^Privé-auto eist enorme offers van gemeenschap Park-in-aanbouw Leidse mummies hebben genoeg te vertellen gD/\ J. H. J. van der Pot: ATERDAG 14 JULI 1979 »$OEGSTGEEST - 'Wie iets wil we ten over wijsbegeerte van de ge schiedenis zou te rade kunnen e*^ gaan bij dr. J.H.J. van der Pot, want deze geleerde doceert dat vak aan de universiteit van Lei den. Wie iets wil weten over de voor- en nadelen van het gebruik van de auto, kan dat beter niet doen, want dat vak beheerst de I doctor niet". d Deze uithaal kreeg de Oegstgeester geleerde Van der Pot van het blad RAI-actueel, een wekelijkse uit- /aj gave van de Nederlandse Vereni- Bt ging van de Rijwiel- en Automo- 05 bielindustrie. De aanleiding tot deze reactie was een publikatie van de filosoof. In het artikel ?rj deed hij uitgebreid uit de doeken te1 wat er allemaal mis is met, zoals en hij dat noemt, "privé-auto's". d) "Het is verkeerd van RAI-actueel 25 om te denken dat ik hier geen ai verstand van zou hebben. Ik ben :el bezig met het schrijven van een lr) boek over de waardering van de 31 technische vooruitgang en daarin /e wordt de rol van de auto breed aj uitgemeten. Voorheen droeg de id auto bij tot het welzijn, maar nu el[ verpest het het milieu voor onze nakomelingen. De auto draagt m niet meer bij tot het welzijn van de mensen. Findnciëel zijn we wel rijker geworden, maar het j welzijn wordt erdoor geschaad", in Een stelling van Van der Pot, die wijsbegeerte van de geschiedenis doceert, over het autogebruik; "Wie meent te moeten opkomen voor de vrijheid van de automo- bilist moet beseffen dat hij op- >g, komt voor een verkeersstelsel, v. dat fietsers, voetgangers en voor- i al verkeersslachtoffers ernstig in 1 hun vrijheid schaadt". Aanleiding tot dit alles was een (r "Blij" dat ik Rij "-advertentie, 4 waarin wordt beweerd "dat de Nederlandse automobilist het verdient, dat tegenover de vele offers, die hij bereid is te brengen ge voorzieningen worden ge schapen". Volgens Van der Pot gaat het hier om een wijd verbreid misver stand, "namelijk dat de zoge naamde "offers" van de automo bilist de offers van de gemeen schap voor de instandhouding van het privé-autoverkeer zou den overtreffen. Hierbij is ken nelijk alleen aan wegenbouw, verkeerslichten en verkeerspoli tie gedacht. Zelfs de hieraan be stede kosten kunnen echter nauwelijks door de auto- en de benzinebelasting worden bestre den". Volgens dr. Van der Pot is het ech ter belangrijker, "dat de door de "Blij dat ik Rij"-actie beoogde voorzieningen slechts een gering deel vormen van de offers, die de gemeenschap jaarlijks aan het privé-automobilisme brengt". Jaarlijks raken in ons land duizen den mensen min of meer ernstig gewond door de auto. "De juich kreten over de mobiliteit, die de auto brengt, doen, gezien dit ge geven bijna cynisch aan", zegt Van der Pot, "vooral indien men bedenkt, dat meer dan negentig procent van de verkeersonge vallen door botsingen tussen of met privé-auto's veroorzaakt worden". De auto is verder de belangrijkste bron van luchtvervuiling gewor den", zegt Van der Pot. "Als on middellijke gevolgen van deze verontreiniging worden ge noemd: bronchitis, verminderde afweer tegen infecties, verhoog de kans op kanker, genetische misvormingen, verminderde le vensverwachtingen voor pasge borenen. Nog érger is, dat de luchtverontrei niging zich over de hele aarde verbreidt, in toenemende mate het natuurlijk evenwicht ver stoort en daardoor het leven van de komende generaties in gevaar brengt. Wie dus voor handhaving van het privé-autosysteem pleit, pleit dus tevens voor eigen gemak ten koste van onze kinderen en hun kinderen". Tot de financiële gevolgen van de door de privé-auto veroorzaakte verkeersongevallen en ziekten behoren een omvangrijk ar beidsverzuim en een uitgebreide geneeskundige verzorging. "De kosten van deze laatste komen ui teraard ook in de ziekteverzeke ringspremie tot uiting; ook langs deze weg betaalt de niet-auto- mobilist aan de auto mee. De belangrijkste materiële schade post voor de gemeenschap is ech ter wel de geweldige materiaal- verspilling, die het privé-auto mobilisme met zich meebrengt, waardoor talrijke grondstoffen thans opgebruikt worden en