Goede sfeer belangrijk voor revalidatie van de patiënt Goed landingsnet kan succes visdag bepalen nk ^Vereniging Spierdystrofie Nederland vis j sport "Scheppen" naar gehaakte vis uit den boze ATERDAG 30 JUNI 1979 Door Jos Boutens AMERSFOORT - Vanuit zijn rolstoel kijkt de 12-ja- rige Wilco mij aan. Zijn blauwe ogen glijden kri tisch over me heen. Alwéér iemand, die komt informe ren hoe het voelt om de hele dag in een wagentje te zit ten? Terwijl de jongen me doorlicht, vertelt zijn vader dat hij bij de Utrechtse Hockeyboys elke week een knappe partij staat te backen. Hij schuift zijn stick, een smalle buis van wit plastic met een ron ding aan het eind. haarzuiver naar de bal terwijl hij zijn rolstoel precies de bewegingen laat ma ken welke nodig zijn voor het plaatsen van een flitsend schot. Ik probeer indruk te maken met mijn hockeyprestaties, maar met dat verhaal komt de achterkant van een postzegel nog niet vol. Het verslag van de zwartste dag uit mijn hockeyhistorie brengt hem aan het schateren. De bal gleed toen via mijn stick het eigen doel in: een punt voor de tegenpartij, plus voor mij een herinnering waaraan ik nog steeds niet kan wennen. Wilco doet het heel wat beter. „Wij hebben pas één keer de beker verspeeld. Nee, zo gauw zijn wij niet klein te krijgen". Na hockey komt het voetballen aan de beurt, alweer een terrein waarop hij zich geen knollen voor citroenen laat verkopen. Ik kan van hem aannemen, dat er geen betere club is dan SV Wouden berg. Tegen zijn favorieten moet zelfs SC Amersfoort wel inpak ken, omdat ervan uitpakken niks kan komen - daarvoor heeft de club te weinig talent in huis. Zo grasduinen we lachend door de sport. Maar één onderwerp om zeilt Wilco een beetje. Zelfs een voorzichtig praatje over spierdy strofie, zijn ziekte, verzandt in zwijgen. Niemand weet het fijne van deze kwaal, waarvan boven dien zoveel varianten zijn. Het is een aandoening van de spieren, die de patiënt in een rolstoel kan brengen. Niet alle vormen van spierdystrofie zijn even ernstig, maar de afhankelijkheid van mensen en dingen maakt de ziek te voor veel patiënten tot een las tig kruis. De toestand is echter niet meer zo zwart als tien jaar geleden. IJsbrand Poortman van de VSN formuleert het zo: „In 1969 was spierdystrofie nog een vergeten ziekte. Nu niet meer". Daar heeft hij zelf veel toe bijgedragen. Vanuit het organisatiecentrum in Baarn heeft Poortman in verba zend korte tijd deskundigen van verschillende snit gemobiliseerd om te onderzoeken op welke ma nier het lijden voor zo'n 10.000 pa tiënten kan worden vermin derd. Informatie Tegelijkertijd heeft hij van het hoofdkwartier van de VSN een soort brochurotheek gemaakt, met alle mogelijke informatie over spierdystrofie en aanver wante ziekten. Er kan nergens ter wereld een publikatie over dat thema verschijnen of Poortman krijgt er een kopietje van op zijn bureau: Kortom, hij en zijn me dewerkers coördineren, stimule ren en organiseren, maar het be langrijkste werk moet door de pa tiënt worden gedaan. Dat lukt ook. Poortman: „Ik constateer dat onze zieken veel van hun le ven kunnen maken, mits ouders of familieleden een goede sfeer weten te scheppen. Dat is van enorm belang voor de revalidatie van de patiënt" Ik ben naar Woudenberg gegaan om te praten met Henny en Klaas Mons, de ouders van Wilco, en twee meisjes. Zij hebben samen een sfeer gekweekt waarin hun jongen soms kans ziet van zijn handicap op punten te winnen. Klaas vertelt het verhaal. Stijf „Acht jaar geleden is het zo'n beetje begonnen. Lopen