Blik op de regio-amateurs
"Niet werkloos
toekijken hoe
de zaak instort"
Roodenburgs ere-voorzitter Henk Uiterdijk:
PAGINA 19
LEIDEN - Omdat hij niet
gekenschetst wil worden
als een nieuwe Heintje
Davids die afscheid nam
en vervolgens opgewekt
aan een come-back begon
stelt Henk Uiterdijk eerst
het volgende vast: "Ei-
genlijk ben ik nooit weg
geweest; dat ik hier weer
in de bestuurskamer van
Roodenburg zit is echt niet
zo opmerkelijk. Mijn te
rug
treden als voorzitter bete
kende natuurlijk dat ik het
wat rustiger aan wilde doen
na dertig jaar bestuurs-
werk, maar hield
niet in dat ik plotseling alle
interesse in de club verlo
ren zou hebben. Het ver
wonderde me eigenlijk dat
het toenmalige interim-
bestuur me zo weinig bij
de zaken betrok. Ik wilde
best nog wel wat doen.
Toen het op een gegeven
moment goed fout dreigde
te lopen, heb ik op ver
zoek, maar ook uit mezelf
weer wat initiatieven ont
plooid. Je kan niet werke
loos toekijken als je ziet
dat waar je zelf jaren voor
geknokt hebt zomaar inel-
kaar stort". En dan tevre
den lachend: "Maar over
het dieptepunt zijn we
heen. Er zit gelukkig weer
een stijgende lijn in".
Rijtje
De zaken in het kort op een
rijtje. Henk Uiterdijk ver
wisselde, na een uitste
kende staat van dienst bij
Roodenburg dat mede
door hem uitgroeide van
een nietig clubje tot één
van de betere ama
teurclubs in Leiden, het
voorzitterschap voor het
erevoorzitterschap. En liet
een niet op te vullen leegte
na, want wat voor pogin
gen er ook ondernomen
werden, een opvolger
bleek niet te vinden. Een
tweemanschap (Van We
zel/Vogelenzang) nam ten
slotte de zaak in handen,
maar een en ander bleek
niet te werken. Een nij
pend gebrek aan kader, de
onervarenheid van de
meeste nieuwe bestuurs
leden en het node moeten
missen van één kapitein
op de brug maakten van
Roodenburg een stuurloos
schip op woelig water, dat
sommigen al snel tot de
lippen steeg. Een paar
sprongen overboord (se
cretaris mevrouw Jansen
bijvoorbeeld) en uiteinde
lijk zonk Roodenburg, dat
een paar jaar geleden nog
deelnam aan de strijd om
het Nederlands kam
pioenschap, naar de twee
de klasse. Maar Henk Ui
terdijk had inmiddels de
pompen in werking ge
steld.
"Het ging niet langer", zegt
hij nu. "Het bestuurswerk
lag volledig stil, de sfeer
binnen de vereniging was
totaal verdwenen en nog
zo'n jaar zou wel eens de
definitieve ondergang
hebben kunnen beteke
nen. Er kwam geen
clubblad meer uit, er wa
ren geen kaart- en con
tactavonden meer, er werd
uitsluitend gekankerd,
kortom de club zat zo vast
als een huis. En niemand
stond op, niemand deed
wat. Nou, toen ben ik zelf
deo werken, gewoon om
dat het maatschappelijk
bestel wat dat aangaat
duidelijk aan het verande
ren is. Clubliefde bestaat
haast niet meer, dat is een
verouderd begrip aan het
worden. Het wordt er zo
allemaal niet eenvoudiger
op, mede ook omdat de fi
nanciën de pan uitrijzen.
De meeste clubs steunen
slechts op een paar men
sen. Dat is een gevaarlijke
situatie, want als die weg
vallen zakt het zaakje als
een pudding ineen. Ik heb
wel eens gezegd, dat als dit
zo doorgaat we over tien
jaar met het georganiseer
de voetbal in Nederland
volledig aan de grond zit
ten. Het is voor amateurs
bijna niet meer op te bren
gen".
