„Dit is voor ons een
noodgedwongen vakantie"
Spellinggids, een steun voor de onderwijzers
Dubliek
Tijdelijke gasten Huis ter Duin hebben
veel heimwee naar Hillegomse vrienden
Vanmiddag 3 uur wordt in Hillegom het hoogste
punt bereikt van het geheel gerenoveerde bejaar
dentehuis Bloemswaard. De bewoners zijn voor
zolartg de opknapbeurt duurt (naar verwachting
zal het nieuwe Bloemswaard eind december in
gebruik kunnen worden genomen), onderge
bracht in het voormalige hotel Huis ter Duin te
Noordwijk. Zij wonen daar nu reeds een kleine
acht maanden. Om te peilen hoe de stemming
onder de bewoners is, zijn wijmijn collega Conny
Smits en ik, woensdag even wezen buurten. Hier
onder onze bevindingen op de vraag in hoeverre
het spreekwoord 'oude bomen moet je niet ver
kassen' voor de bewoners van Huize Bloems
waard opgaat.
door
Sjak
Jansen
Elke ochtend, steevast om tien uur, ga ik de stad en
regio in, op zoek naar mensen en dingen voor deze
rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok
slag tien aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215.
Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom.
Mevrouw Glas De heer De Jong: Jk verveel me niet".
Directeur H. J. Wamelink- zei
het al bij onze binnenkomst.
„De ruim 100 bewoners hier
hebben in Huis ter Duin alles
wat hun hartje begeeit, toch
gaan ze liever vandaag naar
Hillegom terug dan morgen.
Velen hebben heimwee."
„In Hillegom hebben verreweg
de meesten hun familie en
kennissen. Nu ze in Noord-
wijk zitten, komen vrienden
en kennissen niet zo maar
even binnenlopen. Die ver
mindering van bezoek valt
voor vele bewoners moeilijk
te verteren."
Het is half elf. Vanuit alle hoe
ken van het statige Huis ter
Duin spoeden bejaarden zich
naar de grote zaal, waar elke
ochtend gezamenlijk de kof
fie wordt gedronken.
Ook Hillegommer J. D. de Jong
wandelt er naar toe. Welis
waar is hij met zijn 68 jaren
één van de jongsten in
Bloemswaard, toch vertoeft
hij er al heel wat jaartjes. Hij is
destijds met zijn ouders mee
gekomen.
De Jong is zeer te spreken over
het huidige onderkomen op
de Noordwijkse duintop. „Er
is hier een uitstekende ver
zorging, het personeel doet
erg zijn best om het de men
sen naar hun zin te maken."
Koffie schenken
De Jong is één van de weinige
Bloemswaardbewoners, die
niet klaagt over de terugloop
van het bezoek. „Ik verveel
me hier geen moment. Als ik;
even niets te doen heb, ga ik
de zusters helpen met koffie
schenken.''
De Jong kan dat makkelijk zeg
gen. Hij is nog erg vitaal en in
tegenstelling tot het leeuwe-
deel van zijn medebewoners
is het beklimmen van de
steile laan naar Huis ter Duin
voor hem een fluitje van een
cent.
Luister maar eens naar het
echtpaar Brouwer op kamer
167. „Het is hier met die
drempels bijvoorbeeld heel
erg wennen geweest. In
Bloemswaard was bijna alles
berekend op oudere men
sen", zegt mevrouw Brouwer
(73), die zich uitsluitend met
behulp van een looprek kan
verplaatsen.
Eetlust
Haar man (85), die opmerkt dat
zijn eetlust in Huis ter Duin
een stuk minder is geworden,
zegt elke dag naar Hillegom
terug te verlangen. „Noord-
wij kers zeggen wel dat de zee
er elke minuut anders uit ziet,
ik merk er anders weinig van.
Ben er al weken lang op uit
gekeken."
„Ondanks dat wij in de grootste
kamer wonen, hebben we
toch behoorlijk wat spulletjes
in Hillegom achter moeten la
ten. En dan mag koning Bou-
dewijn m deze kamer gelo
geerd hebben, toch hangt het
me hier mijlenver de keel
uit."
Wat volgens de heer Brouwer
voor de bewoners ook een
hele verandering is geweest,
.was dat wegens een gebrek
aan kamers sommige alleen
staanden met z'n tweeën op
één kamer moesten. Ze
mochten weliswaar zelf kie
zen met wie zij de kamer wil
den delen, maar je weet hoe
dat gaat."
„De eerste weken kunnen ze het
opperbest met elkaar vinden.
Maar na verloop van tijd bo
tert dat niet meer. Ja, wat wil
je als je de hele dag op eikaars
lip zit. Ja, we verlangen alle
maal naar de Kerst. De direc
teur heeft gezegd dat we te
gen die tijd kunnen verhuizen
naar het nieuwe Bloems
waard.
