Versluierend jargon, maar toch interessant "100 JAAR PARTIJ", een jubileumbundel Door Bas van Kleef >x ZATERDAG 23 JUNI 1979 PAGINA 29 Het honderdjarig bestaan van de Anti-revolutionaire Party, op drie april van dit jaar, was voor het bestuur van de partij aanlei ding een jubileumbundel "met een toekomstgericht karakter" het licht te doen zien. Deze bun del, "100 jaar party" geheten, wil, getuige de ondertitel, een anti revolutionaire bijdrage leveren aan de christen-democratische politiek. "Dit oogmerk past ge heel in het kader van de jubi leumviering, die immers plaats vindt in het perspectief van de vorming van het CDA", aldus'de samenstellers, die hebbén geko zen voor beleidsonderwerpen waarvan men kan verwachten dat zij in de komende jaren aan dacht zullen krijgen. Zo schrijven de 26 auteurs, die allen lid zijn van de ARP of met de par ty sympathiseren, over de uit gangspunten in de christen-de mocratische politiek en over vi sies op de mens, op de samenle ving, op de wereld en op de over heid. Gezien het karakter van een con fessionele party is het interessant wat langer stil te staan bij wat an ti-revolutionairen beweegt, bij wat hen inspireert. Men zou ver wachten dat in een bundel die verleden en heden van een con fessionele partij behandelt, voor al datgene wat mensen er toe be weegt zich bij een dergelijke par tij aan te sluiten als een rode draad door het boek loopt. Niets blijkt bij1 ig van het boek ech ter minde a.v te zijn. In veel van de bijdragen, vooral wanneer het gaat over de uitgangspunten kreeg ik de indruk dat de auteurs wanneer zij met de billen bloot moesten, hun toevlucht^ochten in Calvinistisch jargon. De domi nees-taal waarvan diverse schrij vers zich bedienen maakt het voor de buitenstaander niet een voudiger de bedoelingen te vat: ten. En gezien het ontbreken van de rode draad is het niet verwon derlijk dat de buitenstaander verdwaalt in het doolhof van theologische uitweidingen. Richting Maar afgezien van die drempels staat er toch veel lezenswaardigs in "100 Jaar partij". Prof. Goud zwaard, zoals bek^..d de samen steller van het CDA-programma 'Niet bij brood alleen", geeft in een der interessantste bijdragen een duidelijke en overzichtelijke samenvatting van wat moet wor den verstaan onder de anti-re volutionaire rchting: "Reeds Groen van Prinsterer maakte het onderscheid tussen partij en rich ting. Hy sprak bewust niet van een anti-revolutionaire partij of groep. Dat onderscheid werd door Abraham Kuyper in het eer ste beginselprogramma van de ARP opgenomen. Zowel Groen als Kuyper stond voor ogen dat de anti-revolutionaire richting - als grondtoon van ons volkska rakter - niet samenvalt en ook nooit zal samenvallen met enig partijpolitiek blok of enige poli tieke organisatie. De anti-revolu tionaire politiek staat voor een styl van handelen, die in geen ge val het monopolie is van een aan tal georganiseerde figuren die zichzelf anti-revolutionair noe men." Volgens Goudzwaard heeft het feit dat ook nu nog wordt gesproken van richting in plaats van party een duidelijke betekenis: "Een in partijverband, georgansiseerde (of 'gedachte "inbreng" zal blokvorming in de hand werken en een gemeen schappelijk optreden in het CDA verstoren. Een inbreng die herin nert aan de anti-revolutionaire richting en die zich daarom niet exclusief maar juist inclusief op stelt, kan daarentegen wordeii gezien als een nuttige bouwsteen voor de christen-democratische politiek als geheel." Vervolgens noemt Goudzwaard als kenmerk van de anti-revolutio naire richting drie samenhan gende karaktertrekken: Het ac cent op het politiek bedrijven vanuit beginselen, het accent op de bestrijdng van de revolutie geest en het accent op de eigen taak van de overheid tegen de achtergrond van de erkenning van de verantwoordelijkheid (soevereiniteit) in eigen kring Alvorens in te gaan op het be langrijke aspect van het bedrij ven van politiek vanuit beginse len, zullen we eerst aandacht be steden aan de andere twee aspec ten die het karakter van de ARP bepalen. Revolutiegeest De strijd tegen de revolutiegeest zegt Goudzwaard, is ontstaan uit de overtuiging van Groen en Kuyper, dat in de revolutie ideologie een verschijningsvorm is te bespeuren van de geest uit de afgrond die vooral op het denken en handelen van westerse men sen zo gemakkelijk vat heeft "Groen zag in de Franse Revolu tie een uiting van diep ongeloof, van een verwerping van de le vende God zelf. Daarbij kiest de revolutiegeest