Turkse jeugd: klem tussen twee culturen
Kees Ouwejan „sjoemelt wat in de marge"
mnrtrm
„Ach, je moet
er inrollen
Leidse folkzanger oogst veel succes met zeemansliederen
GEEN MUZIKALE
HOOGSTANDJES
MAAR SPONTAAN
ENTERTAINMENT"
Tweede generatie wordt in ons land geconfronteerd niet veel problemen
PAGINA 4
DINSDAG 3 JULI 1979
door
Sjak
Jansen
Een brandende vraag: Hoe gaat het momenteel met
de Leidse folkzanger Kees Ouwejan?
Het antwoord: Hij leeft er tegenwoordig een beetje op
los, hij ziet wel wat er komen gaat. Of zoals hij het
zelf uitdrukt: „Ik sjoemel een beetje in de marge."
Onlangs heeft hij de brui gegeven aan zijn kantoor
baan. „De muren kwamen op me af, ik had het wel
gezien." Waarmee hij nu volkomen afhankelijk is
van zijn optredens.
En met de optredens van Kees Ouwejan Makkers
gaat het voorspoedig. Onlangs heeft deze Leidse
folkgroep in het voorprogramma gestaan van de
bekende Amerikaanse formatie 'Dire Straits' en de
'supporting act' (zo wordt het ook wel genoemd)
verzorgd tijdens de laatste toernee van Joan Arma-
trading.
Met zijn optredens weet Kees
Ouwejan het wel te rooien. Hij
heeft niet veel nodig. Hij ver
woont slechts 70 gulden in
een kleine kamer aan de
Groenesteeg. Uiterst sober
ingericht. Een oude bank, een
bed, een platenspeler, enkele
folkplaten en een gitaar. Kees
heeft er alle vrede mee.
Hij is toch vrijwel nooit thuis.
De komende weken bijvoor
beeld gaat hij met het 'Rei
zende Folkcircus' door het
land door. Dat is een initia
tief van de stichting 'De Dan
sende Beer' uit Den Haag.
En het is uitgerekend De Dan
sende Beer, die Kees Ouwe
jan heeft weten te strikken
om tijdens dit circus als
'spreekstalmeester' te funge
ren.
Zeemansliederen
Tussen het aankondigen door
zal Kees Ouwejan een serie
zeemansliederen zingen. In
de oude, vertrouwde stijl:
zingend uit volle borst en
daarbij zijn lage stem verge
zeld laten gaan van een mee
slepende weergalm.
In dat samenspel van stem en
luchtwegen pleegt de 28-jari-
ge Leidenaar de Nederlandse
cabareteske- en zeemanslie
deren, Schotse kroegliederen
en Ierse balladen te vertol
ken. En daarmee heeft hij in
korte tijd naam weten te ma-
Geluidsversterking
Sinds de folkgroep 'Kees Ou
wejan Makkers' op het
tweede Leidse folkfestival in
1976 werd geboren, ging het
haar gestaag voor de wind
Het verzorgen van de voor
programma's van de eerder
genoemde topartiesten mo
gen daar slechts een teken
aan de wand toe zijn.
Niettemin zijn 'sterallures' de
groep volkomen vreemd. Zij
heeft bijvoorbeeld geen ei
gen geluidsinstallatie en is
Elke ochtend, steevast om tien uur, ga ik de stad en
regio in, op zoek naar mensen en dingen voor deze
rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok
slag tien aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215.
Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom.
die voorlopig ook niet van
plan te kopen.
De voorkeur gaat immers uit
naar optredens zonder ge
luid sversterking. Als er ver
sterkt moet worden gespeeld,
moet de zaalhouder voor een
installatie zorgen.
Vrijblijvend
De Leidse folkgroep heeft een
tamelijk vrijblijvend karak
ter. Beetje bij beetje gevormd
in folkclub Horus ziet de
groep er nogal eens verschil
lend van samenstelling uit.