Ontvangst
„Geen kwaad woord over de
verzorging hoor. Niets is het
personeel hier te veel. Toen
we van Hillegom hierheen
verhuisden, werden we heel
hartelijk onthaald. De vlag
gen hingen uit. Heus!"
Zijn vrouw. „Als we nu wat
mooier weer hadden gehad,
was er misschien nog iets van
te maken geweest. Je moet
weten dat we bijna de deur
niet uitkomen. En nu zegt u
wel frisse zeelucht. Maar met
Heuvels
De heer W. van Zuylen op ka
mer 161 heeft weer andere
liefhebberijen. Wanneer wij
zijn kamer binnenstappen zit
hij, een sigaretje rokend, ge
bogen over een boek.
„Het is maar goed dat ik gek ben
op lezen", grijnst hij wat ver
legen. „Ja, die zee ken ik zo
langzamerhand wel. In Hille
gom ging ik nog wel es een
stukje fietsen. Maar met die
heuvels hier en vooral dat
slechte weer, waag ik me daar
niet aan."
„Je raakt hier uitgekeken",
vindt hij. „Effe een middagje
naar je kennissen in Hille
gom, is er niet meer bij. En dat
zij het initiatief nemen om
langs te komen, gebeurt nu
ook weer niet zo vaak."
Bezoek
Onbewust snijdt ook de heer
Van Zuylen hét onderwerp
van gesprek in Huis ter Duin
aan. Helemaal onbegrijpelijk
is het niet, dat de frequentie
van het bezoek een gevoelige
ik f0 m
mijn reumatiek kunnen we de
ramen echt niet open heb
ben."
„Gelukkig dat mijn man nog
zijn kaartclub heeft", zegt
mevrouw Brouwer. „Ja, maar
vanmiddag kan ik het wel
vergeten", aldus haar man.
„Een van de mensen, met wie
ik klaverjas, is ziek."
gekregen,
or menig
niet
de busver-
i ook weer
knauw heeft
Noordwijk is
Hillegommer
naast de deur
bindingen zijn
niet je van het.
Als laatste bezoeken we me
vrouw Glas. De 76-jarige
Hillegomse heeft juist haar
leeftijdgenote
over de zee hangt, hoef je niet
voor het raam te gaan zitten.
Bah!"
De dames vertrouwen ons toe
dat zij hun verblijf in Huis ter
Duin louter beschouwen als
een noodgedwongen vakan
tie. „Wij maken ervan wat er
van te maken valt", zeggen ze
nog eens. „Wij kunnen hier
best uit de voeten. We hebben
hier een zangkoor en er wor
den regelmatig kienavondjes
georganiseerd."
Saamhorigheid
„Ja hoor, wij vermaken ons hier
wel", zegt mevrouw Glas.
„Mijn kinderen wonen een
stuk uit de buurt, aan weinig
bezoek ben ik gewend. Toch
vind ik het reuze gezellig
hoor. Het saamhorigheidsge
voel is hier erg sterk."
„Het personeel en de directeur
leven enorm met ons mee.
Laatst kwam meneer Wame
link van vakantie terug. Is hij
iedereen even goeiedag ko
men zeggen. Hij vroeg toen
ook hoe het er mee was. Ziet
u. Aardig niet?"
Het echtpaar Brouwer: „Liever vandaag terug dan morgen".
Noordermeer op de koffie. De
twee dames blijken het heel
goed met elkaar te kunnen
vinden.
„We gaan vaak samen wandelen
in de duinen. Ja, we maken
ervan wat er van te maken
valt", zegt Mevrouw Noor
dermeer. Bang om te ver
dwalen zijn ze, in tegenstel
ling tot een andere bewoon
ster, bepaald niet.
anders geweest. Mevrouw
Noordermeer „Toen ik hoor
de dat we vanwege die reno
vatie naar Huis ter Duin gin
gen heb ik het ontzettend te
kwaad gehad."
„Anderen vonden het in het be
gin wel leuk. Die riepen: 'hee
fijn, Juliaantje is daar ook
geweest en koningin Astrid
heeft er gelogeerd'. We vroe
gen ons allemaal af wie haaf
kamer zou krijgen."
Remeiland
Mevrouw Glas: „De meesten
dachten een mooie zomer aan
het strand door te kunnen
brengen. Nou, kijk zelf maar
naar buiten. Soms kun je het
Remeiland nog zien maar met
die waas die de laatste dagen
Te kwaad
„Het hotel is altijd te zien", w_~.
mevrouw Glas. „Ja, wat dat
betreft is het fijn dat het zo
hoog gelegen is. Buiten dat, je
loopt hier steeds in dé rondte.
En die heuvel op: dat gaat
gelukkig nog net."
