Tuin alleen mooi bij de oratie van zelfwerkzaamheid Emancipatiestrijd ver van ons bed" Uit uit uit ROB HERWIG: Overal op de wereld vechten vrouwen voor hun rechten Pannekoeken en poffertjes Het uit de 12e eeuw daterende Put- tererslot in Aigen im Ennstal in de Oostenrijkse provincie Stier marken is ingericht als aantrek kelijk jongerenverblijf. Er is onderdak voor 70 jongeren, In het slot is centrale verwarming geïnstalleerd. Het pension "Putterersee" zorgt voor eten en drinken. Een dag vol pension kost ongeveer f 18,- Na dere inlichtingen: Oostenrijks Verkeersbureau in Amsterdam, Singel 464, tel. 020-255933. Sterren kijken Leuk nieuws voor amateur-astro nomen en liefhebbers van natuur en wandelen. De alpineschool Dachstein in Ramsau (Stiermar ken in Oostenrijk) organiseert begin oktober in samenwerking met het curatorium van "De mens en de wereldruimte" astro nomische wandelweken. Over dag lekker uitrusten en luieren en 's nachts excursies op het hoog- plateau van de Ramsau of het Dachsteinervorgebirge om de mooie sterrenhemel te bekijken. De wandelende sterrekijkers kunnen gebruik maken van de Celestronapparatuur van de vakantie-sterrewacht van Ram- -sau of eigen kijkers. Het arran gement op basis van halfpension in Gasthof Peter Rosegger (per week ongeveer 525,-) omvat ook inleidingen over ruimte en ster ren. Nadere inlichtingen: Oos tenrijks Verkeersbureau in Am sterdam, Singel 464, tel. 020-255933. Drijvend toneel Het vooral door de Festspiele be kende Oostenrijkse stadje Bre- genz aan de Bodensee viert op 20 juli a.s. de opening van het nieu we "drijvende toneel" met een voorstelling vap Puccini's "Tu- randot". Het nieuwe meertoneel biedt plaats aan 4500 personen. Het is een onderdeel van een ge heel nieuw complex, waartoe ook het Festspielhaus en het Con grescentrum behoort. Het nieu we Festspielhaus komt volgend jaar (1980) gereed. Dat wordt op 18 juli 1980 geopend metBeetho- vens 9e symfonie door de Wiener Symphoniker o.l.v. Karl Böhm. Van 19 juli tot 22 augustus a.s. worden tijdens de Bregenzer Festspiele ook opera's uitge voerd van Monteverdi, Cimarosa en Donizetti in het Theater am Kornmarkt. Verder staan op het programma concerten door'de Wiener Sym phoniker. In de tuinen van Slot Hohenems wordt op 26, 27 en 28 juli a.s. een Renaissancefeest gehouden met medewerking van het Ballet van Vlaanderen uit Antwerpen en het Consortium Antiquum, eveneens uit Antwerpen. Opgevoerd wor den: Een dag aan het Bourgon dische Hof' en "Salve Antwer- pia". Op het programma van de "Bregenzer Festspiele" staan voorts concerten, o.m. door het Weens Symphonieorkest met het Koor van de Weense Staatsopera. De befaamde dramatische so praan Birgit Nilsson is solist tij dens het vijfde concert, o.l.v. Hans Wallat, op 16 augustus a.s. in het Theater am Kornmarkt. Tijdens de Bregenzer Festspiele zullen verschillende toneelgezel schappen uitvoeringen geven, o.a. het Beierse Staatstoneel München met de bewerking van Ingmar Bergman van Molière "Tartuffe". Inlichtingen bij het Oostenrijkse Verkeersbureau, Singel 464, Amsterdam, tel. 020-255933. Kaartverkoop in Ne derland: Organisatie Filitel, Van Hoytemastraat 61a, Den Haag, tel. 070-243344. (Door Willem Verwayen) LUNTEREN - „Een tuin is alleen mooi bij de gratie van de zelfwerkzaamheid. Tuinieren zon der liefde, daar geloof ik niet in". Uitspraken van Rob Herwig (43), auteur vai^ zo'n veertig boeken over bloemen en planten en van twee grote encyclopedieën over tuinplanten en kamerplanten. De man ook van de modeltuinen op het anderhalve hectare grote ter rein rondom zijn verbouwde hof stede Nieuw-Zeggelaar anno 1886 in Lunteren. Rob Herwig bezigt voor die model- tuinen ook het woord ideeëntui- nen. „Want wat we .verkopen zijn ideeën. We zijn geen tuincen trum. De modeltuinen mogen na tuurlijk best gekopieerd worden. Maar