van andere alleen de moeilijker, slechts ten koste van veel milieu bederf winbare delen overblij ven". Een ander ernstig gevolg van de toename van het aantal privé-au to's is, dat de grote steden, en vooral hun centra, steeds minder geschikt worden om in te wonen. Dit heeft tot de bekende uittocht geleid. "Hier is een bedenkelijke vicieuze circel op gang gekomen; de toegenomen verkeersintensi teit in de grote steden heeft er toe geleid, dat steeds meer mensen zich een auto aanschaften, om dit verkeer te ontvluchten. Hierdoor worden de centra en vervolgens ook de buitenwijken respective- lijk de randgemeenten steeds onleefbaarder, zodat woning en recreatie nog verder weg gezocht worden, waardoor het aantal au to's weer groeit". Als verdere nadelen van de auto geeft Van der Pot aan; de vervui ling van de zee- en de stranden "De auto draagt niet meer bij tot het welzijn van de mensen." door olietransporten; het gebruik van landbouwgronden en na tuurgebieden voor autowegen en -kerkhoven, het gemakkelijker maken van de misdaad en terro risme, het verkeerslawaai en de stress. "Reeds nu al kan worden gezegd dat de negatieve gevolgen van het voortwoekeren van het privé-au tomobilisme ernstig zijn. Aan alle burgers, onverschillig of zij nu autorijden of niet, en bovendien aan de komende generaties, wor den materiële en immateriële las ten opgelegd terwille van de pri- vémobiliteit van een deel der burgers. Dit streven van de au tomobilist leidt tot vermindering van mobiliteit van tot wachten gedoemde voetgangers en fiet sers; het streven naar tijdbespa ring tot tijdverlies voor deze ver keersdeelnemers". Dit laatste wil volgens dr. Van der Pot nog helemaal niet zeggen dat de gemiddelde automobilist tijd zou besparen. "Waarschijnlijker is het tegendeel, daar de auto in tegenstelling tot de fiets, veel ex tra tijd kost tijd voor autolessen, voor het vergelijken van auto merken in verband met aanschaf, voor onderhoud, administratieve romslomp, zoeken van een par keerplaats, verkeersopstoppin gen, verblijf in ziekenhuis en rechtszaal enz. Bovendien biedt het openbaar ver voer mogelijkheden tot lezen, uitrusten, eten enz., die de auto mobilist moet missen. Ook moet niet worden vergeten, dat de ge bruiker van het openbaar ver voer, terwijl hij van station of bushalte naar huis fietst of loopt lichaamsbeweging heeft, die de automobilist of tot schade van zijn gezondheid mist, of nader hand door andere (tijdrovende) lichaamsbeweging inhaalt. Als het waar is dat een gemiddelde Amerikaan 1500 uur per jaar aan zijn auto kwijt is en daarin 10.000 kilometer rijdt, dan betekent dit dat hij een uur nodig heeft om zes kilometer verder te komen, dus evenveel als een wandelaar". Wie opkomt voor de vrijheid van de automobilist, moet zich volgens dr. Van der Pot realiseren dat hij opkomt voor een verkeersstelsel dat fietsers, voetgangers en voor al verkeersslachtoffers ernstig in hun vrijheid schaadt. "Wie zich ten doel stelt op te komen voor de underdogs in de samenleving zal moeten inzien, dat de niet-auto- mobilisten de slachtoffers zijn van een nog maar weinig besefte, maar daarom niet minder reële en onaanvaardbare uitbuiting". Een redelijk alternatief is volgens dr. Van der Pot, "het veiliger en milieuvriendelijker openbaar vervoer sterk uit te breiden en kosteloos te maken en het auto gebruik onaantrekkelijker te maken door een drastische ver hoging van auto- en benzinebe lasting. Hierdoor zullen onge twijfeld vele automobilisten de weg naar het openbaar vervoer en de fiets vinden en de voordelen hiervan gaan ontdekken". Tenslotte merkt dr. Van der Pot op dat het te hopen is dat het "in zicht veld zal winnen dat het ge bruik van de privé-auto anders dan voor uitoefening van het be roep en voor invaliden in wezen a-sociaal is". De Nederlandse en automobielin dustrie is het natuurlijk met dr. Van der Pot in het geheel niet eens. Het commentaar van hun lijfblad "RAI-actueel wordt als volgt afgerond: "Kritiek op de au to of het particuliere vervoerssys teem zoals dat in Nederland func tioneert, is ons de laatste jaren bepaald niet bespaard gebleven. Dat is op zich een goede zaak, want natuurlijk heeft de auto na delen en