Open vraag
Hoe uit de impasse te gera
ken is voor Henk Uiterdijk
vooralsnog een open
vraag. Verder dan opmer
kingen als: "Wè? moeten
misschien naar betaalde
krachten", of: "Laten we
hopen op betere tijden",
komt hij niet en daarom
richt hij zijn blik maar op
de nabije toekomst. "Roo
denburg moet in elk geval
lering trekken uit wat het
overkomen is. Voorkomen
dat we nogmaals met zo'n
bestuurlijke crisis gecon
fronteerd worden. Werter
is geen blijvertje, dat heeft
hij vantevoren laten we
ten. Hij is gekomen om or
de op zaken te stellen en
als alles eenmaal draait
stapt hij op. Maar er staat,
geloof ik, een opvolger
klaar. We zullen ons werk
terrein, dat lijkt met dui
delijk, ook wat moeten
verleggen. De Merenwijk
groeit en daar zullen straks
onze leden voor een groot
deel vandaan komen. Er
zit veel 'middenklasse' en
daaruit moet het kader ge-
recruteerd worden. We
zijn er mee bezig".
Optimistisch
Wat het voetbal betreft is Ui
terdijk optimistisch ge
stemd. Een korte bespie
geling: "Ach, persoonlijk
vind ik die degradatie naar
de tweede klasse geen
ramp. Die was misschien
wel nodig om de boel
grondig te reorganiseren.
En per slot van rekening
zijn we in een zéér interes
sante afdeling terecht ge
komen. Het is veel aan
trekkelijker om tegen
clubs als Lugdunum,
Blauw Zwart, LFC en
LDWS te spelen dan tel
kens naar Rotterdam te
moeten. Iedereen heeft zin
in het komende voetbal
seizoen, dat is me wel dui
delijk geworden. Ik denk
ook dat het aantrekken
van Lourens Mouter als
trainer een goede greep is
geweest. De jongens zijn
zeer over hem te spreken.
Dat is erg belangrijk, want
als het met het eerste elftal
goed gaat, gaat het met de
rest van de club ook goed.
Dan lossen allerlei
probleempjes zich vanzelf
op. Gaat het minder dan
kijkt men opeens tegen al
die dingen op. Voor je het
weet zit je dan weer in het
schip
AD VAN KAAM
Henk Uiterdijk: achter de schermen de zaak in de gaten houden
maar gaan kijken. Ik vond
Jan Werter, mijn buurman
en goed op de hoogte van
de situatie in Leiden
Noord en binnen de club,
bereid om althans tijdelijk
de touwtjes in handen te
nemen en onder zijn lei
ding werd begonnen met
een grote schoonmaak. Er
zijn koppen gevallen, ook
die van de trainer. Maar
het resultaat was bevredi
gend, want hoewel degra
datie van sommige teams
niet meer te vermijden was
woei er plotseling een fris
se wind. Men zag in dat het
goed mis was gegaan en
iedereen bleek bereid om
te trachten de zaak weer
gezond te maken. Er is ook
weer een compleet be
stuur".
Verheugd
Henk Uiterdijk, die na zijn
'coup' overigens weer snel
verdween in de anonimi
teit van 'achter de scher
men' om van daaruit het
clubblad te redigeren, is
dan wel verheugd dat het
directe gevaar van een
permanente afglijding ge
keerd is, maar steekt toch
alvast een waarschuwend
vingertje in de lucht. "De
dreiging dat als het maar
even misgaat de hele boel
inelkaar zakt hangt mo
menteel elke amateurclub
boven het hoofd. De orga
nisatie is topzwaar gewor
den. De materie is zo
moeilijk dat de gewone
man er niets meer van be
grijpt en die krijg je dan
ook niet meer voor een be
stuursfunctie. En mensen
die het wel bevatten, halve
academici dus, stappen er
ook niet in. Verder wordt
het steeds moeilijker om
mensen te werven die pro