De dames zijn opmerkelijk
goed geluimd. Toch is dat wel
Resultaat van spellingonderwijs is vaak bedroevend
ARNHEM - De spelling van het
Nederlands is en blijft voor
ontelbaren een regelrechte
beproeving. Niet alleen voor
de kinderen die het moeten
leren, ook voor hun onderwij
zers. Zij beheersen dit onder
deel van de taal weliswaar
wel, maar moeten maar zien
hun kennis over te dragen.
Dat mislukt vaker dan een
zichzelf respecterende leer
kracht lief is. Reden waarom
de Onderwijsbegeleidings
dienst van het gewest Arn
hem (OBD) pal voor de start
van het nieuwe schoolseizoen
met een hulpmiddel op de
markt verschijnt: een spel
linggids.
Deze gids is niet bedoeld om in
een klap het spellingonder
wijs aan de circa 160 door de
dienst in en om Arnhem be
geleide scholen tot een
probleemloos gebeuren te
maken. Hij is niet meer, maar
ook niet minder dan een
steun voor die onderwijzers,
die niet berusten in de consta
tering dat het resultaat van
spellingonderwijs nu een
maal in schrille tegenstelling
staat tot de tijd die eraan
wordt besteed.
De samenstellers van de gids
onder leiding van neerlandi
cus Hans Egon van Wessel,
hebben niet de pretentie
pasklare oplossingen voor de
problemen te leveren. Naar
hun mening moet de gids
vooral worden beschouwd als
een vraagbaak. Of, zoals Van
Wessel het zegt „Een middel
Groot deel
De huidige spelling van de
standaardtaal mag dan door
menig taalhervormer worden
verafschuwd, het blijft een
taalelement dat geleerd moet
worden. „Een noodzakelijk
kwaad", aldus Van Wessel,
dat volgens hem evenwel niet
zo belangrijk is als het aantal
uren dat er op lagere scholen
les in wordt gegeven doet
denken.
De taallessen bij het basison
derwijs bestaan nog altijd
voor een belangrijk deel uit
spellingonderwijs. Niet om
dat de leerkrachten daar zo
dol op zijn, maar omdat die
extra aandacht vooral door
het verleden is bepaald.
De laatste jaren is weliswaar
een kentering ten gunste van
andere taalaspecten als taal
beheersing en communica
tieve vaardigheden bespeur
baar, maar de leermethodes
aan de hand waarvan de on
derwijzer zijn kennis over
draagt, hebben die ontwik
keling niet bijgebeend.
Gevolg hiervan is dat nog altijd
op veel scholen onevenredig
veel tijd aan spellingonder
wijs wordt besteed. Scholen
in Arnhem en omgeving heb
ben hierover geklaagd, ande
re hebben twijfels over de
didactiek van het spellingon
derwijs en weer andere vin
den de koppeling taai-spel
ling te kunstmatig.
Hoewel spellingonderwijs al
vele lesuren in beslag neemt,
bestaat nog maar al te vaak de
neiging die aandacht nog uit
te breiden. Van Wessel: „Zo
dra de uitkomsten van de Ci-
to-toets binnen zijn, schrik
ken sommigen zich wezen
loos. En alsof het een soort au
tomatisme is, wordt dan maar
besloten nog meer tijd aan die
spelling te besteden".
Een dergelijke reactie laat de
leerkracht, die straks de spel
linggids gaat hanteren, naar
alle waarschijnlijkheid wel
uit zijn hoofd. Hij zal zijn ei
gen spellingonderwijs gaan
schoeien op een leest die leidt
tot minder uren spelling per
week, maar een beter rende
ment.
De samenstellers van de gids
geven daartoe, nadat zij de
veel gebruikte taalmethodes
aan een kritisch, vergelijkend
oordeel hadden onderwor
pen, tal van mogelijkheden.
Hun conclusie dat de door
snee-taalmethode zelfs het
kleine beetje systematiek, dat
nodig is om een toch vooral
technisch onderdeel als spel
ling in het hoofd te krijgen,
dient daarbij slechts als prik
kel het routinematig lesgeven
te doorbreken.
Hans Egon van Wessel ver
wacht niet dat op alle 160 ba
sisscholen straks het spel
lingonderwijs aan de hand
van de spellinggids zal wor
den bijgesteld. Menig onder
wijzer is bovendien, veront
rust door de slechte spellin
gresultaten, zelf aan het ver
anderen geslagen.
„Spelling blijft, hoewel een
noodzakelijk kwaad, natuur
lijk best wel belangrijk. Ie
dereen kan maar niet op eigen
houtje wat gaan aanromme
len. Als je een auto wilt bestu
ren, moet je ook bepaalde re
gels leren".
En die onderwijsinstructeurs,
die worstelen met de vraag,
hoe leer ik mijn kinderen die
spellingregels, kunnen via de
spellinggids straks de aanzet
geven tot een oplossing van
die problemen, die dit onder
deel van het taalonderwijs
voor zowel kind als leerkracht
tot een regelmatige kwelling
maken.
RENE AVESKAMP
De heer Van Zuylen: „Fietsen kan hier niet'