naar de dokter, omdat onze zoon niet zo vlot uit de startblokken kon komen. De arts stelde Henny gerust. De stijfheid van Wilco zou vanzelf wel verdwijnen. Natuurlijk, ie dere moeder wil een lenige zoon, maar daarin heeft een ouder het niet voor het zeggen. Ik hoor het hem nog roepen. Maar de stijf heid verdween niet. In de laatste vakantie voor zijn overgang naar de grote school gebeurde het" Wilco viel van een muurtje. „Een spiertje in zijn hiel is gescheurd" constateerde de dokter. „Komt vanzelf wel weer in orde" ,Het kwam niet in orde. Het bleef sukkelen, tot Wilco een jaar later voor onderzoek naar de neuro loog moest. Dat is echt een zware tijd voor ons geweest. Vooral toen we van de specialist hoorden dat we maar met z'n tweeën de uitslag moesten komen halen. Spierziekte! Daar stonden we dan. Met pijn in het lijf, want het is net of er op zo'n moment een mes door je heen wordt ge haald" ..Geen kwaad woord over die neu roloog en onze huisdokter. Die hebben ons uitstekend begeleid. Door hen werden we ook gewe zen op het werk van de Vereni ging Spierdystrofie Nederland Zijn we ook lid van geworden. Maar in de eerste jarèn na het vonnis van de specialist zijn we niet actief geweest. Henny en ik hadden aan ons eigen leed ge noeg" ,Als je de eerste schok verwerkt hebt, ga je toch merken dat het leven gewoon doorgaat, de kin deren recht op je aandacht heb ben; Wilco en mijn twee dochters. Weet je wat me zo opvalt? Wan neer er zoiets ingrijpends gebeurt als in ons gezin, dan is het net of vrienden en kennissen zich ver zamelen achter een glasplaat. Ze zien wel wat er aan de hand is, maar ze komen niet bij je. Er is afstand gekomen. Uit een soort schaamte of een gevoel van machteloosheid weten ze niet goed wat ze zeggen moeten. Bang, denk ik, om iemand te kwetsen met een verkeerde vraag of opmerking. Ik begrijp dat wel. Vóór mijn ervaring met Wilco's ziekte keken mijn vrouw en ik ook wat schichtig tegen een rol stoel aan". ,Maar ik heb geleerd dat een af wachtende houding niet goed is. Als je plotseling voor een mens in een wagentje komt te staan, doe dan gewóón! Zeg tegen hem wat je tegen anderen ook zou zeggen, alleen mag je natuurlijk niet de zelfde fysieke prestaties verlan gen. Wat dat aangaat ben ik trots op de kinderen uit mijn buurt. Ze nemen Wilco net zo vanzelfspre kend in hun kring op als vroeger, toen 'ie nog lopen kon. Ze nodi gen hem uit voor feestjes en spelletjes of ze komen bij hem. Zijn vrienden hebben hem mee gemaakt van hardloper tot rol stoelpatiënt; zijn dus ongemerkt met de veranderingen meege groeid" Progressief ,De ziekte van Wilco is progressief. Dat betekent dat ze niet tot één plaats beperkt blijft. Er komt een ogenblik dat je aparte voorzie ningen nodig hebt. Een aange past bed, elektrisch aangedreven stoel, een patiëntenlift, een lees- tafeltje, een auto waar hij zich met wagentje in kan tillen. Met die auto ben ik dolgelukkig, want nou kan Henny zonder al te grote ongemakken met onze jongen Wilco kan met steun van zijn hele familie een normaal leven leiden ondanks zijn handicap gaan winkelen of zo maar ergens heen". ..Die voorzieningen krijg je niet vanzelf. „Als Poortman heeft ge zegd dat elk gezin voortdurend moet vechten met de instanties, dan kan ik hem wel volgen. Kijk eens, het gaat erom dat de ouders hun gehandicapte kind thuis zo goed mogelijk kupnen verzor gen. Dat doen de meesten ook graag. Maar dan moet de over heid het hen wel mogelijk maken die taak te volbrengen". ..Nu heb ik ëén geluk: ik ken de weg in het