„Je wilt weer eens wat anders" "Macht van Kamer neemt zeker niet af" 8H2E2EQZMB Nieuwe voorzitter van Tweede Kamer: Scheidende voorzitter Vondeling verwierf bijnaam 'schoolmeester' ATERDAG 30 JUNI 1979 PAGINA 29 „Als bepaalde ideeèn niet bin nen een jaar of vijf gereali seerd worden, dan krijg ik er een soort weerzin tegen", zegt de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, dr. Dick Dolman. „Ik ben niet iemand die een levenlang aan een ideaal kan werken". Daarom ook wil hij, na zich negen jaar intensief in de Kamer met financien en volksgezondheid te hebben beziggehouden, weer eens wat anders. „Neem nou die algemene volksverzekering tegen ziek tekosten. Die heb ik geloof ik in 1967 het eerste genoemd als lid van een commissie van de Wiardi Beekman Stichting. Het stond ook als belangrijk punt in het re geerakkoord van het eerste kabinet-Den Uyl. Staatsse cretaris Hendriks van volksgezondheid had het al bij de Raad van State gede poneerd. Maar het is niet ge lukt". „In de formatieperiode werd het daarna een van de twee hangpunten uit de economi sche paragraaf. We konden toen kiezen: of de volksver zekering of de instelling van een „commissaris algemeen belang" bij banken. Het werd het eerste. Van Thijn schreef daarover: we hebben gekozen voor het dagelijks brood en tegen het principe". Zelfs het CDA ging er toen mee akkoord. „Maar ja, dat kabinet is niet tot stand ge komen. En nu praten we zelfs over een eigen risico. Dan komt er wel een groot gevoel van teleurstelling over je, als je daaraan 12 jaar gewerkt hebt". „En dan begint het te kriebelen. Dan zeg je: nu maar eens wat anders". Hans de Bruijn Louis Burgers DEN HAAG - „De volksvertegen woordiging is per definitie een glazen huisje. En de voor zitter is de eerste vertegenwoordiger van die volksverte genwoordiging als geheel. Wie is er nu méér gehouden om zich zeer precies rekenschap te ge ven van zijn daden en die van de 149 andere kamerle den?" „Ik heb geen revolutionaire ideeën in gedachten, voorop gesteld dat de Kamer die al zou toestaan. Het optreden van een voorzitter is natuur lijk ook beperkt je bent re presentant van de Kamer. Alle verantwoordelijkheid die een voorzitter neemt, kan slechts zover worden geno men als de Kamer het zelf goed vindt" Dinsdag koos de Tweede Ka mer de 43-jarige PvdA'er dr. Dick Dolman tot zijn nieuwe voorzitter. Dolman gaat de stoel bezetten die zeven jaar lang door dr. ir. Anne Vonde ling is ingenomen. De nieuwe voorzitter heeft er weinig be hoefte aan om zich te verge lijken met zijn illustere voor ganger. Hij laat zich dan ook voorzichtig uit over zijn plan nen met de Tweede Kamer Dat het beeld van de Kamer onder zijn leiding zal veran deren is echter vanzelfspre kend. „Maar het voornaamste dat de komende jaren in het Kamer- voorzitterschap gaat veran deren, zou ook veranderd zijn onder Vondeling, omdat de Kamer zélf verandert. Van functie, van samenstelling, van omvang". Dolman is zo'n twintig jaar jon ger dan de man die hij op volgt. „Een jonge voorzitter hoeft echter niet te betekenen dat hij ook minder gezag heeft. Hij is gekozen door de hele Kamer en er wordt van hem verwacht dat hij op zijn strepen gaat staan als de tijd daar is" Avontuur Voor Dolman zelf - financieel specialist van de Pvd A-fractie - is de verandering nog het grootst. Hij beseft dat hij een geheel nieuwe rol in de poli tiek gaat spelen. „Elke nieu we functie is toch weer een avontuur. De een is in de wieg gelegd voor oppositieleider, de ander voor minister en een derde voor kamervoorzitter. Je wilt wel weer eens wat an ders, en wat dan?" ,Ik wil daarmee niet zeggen dat ik in de wieg ben gelegd voor voorzitter. Maar ik durf het wel aan. De vraag is ook niet: waarom wil je het zo graag, maar, waarom denk je dat het niet bijvoorbaat een misluk king zal zijn?". Dolman vindt dat hij toch wel enige ervaring heeft opgedaan: vijf jaar tweede voorzitter van de PvdA-fractie, twee jaar derde voorzitter, lid van het presi dium en regelmatig voorzitter van commissievergaderin gen. „Ik deed de laatste jaren al meer aan voorzitten dan