haar zondebok en houdt de mensen voor dat zonde en kwaad niet bij henzelf horerf, maar steeds bij anderen. Tegen deze geest heeft de anti-revolu tionaire richting steeds gestre den. Er moet overigens een on derscheid worden gemaakt tus sen contra-revolutionair en anti revolutionair. De laatste richting verzet zich, zoals we hebben ge zien, tegen de geest van de revolu tie, waar die zich ook voordoet tot binnen het overheidsgezag toe. Contra-revolutionair noem de Groen degenen die elke vorm van verzet tegen de overheid reeds by voorbaat afkeurden als een aanranding van het over heidsgezag. Anti-revolutionair kan dus ook de plicht tot verzet inhouden. Anti-revolutionair zijn houdt niet in het eerbiedigen van het gezag in al zijn uitings vormen, maar het eerbiedigen van de normen, d ie voor overheid en onderdaan beide in het staat kundig leven staan. Wanneer bij voorbeeld de overheid in de greep komt van het revolutionai re streven om stelselmatig het onrecht te dienen, het zwakke te verdrukken en de godsdienst uit te roeien dan houdt de anti-re volutionaire richting in dat daar aan niet wordt gehoorzaamd," aldus Goudzwaard. Het kamerlid Beinema zegt het elders in de bundel anders en geeft en pas sant Goudzwaard nog een aai over de bol: "Voor de-grondleg ger van de ARP, Groen van Prin sterer, was het kernpunt van de revolutie waartegen hij zich ver zette het vooruitgangsgeloof, waarin de mens in grenzeloze ei genwaan geacht wordt in eigen kracht voort te kunnen gaan, tot dat hij de volmaaktheid bereikt Geestverwanten van Groen heb ben dat principe niet helemaal en ook wel helemaal niet in praktijk gebracht. Bij de soort wereldge lijkvormigheid waartegen het Nederlandse Calvinisme streed ontbrak de sociaal-economische variant van de hierboven ge noemde soort nogal eens. Van daag de dag is het Goudzwaard die in zijn ingrijpende studie over kapitalisme en vooruitgang de profetische visie van Groen naar onze tyd en toekomst vertaalde Goudzwaards opvattingen wor den in het CDA in toespraak en geschrift, tot in het laatste verkie zingsprogramma toe, veelvuldig gehuldigd. Maar als de konse- kwente toepassing in de prakti sche politiek uitblijft, dan blijven de in het CDA samenwerkende partijen gebonden aan on christelijke tijdbeginselen als die van het vooruitgangsgeloof en de onontbeerlijke groei." Soevereiniteit Het beginsel van de soevereiniteit in eigen kring is een typisch anti revolutionair verschijnsel. Het wordt het best uitgelegd door dr. Vermaat, oud-kamerlid voor de ARP: "Hiernaar (naar het ver schijnsel soevereiniteit in eigen kring - BvK) verwijst men in an ti-revolutionaire kring gaarne wanneer het gaat om de span ningsrelatie tussen het politieke en het economische in de sa menleving. De gedachte werd destijds aangeduid door voor mannen als Groen van Prinsterer en Kuy per en gaat uit van een ne venschikking van de samenle vingsstructuren. De staat is niet hoger dan het gezin, de school en het bedrijf, maar anders en ge richt op een ander aspect van le vensontplooiing dan andere structuren." Goudzwaard for muleert het aldus: "In haar beleid heeft de overheid er te allen tijde van uit te gaan dat overal normen van God gelden en dat menselij ke verantwoordelijkheden daar rechtstreeks op aangesloten zijn... Daarom komt het geen enkele overheid toe, de totaliteit van het menselijk leven aan zichzelf te onderschikken, de verantwoor delijkheid van anderen doorkrui send." Met andere woorden, mensen hebben in de eerste plaats een verantwoordelijkheid tegenover God, en die verant woordelijkheid moet door de overheid worden gerespecteerd. Beginselpolitiek In het anti-revolutionaire accent op de beginselpolitiek staat volgens Goudzwaard de rechtvaardige, de verantwoorde, de juiste ma nier van handelen centraal. Deze visie staat dan tegenover de pragmatische opvatting van het bedrijven van politiek, waarbij het meer gaat om het bereiken van bepaalde resultaten dan om de manier waarop dat gebeurt. De Nieuw-Testamenticus prof Versteeg wijst dan ook op diverse problemen wanneer men zich bij het poliiek handelen op de bijbel wil richten. Ten eerste is daar het probleem dat de bijbel eeuwen geleden is geschreven en een boodschap bevat die primair was bedoeld voor de mensen uit de tijd van de bijbelschrijvers. Het tweede probleem is dat de bijbel duidelijk geen politiek handboek is. De situatie waarin het oud-tes- tamentische Israël verkeerde was de situatie van de theocratische