ambtelijk doolhof. Als ambtenaar van Bouw- en Wo ningtoezicht hier in Woudenberg weet ik waar ik zijn moet. Toch heb ik perioden gehad dat ik meer leed aan de traagheid van de instanties dan door de ziekte van mijn zoon. Daar is geen woord •van gelogen". ,Ik ben er zelfs bijna aan onderdoor gegaan. Laat ik eens een voor beeld geven: de realisering van de aangepaste speel-slaapkamer plus een natte cel met speciale constructies. Van Volkshuisves ting moest ik maar zien uit te ko men met f37.000. Alles wat daar boven kwam moest ik zelf maar financieren. De aannemers kwamen met hun raming van de kosten ver boven dat bedrag uit. Ik heb moeten smeken of ze met hun prijs niet omlaag konden gaan. „Als jullie dat niet doen, is mijn jongen de dupe Zoiets heó ik wel tegen ze gezegd ,Ik wil er maar mee zeggen, dat je moet blijven vechten voor bitter- noodzakelijke voorzieningen. Daar heb ik ook van geleerd. Het heeft mij geholpen om zinvol werk te doen voor onze vereni ging. Die is opgedeeld in regio's. Ik zit in het bestuur van de regio Midden-Nederland en ben van daaruit belast met de taak gezin nen op te zoeken waar de spier ziekte is doorgedrongen". ,Hoe komen die lui ertoe zich ook met andermans narigheid te be moeien, zul je misschien denken. Gelukkig hoef ik daar niet som ber over te doen. Het gaat ons zelfs goed af. omdat het pure vol doening geeft als je een lotgenoot met jouw ervaringen op de goeie weg kunt zetten. „Het is ook zo nodig. Hoe vaak komt het niet voor dat ouders van een spierdy- strofiepatiënt zich afschermen voor de buitenwereld? Ze weten de weg niet in de wereld van de instanties en geven de moed op. Als ze de boel zelf niet meer kun nen beredderen, proberen ze in geforceerd tempo aan hulp te komen. Maar dan is het te laat!" .,De ambtelijke molen maalt zó langzaam, dat men lang voor het gebruik van extra middelen de benodigde aanvraag moet indie nen. Heeft men daar problemen mee, vraag dan hulp aan de VSN of leg contacten met anderen die in hetzelfde schuitje zitten als jij - dat is uitermate belangrijk. Stimulans „Op ontmoetingsdagen van de VSN hebben Henny en ik gezien hoeveel beroerder anderen er aan toe waren. Dat gaf ons een gewel dige stimulans om door te gaan en tegelijk te kijken of je anderen ergens mee van dienst kon zijn. Je leert dat het geen enkele zin heeft om je in het eigen verdriet op te sluiten. Hoe moeilijk het ook is, zowel de patiènt als zijn naaste omgeving zal naar de an der toe moeten gaan. Niet af wachten! Zeker niet als de ver werking van de problemen scheuren trekt in de huwelijks relatie". „Ik heb het meegemaakt, dat een vader de feiten niet accepteerde en moeder met de ellende liet zit ten. In ons geval is de relatie er juist door verdiept. Wij hebben tegen elkaar gezegd: dit is ons ge geven. laten we er dan ook het beste van maken. Mét elkaar, mét Wilco, mét onze dochters. Wij gaan overal heen en genieten daar ook van. En dan is het heus niet zo dat Wilco het alleen mag vertellen. De meisjes hebben ook hun rechten, daar willen we niet op beknibbelen". Tot de standaarduitrusting van de meeste hengelaars die het binnenwater bevissen, beho ren over het algemeen twee netten: een schepnet en een leefnet. Het eerste kan een vi taal onderdeel zijn van het hengelmateriaalde ander is dat zeker niet. Maar blijkens de verkoopcijfers is het nog al tijd een zeer gewild artikel voor de sportvisser. Op de kwaliteiten van het schepnet en de noodzaak om hem te ge bruiken ga ik in dit artikel wat dieper in. Om geen verwarring te schep