Ze speelt met een vaste kern,
bestaande uit Yvonne Jacobs
(zang, gitaar en accordeon),
Johan van Ommen Kloeke
(doedelzakken, mandoline en
bouzouki) en Kees zelf. Af
hankelijk van welke Leidse
sessiemuzikanten beschik
baar zijn, wordt de groep aan
gevuld.
Sfeer en gezelligheid staan bij
de optredens voorop. En dat
is eveneens de belangrijkste
drijfveer van Kees Ouwejan,
óók in zijn solo-optredensin
Leidse bistro's.
Spontaan
.,Voor het geld alleen zal ik
nooit spelen", zegt hij. ,,Ik
ben anderzijds ook niet van
plan voor een optreden te be
delen. Het moet spontaan
zijn."
.,Op die basis ga ik ook met het
'Reizend Folkcircus' mee.
Niets instuderen of zo. Geen
pakkende verwelkomings
teksten tevoren bedenken."
Kees zegt er overigens verbaasd
over te zijn dat het initiatief
van De Dansende Beer defini
tief gestalte heeft gekregen.
,,De culturele raden hebben
het dik gesubsidieerd. Ik had
niet verwacht dat het er über
haupt door heen zou komen."
'Entertainment'
Kees noemt zijn muzikale pres
taties geen hoogstandjes. De
Leidenaar, die pas op zijn
21ste met de gitaar kennis
maakte, ziet zijn muziek veel
liever onder de noemer 'en
tertainment' thuisgebracht.
„Dat is, denk ik, ook de kracht
van de Makkers. Met de Dire
Straits speelden we in een
uitverkochte Rotterdamse
Doelen. Het publiek was ra
zend enthousiast. We werden
teruggeklapt voor een toe
gift. En dat nog wel in een
voorprogramma. Heus, we
keken er een beetje van op."
Over het succes van de Leidse
folkgroep en zijn' solo-activi
teiten: „Ach, je moet er in
rollen. Je komt in contact met
theaterbureaus en voor je het
weet, speel je door het hele
land."
„Het kan vaak lang duren voor
je er daadwerkelijk inrolt. Ja,
je moet het geduld kunnen
opbrengen!"
'De Eilandgeneratie' is de titel van de
scriptie waarmee Hasan Gulsen af-,
gelopen maand zijn studie voor
maatschappelijk werker aan de So
ciale Academie Twente in Hengelo
afrondde. De 40-jarige Turk kwam 15
jaar geleden als door Akzo geworven
arbeider naar ons land. Hij werkt nu
zes jaar als groepswerker bij de Stich
ting Buitenlandse Werknemers IJssel-
streek in Deventer
De scriptie gaat uitvoerig in op het lot
van de tweede generatie Turken in
Nederland: de kinderen van de man
nen die het vaderlandse bedrijfsleven
zonodig hierheen moest halen om het
werk te doen dat de meeste Nederlan
ders te min was geworden
Die kinderen dus. Turkse ouders. Ne
derlandse vriendjes, buren, collega's
Turkse zeden thuis. Westerse normen
op straat en op school. Ze raken ver
vreemd van de cultuur van het va
derland en toch niet vertrouwd met
die van het gastland. Ze vallen tussen
de wal en het schip.
Ze horen nergens bij, bevinden zich als
het ware op een eiland, zegt Gulsen.
De problemen die daaruit
voortvloeien, worden de laatste jaren
steeds groter. Gulsen geeft daarvan in
zijn werkstuk treffende voorbeelden
Een Turks meisje van 12 jaar is na een
schoólexcursie met haar Nederlandse
vriendjes en vriendinnetjes naar
haar huis gegaan, terwijl haar ou
ders niet thuis waren. Toen de vader
later hoorde dat er ook jongens bij
waren geweest, stuurde hij het meisje
ondanks alle verzet van Nederlandse
onderwijskrachten en haar klasgeno
ten naar Turkije terug.
