Spiegel der poëzie terug; keuze smaller drempel hoger Sukarno komt er niet best af bij Mochtar Lubis Boeken kort Detectives van een uitstekend kaliber Rechercheur Baantjer: bloemlezing uit praktijk DONDERDAG 12 JULI 1979 Het zal wel toeval zijn dat deel I van de Grote Winkler Prins Encyclopedie, achtste druk, vrijwel gelijk op de markt kwam met het laatste van de informatie brengende delen van de Grote Spectrum En cyclopedie. Er komen wat de Spectrum betreft nog vier delen achteraan die als index van het totale werk (24 delen groot) zullen dienen. De Winkler Prins heeft als oud ste nog altijd verschijnende encyclopedie in de loop der jaren zo'n status verworven dat haar naam vrijwel aan duiding voor de hele soort is geworden; zoals aspirine dat voor een bepaald soort pijn stillers werd. Iedere nieuwe druk van de grote WP is dan ook een gebeurtenis in boe ken verkopend en boeken minnend Nederland. Inzich ten over informatieverwer king en -presentatie mogen in de loop van generaties wijzi gen, het gezag dat de WP steeds weer uitstraalt, lijkt los van welke ontwikkeling dan ook te gedijen. Dit is de derde editie van de gro te versie WP-encyclopedieen van na de Tweede Wereld oorlog. Het ziet er naar uit dat de redactie ditmaal de diver siteit van trefwoorden, de lexicon-achtige taak van de encyclopedie, heeft héront- dekt en kiest voor kortere ar tikelen. Dat gaat dan wel ge paard met een ingenieus sys teem van verwijstableaus en andere hulpmiddelen die het de gebruiker moeten verge makkelijken om dwarslijnen te trekken. En dan is er uiter aard een royale toepassing van visuele middelen, waarbij wordt aangetekend dat zij nooit de overhand krijgen in het informatie-aanbod dat de WP over een bepaalde zaak geeft. Het geschreven woord blijft het belangrijkste. Encyclopedieënmakers moe ten steeds meer rekening houden met snelle veroude ring van hun gegevens; daar enboven neemt het terrein waarvan we kennis dragen in steeds hoger tempo in om vang toe. Soms gaat dat der mate schoksgewijs - denk aan de informatica - dat de en cyclopedie de grootste moeite heeft om twee van haar eerste taken, continuïteit en consis tentie, waar te maken. Het wordt al uit het eerste deel van de WP duidelijk dat de redactie die krachttoer om het informatiegeweld in toom te houden, zich als eerste doel heeft gesteld. In het takenpakket past ook het streven om het vakjargon van de steeds wassende stroom techneuten buiten de deur te houden. Dat gebeurt onder meer door „sleutelsymbo len", woordverklaringen in de marge. Een goed idee, maar het wordt in dit eerste deel nog wat spaarzaam toe gepast. Als de encyclopedie wat verder is gevorderd, wil ik wat meer over het praktische gebruik zeggen. Heel blij ben ik in elk geval dat de WP de goede tra ditie voortzet om bij de mees te artikelen een bibliografie te vermelden die ook heel re cente boeken omvat. Nieuw is in deze sfeer een „leeswijzer' met een apart symbooltje aangegeven, die literatuur over het onderwerp voor een groter publiek aandraagt. Zo wordt bij het artikel „Alba nië" werk van de Albanese schrijver Ismail Kadare en van onze eigen Den Doolaart vermeldt. De WP-redactie stelt zich voor in elk deel, te beginnen met onze jaartelling, een „docu mentaire" van een eeuw te geven. In dit eerste deel dus de eerste eeuw en zo door tot deel twintig. Deze „histono- scoop" (wat een woord!) is op zich een goed idee als orde nend element in de veelheid. Maar de beslissing om bij het begin van onze jaartelling aan te vangen lijkt meer door de schoonheid van het model te zijn ingegeven - de zestiende eeuw in deel zestien - dan door grote kommernis om het historische. Eeuwen zijn op zich al maten en niets meer dan dat, maar dat men rond het jaar 0 begint en zulke we zenlijke aspecten (de Griekse beschaving van een paar eeuwen daarvóór om eens wat te noemen) buiten het plan laat, is onbegrijpelijk. Misschien kan het alsnog, want er zijn immers 25 delen op komst. Ik sprak aan het