Nieuwe stro halm voor KNIL Geduld schone PAGINA 15 Beelden uit een nog niet zo ver verledenwaarover nog altijd niet is afgerekend. KNIL-militairen in actie tijdens een zuiveringin de omgeving van Ainbawara. NOORD WIJK/LEIDEN -Al drieënhalf jaar lang, elke werkdag weer, nestelt Leidenaar Ernest Claproth zich tijdens het uurtje lunchpauze op de publieke tribune van de Tweede Kamer. De oren gespitst en zijn boterhammen intussen veroberend, luistert hij naar wat daar beneden hem door de heren volksver tegenwoordigers naar voren wordt gebracht. Niet dat het Bestek '81 hem ook maar één zier kan sche len. De Interesse van Claproth gaat eigenlijk maar uit naar één onderwerp, het KNIL, het voormalig Koninklijk Nederlands-Indische Leger, waarin hij destijds als soldaat tegen de Japanners heeft ge vochten. Maar in die dikke drie jaar, hij heeft dat nauwkeurig geturfd, is het maar twee keer voorge komen dat hij op die tribune iets over het KNIL opving. Erg veel is dat niet. Maar ge duld is een schone zaak. Hoewel. Claproth is een van de duizenden oud-KNIL-mi- litairen die inmiddels al 34 jaar tevergeefs uitkijken naar soldij over de ruim drie jaar (1942-1945) dat ze in Japanse krijgsgevangenschap zaten. De vraag is of vadertje staat ooit nog de knip open zal trekken. Steeds meer oud-KNIL'ers hebben daar een hard hoofd in. En zeg maar niet dat ze er niet achteraan hebben geze ten. Sinds duidelijk werd dat de Nederlandse regering niet van zins was achterstalli ge soldij uit te keren heeft menige stichting en belan genvereniging het licht ge zien met het vizier steeds ge richt op één doel: toch uitbe taling. De Stichting Rechtsherstel KNIL, de Stichting Neder landse Ereschulden, Stavast, Nu of Nooit en nog wat. Stuk voor stuk strohalmen waar aan de oud-strijders zich in eerste instantie gretig vast klampten om dan al weer snel tot de conclusie te komen dat het einddoel nog ver te zoe ken was. Robuust Ze voeren nog steeds hun strijd al is van enig robuust wapen gekletter nimmer sprake. Het actievoeren gebeurt door gaans via de gezapige politie ke en juridische kanalen Slechts sporadisch, en dan nog in het diepste geheim, waagt men een onschuldige actie te beramen. In eerste in stantie zijn die acties bedoeld om Nederland "eindelijk eens flink wakker te schudden" maar wat is de praktijk? Nemen we als voorbeeld de Stichting Rechtsherstel KNIL. Kwam in september '77 in het nieuws door op het Binnenhof in Den Haag, vlak voor de ingang van de Twee de Kamer, demonstratief vier in uniform gestoken oud- KNIL-militairen te posteren en die vertoning is sindsdien geprolongeerd. Elke dinsdagmiddag weer. Alle seizoenen. De acteurs, gere- cruteerd uit de op scherp staande achterban, wisselen, de uniformen zijn steeds de zelfde. Al een paar keer op wacht heeft gestaan de toen dienstplichtig soldaat 2e klas Van Namen uit Haarlem. "Het is omdat ik mij destijds als vrijwilliger heb aange meld," zegt hij, "maar anders zou ik al lang voor de eer heb ben bedankt. Dan bleef ik weg van het Binnenhof. Want wat haalt het aan die verto ning? Volgens mij is het re sultaat nihil. De mensen kij ken je niet eens meer aan. Je bent lucht voor ze. Alsof je een lepraleider bent." Bedroevend De voorzitter van de stichting, kolonel mr. Gillebaard uit Epe, peinst er echter niet over om zijn geregelde Binnenhof troepen terug te roepen. Al hoewel ook hij bekent dat de resultaten van het eenzame posten bedroevend zijn. "Al les wat we tot nu toe hebben bereikt is dat we één Kamer lid voor onze zaak hebben gewonnen. De rest gelooft het wel. Is of te jong om zich een voorstelling te kunnen ma ken van het KNIL en van de ouderen hebben de meesten boter op het hoofd. Maar dit is toch een beginnetje. Kijk, we beseffen heel goed dat be kering tijd kost. En wat dat betreft is ons geduld onein dig." Het wachten tot Sint Juttemus gaat anderen echter niet zo gemakkelijk af. Daarom is deze maand opgericht de Landelijke Actie Organisatie (LAO), die door de initiatief nemers wordt beschouwd als de allerlaatste strohalm in de strijd om de soldij. Aan het roer staat de nu in Belgie wo nende oud KNIL-militair H. W. Jongboer, die zich onder tussen heeft verzekerd van de steun van onder meer de hij,"hebben we afgezien. "Dat zet geen zoden aan de dijk. Bovendien jaag je veel deel nemers daarmee op kosten. En die kant moeten we niet op. De acties moeten meer ge spreid worden gevoerd, We zijn nu zover dat we in elk dis trict in Nederland direct mensen inzetbaar hebben. We zouden bijvoorbeeld duizend man kunnen