Een Turks jongetje van 10 jaar wilde
graag een kerstboomomdat hij dat zo
mooi vond. Toen de ouders dit om
godsdienstige redenen weigerden,
kwam het tot een conflict, met het ge
volg dat het kind een pak slaag kreeg.
Een Nederlandse buurvrouw waar
schuwde de politie dat er een kind
werd mishandeld. Sindsdien waren
er ruzies tussen net Nederlandse en
het Turkse gezin.
Een Turkse jongen van 19 jaar had al
twee jaar verkering met een Neder
lands meisjemaar zijn ouders waren
er tegen. De jongen verbrak de verke
ring omwille van zijn ouders. Die
probeerd,en vervolgens hem uit te hu
welijken aan een meisje in Turkije.
De jongen weigerde, maar de ouders
haalden desondanks het meisje naar
Nederland.
Toen het meisje in Nederland was, ver
liet de jongen het huis. Het gevolg was,
dat de vader alles in het werk stelde
om de jongen terug te sturen naar
Turkije en dat de moeder inltotaal
overspannen toestand in het zieken
huis moest worden opgenomenOnder
al deze dwang is de jongen uiteinde-
lijk toch met het meisje getrouwd. Dit'
huwelijk was vanaf het begin ont
wricht. De jongen gaat nu weer met
een Nederlands meisje om.
De conflicten in de Turkse gezinnen in
Nederland spitsen zich vooral toe op
de partnerkeuze van de kinderen,
vertelt Hasan Gulsen.
,JHij de kinderen verloopt het integra
tieproces sneller. Ze nemen van dé
Nederlanders normen over die strij
dig zijn met die van hun ouders. Dat
leidt tot botsingen, waardoor ze het
gevoel krijgen zowel door de eigen
gemeenschap als door de Nederlandse
samenleving niet te worden geaccep
teerd. Deze frusterende ontwikkelin
gen leiden soms tot bende-vor
ming".
Kortom, bij de Turken en ook de Marok
kanen in Nederland komen verhou
dingsgewijs meer en ook ernstiger
relatieproblemen voor dan bij de Ne
derlanders. Maar passende hulpver
lening is voor de buitenlandse werk
nemers niet aanwezig, moet Gulsen in
zijn scriptie vaststellen. Hij wijst op
het gevaar van het ontstaan van een
grote gefrustreerde groep - „een
nieuw subproletariaat" - met alle ge
volgen vandien.
ENSCHEDE (GPD) - Iedere Turk wil terug, zegt Hasan
Gulsen, zelf Turk en maatschappelijk werker. Gedreven
door bittere armoede zijn ze in de jaren zestig en het begin
van de jaren zeventig naar welvarend Nederland geko
men: kleine boeren en pachters, dagloners en seizoen
werkers, werkloos geworden door de mechanisatie in de
Turkse landbouw, die wordt beheerst door de groot
grondbezitters.
Ze zijn hierheen gekomen met
maar één doel voor ogen: veel
geld sparen - genoeg voor een
flinke lap grond bijvoorbeeld - en
zo gauw mogelijk terugke
ren.
Maar jaar na jaar gaat voorbij en er
blijkt bijna nooit voldoende te
zijn gespaard, vertelt Gulsen.
Omdat de inflatie in Turkije te
hard gaat. Omdat de Turken in
Nederland meestal ook nog geld
moeten overmaken voor het le
vensonderhoud van familieleden
in het vaderland (en de traditio
nele Turk rekent ook zijn ouders,
gehuwde zoons, jongere broers,
zusters en nichten tot zijn ge
zin).
De terugkeer wordt dus steeds uit
gesteld. Ook al met het oog op de
groeiende politieke onrust en
economische misère in Turkije,
aldus Gulsen. Eigenlijk is er geen
weg terug, zegt hij. Turken die
wel zijn gerepatrieerd, zijn er veel
slechter aan toe dan voordat ze
naar Nederland gingen (ze heb
ben in Turkije taxi's gekocht
waar geen klanten voor zijn,
vrachtauto's waar geen vracht
voor is) en smeken volgens hem
om weer naar ons land terug te
kunnen.
