VRIJDAG 10 AUGUSTUS 1979 DEN HAAG - „Ik heb er geen rancuneus gevoel aan over gehouden. Daar heb ik nooit last van. Die periode met dat stuk van het CDA is voorbij. Het gaf veel opwinding. Maar ik heb er geen moment slecht van geslapen. Als ik m'n bed zie, dan slaap ik". Dr. Neelie Smit-Kroes wekt tijdens het gesprek dat wij met haar hebben geen moment de indruk dat haar gerucht makende aanvaring met de CDA-top littekens heeft achtergelaten. Eind mei had zij die partij ervan beschul digd dat de weg werd geplaveid voor een breuk met de WD en een nieuw verbond met de PvdA. De hele CDA- top ontstak in woede. Steenkamp eis te en kreeg excuses. Tot twee maal toe. Later bleken er wel degelijk stukken te bestaan die voeding zou den kunnen geven voor de beschul digingen die Smit-Kroes had geuit. Afgesloten „Die affaire is afgesloten. Ik zeg daar niks meer over. Nee, niemand heeft me gezegd dat ik er verder mijn mond over moet houden. Maar ik ga niet in discussies treden over data. Ik heb gezegd dat de stukken die later op tafel zijn gekomen voor zichzelf spre ken. En daar laat ik het bij. Ik heb Steenkamp beloofd dat ik niet meer zal doorwroeten. - Dat moet toch onbevredigend zijn. Veel commentatoren hebben achter af gezegd: naar de strekking had Neelie gelijk. „Onbevredigend is het, natuurlijk. Maar ik wil geloofwaardig blijven te genover mensen die mij in vertrou wen hebben genomen. Ik heb nu eenmaal de beslissing genomen om mijn bron niet te noemen. Dat princi pe hou ik overeind. Ik had dus niet moeten zeggen dat ik over „tastbare bewijzen" beschik. Want die tastbare bewijzen kan ik niet op tafel leggen zonder mijn bron in moeilijkheden te brengen". Eigen land Het is de dag voordat ze op vakantie gaat. Ze heeft het advies opgevolgd van CD A-minister Andriessen om in eigen land op vakantie te gaan. Een geplande vakantie in Italië werd ge schrapt. In plaats daarvan fietste ze met haar man en zoon de afgelopen week door Drenthe. Ongetwijfeld herkend en nagekeken door veel toe risten. „Die bekendheid, daar moetje niet tra gisch over doen". Ze beaamt dat de affaire van de laatste maanden aan zienlijk tot haar bekendheid heeft bijgedragen. Maar ze hoopt aan het eind van de rit van dit kabinet toch meer naam gemaakt te hebben door haar beleid als staatssecretaris van verkeer en waterstaat, dan door haar aanvaring met de CDA-top. Vindt ze achteraf dat ze beter haar mond dicht had kunnen houden? Zonder een spoor van aarzeling: „Oh neen. Het is voor mij een wet datje de kiezers moet zeggen hoe het er voor staat. Ik vind dat ik het moest zeggen, en ook dat ik het mocht zeggen. En wat dat betreft zal ik me in de toe komst niet anders opstellen. In mijn hele dagelijkse functioneren ben ik gewend om de dingen nogal recht voor zijn raap te zeggen. En dat zal niet veranderen". Waarom? - Maar waarom dan tot twee maal toe excuses aangeboden? „Kennelijk vond men dat nodig. En nogmaals: ik kon het stuk, het „tast bare bewijs" waarvan ik sprak, niet op tafel leggen zonder mijn bron in verlegenheid te brengen". - Was u bang a r politieke c „Nee, ik geloof trouwens niet dat de politiek aan geloofwaardigheid zou winnen als om dit soort zaken poli tieke carrières in gevaar zouden ko- - u brengt uw beleid nogal publiciteits- gevoelig over het voetlicht. Veel van uw collega's slagen daar niet in. Mis schien heeft in het CDA enige jaloezie meegespeeld? „Daar heb ik me niet in verdiept. De kritiek die ze in deze affaire op me hadden heb ik op zakelijke basis pro beren