begin al over de Grote Spectrum Encyclope die die met deel 20, "Water stof-Zwolle", zijn inventari serend werk voltooid heeft. Het optimale gebruik moet nog wel een tijd wachten, want de vier delen met tref woorden en verwijzingen vergen waarschijnlijk nog wel een jaar of meer. De Spec trum is als „lees"- en „kijk'-werk het meest aange name in zijn soort. De toepas sing van verduidelijkende te keningen is nergens zo ge lukkig als juist hier. De arti kelen zijn vrijwel alle van een flinke lengte, maar zijn ge laagd in moeilijkheid, zodat men halverwege kan afhaken en toch een aanvaardbaar stuk informatie kan meene- Ook de Spectrum doet vrij veel aan verwijzen, maar dan steeds aan het einde van een segment tekst. Omdat de ar tikelen groter zijn en dus minder in aantal is het verwij- spotentieel als zodanig een stuk kleiner. Dat breekt de gebruiker, zeker als hij vol strekt leek is op een gebied waar hij meer van wil weten, wel eens op, maar misschien dat de vier index-delen hier paden helpen aanleggen en effenen. HAN MULDER Grote Winkler Prins Encyclo pedie, Deel 1 a-altaa (8ste druk, uit. Elsevier, Amster dam-Brussel). Grote Spectrum Encyclopedie, deel 20 waterstof-Zwolle (uitg. Het Spectrum, Utrecht- Ant werpen. Mochtar Lubis: "Het land onder de regenboog" (uitg A.W. SijthofTs Uitgeversmij. Alphen a.d. Rijn, geb. prijs 45,-). In de stroom publikaties over In donesië is "Het land onder de re genboog" toch een heel bijzonder boek. Alleen al de naam van de auteur prikkelt tot nieuwsgierig heid. Mochtar Lubis is één van de meest prominente journalisten van Indonesië; zijn geloof in de vrijheid van meningsuiting heeft nooit van compromissen willen weten. Het kwam hem zowel on der Sukarno als onder Suharto op gevangenisstraf te staan. Als Lubis een bock over Indonesië schrijft, mag men dus uit gaan van een onbevangen gemoed bij de auteur. De spiegel van de Nederlandse Poézie, in de loop der jaren een "allemansklassieker" geworden, is terug. Het le venswerk van Victor van Vriesland ligt vernieuwd, her zien en bewerkt, in de boekhandels. In twee dundruk- delen wordt de lezer een spiegel van de Nederlandse (en Vlaamse) poëzie door de eeuwen voorgehouden. "Een spiegel méér dan dè spiegel' zegt Hans Warren (57), de dieh- ter-criticus die de taak van de in 1974 overleden Van Vriesland heeft overgenomen. Hij zegt daarmee te doelen op het verschil in opzet dat er tussen zijn selectie en die van Van Vriesland is "Ik geloof dat het zo is dat in de opvatting van Victor van Vries land de afspiegeling van de pro- duktie met behoud van een zeke re kwaliteit voorop stond. Dat kwam er in de praktijk op neer dat vrijwel iedereen, die iets ge publiceerd had dat zonder veel bezwaar onder de noemer poëzie gebracht kon worden, ook verte genwoordigd was. Dat is nu niet meer het geval. De uitgever Meulenhoff heeft mij indertijd als opdracht meegegeven dat er drastisch bekort zou moeten worden. Er moet nu - met deze uitgave - de basis worden gelegd voor een geheel nieuwe spiegel, die de mogelijkheid van aanvul ling. uitbreiding en reductie in een later stadium in zich heeft. Ik heb, gerekend naar Van Vries land, bijzonder rigoreus ge schrapt. De keuze is smaller en de drempel hoger." Waardering Hans Warren spreekt over het tweede deel: de poëzie vanaf 1900 tot heden - zijn aandeel in het werk. Het eerste deel dat de pe riode tussen 1100 en 1900 omvat, is - onaangetast - de keuze van Van Vriesland gebleven. Er liggen tien jaar tussen de laatste Van Vriesland-druk en deze ge heel nieuwe bloemlezing. De ver anderingen die zich in die tijd hebben voltrokken - vooral op het gebied van waarderingen - zijn duidelijk merkbaar. In 1300 bladzijden nam Van Vriesland 617 dichters met hun werk op, in de versie van Warren zijn 245 dichters te zamen goed voor een totaal van ruim 400 bladzijden. Hans Warren: "Ik heb tot op rede lijke hoogte vrij spel gekregen. Helemaal kan natuurlijk nooit als je tot een enigszins representa tieve