijn stempel heeft gedrukt op een partij en op het politieke leven in Nederland? Anderen hebben terecht vaak ge wezen op een zinsnede die Den Uyl graag hanteert: de wet is de moeder van de vrijheid. Niet vanuit de „law and order"-gedachte, niet omdat hij niet ziet dat wetten ook hun on rechtvaardigheden kennen; maar omdat die net zo vaak de bescher ming heeft geboden die de weerlo zen en zwakken in de samenleving te lang ontbeerden. En zij kunnen Den Uyl nog niet r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 4