de voorkeur verdient ze passend te maken voor de situa tie ter plaatse en ze niet klakke loos over te nemen. Bepaalde on derdelen van verschillende tui nen kiezen kan ook wel" Tuinieren noemt Rob Herwig de mooiste hobby ,,'t Is ontzettend boeiend. Je krijgt er iets voor te rug. Een schilderij hangt er naja ren nog net zo. Bij een tuin is dat anders. Dat is nu juist het aan trekkelijke. Dat vind je bij weinig hobby's. Kinderen grootbrengen is ook zo'n groeiproces. Daar kun je ook je hele leven mee bezig zijn." Hij betitelt een tuin ook als een buitenkamer die bij een huis hoort. „Als je die buitenkamer ei gentijds inricht, werkt het ont spannend. Dan hoef je in de weekeinden niet zo driftig met de auto door het land te rijden, maar kun je rustig thuis zijn. Een tuin is zo op te zetten datje er met het hele gezin maximaal gebruik van kunt maken. Je moet er ook fijn kunnen eten, een eetplek heb ben. Er moet niet zomaar een ta feltje op een gazon worden gezet, waar dan een poot doorheen zakt. In elke omgeving kan gebruik worden gemaakt van de moge lijkheden" Rob Herwig voor zijn modelboerderij Een goed opgezette en ingerichte tuin is naar zijn overtuiging ook een vorm van beschaving. „Daar moet je naar toe groeien. Wat ik wil doen, is dat stimuleren, lei den. En doordat je meer weet over de ontwikkeling van tuinen kun je de mensen een stapje vooruit helpen. Autodidact Rob Herwig heeft de liefde voor al les wat groeit en bloeit niet van een vreemde. Zijn vader Arend Jan had een kwekerij en vertelde dertig jaar lang voor de radio over bloerpen en planten. Zoon Rob zocht het aanvankelijk in het be drijfsleven. Hij kreeg een han delsopleiding. Maar na een jaar of tien hield hij het voor gezien. „Ik had geen zin om in een opge maakt bedje te stappen. Wat ik nu doe, is veel leuker. Ik ben autodi dact en ik ben m'n eigen Een tuin-voorbeeld uit de serie van Rob Herwig Met het schrijven van boeken be gon hij al in de jaren zestig. Dat was in de tijd waarin hij nog in Sassenheim woonde. In 1972 trok hij naar Lunteren. De zaak zat toen reeds een beetje, zoals hij het uitdrukte, in de lift. Hij kocht er een leegstaande boerderij en liet die opknappen. Er kwam een woongedeelte, een kantoor en een fotostudio in. Want Rob Herwig illustreert zijn boeken met eigen foto's. „Ook een hobby van me, waarmee ik al op m'n veertiende jaar begon. Het is een soort tegenwicht tegenover schrijven. Ik moet schrij ven" De eerste jaren van zijn auteur schap waren mager. Maar hij werkte van de vroege morgen tot de late avond. Het ene na het an dere boek van hem verscheen. Hij schreef en schrijft ook veel voor buitenlandse markten. „Ik pas me dan aan wat de keuze van planten betreft. En ook in mijn manier van schrijven". Hij gaat er mee door zolang er belangstelling bestaat voor zijn boeken. Zolang het publiek het wil. „Het publiek is echter grillig". Heel wat reac ties pleegt hij ook te krijgen. „Gelukkig maar dat de mensen niet meer zoveel brieven sturen als vroeger, want dan kon ik wel de hele dag blijven beantwoor den" De modeltuinen ziet hij als een verlengstuk van zijn boeken (oplaag reeds ruim vier miljoen). Er zijn vijf modeltuinen, vijf af zonderlijke „kamertjes" Plus een vijver, een compostplaats, een kasje en een biologische groentetuin. Samen vormt het een geheel. De tuinen kan ieder een (laten) aanleggen. Met ge bruikmaking eventueel van de boeken van Herwig of met me dewerking van een hovenier of tuinarchitect. „Maar ik richt me wel op de doe-het-zelver. Want als je zelf niet bezig bent, is ook de beste tuin na een paar jaar een puinhoop" Drie kwartier kunnen bezoekers door de modeltuinen (van 50 tot 400 vierkante meter per tuin) lo pen. Zij krijgen dan een band recorder mee. „In wat ik daarop ingesproken heb, wijs ik op alles wat belangrijk is. Ook op het feit dat een tuin