te pareren. Ik geloof niet dat op de persoon is gespeeld. Iedereen in de politiek moet zelf uitmaken hoe hij of zij de zaken over het voetlicht brengt. Staatssecretaris Neelie Smit-Kroes (VVD) baarde drie maanden geleden groot opzien met haar beschuldiging dat het CDA weer naar de PvdA zou verlangen. De gerucht makende affaire werd uiteindelijk met de mantel der liefde bedekt. Een van haar openhartige uitspraken nu tegenover onze verslaggever Frans de Lugt: „Ik vind dat ik het moest zeggen en ook dat ik het mocht zeggen". De kleur van je haar mag daarin geen rol spelen. Ik verwacht niet dat ie mand onder de indruk komt door een bericht in de Staatscourant. Als be windsman of vrouw moet je de poli tiek onder de mensen brengen. Poli tiek is van de mensen en voor de mensen". Theatraal „Dat klinkt theatraal, maar zo is het wel en niet anders. Je moet met de zaken waar je mee te maken hebt, en dus ook met je beleid, zeggen waar het op staat. Je moet duidelijk maken watje wilt en watje doet, en de mensen voor je gedachten proberen te winnen. Dat ik de krant zo vaak haal, daar kan ik de bezwaren niet van inzien. Je moet juist oppassen dat je de politiek niet bedrijft vanuit een ivoren toren. Op passen dat je niet ondergaat in dat moeilijke jargon waarin de politiek en het beleid voor de mensen onbe grijpelijk worden. Ik zou mezelf niet - U geniet van uw werk, hè? „Oh ja, ik vind dit werk zalig. Als ik zou kunnen uitknippen wat ik in de poli tiek zou willen doen, dan zou dat he lemaal zijn wat ik nu onder handen heb, verkeer en waterstaat". Sommigen zien in de aanspreicenae, goedogende Neelie Smit-Kroes een „nieuwe Haja", maar zijzelf ziet zich als 38-jarig WD-politicus niet in de rol van liberale leidsvrouwe. „Ik ben niet zo door het partijpolitiek gebeu ren gegrepen dat ik dit nooit meer los zou kunnen laten. Ik voel dat niet zo. Ik ambieer geen functie in de partij. Ik zie in mezelf geen tweede Haja. Het werk dat ik nu doe, dat boeit me bui tengewoon". - Maar dat kan over twee jaar afgelopen zijn. U moet maar afwachten of u in een nieuw kabinet op deze post kunt terugkeren, zoals het ook onzeker is kabinet „Dat klopt. Het is helemaal open wat ik dan, in 1981 zou gaan doen. Je moet bereid zijn terug te keren in de Twee de Kamer. In principe moet je daar voor beschikbaar zijn. Het hangt af van de omstandigheden. Ik vind het moeilijk om die nu te overzien. Je zit natuurlijk ook met de vraag of je par tij je in de Kamer terug wil. Enige voorzichtigheid is op z'n plaats. Oud bewindslieden moeten, als ze in de Tweede Kamer terugkeren, net zo gemotiveerd zijn als nieuwe kamer leden. En ik heb voldoende realiteits zin om er niet helemaal zeker van te zijn of dat wel altijd het geval is. Daar zijn voorbeelden genoeg van. Ik weet het nog niet. Ik zie het wel wanneer het zover is". We maken een sprongetje«naar het be leid waarvoor drs. Smit-Kroes ver antwoordelijk is. Nederland kent haar immers niet alleen van de wor stelpartij met Steenkamp, maar ook als de vrouw die de binnenschippers bedwong, van het wegvervoer, van de DC-10, van de KLM en van de FIT. Haar voorganger, de radicale dr. Mi chel van Huiten, had het zwaar te verduren onder de ene na de andere blokkade, Smit-Kroes mag wat dat betreft niet mopperen. Wat is het we zenlijke verschil tussen haar beleid en dat van haar voorganger? Smit-Kroes: „Ik stel het onderne mingsgewijze karakter van de be drijfstakken centraal. Ik probeer het kader te scheppen voor een zo gezond mogelijke bedrijfsvoering. Het