het wijzen daarop kan er mede toe bijdragen, dat deze zo veel mogelijk worden opgehe ven. Dergelijke kritiek heeft ech ter alleen zin als ze komt van mensen die weten waarover ze praten. Bijdragen van anderen, die omgeven van het aureool van een academische status publice ren, zijn niet welkom", zo luidt de strekking van het commentaar. THIJS JANSEN Onkruid schiet de grond uit terwijl bulldozers pogen om de voormalige vuilnisbelt reliëf te geven Vuilnisbelt in Roomburg weggemoffeld LEIDEN - De hopen puin en afval zijn goeddeels onder de aarde verdwenen. Daarvoor in de plaats kwam onkruid dat een betere naam verdient. Hier en daar is wat aarzelende jong aanplant en een enkel grassprietje zichtbaar. Het park-in-aanbouw bij de Roomburgerweg heeft tot nog niet zo lang geleden als vuilnisbelt gediend en dat kan nog niet helemaal wor den verdoezeld. IJzer en res ten puin zijn nog niet hele maal weggemoffeld onder de vele kubieke meters aarde die erop zijn gestort. Eind september 1977 was de vuilstortplaats voor het laatst als zodanig in gebruik. Daar na kwamen de bulldozers die in opdracht van gemeentear chitecten structuur in de heuvels vuil trachtten te krij gen. Een werk waar men nu, bijna drie jaar later, nog druk doende mee is. Deze winter zal het afdekmateriaal wor den beplant. Eenvoudig is het niet om van de voormalige (circa vijftien me ter diepe) zandput een stads- parkje te maken. Zo moest er voor indrukwekkende be dragen aan afdekmateriaal worden gebruikt als bodem voor het te planten groen. Ma teriaal dat van stadsverbetë- ringsprojecten afkomstig is. Nu nog moet er een laag van een meter op de vuilnisbelt worden aangebracht wil het effect van het puin worden tegengegaan. Door het afval ontstonden me- taangassen, waardoor rook uit de grond kwam. Nu nog zit er "broei" in de heuvels. De aankleding van het park wacht op plaatsing. Paaltjes, bankjes en hekken staan op gestapeld bij de ingang van de voormalige vuilnisbelt. Door het park heen wordt een fietspad aangelegd, dat waar schijnlijk een verbinding krijgt met de Besjeslaan, één van de landelijkste stukjes die Leiden nog rijk is. Ook zijn er (nog vage) plannen om een wielercircuit voor Swift aan te leggen, compleet met niveauverschillen. Voorlopig echter moet de bull dozer er nog aan te pas komen om de soms metershoge brokken puin te verspreiden en relief aan het park, dat midden in de Cronesteinse polder ligt, te geven. LEIDEN - Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden bezit een fraaie mummiecollectie. Het zijn er zevenentwintig om precies te zijn en in leeftijd dateren ze van 1000 jaar vöör Christus tot de derde eeuw na Christus. De mummies vormen één van de mogelijkheden om meer te weten te komen over de Egyptische be schaving. Een beschaving die zo'n 3000 jaar begon met Menes als een van de eerste farao's en die in het jaar 30 voor Christus de ge nadeslag werd toegebracht door de Romeinen. Veel over het oude Egypte is be kend geworden door opgravin gen waarbij vaak sensationele ontdekkingen werden gedaan. Een van de meest bekende was de vondst in 1922 van het onge schonden graf van Toetancha- mon. Maar er werden ook andere methoden ontwikkeld. Zo wer den de mummies van de Leidse musea enkele jaren geleden doorgelicht. Via de röntgenfoto's die gemaakt werden was het mo gelijk om meer te weten te komen over de gezondheidstoestand van de mensen uit die dagen. Uit het omvangrijke onderzoek bleek dat het merendeel van de mummies mensen waren, die stierven nog*voor ze veertig jaar oud waren. Zij moeten klein en tenger zijn geweest. Aan de soms vertraagde groei van de botten was te zien dat ziekten in de kin dertijd geen zeldzaam verschijn sel waren. Infecties In niet één geval was het mogelijk de doodsoorzaak definitief te be palen. Nu had men dat wel ge hoopt, maar niet verwacht. Zeker wanneer men bedenkt dat de sterfte nogal eens veroorzaakt wordt door ziekten, die geen spo ren in het geraamte achterlaten: bijvoorbeeld een acute infectie. Bij het bekijken van de röntgenfo to's bleek dat veel botten gebro ken en ontwricht waren, maar dat deze kwetsuren allemaal veroor zaakt moeten zijn na de dood. Men behandelde de lijken in