aan woordvoeren, en ik heb niet de indruk dat het zo slecht liep" Toch waren er wel twijfels over zijn kunnen, onder meer bij de WD. Niet zozeer vanwege zijn „geringe" parlementaire ervaring (9 jaar), zoals VVD- leider Rietkerk hem nog on langs verzekerde, maar om zijn „persoonlijk tempera ment". Zijn scherpe tong en cynische humor sloegen niet bij iedereen aan. „Maar de twijfels die hier en daar, bij voorbeeld bij de WD, zijn geuit over mijn stijl van op treden, waren gebaseerd op het optreden als woordvoer der. Ik ben me er zeer van be wust dat de voorzitter van de Kamer anders moet zijn dan een woordvoerder van een politieke stroming" De grote variatie trekt Dolman het meest aan in zijn nieuwe functie. Hij noemt het poli tieke aspect, het „bedrijf' van de Tweede Kamer, het soepel laten lopen van vergaderin gen, de contacten met de re gering en de representatie. Centraal staat echter het voorzitten van de kamerver gadering: „Je blijft lid van je fractie, je bent toch politiek bezig. Als kamervoorzitter zit je met je neus vooraan bij de behandeling van alle onder werpen" Spanning Tussen optreden als fractielid en als onpartijdige kamer voorzitter zit een zekere spanning. „Ik besef dat het iets anders van me vergt. Nu sta ik in mijn partij toch al niet bekend als iemand die dage lijks op de barricaden staat. Als ik eens een toespraak houd, die scherp is, blijft het daar meestal voor maanden bij. Ik ben ook geen flapuit die moet vrezen grote fouten te maken" .,Ik stel me voor dat je van alle onderwerpen geleidelijk wat meer te weten komt", zegt hij. Maar er is meen „Als voorzit ter kan je ook een ongezochte functie hebben, als waar schuwer van je eigen fractie voorzitter, maar misschien ook van andere, om te zeggen: Jantje heeft het buitenge woon slecht gedaan, Pietje heeft het erg goed gedaan, die moet je wat meer de kans ge ven, Keesje heeft zich mis dragen in de vergadering, die weet niet hoe het moet. En niet alleen voor wat betreft de omgangsvormen, maar ook politiek". Juist dat opgeheven vingertje werd Vondeling niet altijd in dank afgenomen. Hij kreeg er zijn bijnaam van „Schóól- meester" mee. Dplman ziet dat anders: „Schoolmeeste ren is iemand in het publiek de les lezen. Hier gaat het ech ter om een interne zaak. Ik vind ook dat Vondeling die naam niet verdient. Hij heeft hem destijds gekregen toen hij minister van financiën was, en als je zo'n naam een maal hebt raak je hem nooit meer kwijt". Dolman kan zich ook zeer goed vinden in de nauwlettend heid waarmee Vondeling op goede stijl, op goed Neder lands taalgebruik lette. „Dat deed-ie altijd op een heuse manier. Dat een voorzitter zich daarmee bemoeit vind ik ook heel vanzelfsprekend. Als er maar niet de suggestie van uit gaat dat het op een on aangename manier gebeurt" Dolman zelf staat in de Kamer als tamelijk belezen bekend. Hij doorspekt zijn speeches regelmatig met citaten van de groten uit de wereldlitera tuur. „Het is misschien een hebbelijkheid van mij. Maar ik vind het leuk om mijn speeches een beetje te versie ren". Het voorbeeld van Von deling, die tijdens zijn voor zitterschap diverse boeken schreef (vooral over de macht van het parlement) zal hij voorlopig niét volgen. Als hij publiceert, dan eerder in de vorm van artikelen. „Ik leg wat moeilijker mijn ei dan Vondeling. Die man werkt pijlsnel" Enquêterecht Vondeling heeft altijd nogal ge vochten voor de rechten van de Kamer, voor het gebruik maken van de macht die de Kamer heeft. Dolman: „Daar ben ik het helemaal mee eens. Zijn stelling is altijd, dat we helemaal niet ontevreden hoeven te zijn met de macht die de Kamer kan hebben. De Kamer zou bijvoorbeeld best eens een keer van het enquê terecht gebruik kunnen ma ken. Anders verleren we het misschien. Toch is er de laat ste jaren al veel eigen onder zoek verricht". ..Maar de Kamer moet zich voordurend bewust zijn van de effectiviteit van bepaalde instrumenten. Als zij jaren lang zijn gebruikt, krijgen ze iets vanzelfsprekends en dus iets bots. Dan gaat het frisse er van af en moetje weer eens wat nieuws proberen" Tijdens