Zo is allengs het Doel, dat eens het
vertrek van menige Turkse vader
naar het verre Nederland heilig
de, verworden tot de Droom,
waarin diezelfde vader zich ver
liest nu hij in arren moede vrouw
en kinderen laat overkomen. Ook
voor een tijdelijk verblijf natuur
lijk.
Dromen zijn bedrog, weet de nuch
tere Nederlander. Weet ook de
Turk met zijn verstand, zegt Gul
sen. „Maar in zijn hart blijft de
stille hoop eens als welvarend
man naar Turkije terug te kunnen
keren". Het wrange is echter, dat
door de gezinshereniging de be
stedingen in Nederland toene
men, zodat nog minder kan wor
den gespaard dan voordien.
Om toch zijn droom te kunnen blij
ven koesteren probeert de Turk
se vader dan zo gauw mogelijk
werk te vinden voor zijn vrouw of
zijn kinderen van 13 jaar en ou
der. Meisjes die volgens de Ne
derlandse wet nog leerplichtig 1
zijn, worden dikwijls thuisge
houden om op kleinere broertjes
en zusjes te passen. De wet kan
trouwens worden ontdoken door
de meisjes tijdelijk naar Turkije
te sturen, waar het mogelijk is via
een gerechtelijke procedure de
leeftijd te wijzigen. Zo kan het
gebeuren, dat een 12-jarige leer
linge van de lagere school na een
verblijf van drie maanden in Tur
kije als 16-jarige terugkomt.
Maar al dromend verliest menige
Turkse vader het zicht op de wer
kelijkheid. Het ontgaat hem, dat
hij en zijn vrouw misschien nog
wel veel in Turkije hebben te
zoeken, maar zijn kinderen
steeds minder. Hij vraagt zich af,
waarom zijn zoon of dochter zich
zo anders wenst te gedragen dan
volgens hem en zijn vrouw pas
send is.
Natuurlijk, ook in Nederlandse ge
zinnen is het generatieconflict
een bekend verschijnsel. Maar in
Turkse gezinnen in ons land doet
dit zich in aanzienlijk versterkte
mate voor. „Alsof je wordt opge
voed door je grootouders".
Hasan Gulsen geeft het voorbeeld
van een jongen van 16 jaar die om
een bromfiets vraagt. De Neder
landse vader zal zeggen: „Jon
gen, op jouw leeftijd had ik een
fiets" en misschien niet meteen
willen toegeven. Maar de Turkse
vader zal botweg weigeren; „Op
jouw leeftijd had ik nog niet eens
een flets!"
Gulsen: „De ouders begrijpen de
behoeften van hun kinderen
niet". Het gevolg is, dat het gap
pen van geld en goederen en
agressief gedrag bij Turkse kin
deren in Nederland vaker voor
komen dan in Turkije. Hierdoor
komen de kinderen niet alleen
met hun ouders in conflict, maar
ook met hun Nederlandse klas
genoten.
De Turken die als gastarbeider naar
Nederland zijn gekomen, zijn
doorgaans eenvoudige mensen,
vaak afkomstig uit conservatie
ve, orthodoxe milieus, waarin
traditie en eer een belangrijke rol
spelen. In dergelijke families
dergeschikte positie in, terwijl de
kinderen als economische zeker
heden worden beschouwd. De
dochters worden meestal uitge
huwelijkt aan een in Turkije ver
blijvende jongeman (familielid of
kennis) voor wie men zich eco
nomisch verantwoordelijk voelt.
Een van de redenen is, dat na een
jaar huwelijk de jongen zich in
Nederland mag vestigen in het
kader van de zogenaamde omge
keerde gezinshereniging. Maar
dochters die al wat langer in ons
land wonen, verzetten zich steeds
meer tegen deze gedwongen
partnerkeus, met als gevolg hoog
oplopende twisten.