pen is het goed eerst de be naming van het net eens on der de loupe te nemen, want die is op zijn minst ongeluk kig gekozen. Zo veronderstelt het woord schepnet, dat we daarmee een aan de haak ge slagen vis moeten scheppen. Een veel betere benaming zou echter landingsnet zijn. Wanneer gebruiken we nu een landingsnet? In zijn algem eenheid kunnen we zeggen; wanneer we willen voorko men, dat de vis die aan de haak geslagen is, ontsnapt. Hetzij door lijnbreuk, hetzij door het bereiken van een plek, die voor de sportvisser onbereikbaar is. Toch zijn er nog meer argumenten, die het gebruik van een landingsnet bepleiten. Bijvoorbeeld wanneer u vist vanaf <- hoge kant. In een kanaal met een schuin talud. Wie in zo'n geval geen lan dingsnet bij zich heeft is ver plicht om de vis aan de lijn omhoog te takelen. Nu kan een lijn - zeker die van tegen woordig - wel het een en an der verdragen, maar het blijft aanbevelingswaardig er zo zuinig mogelijk mee te zijn. Bij het optakelen komt het volledige gewicht van de vis namelijk aan de lijn te han gen. En dat is aanzienlijk meer dan de weerstand, die diezelfde vis onder water geeft. Zo kan een lijn sterk genoeg zijn om een forse vis te drillen, maar niet sterk genoeg zijn om die vis ermee uit het water te tillen. Zeker als die vis ook nog onverhoedse bewegin gen maakt, waardoor een ex tra kans op breuk bestaat. Zelfs als de lijn bij het takel en blokwerk heel blijft, is het risico groot dat de lijn daar door ernstig beschadigt wordt. De rekkracht van een lijn is beperkt en wanneer die een paar maal op de proef is gesteld, verliest de lijn aan sterkte. Daarom dit advies: til nooit een vis aan de lijn uit het water. Of het moet zo'n kleintje zijn, dat de lijn daarvan niet te lijden heeft. Nu kan zo'n landings net ook goede diensten be wijzen bij die oevers, die nog al dicht gegroeid zijn, bij voorbeeld met een brede riet kraag. Of oevers die niet vlakbij het water betreden kunnen worden door de vis ser. Het landingsnet is dan een pracht van een „verleng stuk" voor de arm om de vis tussen de opstakels door te loodsen. De vraag welk landingsnet we het best kunnen kopen is sterk afhankelijk van de ma nier waarop u vist en op welke vissoort u het gemunt heeft. Het zal bijvoorbeeld duidelijk zijn dat een palingvisser niets heeft aan een net met een gro te maaswijdte. De aal kruipt daar zeer snel doorheen en het net verliest daarmee zijn functie. Zo zijn er speciale netten in de handel, die wor den gemaakt voor die catego rie sportvissers, die ik ge makshalve maar even aan duidt met „torrenpikkers" Ze hebben het uitsluitend gemikt op kleine tot zeer kleine visjes, die zeer snel binnengehaald en onthaakt moeten worden. Daarvoor worden fijnmazige en ondie pe netten gebruikt. Dankzij de geringe diepte van zo'n twintig centimeter kan de wedstrijdhengelaar met één greep de vis pakken en onthaken. Van een heel ander kaliber is het net dat wordt gebruikt door de karpervisser. Omdat het hier gaat om grote en zwa re vissen is een stevig en diep landingsnet vereist. Die grote netten lijken wat overdreven, maar zijn dat zeker niet. Wie eenmaal oog in oog heeft ge staan met een fors exemplaar zal dat beamen. Een driehoe kig net met zijden van vijfen zeventig, tachtig centimeter en een diepte van vijfentach tig, negentig centimeter is be slist geen overdaad of sno bisme. En dan het gebruik van een lan dingsnet. Zoals ik al in het begin stelde is het scheppen naar een vis uit den boze. Een vis dient eerst zodanig te worden afgemat, gedrild zo u