inzetten om de stroom forensen naar Den Haag op te houden, op het zelfde tijdstip met tweedui zend man Utrecht lam leggen en ook nog eens met tweedui zend man de toegang tot het industriegebied Rotterdam blokkeren." "En als we dan ook nog eens wat openbare gebouwen be zetten zal het Nederlandse volk weten dat het menens met ons is. Dat de maat hele maal vol is. En als we dan nog ons zin niet krijgen? Ja, dan zullen we nog een stapje ver der moeten", zegt Emmen, "maar geen wapens, dat nooit. Zoveel discipline heb ben we nog wel". Visueel De LAO wil m de komende tijd ook op het, wat men noemt, visuele vlak slag gaan leve ren. En dat betekent dat men met name de tv zover pro beert te krijgen documentai res over het voormalig Ne derlands-Indisch leger uit te zenden. Tot nu toe heeft de LAO tevergeefs gezocht naar dergelijke films. "Maar ze moeten ergens zijn", zegt Claproth. "We weten bij voorbeeld pertinent zeker dat de Legervoorlichtingsdienst een film heeft gemaakt van de eerste dagen van onze strijd in Indië. Maar hij is opeens ner gens meer te vinden. Dan moeten ze maar wat lenen bij de BBC". "Kijk", zegt Claproth, "het na deel van de acties die tot nu toe door de KNIL-organisa- ties zijn gevoerd, is dat ze de mensen nauwelijks aanspre ken. Hoe anders was dat toen een paar jaar terug de Zuid- molukkers geweld pleegden. Die kregen toen wel alle aan dacht. Een hele week lang. Ik zeg niet dat we daarom zo'n koers moeten gaan varen. Maar het wordt wel eens tijd dat het Nederlandse volk ook eens te zien krijgt *wat wy hebben gepresteerd. En gele den. Een film als Holocaust krijgt wel de ruimte op tv. Waarom wij dan helemaal niets?" Hoe zit dat nu eigenlijk met die soldij-kwestie? De gouver neur van Nederlands-Indië verklaarde eind 1941, namens de Nederlandse regering, de oorlog aan Japan, dat aan vallen uitvoerde op Ameri kaans en Brits grondgebied. De Japanse strijdkrachten werden tegemoet getreden met ongeveer 40.000 man schappen, tesamen vormend het Koninklijk Nederlands- Indisch Leger (KNIL). De strijd was in een mum van tijd beslist. Het KNIL, met een ruggegraat van inheemse troepen (Ambonezen, Java nen, Madoerezen, Timorezen, Chinezen) werd volledig on der de voet gelopen en de meesten krijgsgevangen ge zet. Drie jaar Die situatie duurde tot augus tus 1945. Over die ruim drie jaar krijgsgevangenschap is slechts een klein deel soldij uitbetaald. Nog geen vijfde. Vlak na de oorlog is gepro beerd geld los te krijgen van het Indische gouvernement maar dat liet toen weten plat zak te zijn. Latere pogingen (toen was de zelfstandigheid van Indone sië inmiddels een feit) liepen ook op niets uit. Ook de Ne derlandse regering maakte geen aanstalten te betalen. Die verschool zich achter het argument dat op de Ronde Tafelconferentie van 1949 (de aanzet tot de zelfstandigheid van Indonesië) was beslist dat de nieuwe staat de rechten en plichten van het voormalig Nederlands-Indie op zich zou nemen. Dc uitbetaling van de KNIL-militairen dus ook. Nadat duidelijk was geworden dat er in Indonesië niets viel te halen hebben de enkele tienduizenden oud-KNIL- militairen hun hoop geves tigd op de Nederlandse rege ring. Het gaat daarbij om for se bedragen. Zo probeert de Stichting Rechtsherstel KNIL via de rechter 200 mil joen los te krijgen. Het proces loopt twee jaar nu en leek op een dood spoor te zijn ge raakt. Maar volgens voorzitter mr. Gillebaard komt de stich ting binnenkort met "nieuw en belastend bewijsmate riaal". Koningin Ergens heeft men een toespraak achterhaald van koningin Wilhelmina waarin zij de KNIL-militairen een toezeg ging doet over de soldij in krijgsgevangenschap. Bij het rijksinstituut voor oorlogs documentatie weet men niets van een dergelijke toespraak. Zo die er zou zijn geweest moet die voorkomen in het boekwerk waarin alle toe spraken van koningin Wil helmina zijn gebundeld. Wat die .toespraak betreft, Noordwijker Emmen be schikt over een krant, die zijn vrouw van een vakantie in Californië heeft meegenomen en waarin ook melding wordt gemaakt van die toespraak van de koningin. Er zou zelfs een geluidsbandje van be staan. Ook het LAO wil geld zien. Elke KNIL-militair die daar recht op heeft moet, zo hebben be stuursleden onlangs bere kend, een bedrag van 16.500 gulden worden uitgekeerd. Belastingvrij. Nederland zou dat komen te staan op een be drag van pakweg 660 miljoen gulden aan achterstallig sol dij. Dat is nogal wat. "Weet ik", zegt Emmen, "maar we stellen er wel wat tegenover. Want we gaan er van uit dat van die 660 