bestaat uit levende en dode elementen, zoals bestra ting, ornamenten, muurtjes, trappen, pergola's en banken. En voor wat het levende materiaal betreft uit heesters, coniferen en vaste planten" Belangrijk gegeven noemt hij dat de modeltuinen (van maandag tot en met vrijdag geopend van 9.00 uur tot 17.00 uur) door verschil lende mensen zijn ontworpen. Door bekwame tuinarchitecten die naam hebben gemaakt. De laatste jaren is er elk jaar een mo- deltuin bijgekomen. Daar wordt 's winters aan gewerkt. De vlondertuin is een eigen ont werp van Rob Herwig. De scha- duwtuin werd ontworpen door Mien Ruys uit Amsterdam. In de ze tuin staan planten die goed te gen schaduw kunnen. De vijver- tuin werd aangelegd naar het ontwerp van mevrouw Canne- man-Philipse uit Langebroek. En de hoektuin met een beschut, in tiem plekje, is een ontwerp van Jo Cuypers uit Amsterdam. een zeker percentage moet wor den gestoken in de aanleg en in richting van de tuin. Zo'n vijf a zes procent vindt hij. „Bij een in vestering van bijvoorbeeld vier ton voor een huis moet voor de tuin rond de 25.000 gulden wor den uitgegeven en geen 3000 gul den, want dat is een wanverhou ding". Hij vult dat nog aan met er op te wijzen dat veel mensen zich voor duizenden guldens aan hi-fi aanschaffen. „Daar wordt veel geld aan besteed. Voor de tuin moet dat in niet mindere mate gelden. Tuinieren is ook toch heel wat anders dan het draaien van platen". Heel belangrijk punt voor hem is bij dit alles de motivatie. „Al zijn er uitzonderingen, mensen die het openbaar groen moeten on derhouden, zijn over het alge meen heel weinig gemotiveerd. In Engeland bijvoorbeeld wordt dat met veel meer liefde gedaan. Zo hoort het ook. Nee, tuinieren zonder liefde, daar geloof ik niet in", herhaalt hij met nadruk. Het zonnebed op een vlondertje, zo blijft het gazon heel. Over vrouwenbeweging, activiteiten, emancipatiestrijd is (en wordt) de laatste jaren in Ne derland veel gepubliceerd. Voortdurend verschijnen er publicaties over allerlei aspecten van de vrouwenbeweging. Maar vrijwel altijd heeft die berichtge ving betrekking op het vrouwen- gebeuren in Nederland en, spo- radischer, in de omliggende lan den. Aan de strijd die vrouwen „ver van ons bed" voeren voor wat zij in hun situatie als emanci- patie-idealen zien, wordt weinig of geen aandacht besteed. Er lijkt ook geringe belangstelling te be staan voor wat er elders op aarde gebeurt met vrouwen die, met de rug tegen de muur en vanuit meestal uitzichtloze situaties, proberen te vechten voor verbe tering van zulke situaties. Naast dat gebrek aan belangstel-- ling is er grote onwetendheid over wat er op vrouwengebied gaande is in landen, waar begrip pen als emancipatie en feminis me een totaal andere inhoud en klank hebben dan in het huidige Nederland, en waar vrouwen rechten die hier vanzelfsprekend zijn geworden, nog onbereikbaar ver weg lijken. Het daaruit voortvloeiende wederzijds onbe grip komt een enkele maal even aan de oppervlakte, wanneer ver tegenwoordigsters van emanci patiestromingen uit „arme" lan den geconfronteerd worden met die van het rijke westen. Uit hun reacties valt soms op te maken dat onze feministische ac tiviteiten op hen over komen als een soort modieus tijdverdrijf voor welvarende vrouwen die geen notie hebben van de armoe de, uitbuiting en rechteloosheid van miljoenen vrouwen in andere werelddelen, die met de moed der wanhoop de strijd voor hun emancipatie voeren. Iets van die strijd wordt duidelijk gemaakt in de pas verschenen nieuwsbrief „Vrouwen en werk", de Nederlandse vertaling van het tiende nummer van het interna tionale ISIS-bulletin. ISIS is een vrouwencollectief dat een infor matie- en communicatiedienst onderhoudt voor de vrouwenbe weging op internationaal niveau, en werkt aan het tot stand komen van een zo groot mogelijke uit wisseling van informatie, ideeën en contacten tussen vrouwen en feministische groepen uit alle werelddelen. De vier maal per jaar verschijnende nieuwsbrief bevat informatie van en over de vrouwenbeweging uit de hele wereld. 