de formatie van het tweede kabinet-Den Uyl, in de zomer van 1977, stond Dolman kandidaat om staats secretaris voor volksgezond heid te worden. Nu zegt hij duidelijk de voorkeur te ge ven aan het kamervoorzitter schap. Voor een eventueel volgend kabinet (in 1981) is hij ook niet beschikbaar. Een moeilijke keuze noemt hij het niet. „Ik zou toch kiezen voor het voorzitterschap. Dat wil niet zeggen dat ik altijd al voorkeur voor deze functie heb gehad. Maar als je zeven jaar financieel woordvoerder bent geweest dan heb je weer eens een niewe prikkel nodig. Het kwam bij mij in mijn ach terhoofd vanaf het moment dat ik in het presidium kwam. Ik dacht toen al van: wie weet wat er gebeurt als Vondeling (in 1981-red.) weggaat. Het is alleen iets vroeger gekomen dan ik had vewacht" DEN HAAG-„Al die verhalen, dat het parlement in bete kenis terugloopt, zijn op geen enkele manier met feiten te steunen. Als ie mand dat zegt, dan is dat veelal uit on lustgevoelens. Om- dat-ie zijn zin niet heeft gekregen. Maar dit is iets heel anders". Aan de vooravond van zijn vertrek uit de Tweede Kamer verdedigt dr. ir. Anne Vonde ling de positie van „zijn" Ka mer nog even fel als hij al die jaren van zijn voorzitterschap heeft gedaan. Over een maand vertrekt deze politicus met de langste parlementaire ervaring (spijtig zegt hij: „Ik kan de 30 jaar nét niet volma ken") naar het Europese Par lement. Van de „binnenhuispolitiek" op het Binnenhof naar het driemaal zo grote Straats- burgse parlement. „Maar" zegt hij, „ik geloof dat, hoe klein ons parlement ook is met die 150 mensen, men hier relatief het meest de regering achter de vodden zit". „Ik stel voorop dat wij ons werk verhoudingsgewijs heel goed doen. Het kan natuurlijk al tijd beter. Maar Nederland is natuurlijk een klein land. Het blijft dus op een aantal pun ten binnenhuispolitiek". On ze aanduiding dorpspolitiek gaat hem echter te ver. „Ik heb wel eens voorgesteld het functioneren van de par lementen in diverse landen te vergelijken. Pak er een aantal onderwerpen uit en kijk in, zeg, vijf landen hoe dat daar loopt. Ik denk dat het Neder landse parlement dan heel hoog zal scoren" Schoolmeester Naar buiten toe verdedigt Von deling zijn Kamer met hand en tand, naar binnen moet hij vaak corrigerend optreden. De kamerleden nemen hem dit niet altijd in dank af. Het heeft hem de bijnaam 'schoolmeester' bezorgd. Zelf tilt hij daar niet zo zwaar aan. „Je bent een publiek persoon. Ik vraag me daarbij wel altijd af of het terecht is of niet". vAls het betekent, dat ik pro beer de mensen in de Kamer te helpen, de effectiviteit van hun werk te vergroten, dan hebben ze misschien gelijk. Overigens heb ik helemaal geen moeilijkheden met ka merleden. Ik vind school meester trouwens een fantas tisch beroep". Later in het gesprek herinnert hij aan de Menten-debatten. Hij liet een stroom van inter rupties toe en kreeg daar uit het land veel kritiek op. Ka merleden vinden daarente gen vaak dat hij te weinig toelaat. Volgens Vondeling horen interrupties bij het po litieke spel. „Ik zal alleen in grijpen wanneer iemand zijn verhaal niet kan afmaken, of wanneer het een onervaren kamerlid betreft. Ook wan neer iemand grof wordt, of kamerleden elkaar verdrin gen. Meestal echter omdat de tijd het niet toestaat". Gastheren Vondeling wijst er terecht op dat nog niemand zich echt over hem beklaagd heeft. Hij is realist genoeg om toe te ge ven dat hij niet altijd alles goed kan doen. Daarnaast treedt hij ook op namens het Kamer-„apparaat". Als dat een fout maakt, ben ik ook verantwoordelijk. Ik pleeg Vondeling - Ik kan de dertig jaar net niet volmaken - alles voor mijn rekening le nemen". ,Maar ik kies niet altijd de kant van de Kamer. Ik probeer ook zo fair mogelijk te zijn tegen over de regering. Ik vind dat wij goede gastheren moeten zijn". Maar de bewindslieden moeten niet proberen de posi tie van de volksvertegen woordiging aan te tasten. Dan vinden zij niet alleen de Ka mer, maar ook Vondeling te genover zich. Premier Van Agt merkte dat vo rige week na het debat over de bezuinigingsoperatie. Nog