miljoen direct na inning de helft naar de Ne derlandse middenstand af vloeit. Immers, de meeste oud-KNIL-militairen zijn al aardig op leeftijd. Willen wat doen met het geld nu het nog kan. Die andere 330 miljoen wordt in de vijf jaar daarna opgesoupeerd. Die uitkering aan ons is dus gunstig voor de economie van ons land". Wat de uitkering betreft zitten de LAO en de Stichting Rechtsherstel KNIL op ge heel verschillende golfleng ten en dat is ook de reden dat de twee erg slecht met elkaar overweg kunnen. De stich ting vindt dat iedere militair het geld moet hebben waar hij recht op heeft. Niet minder, maar ook niet meer. Een KNIL-soldaat zou dus be duidend minder aan achter stallige soldij moeten ont vangen dan een kolonel. Rang Maar de LAO vindt dat de rang niet mee mag spelen. Ieder hetzelfde bedrag, ongeacht, zijn functie toen. Gillebaard: "Dat betekent dat de meesten meer eisen dan waar ze in fei te recht op hebben. Wij vin den dat zoiets niet kan". Daar stelt Emmen tegenover "Een soldaat heeft in krijgsgevan genschap net zo veel te lijden gehad als een kolonel". De verdeling van de buit is vol op in discussie maar komt Nederland ook over de brug met het geld? Door de Kamer is de zogenaamde KNIL- commissie van Drie ingesteld (Wijers (CDA), Keja (VVD) en De Vries (PvdA), die de sol dij-kwestie aan het doorlich ten is. Halverwege september komt die sommissie met haar conclusie. Het valt niet te verwachten dat die zal zijn dat Nederland verplicht is tot uitbetaling over te gaan. Wel licht wel dat Nederland op morele gronden tot een uitke ring aan de oud-strijders en hun erven zou moeten beslis sen. Maar dan niet de honder den miljoenen die de KNIL- organisaties eisen. Stichting Nu of Nooit. Andere organisaties met dezelfde doelstellingen houden nog even de boot af. Snel In het LAO-bestuur hebben zit ting Leidenaar Claproth en Noordwijker Emmen. Deze laatste zegt: "Het is er nu werkelijk op of onder. Ik heb kortgeleden uitgerekend dat per maand momenteel onge veer 120 van onze jongens naar het graf worden gedra gen. Vergeet niet dat de mees ten al ver in de vijftig zijn of er over heen. Het aantal dunt sterk uit. Willen we nog een paar jaartjes kunnen genieten van het geld dat we tegoed hebben, dan moet het er ver rekt snel komen. We willen niet wachten tot we een ons wegen. In hooguit een jaar moet nu de zaak geregeld kunnen zijn. Dat is ons stre ven. Daar gaan we van uit." De LAO is voorstander van een veel pittiger aanpak van de verguisde soldij-kwestie. Langer praten, vind men, is zinloos. Acties moeten er worden ondernomen. En niet van die zachtzinnige. Over het strijdplan is in de af gelopen maanden druk ver gaderd. De grote lijn is be kend, de details worden angstvallig geheim gehou den. Al blijkt uit de ons in handen gespeelde notulen van een zeer recente besloten bijeenkomst dat er nog geen al te groot vuurwerk op komst is. Om de sympathie van het Nederlandse volk niet te ver spillen wil de LAO, die zegt nu al op een grote en sterk georganiseerde achterban te kunnen rekenen, "vooralsnog geen harde acties onderne- Emmen: "We willen in geen ge val toe naar een tweede Bel len, Assen of Smilde. Geen ontvoering of iets met een trein. Maar we zullen er wel harder tegen aan gaan dan men tot nu toe in Nederland van KNIL-mensen gewend was. Uiteraard ongewapend. Maar dan verwachten we ook dat de tegenpartij ons zo te gemoet treedt. Niet dat ze de mariniers op ons af sturen". Actie "Ons aanvalsplan ligt nu klaar. Moet alleen hier en daar nog wat bijgeschaafd worden. We kunnen vanaf nu elke dag tot actie overgaan, als we dat willen", aldus Emmen, die laat doorschemeren dat de LAO ook kan rekenen op de steun van een grote groep Ambonezen (Zuidmoluk- kers) in ons land. "Maar dat zijn wel mensen die brand schoon zijn", zegt hij, "die zich in het verleden nooit hebben ingelaten met terro ristische acties". Daarmee doelt de Noordwijker op de groep waar ook deel van uit maakt de ex-KNIL-Am- bonees Selasa, die kortgele den in het nieuws kwam toen hij demonstratief voor paleis Soestdijk in hongerstaking ging om onder meer van de regering uitbetaling van de achterstallige soldij af te dwingen. De LAO is dus erg terughou dend over wat Nederland in de komende maanden en het volgende jaar te wachten staat. Emmen licht een tipje van de sluier op. "Van een massale demonstratie", zegt Ernest Claproth met het exemplaar van de Java-Bode, wordt aangekondigd. groot gekopt, de oorlog in de Pacific

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 15