ver voer is een zelfstandige economische activiteit. Het is gigantisch wat het Nederlandse vervoer presteert. Als je ziet hoeveel bedrijfstakken bij de overheid aankloppen voor steun. In het vervoer zie je dat niet. Daar hoe ven ze niet de hand op te houden, daar bedruipen ze zichzelf. We moeten proberen om het klimaat zo te hou den, dat ze het zelf kunnen blijven doen, dat ze niet afhankelijk worden van de overheid". - De energiecrisis? „De hemel is niet wolkenloos. Maar daar hoeven we niet zwartgallig over te doen. De vervoerssector is sterk afhankelijk van een voldoende ener gievoorziening. Besparingen zullen we niet in de eerste plaats in die sec tor moeten zoeken. Een bijdrage aan de bezuinigingen? Dat wel, iedereen moet zijn aandeel leveren. Maar de misvatting moet met de kop op steken dat het vervoer wel even de problemen kan oplossen. Als men denkt de kraan in deze sector wel even dicht te kunnen draaien, dan vindt men mij vierkant tegenover zich. Het vervoer is wezenlijk voor de samenleving. Je kunt niet zonder. Er komt geen boterham op je bord zon der dat er vervoer aan te pas is geko- - De krapte in dieselolie? „Dat is een tijdelijk probleem. Er is geen reden voor dieselangst. In elk geval niet meer of minder dan voor andere brandstoffen". - Het front van de binnenschippers, het lijkt rustig daar. „We hebben afgelopen winter een actie gehad. Ik ben niet tegen acties, als ze maar constructief zijn. We trekken er nu hard aan om gestalte te geven aan wat we toen afgesproken hebben. We proberen in de binnenvaart tot een gezonde bedrijfstak te komen. Of het rustig zal blijven in die tak durf ik niet te zeggen. We verkeren in een sfeer waarin we goed met elkaar praten. Wezenlijk is dat ik niet over het hoofd van de schippers heen een beleid voer, maar in samenspraak met hen. Ik heb niet de houding dat ik het be ter weet dan zijzelf. Dat is tevens het verschil met mijn voorganger". - De DC-10 vliegt weer. Welke conclu sies zijn er getrokken? „Dat ongeluk in Chicago was een af schuwelijke zaak. Nu we alle feiten kennen, durf ik te zeggen: het had niet hoeven te gebeuren. Het onder houd in de VS is met dit toestel niet goed geweest. Er is afgeweken van de voorgeschreven onderhoudssche- ma's. 't Is net als met een veilige auto, bij slecht onderhoud kunnen er on gelukken gebeuren. De DC-10 is één van de veiligste vliegmachines. Er is hier een extra inspectie geweest. Maar wij hebben ons aan de onder houdsvoorschriften gehouden. We kijken met nog meer aandacht naar de veiligheidsvoorschriften, maar di recte gevolgen voor de DC-10-toe- stellen die bij Nederlandse maat- schappije n in gebruik zijn, heeft het ongeluk in de VS verder niet". zo? „Het is met ons beleid dat ze absoluut nooit verhoogd zullen worden. We hebben in dat tarievenbeleid een zeer grote matiging weten te\ betrachten. Dat die tarieven, zij het zeer matig, nog eens worden verhoogd, sluit ik niet uit. De einddiscussie over de PTT-begroting is nog niet in het ka binet geweest. Over een eventuele verhoging staat dus nog niets vast". Tot slot u hebt uw voorkeur uitge sproken voor Hans Wiegel als WD- leider. Dat is u. nu Rietkerk de poli tiek leider is, niet in dank afgenomen. U blijft een fan van Wiegel? „Het heeft weinig te maken met fan-zijn of niet. Rietkerk mag ik ook bijzonder graag. Maar we moeten wel zo reeel zijn om te erkennen dat de WD van nu voor een groot deel te danken is aan het leiderschap van Hans".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 17