geen kwartier tevoren be stookten de fracties elkaar op alle mogelijke manieren. Maar de mededeling van Van Agt, dat hij „geen behoefte" had om in de Kamer te ver schijnen, bracht de hele Ka mer op één lijn: Van Agt móest komen. Vondeling had hem gewaarschuwd: „Ik zei: als je niet komt, krijg je bin nen de kortste keren een in terpellatie aan je broek". En Van Agt kwam. „Als het over dit soort zaken tot een con frontatie komt, dan win ik het so wie so". Horendol In de afgelopen dertig jaar is het kamerlidmaatschap erg ver anderd. Het is vooral veel zwaarder geworden. „Er zijn zoveel onderwerpen tegelijk te behandelen. De mensen worden er gewoon horendol van. Je zit soms op het randje van watje nog kan behappen. Juist dat levert maximale prestaties op. Veel kamerle den gaan dan bijna tot het ui terste". Dit komt ook door de enorme vlucht die het commissie overleg heeft genomen. Soms zijn er wel tien van deze ver gaderingen op één dag. Dat was vroeger uitzondering, zegt Vondeling. „Het heeft bijgedragen tot een veel ac tiever, actueler volgen van het beleid van een minister". Ook kent de Kamer pas sinds 1965 de openbare hoorzittin gen, waar maatschappelijke groeperingen tekst en uitleg geven. Er komen ook steeds meer nota's uit en het insti tuut van mondelinge en schriftelijke vragen is tot bloei gekomen. „Vooral mondeling, dat was heel zeld zaam. Ik heb er zelf een erg grote stoot toe gegeven" Maar het is wel een tijdrovende zaak. Vondeling: „Het gaat hier ook minder flitsend. Over negen vragen hebben we vanmiddag twee uur ge daan. In Engeland doen ze er dertig tot vijftig in één uur. Maar de voorzitter heeft daar een veel grotere macht. Hij maakt op een gegeven ogenblik uit nu is het genoeg geweest, volgende vraag" Bijstand De bijstand die kamerleden no dig hebben, is met het werk meegegroeid. „De toename van het aantal fractiemede werkers leidde tot een ver dubbeling van de prestaties" Vondeling herinnert zich, dat slechts 15 jaar geleden de vol tallige Kamer over twee frac tiemedewerkers beschikte: een voor de KVP en een voor de PvdA. Nu loopt er een paar honderd man (en vrouw) frac- tiepersoneel op het Binnen hof. Vondeling is het er mee eens dat de uitbreiding van de staven op haar beurt wel weer tot meer werk kan leiden. Toch blijven er wensen over. Zo streeft Vondeling al enkele ja ren naar invoering van een geautomatiseerd archief, waardoor kamerleden zich beter gedocumenteerd te genover de regering kunnen opstellen. Maar - geeft hij toe - dat kan nog wel jaren op zich laten wachten. Ook het openbaar maken van commissievergaderingen staat op zijn verlanglijstje. De kamermeerderheid is het met hem eens, zodat dit in het na jaar verwacht kan worden. Voorts vindt Vondeling dat de wijze waarop de regering haar nota's presenteert, moet veranderen. „Willen die effec tief zijn, dan moeten er conclusies en alternatieven in staan. Het moet zelfs mogelijk zijn deze conclusies te amen deren (zoals bij wetsontwer pen - red.)" Wilhelmus Gevraagd naar hoogtepunten uit zijn voorzittersperiode, moet Vondeling lang naden ken. Dam „Ja, die onafhan kelijkheid van Suriname. Prachtig. Dat ik enkele regels uit het Wilhelmus voorlas, waarna de mensen op de tri bune dat overnamen. En die Surinaamse parlementariërs, die elkaar na heftige debatten na afloop toch in de armen vielen". Als andere „hoogtepunten" noemt hij de zaak-Menten, de val van het kabinet-Den Uyl, de Lockheed-affaire rond prins Bernhard. Eigenlijk dieptepunten, zou je zeggen? Vondeling: „Kijk, weet je wanneer ik nu een echt goed moment heb? Wanneer er een nieuw kamerlid is, dat het goed doet. Dan denk ik: Ha, we hebben er weer een goeie bij"-. Eén „laatste wens" heeft Von deling door het vele werk niet meer kunnen uitvoeren. „Ik zou graag een persoonlijk reisgidsje voor mijn opvolger hebben gemaakt. Een lijstje met punten als: Zó hebben wij het gedaan, bepaalde ge woonten en gedragsregels. Zaken die niet in het Regle mentvan Orde staan. Jammer genoeg is het daar niet van gekomen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 29