bloemlezing wil komen, maar het is echt niet zo dat ik veel tegen mijn zin heb opgenomen om een zo breed mogelijk spec trum te houden. Ik heb de lijn van Van Vriesland verlaten, niet uit gebrek aan respect, maar on de nieuwe opzet zo goed mogelijk uit te werken. Daarbij heb ik, hoewel persoonlijke voorkeuren ongetwijfeld meespelen, gepro beerd om er geen privé-bundel van te maken". Aanvechtbaar Warren houdt er intussen wel reke ning mee dat de kritiek zonder al te veel twijfels wel op een zeker privé-karakter zal wijzen. "Dat zal natuurlijk gebeuren. Bloemlezen is, hoe het resultaat ook uitvalt, altijd een aanvecht bare bezigheid. Wie veel schrapt, kan op veel toorn rekenen. Daar om had ik ook veel liever een blanco-opdracht gekregen Zoiets als een bloemlezing die geen enkele binding zou hebben met welke voorafgaande ook. Ik ben nu moeten beginnen met een handicap en dat is de erfenis van Van Vriesland. Men verwacht een algemene spiegel en men krijgt er een met een meer per soonlijke stijl. Daar staat tegen over dat een deel van de goodwill die Van Vrieland ontegenzegge lijk heeft gekregen, nu op mij overgaat" ik heb, alles gerekend, toch geaar zeld voordat ik ja tegen Meulen hoff gezegd heb. Het is en blijft een ondankbaar karwei, veel zoek- en speurwerk. Nee. ik zou van soortgelijke bezigheden niet graag mijn levenswerk maken Tijd Hans Warren: "Om iets te zeggen over die handicap bijvoorbeeld het volgende. Deel 1 ders gebleven, helemaal. Daar door zit je al met de kwestie van tijd. Er zijn dichters die net op de breuklijn zitten. Horen ze tot de figuren vanaf 1900 of daarvoor Degenen die Van Vriesland al behandeld had, kon ik onmoge lijk ook nog eens in deel II mee nemen. Zodoende heb ik nu een wat wonderlijk begin. En verder is er dan het verschil in keuze. Zo ontbreekt bij Van Vriesland bij voorbeeld een man als I. K. Bon set. Ik vind dat niet juist." Daar staat tegenover dat veelgele zen auteurs als Huub Oosterhuis, Nel Benschop en Okke Jager, om er maar enkele te noemen, bij mij geen plaats hebben gekregen. Ze publiceren woorden en geen poë zie, een mooi uitgangspunt voor enig verschil van mening. Ik heb dat alles niet zomaar geschrapt omdat ik het leuk vond. Ik heb eerder naar het goede gezocht En dan is er mijn sluittijd, een moeilijkheid waarmee overigens ieder zit. Ik heb moeten afsluiten op 31 december 1976. Dat is moeilijk als je moet werken met materiaal van mensen die volop in hun produktie staan. Jacques Hamelink bijvoorbeeld heb ik nu bedacht met één gedicht. Nadien is zijn nieuwste bundel uitgeko men die - vind ik - zó goed is dat ik in een volgende druk zeker op dat punt moet aanvullen. Zoiets staat niet op zich. Je kunt beter zeggen dat het concept voor een 2 uitgave al aan het groeien Hans Warren: "We zullen in de toe komst ook iets aan het uitgangs punt moeten doen. Er is eigenlijk nooit goed rekening gehouden met de Nederlandse poezie uit Indonesië, de Antillen en Suri name. Er is wel iets ingebracht, maar toch beslist onvoldoende Die Nederlands-Vlaamse con structie lijkt me niet breed ge noeg. Zuid-Afrika"7 Dat vind ik toch niet echt Nederlands meer. Dat is een totaal afwijkende taal geworden met sommige herken ningspunten. Fries staat er ook niet in." Verdeling verzen - geringe vertegenwoor diging van wie men hier te lande tot de grote dichters rekent. Hans Warren: "Ik heb me zoveel mogelijk gehouden aan een ver deling 10, 5, 3, en 1 gedichten. Daar zit meteen iets van waarde ring in. De grote of belangrijke dichters komen bij mij op 10: Achterberg, Bloem. Der Mouw, Gerhardt, De Haan, Komrij, Leo pold, Lodeizen, Marsman, Nij- hoff. Van Nijlen, Van Ostayen, Rodenko, Roland Holst en Slauerhoff. Als ik nu zeg dat Ach terberg in de vorige bloemlezing met 50 gedichten was vertegen woordigd, dan wordt duidelijk dat op verschillende manieren geschrapt is. Anthonie Donker komt van 23 op drie verzen, Hen drik de Vries van dertig op zes Daarnaast heb ik een aantal jon gere