Iets anders nog: de Turken die naar
Nederland kwamen, waren be
reid vrijwel elk soort arbeid aan
te pakken. Bij de werving werden
ze zelfs geselecteerd op gebrek
aan kritische zin, weet Gulsen te
vertellen. Hijzelf heeft indertijd
in Turkije meegemaakt, dat zijn
paspoort in beslag werd geno
men, toen hij de wervingsagent
vroeg welke werkomstandighe
den en arbeidsvoorwaarden hem
in Nederland stonden te wach
ten. Toen hij na veel moeite zijn
pasjterughad, beijverde hij zi'ch
dan ook zich uiterst kritiekloos
op te stellen: hij mocht naar Ne
derland.
De Turkse jeugd in Nederland is
heel wat zelfbewuster, zegt hij.
Die pikt het absoluut niet als
tweederangsburgers te worden
behandeld. Zijn de ouders nog
redelijk tevreden, omdat ze het
materieel beter hebben dan in
Türkije, hun kinderen verlangen
een gelijkwaardige behandeling,
zeker in arbeidssituaties. Dat
leidt tot botsingen. Met werkge
vers. En met de ouders, die niet
begrijpen waarom hun zoon nu
alweer ontslag heeft gekregen of
genomen. De werkloosheid on
der de buitenlandse werknemers,
toch al aanzienlijk groter dan bij
de Nederlanders, neemt dan ook
vooral bij de jongeren toe.
Gulsen concludeert, dat de tweede
generatie Turken in Nederland
zowel in het gezin als in het on
derwijs, zowel op het werk als in
de vrije tijd wordt geconfron
teerd met een aantal zorgwek
kende problemen, die op dit
moment meestal nog onopgelost
blijven. Grotere problemen
naarmate de kinderen ouder zijn.
En waarvan de meisjes nog meer
de dupe worden dan de jon-
De moeilijkheden tussen ouders en
kinderen zijn niet de enige rela
tieproblemen waarmee de bui
tenlandse werknemers hebben te
kampen. Ook de verhouding tus
sen man en vrouw verslechtert
vaak na de gezinshereniging in
Nederland. Gulsen zegt dat dit bij
de Turken menigmaal gebeurt,
als de vrouw gaat deelnemen aan
het arbeidsproces en een eigen
inkomen verwerft: ze wil dan ook
wat te zeggen hebben over de be
steding
het gezinsinko-
Turken lopen echter niet snel met
hun huwelijksproblemen naar
een vreemde. Die problemen zit
ten trouwens nog vaak in de ta
boe-sfeer. Een vrouw die dan
naar een professionele hulpver
lener gaat, is in Turkse ogen een
slechte vrouw, vertelt hij.
Maar ook voor andere problemen
geldt, dat bij de Turken de drem
pelvrees voor maatschappelijk
werk heel wat groter is dan bij
Nederlanders. Ook zijn de bui
tenlanders dikwijls niet in staat
hun problemen duidelijk onder
woorden te brengen.
Volgens Gulsen is dan ook actieve
hulpverlening geboden, waarbij
Turkse en Nederlandse maat
schappelijk werkers zoveel mo
gelijk dienen samen te werken.
„Want vertrouwen is de enige ba
sis om binnen te komen"
Tot dusver heeft het algemeen
maatschappelijk werk zich aan
de buitenlandse gezinnen weinig
gelegen laten liggen. De excuses
zijn vele: gebrek aan middelen,
gebrek aan mankracht, gebrek
aan kennis van de taal en van de
cultuur van de buitenlanders.
Maar volgens Ernst van Opzee-
land, directeur van de Stichting
Buitenlandse Werknemers
Twente in Hengelo, worden de
taal- en cultuurproblemen opge
klopt als alibi om niet te helpen.
„Ik overdrijf het een beetje als ik
stel: het maatschappelijk werk
heeft het helemaal nooit gepro
beerd", zegt hij, „maar men heeft
wel grote aarzeling om eraan te
beginnen".
FRITS KOFFIJBERG