later tijden en vooral tijdens de Pto- lomeëse en Romeinse heer schappij vrij onzorgvuldig en de talrijke ontwrichtingen wijzen erop, dat het lichaam pas in ver regaande staat van ontbinding werd gebalsemd. Er werd meer aandacht besteed aan het uiterlijk van de mummie dat aan het stoffelijk overschot in de windselen. Op één foto bleek dat een mummie die zorgvuldig in gepakt was in feite bestond uit een bundel losse botten. Balsemen. Overigens gebeurde het mummifi ceren in de loop der eeuwen niet altijd op dezelfde manier. In grote lijnen kwam het proces hierop neer Men verwijderde uit het lijk de inwendige organen via een snee in de linker flank. Ook de hersens werden verwijderd, meestal via de neus. Dan legde men het lijk ongeveer veertig da gen in een zoutbad. Daarna werd de lichaamsholte met kruiden, harsen en linnen opgevuld en werd in het linnen gewikkeld. De ingewanden lever, maag, longen en darmen, werden apart gebal semd en in een doos met vier vakken of in vier potten ge plaatst. In later tijden werden de gebal semde ingewanden gewoon te ruggestort in de buikholte. Het hart en nieren liet men in het li chaam zitten en aan de hersen hechtte men - vreemd genoeg - geen waarde. Bitumen Er is ook een tijd geweest dat men de vorm van het lichaam pro beerde te bewaren door het op te vullen met allerlei materialen. In de laatste eeuwen van het rijk, ten tijde van de Ptolemeeën en de Romeinen, mummificeerde men met bitumen waarmee het lijk bedekt werd en wat in de li chaamsholte werd gegoten. Na dat het bewerkte lichaam in lin nen was gewikkeld werd het aan de familie teruggegeven, die het nu kon begraven. Uit andere onderzoeken is het al lang bekend dat onstekingen en Een van de mummies wordt doorgelicht om meer aan het licht te brengen slijtage van het skelet en de ge wrichten de gesel van de oude Egyptenaren waren en van de twintig volwassen mummies in Leiden vertonen er zes een afwij king aan de ruggegraat, die ver want is aan reumatiek. Verkalking Aderverkalking wordt volgens de huidige medische inzichten ver oorzaakt door sigaretten, hoge bloeddruk en teveel cholesterol. Maar deze "ziekte van de twintig ste eeuw" kwam ook bij de Egyp tische mummies veel voor. Een bekend leider aan deze arte- riosclerose was Mereneptah, die volgens de traditie heerste tij dens de exodus. Zijn aorta, het belangrijkste bloedvat van het hart was een perfect voorbeeld van arteriole verkalking. Ook bij het Leidse onderzoek was op de foto's aderverkalking te zien. Wat men niet vond in de botten wa ren sporen van kanker. Ook m andere onderzoeken kon men die niet aantonen. Een verklaring voor dat feit zou kunnen zijn dat kanker voornamelijk voorkomt bij oudere mensen. En in Egypte was de levensduur over het al gemeen kort. Daartegen pleit het feit dat sommi ge mensen uit die tijd toch nog vrij oud werden en veel kanker gevallen ook voorkomen bij jon ge mensen of personen in de midden leeftijdsgroep. Cariës In tegenstelling tot wat wel eens gedacht wordt, is canés, een aan doening van de tanden, niet al leen een ziekte van deze tijd. In Egypte van toen moeten de rijken net zoveel last van kiespijn heb ben gehad als wij nu. Alleen had den zij het probleem dat er geen tandartsen waren. Bij de armen kwam cariès niet voor. Dat kwam omdat zij ruwer voed sel aten waar zand in zat. Hier door sleten de tanden snel en kwam de laag onder het glazuur bloot te liggen. Dat was dan weer de oorzaak van ontstekingen in de mond. Bij de Leidse mummies vond men in de skeletten geen tuberculose, maar uit andere onderzoeken is wel komen vast te staan dat deze ziekte in Egypte voorkwam. Bilharzia, een ziekte veroorzaakt door parasieten, waar het op het ogenblik veel mensen in het Nijl- dal aan lijden, bestond ten tijde van de farao's ook aL men heeft in de huid en nieren van mummies deze parasiet gevonden. Hoewel uit papyrussen blijkt dat de Egyptenaren over een aanzienlij ke medische kennis beschikten, heeft men bij mummies nooit sporen van operaties gevonden, noch werden kiezen gevuld. Wel spalkte men botbreuken. Vooral breuken van de onderarm kwam veelvuldig voor. HANS VAN DER SLUIJS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 3