dichters gekozen, nieuw dus, maar niet onbelangrijk. Werk dat soms nog net gebun deld is. maar dat ik er toch graag bij wilde hebben." vAls ik erop terugkijk ben ik we gens de goede ervaringen toch wel blij dat ik er mee bezig ben geweest, al blijven er vervelende dingen. Fouten en foutjes zijn soms blijven staan en van een ge dicht van Poll zijn bijvoorbeeld enkele regels verdwenen. Dat vind ik een ramp die heel wat vergalt, maar ik hoop toch de uit bouw van deze nieuwe Spiegel te verzorgen. Het is en blijft een in teressant karwei". A.L. OOSTHOEK Planten Het nieuwe vaste plantenboek, door Mien Ruys. Moussault's Uitgeverij B.V., Baarn. Prijs 85,- Het nieuwe vaste plantenboek is een werk, dat duidelijk de bijna vijftigjarige ervaring in de tuin architectuur van Mien Ruys weergeeft. In deze, alweer zesde druk, gaat de schrijfster onder meer in op de veranderingen, die ook op het gebied van het tuinie ren zijn opgetreden. Het boek geeft veel informatie, niet alleen voor degenen die over on beperkte mogelijkheden be schikken, maar voor elk wat wils. Vooral wordt veel aandacht ge schonken aan beperkende om standigheden, grondsoort, lig ging, afmetingen van de tuin en noem maar op. Aan het eind van elk hoofdstuk is een plantenlijst opgenomen, die op een overzichtelijke wijze een schat aan informatie geeft. Schit terende foto's verluchtigen het boek. KEES VAN KUILENBURG Parken Parken, tuinen en landschappen van Nederland, samengesteld door Dick Schaap en Teun van den Berg. Uitgegeven bij Mous- sault te Baarn. Prijs: 55,-. Fraai geïllustreerd en in een helde re schrijfstijl passeren in dit lijvi ge boekwerk talloze parken, tui nen en landschappen de revue. De schrijvers verhalen over de meest interessante punten van ligging en de totstandkoming van flora en fauna. Daarnaast worden in de marge aan de hand van tekeningen en tekstblokjes saillante détails aangestipt. Vaak weten wij niet dat in allerlei steden en dorpen als het ware vlak om de hoek de mooiste en meest interessante voorbeelden van park-en tuinaanleg zijn te ontdekken. Dit boek kan daarbij een handleiding zijn. SJAK JANSEN "Zwijgend als een non" en "Het wilde eiland". Twee boeken van Antonia Fraser, in de vertaling van Th. Nieolaas verschenen in het SijthofT-fonds van A.W. Sijt hofTs Uitgeversmaatschappij in Alphen aan den Rijn (J' 13,- per stuk). Lady Antonia Fraser is de dochter van de graaf en gravin van Long ford. Ze maakte naam met bio grafieën van historische figuren als Mary Stuait en een aantal ge dichten. Nu heeft zij zich ook op het schrijven van detectives toe gelegd. "Zwijgend als een non" was haar eerste stap op dit veelbetreden pad. Ze creëerde daarvoor de fi guur van Jemima Shore, die na tionale bekendheid heeft ver worven door haar kritische tele visiereportages. Als zodanig wordt zij door menigeen ook be schouwd als iemand die gemak kelijk mysteries kan ontrafelen. Daardoor komt zij als vanzelf in ingewikkelde situaties terecht. En dan is Antonia Fraser kennelijk religieuze roepingen bezig houdt in haar element. Ze heeft zich duidelijk nog niet helemaal kun nen losmaken van haar verleden als biografieschrijfster. Integen deel. haar verhalen zijn met vele banden verbonden met de histo rie. En gezien de kennis van za ken waarmee ze over het kloos terleven schrijft moet dat wel haast gegrond zijn op eigen jeugdervaringen. geven haar verhalen een intellec tueel sausje, dat niet overal even smakelijk is. Hoe vlot zij op zich zelf de pen ook hanteert, hoe ge makkelijk haar verteltrant ook is. ze begeeft zich vaak zo diep in de achtergrond-details dat de draad van het gewone verhaal nog maar moeilijk in het oog is te houden. En de verhalen zitten in beide boe ken - zowel het nonnenverhaal als "Het wilde eiland" - zo ingewik keld in elkaar dat al die detaille ring soms storend werkt. Maar de basis waarop zij haar geschiede nissen bouwt is ongetwijfeld ori gineel. Niet het gewone verhaal tje van speurder-pakt-boef. maar meer de