staat. "Kerk" en staat waren on der het oud-testamentisch Israel één. "Het is daarom onmogelijk allerlei oud-testamentische ge gevens uit hun - theoretische - context los te pellen en over te brengen op onze Nederlandse si tuatie. Terecht werd reeds door een in 1949 ingestelde program commissie met betrekking tot ar tikel drie van het program van de beginselen van de ARP verklaard dat de anti-revolutionairen nooit bedoeld hebben in Nederland een soort oud-testamentische theocratie te vestigen, gesteld dat dit al mogeljk was." aldus Ver steeg Voorzichtig Ook A.M. Donner, hoogleraar staatsrecht, wijst er op dat men op de vraag naar christelijke uit gangspunten niet moet verwijzen naar de bijbel: "We moeten voor zichtig zijn de bijbelse opdrach ten over te brengen op overheid en staat en op hun verantwoor delijkheden. Wie tracht de bijbel se opdrachten om te zetten in eer» politiek programma vervalt, als hij niet oppast, in weerloosheid niet slechts met eigen, maar ook met andermans leven, in in schikkelijkheid met andermans belan en in barmhartigheid met andermans energie en ander mans goed. Worden de religieuze en zedelijke opdrachten tot rechtsplichten voor ieder en tot politieke richtlijnen voor het sa menleven gemaakt, dan stelt de "christelijke" politiek zich op in hetzelfde gebied als de politieke ideologieën, die immers allemaal haar heilsboodschap willen ver wezenlijken op de rug van ande ren en dan zou zij evenzeer kun nen worden tot "la barbarie a visage humain" Christelijke partijvorming is vol gens Donner uit nood geboren. Uit de behoefte aan een politiek onderdak en een politiek spreek gestoelte voor hen die vooral vanwege hun christen-zijn zich niet thuisvoelen bij de gangbare ideologische tegenstellingen en in zwart-wit schema's geen keuze vinden. "De anderenaldus Donner, "hebben niet helemaal ongelijk als zij onze "confessio nele" partijen tegenwerpen dat zij geen echte politieke partijen zijn, met hun maatstaven geme ten vlees noch vis, een onbere kenbaar element in het politieke spel. Die partijen zijn inderdaad geboren uit een andere dan een zuiver politieke aspiratie en zijn daarom de ideologen een erger nis en de politicologen een dwaasheid Waarop christelijke partijen zich baseren is dus niet eenvoudig uit de bundel op te maken. De geïn teresseerde buitenstaander stuit op een stortvloed van verbaal geweld. De meeste auteurs sla gen er op andere punten meestal wel in duidelijk te maken wat zij vinden, maar op dit naar mijn in zicht cruciale punt verschaffen zij geen duidelijkheid Vaag beeld Zo ontstaat dus een wat vaag beeld van de christen-democraat, een indruk die nog wordt versterkt door de poging vn de filosoof Klapwijk duidelijk te maken wie er achter de christen-democraat schuilgaat. Hoewel hij er wel in slaagt een overzicht te geven van wat socialisten en liberalen heeft bewogen en in hoeverre hun drijfveren in de loop der jaren zijn veranderd, is hij niet in staat dui delijk uiteen te zetten wat het mensbeeld is achter de christen democraat Wat moet ik bijvoor beeld aan met een passage als 'Christenen kunnen evenmin als anderen het open geheim van het menszijn ontraadselen. Maar ze hebben althans weet van dit ge heim, het scheppingsstatuut van de mens. En daarom dienen ze - christelijk georganiseerd of mel- ook in politicis op de bres te staan voor het onaantastbare in de mens... wanneer het gaat om poli tieke inspiratie? Omdat de mens is geroepen beeld van God te zijn kan volgens Klapwijk de christe lijke mensbeschouwing niet uit gaan van vrijheid als soevereine zelfbeschikking. Vrijheid moet worden geformuleerd in termen van verantwoordelijkheid. "Het CDA heeft dan ook de verant- woordelykheidsgedachte aan vaard als uitgangspunt en richt lijn voor het christen-democra tisch handelen. Ik vind dit pure toverij. Het resul taat, verantwoordelijkheid, spreekt me wel aan, maar hoe komt Klapwijk daar aan? Een paar toverspreuken en daar komt het konijn uit de hoed. Het is vermoedelijk een genus dat ik niet ben opgegroeid in het geloof der vaderen en dat ik dus niet in staat ben het vakjargon van de mannenbroeders te volgen, dat soms wel bedoeld lijkt om wan kelmoedige geestverwanten te overtuigen. Het is in elk geval las tig en deze vaagheden helpen mij niet verder. Waarschijnlijk is een lange training vereist om aan te kunnen voelen wat de anti-re- volutionairen bedoelen wanneer zij spreken qvei hun bron van ïsnpiratie. Kennelijk geldt nog steeds de oude