'Het thema-nummer "Vrouwen en werk" van het bulletin is bedoeld als een dwarsdoorsnede van de pogingen van werkende vrouwen overal op de wereld om zich te organiseren. Dat wordt gedaan aan de hand van verslagen en do cumentatiemateriaal uit de hele wereld, in de afgelopen vier jaar verschenen. Verslagen van sta kingen en acties van werkende vrouwen in alle delen van de we reld, naast „hulpkreten" van ar beidsters uit Azië, wel eens „de werkplaats van de ontwikkelde wereld" genoemd. Zuidkoreaanse textielarbeidsters vertellen over hun miserabele werkomstandigheden in een groot textielbedrijf dat (voorna melijk voor de export) katoenen en gemengde garens en katoenen stoffen produceert: stof en vuil, extreem hoge binnentemperatu- ren, een praatverbod tijdens het werk, slecht voedsel, resulterend in ziekten als longtuberculose en maagaandoeningen. Over hun tegen de verdrukking in gegroei de grote aandeel in het vak bondswerk waar ze trots op wa ren, maar dat door gewelddadige sabotage vanuit het bedrijf weer werd afgebroken. Tachtig pro cent van de werknemers in deze textielindustrie bestaat uit vrou wen, voor het merendeel tieners en vrouwen van voor in de twin tig. Ze zien zichzelf als „het meest uitgebuite deel" van deze tak van de zogenaamde exportindus trieën, die het welvarende Wes ten voorziet van de populaire en naar onze maatstaven spotgoed kope „katoentjes". Ook in andere Aziatische landen vormen vrouwen het grootste en slechtstbetaalde deel van de ar beidskracht in de exportindus trieën van textiel, kleding en elektronica, en in de voedselver- werkende industrie. Hun mas sale armoedige omstandigheden (lage tot extreem lage lonen in overbevolkte werkplaatsen, geen betaald zwangerschapsverlof, verplicht nachtelijk overwerk op straffe van ontslag, lange werk dagen zonder vrije dagen, opge jaagd arbeidstempo) kwamen uitvoerig aan de orde tijdens een in 1977 in Manilla gehouden bij eenkomst van werkende vrou wen uit acht Aziatische landen. Op die bijeenkomst is de basis gelegd voor het opbouwen van een internationaal solidariteits- netwerk tussen „de meest uitge buite werkende Azië". De Aziatische vrouwen die hun landen verlaten om in Europa te gaan werken, wacht in het „be loofde land" opnieuw de kans op uitbuiting. In Italië bijvoorbeeld werken zo'n achtduizend Filip pijnse dienstboden, onderwij zers, secretaresse, dokters- of tandartsassistente, maar eenmaal in Europa ontdekken ze dat er voor hen uitsluitend slechtbe- taald huishoudelijk werk te krij gen is. Vorig jaar heeft een aantal Filippijnse vrouwen in Italië zich verenigd in een organisatie die de belangen van deze Filippijnse ar beidsters in Italië tracht te behar tigen en te verdedigen. Ze geven in de Filippijnse nationale taal een eigen nieuwsbrief uit, en in formatiefolders waaruit de vrouwen kunnen leren hoe het zit met arbeidswetten, ziekteverze kering, lonen, vakantiedagen, verblijfs- en werkvergunningen in Italië. In West-Duitsland zijn Zuidkore aanse, Indiase en Filippijnse ver pleegsters op zeker ogenblik in verzet gekomen tegen over heidsmaatregelen die hun ver blijfsvergunningen bedreigden. In Engeland worden de werken de Aziatische vrouwen zich meer en meer bewust van het feit dat ze, mede door ongeschooldheid en taalproblemen, in de aller slechtste baantjes terecht zijn gekomen. Over de positie van vrouwen uit India, Bangladesj en Pakistan die in Engeland in fa brieken en werkplaatsen werken, is in Engeland vorig jaar een uit gebreid rapport verschenen, ge baseerd op gesprekken met wer kende Aziatische vrouwen over hun ervaringen met discrimine rende