ontrafeling van soms heel gewone maar ook vaak won derlijke menselijke emoties, die op ongebruikelijke wijze zich ontladen. De televisiespeurder Jemima Shore - een charmante vreemd is - is inderdaad op maat gesneden om zich tussen al die nienseluke uitingen een weg naar het steeds verrassende einde te Een goede greep van SijthofT om deze detectives uit te brengen. In hun soort van een uitstekend ka liber. KOOS POST "Het land onder de regenboog" is een geschiedenis van Indonesië, voor het allergrootste gedeelte de koloniale geschiedenis van het land. Lubis heeft zich tot taak ge steld er een geschiedenis van te maken, vanuit een Indonesisch gezichtsveld. Dat betekent dat hij wil afwijken van de gebruikelijke opzet, waarbij geschiedschrij ving van een op Europa gerichte kern uitgaat en het koloniaal im perialisme als aan de periferie wordt behandeld. Zo'n aanpak als Lubis zich voor stelde. is gemakkelijker aange kondigd dan waargemaakt. Lu bis is uiteraard mede gevormd door de waarden en prioriteiten van het westerse onderwijs dat hij volgde. Zijn geschiedschrij ving ontkomt dan ook niet geheel en al aan die dualiteit. Daar komt nog bij dat veel bronnen over het koloniale tijdperk van westerse origine zijn. Al deze opmerkingen Oétreffen de marge. Voorop staat dat Lubis een heel krachtig, instructief en tevens zeer onderhoudend boek heeft geschreven. Het is prachtig geïllustreerd en veroorlooft zich juist door de prenten nogal eens een uitstapje naar randgebieden als folklore en culturele anthro pologic. Een vrij uitgebreide bibliografie tipt boeken voor verdere studie aan. Hier blukt overigens opnieuw zonneklaar de nog prille staat van de Indone sische geschiedschrijving, want verreweg de meeste aangehaalde werken zijn van Amerikaanse of Europese auteurs. Sukarno komt er niet best af bij Lubis. Over de huidige macht hebbers rond Suharto is hij minder uitgesproken. Maar juist dat zwijgen is voor mensen die Indonesië wat beter kennen, veelbetekenend. HAN MULDER 'Rechercheur Baantjer van bureau Warmoesstraat vertelt" (deel 2). Versche nen bij Teleboek in Am sterdam. (f 12.50). 'Telcvisiespeurders zijn harlekij nen. Wat zij op het televisie scherm laten zien heeft met de werkelijkheid mets, maar dan ook niets te maken" Dat is één citaat. Hier nog een mooie: "Op gevaar af dat ik door mijn geachte collega's in het openbaar zal worden gestenigd zeg ik het u openhartig: ons be roep kweekt hypocriete, huichel achtige figuren Het is onvermij delijk. Wanneer een politieman een bekeuring geeft presenteert hij zich als een heilige, die vol verontwaardiging het gedrag van een ander ontoelaatbaar vindt en daarom meent dat het met onge straft mag blijven" En dit is ook een heel goede "Man nen doen dan ook zelden aangifte contra vrouwen. Ze schamen zich. Er is nog nooit vrijwillig een man bij me geweest om te vertel len dat hij door zijn vrouw was mishandeld. En toch gebeurt dat bijna dagelijks. U moet eens let ten op die zwijgzame mannen met krabben in het gezicht en blauwgezwollen ogen. Ze zijn ïn- Zo maar enkele greepjes uit het tweede boekje dat rechercheur Baantjer van bureau Warmoes straat heel gewoon uit de praktijk heeft samengesteld. Opnieuw geeft het een bloemrijk beeld van de dagelijkse gang van zaken in Neerlands meest befaamde poli tiebureau. Waar mensen en mensjes het lief en leed van de binnenstad heel gemakkelijk de drempel overdragen. Een lange ketting van kleine anec dotes. heel puntig door de speu rende auteur (of de schrijvende speurder) aan elkaar geregen. Met veel gevoel voor sfeer, vol warme menselijkheid. Maar net als in zijn eerste boekje kan het niet laten hier en daar even uit het kader van de anecdo- tische "geschiedschrijving te treden en er wat persoonlijke overtuiging (gebaseerd op jaren lange ervaring) tussendoor te vlechten. Juist uit die passages pikten wu bovenstaande citaten. Omdat /ij eigenlijk het spre- KOOS POST

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 17