wilt, dat hij „rijp" is voor het landingsnet. En dat is alleen aan de man die de hengel in handen heeft ter beoordeling. Hij alleen moet de kracht die de vis nog ontplooit goed kunnen taxeren. Mocht u dan ook een flinke vis aan de haak hebben geslagen en een voorbijganger of toe schouwer biedt aan de vis Een veel gemaakte fout bij het landen van een flinke vis: het tillen van het net uit het water. Met de kans dat het net scheurt of de stok doorbuigt voor u te scheppen, wijs dat dan vriendelijk, maar reso luut, van de hand. In de loop der jaren heb ik al flink wat vissen zien verspelen door goedwillende assistenten, die het landingsnet hanteerden op een ogenblik en op een manier die niet de meest han dige was. Nee, u drilt de vis zelf, en wanneer u ervan over tuigd bent dat de krachten van de vis zijn afgenomen, dan pas pakt u het landings net. Of laat u het aanreiken. Iemand die alleen vist moet zijn landingsnet te allen tijde ge bruiksklaar hebben liggen. Want tijdens een dril mag uw aandacht geen ogenblik ver slappen en is er geen gele genheid om de zaak nog eens even rustig open- of uit te klappen. Breng het net in alle rust in het water als de vis niet al te dicht in de buurt is. Dril de vis daarna verder en ma- nouvreer hem boven het net. Dus niet met het net naar de vis, maar de vis naar het net. Is de vis boven het net dan met een snelle beweging het net optillen tot iets boven het wa teroppervlak. Maar let er wel op dat de vis in het water blijft. In geen geval het hele net uit het water tillen. De structuur van net en stok zijn daar - als het gaat om een gro te vis - niet op berekend. Haal het net langzaam binnen. Is het niet mogelijk de vis in het net zelf te onthaken. dan net net in elk geval ondersteunen bij het optillen. Een „levensvoorwaarde" voor het goed landen van een vis is ook dat het net in goede con ditie verkeert. Overtuig u daarvan op gezette tijden. Want het is een vreemde ge waarwording om een kapitale vangst onverwacht door een wegscheurend net te zien duikelen en de vinnen te zien nemen. De levensduur van een net kunt u flink verlengen door hem na elke visdag goed uit te spoe len en te drogen (bij voorkeur niet in de zon). Zorg er voor dat er geen restanten visslijm in het net achterblijven, want die bevorderen het rottings proces. Overigens moet u er niet al teveel geloof aan hech ten wanneer netten worden aangeprezen, die een men senleven lang mee gaan. Zul ke netten bestaan helaas nog niet. Nog iets over de keuze tussen een uitschuifbaar- en niet-uit- schuifbaar net. Voor het vis sen zelf maakt het helemaal niet uit, want zoals ik al eerder schreef, het net moet voor er met vissen begonnen wordt al in gereedheid zijn gebracht. Het enige argument wat hier een rol speelt is de ruimte waarover u beschikt tydens net transport naar het vis water. Is die beperkt dan bij voorkeur een inklapbaar- en uitschuifbaar net Tot slot nog iets over de uitvoe ring en de prijs. Helaas zijn er nogal wat landingsnetten in de handel van inferieure kwaliteit. Voorzien van een gammel stulye net, waarmee je al moeite zou hebben om een vlinder te vangen, en stokken, die onder het minste geringste gewicht bezwijken. Let daarop bij de aanschaf. Voor een redelijk witvisnet moet u toch wel rekenen op een bedrag van 20 tot 25 gul den. Een ondiep concoursnet met een zeer fijne maas ligt in de prijsklasse tussen 40 en 50 gulden en voor een karpers- net m de middenklasse be taalt u tussen de 35 en 45 gul den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 31