werkgevers, slechte lonen en werkomstandigheden, vak bondsactiviteiten en stakingspo gingen. Uit Latijns-Amerika, een wereld deel waar vrouwen gebukt gaan onder de extra last van de nog on aangetaste mannelijke superiori- teitsgedachte en de dictatuur van de moederkerk, komen de laatste tijd toch steeds meer berichten over een opkomend verzet van vrouwen tegen talloze vormen van uitbuiting. Maar die strijd wordt vaak samen met mannen gevoerd, vanuit het absolute standpunt van een mensonwaar dig bestaan voor beide sek sen. Het letterlijk en figuurlijk wereld wijde verschil tussen de praktijk van begrippen als vrouwenwerk en vrouwenstrijd in allerlei we relddelen laat zich het best illu streren door de beschrijving van een dag uit het leven van een Bo liviaanse mijnwerkersvrouw die in Bolivia een huisvrouwencomi té heeft opgericht om te vechten voor verbetering van de on draaglijke toestanden in mijn werkerskampen: opstaan om vier uur in de ochtend, ontbijt klaar maken voor de man, en daarna bijna twintig uur onafgebroken werken omdat ze, naast het ver zorgen van kinderen en huishou ding, ook nog elke dag zo'n hon derd vleespasteitjes maakt die ze op straat moet verkopen om het gezinsleven financieel een beetje draaiende te kunnen houden. „Dit is dus ons bestaan. Zo gaat onze dag voorbij. Ik ga meestal om middernacht naar bed en slaap dus zo'n vier a vijf uur. We zijn er al aan gewend". (Bron: „Vrouwen en werk", vierde jaargang nummer 10 van het ISIS, international bulletin voor de vrouwenbeweging). Pannekoeken en poffertjes. Nederlandser kan het haast niet. Hoewel, ook in het bui tenland worden pannekoe ken gegeten. Niet zo vreemd eigenlijk, want pannekoeken kunnen worden beschouwd als de oervorm van brood. La ter leerde men deeg en beslag ook te laten rijzen en toen zijn natuurlijk al die variaties al doende ontdekt, die wij nu ook nog kennen. Dus niet al leen het dagelijk brood, maar tal van lekkernijen, zoals pof fertjes, die kleine broertjes van de grote "poffert", nu ook wel "boffert" of "broeder" genoemd, die nog steeds in sommige delen van ons land wordt gemaakt. Het is een koek van gistdeeg, die in spekvet in een rond gietijze ren pannetje wordt gebak ken. Wanneer hebben de Ne derlandse huisvrouwen pan nekoeken leren maken?. Dat is niet meer na te gaan, maar de veronderstelling is gewet tigd, dat die ontdekking vrij snel is gedaan,, nadat men had geleerd hoe men graan moest malen. In het eerste Nederlandse gedrukte kook boek, dat omstreeks 1510 door Thomas van der Noot te Brussel werd uitgegeven on der de titel "Een notabel boexcken van cokerijen" wordt er al een recept van ge geven: "Neemt fijn bloeme, die suldi beslaen met gheste. Dan maeckt daer af deech". Een summiere beschrijving, die erop wijst, dat de auteur er van uitging, dat het recept toch al wat genoegzaam be kend was. Pannekoeken voor het ontbijt... we moeten er tegenwoordig niet meer aan denken. Hoe wel, in de Verenigde Staten is het nog steeds niet ongebrui kelijk. Vijftig jaar geleden was het ook op het Neder landse platteland nog vol strekt normaal. In het kook boek "Proemenkreuze" van J.C. Wessels-Nijenhuis wordt verteld hoe het bij het bakken van die pannekoeken toe ging: "In de provincie be stond het ontbijt omstreeks 1900 uit pannekoeken van ei gen verbouwd, gezeefd boekweitmeel of gekocht gemengd meel. Waren pan nekoeken vroeger op het plat teland het eten van alledag, pofferts, broeders, Jan in de Zak, ijzerkoeken (die net als wafels, maar dan tussen twee platte ijzers werden gebak ken) en natuurlijk poffertjes waren echt feesteten. In het bekendste Oudhollandse kookboek "De Volmaakte Hollandse Keukenmeid" wordt ruim aandacht besteed aan poffertjes "hoe men die bakken zal" en poffertjes "op andere wijze die excellent is"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 14