uitspraak van Steenkamp, die de betekenis van de term "christelijke inspiratie" weergaf door een vergelijking te trekken met een kompas met de inscriptie "Jk geef geen weg aan. ik wys slechts de richting." Typerend Wat mij betreft is deze vaagheid overigens typerend voor de on grijpbaarheid en de tweeslach tigheid van een confessionele party en vooral van het CDA, welke partij, wanneer zij politiek in de race wil blijven en kiezers wil blijven trekken, niet al te principieel en duidelijk kan zijn. Op papier bijvoorbeeld lijkt het CDA-programma niet onrede lijk, maar wordt dat vertaald naar concreet politiek handelen dan ziet het er opeens heel anders uit Denk bijvoorbeeld aan kwesties als abortus, bewapening, ont wikkelingshulp, sociaal-econo mische problemen en dergelijke waarbij het handelen van ARP/ CDA niet altijd lijkt te zijn geba seerd op de bezorgheid voor de zwakken de verdrukten in de sa menleving. Overigens moet gezegd worden dat van de drie partyen binnen het CDA de ARP mij het meest sym pathiek is en dat die indruk door dit boek slechts is bevestigd. Di verse auteurs geven in hun bij drage blijk van een grote sociale bewogenheid of van bezorgdheid over de toekomst van deze we reld. Zo geeft het oud-kamerlid Schouten een interessante visie op het verschijnsel van de econo mische groei. Hij haalt Goud zwaard (alweer!) aan, die in zijn "Kapitalisme en vooruitgang" aantoont dat vanuit de anti-re volutionaire richting altijd al is gestreden tegen het vooruit gangsgeloof. Christenen moeten daarom de technocratische aan pak van de economische en op het milieu betrekking hebbende problemen zoals die door de Club van Rome wordt aangehangen verwerpen. Oud-staatssecretaris Kooymans maakt zich in zijn bij drage terecht zorgen om de toe nemende bewapening en de kern wapen wed loop. En dominee Verkuyl schrijft zeer bevlogen en geïnspireerd over de noodzaak van ontwikkelingssamenwer king en de vorm waarin die hulp dient plaast te hebben. Vooral deze bijdragen tonen aan dat de ARP binnen het CDA een belangrijke rol kan vervullen. De tegenstrijdigheid tussen de be zorgdheid van Kooymans over de toenemende bewapening en de houding van de huidige CDA- minister van defensie Scholten mag indicatief zijn voor de diver siteit van meningen binnen het CDA. Het is te hopen dat de stem van de ARP binnen het CDA te horen zal blijven en dat de party meer dan alleen maar als het ge weten van het CDA zal fungeren. 100 JA AR PARTIJ" is ondanks de kritiek op veel onduidelijkheid toch een interessant boek. Veel auteurs geven op hun eigen ter reinen en vanuit hun eigen dici- pline een overzicht vanuit het verleden naar het heden. Je moet zoeken naar de goede artikelen, maar ze staan er zeker in. Kortom, christendemocratische politiek ten voeten uit. 100 JAAR PARTIJ - bezinning en perspectief. Uitgeverij Wever. Franeker. 295 pagina's, pnjs f 19,90. Goudzwaard De anti-revolutionarre richting legt dus de nadruk op de weg waarlangs je gaat. De te bereiken doeleinden wijken voor de be ginselen. Goudzwaard wijst er te recht op dat deze opvatting kan resulteren in gehoorzaamheid aan het gebod van God zonder zich om de consequenties ervan te bekommeren. De historie biedt ons daarvan voorbeelden: de oor sprong van de schoolstrijd was niet zo zeer dat men iets wilde maar dat men niet anders kon. Anderzijds heeft deze houding er tijdens de oorlogsjaren toe geleid dat velen het verzet in gingen zonder zich direct om de gevol gen daarvan te bekommeren Steenkamp, met op de achtergrond een portret van Abraham Kuyper, tijdens de viering van het eeuwfeest van de ARP in Rotterdam. Abraham Kuyper Naast dit principiële aspect van de beginselpolitiek is er volgens Goudzwaard nog een bijbels as pect: "...namelijk dat God aan een gehoorzaam menselijk handelen gevolgen ten goede kan verbin den, die mensen van te voren niet kunnen overzien. Het bijbelse woord zegen staat daar voor.'' Anders gezegd, wanneer je de juiste weg bewandelt, wanneer je Gods geboden opvolgt, dan komt alles wel goed terecht. Op deze momenten kan ik Goudzwaard niet meer volgen. Getuige het grote aantal confessie nele partijen en het grote aantal kerkelijke groeperingen zijn er kennelijk veel manieren om de bijbel uit te leggen. Bovendien zijn er christenen die op de SGP stemmen en christenen die op de PSP stemmen. De bijbel geeft dus geen uitsluitsel over hoe men in het leven dient te staan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 29