gaan hoor" "Tante Jet niet dood Een halve eeuw voor vissers in de weer PAGINA 27 LANGERAAR - Vissers. Ze komen voor haar uil Brabant rijden, uit Groningen, Leiden, Den Haag. En een enkeling zelfs uit het buiten land. Antje Slootweg aan de Langer aarsepias. Zeg maar tante Jet Dit seizoen viert ze haar zakenjubileum. Verhuurt vijftig jaar roei boten. Is 72 nu. De Zoete Inval, noemt men haar bescheiden optrekje dat bijna natte voeten haalt, zo pal in de buurt van de Langeraarse rietkragen. Het is geheel uit hout opgetrokken en niet het type waar makelaars zo druk mee adverteren. Een piepklein keukentje, waarin een wasma chine ontbreekt. De was moet in een kookketel. Ook warm water is er niet. Elke druppel moet eerst op het gas. In de kleine vierkante huis kamer ("Hoe ik ze er in krijg, ik weet het niet maar soms heb ik hier twintig man op visite") is het passen en meten geblazen om alle meubels een plaatsje te kunnen geven. Haar bed staat opgeklapt tegen de kant, aan een gordijnrail hangt een deel van haar garderobe. De meeste ruimte wordt ingenomen door een kolos van een ronde tafel met gedraaide poten. Een krijger tje. Net als trouwens alle andere meubilair. Inclusief de armstoel waarvan een van de poten een stuk korter is en daardoor de neiging .heeft te kapseizen. Het vloerkleed dat er ligt is nog origineel, doet dus al ruim veertig jaar dienst. En dan is er nog de "serre", een twee biechtstoelen grote aanbouw, die de functie van rommelhoek heeft gekregenen waarin kleding, zonne- stoelen en stapels papier hoog liggen opgetast. "Een erg luxueuze indruk maakt het niet", zegt ze, "maar ik staar me niet blind op mensen die het beter hebben. Ik voel me rijk met wat ik heb" ATERDAG 23 JUNI 1979 Tante Jet bij haar bootjes die zware concurrentie hebben te verduren van het eigen plastic bootje van de visser en het toenemen van zeilplanken en zeilboten op de plassen Als het stormt zit Jet klaar om het vege lijf te redden Het huisje waarin ze woont is ei genlijk een bij houwtje aan de woning er naast. Daarin woont haar broer Jan. Jet en hij kunnen niet al te best met elkaar overweg. Zo is het altijd al geweest. Eigen lijk al vanaf de tijd dat moeder stierf. Ruim veertig jaar geleden dus. Sindsdien woont Jet op zichzelf. Praten doen de twee nooit meer met elkaar. "We heb ben geen slaande ruzie", zegt ze. "maar we liggen elkaar nu een maal niet". Ook Jan heeft een bo tenverhuur. De bootjes van broei en zus liggen bijna met de flan ken tegen elkaar. De scheidslijn is een lange aanlegstijger, die haaks op de oever is gebouwd. Vermagerd Ja, die botenverhuur. Ze zou voor geen geld van de wereld meer zonderwillen. "Want als ik er mee stop", zegt ze, "heb ik geen druk te meer om mij heen. Dan ga ik er onder door. Ik heb bijvoorbeeld echt tegen deze winter aan zitten hikken. Normaal kom ik die makkelijk door zo in mijn eentje. Dan wacht ik rustig op het voorjaar. Maar dat bleef nu zo lang weg. Ik heb het er erg moeilijk mee gehad. Daarom ben ik ook zo vermagerd. Toen de vissers mij dit jaar weer voor de eerste keer zagen schrokken ze er van. "Zeg tante Jet, niet dood gaan hoor", zeiden ze. Dat doetje dan toch weer goed. Het houd je op de been. Je hebt de zekerheid dat je nog voor iemand leeft". "Voor het geld hoef ik het niet te doen", zegt ze. "Want een vetpot is de verhuur momenteel niet. Al is het nog niet zo erg als toen ik begon en de tarieven nog rond de twee kwartjes lagen. Toen moest er vaak geld bij vanwege de koffie en thee die we er gratis bij schon ken". Recreatie De verhuur loopt dus sterk terug, althans dat is de situatie aan de Langeraarse plas. Bedrijven die ervan oudsher een "vloot" op na hielden, hebben bijna stuk voor stuk het veld moeten ruimen. Re cent nog Ane van Roon die er ook een dikke veertig jaar op had zit ten. Hij zegt somber "Het aantal verhuurbare boten is hier de laat ste jaren zeker met meer dan de helft teruggelopen. Ergens wel te begrijpen ook. Veel vissers ko pen vandaag de dag een eigen plastic bootje en nemen die bo ven op de imperial mee". "Bovendien neemt op de plas de recreatie sterk toe. Er komen steeds meer van die plankzeilers en zeilboten. Daar jaag je de vis sers mee weg. Die komen alleen op plaatsen waar ze met rust worden gelaten. Er is een tijd ge weest dat ik elk weekeinde mijn twintig bootjes in de verhuur had en door de week pikte ik ook nog aardig wat mee. Dan maakte ik er helemaal geen punt van als ze me 's nachts om twee uur uit bed belden. Desnoods zette ik nog een pot koffie voor ze. Maar voor die paar die nu nog komen laat ik mijn nachtrust niet meer vergal len. Botenverhuur moet geen liefdadigheidswerk worden" zegt hij. In Langeraar zijn alleen Jet en Jan op hun post gebleven, zij het dat haar botenbestand aardig is in gedamd. Waren het er in hoogtij dagen nog 22, nu stopt het tellen al bij acht. Daaronder zijn ook nog de drie yzeren die Jet des tijds van haar vader erfde. En ze heeft de zaken altijd in haar een tje draaiende moeten houden. Getrouwd is ze nooit. "Ze hebben wel eens tegen mij gezegd: Jet jij bent er het type niet naar om in een huwelijksbootje te stappen. Jij bent veel te veel op je vrijheid gesteld. Ik heb ze altijd gelijk ge geven. Maar als ik nu terug kijk zeg ik op mijn beurt trouwen had helemaal zo gek nog niet geweest. Dan hadden we de lasten een beetje kunnen delen. Hij de ene ochtend vroeg uit de veren en ik de andere dag. Een man had veel zwaar werk van mij over kunnen nemen. Vergeet niet dat ik tot mijn 61ste zelf alle boten schrap te, schuurde, teerde en verfde "Maar ja, als ik zou zijn getrouwd, had ik wel ergens anders met myn bootjes naar toe gemoeten. Dan had ik hier niet kunnen blij ven wonen. Dat stond in het tes tament van moeder. Die was bang dat we in dat geval Jan het brood uit de mond zouden stoten. Gemeen eigenlijk, om zo iets in het testament cp te nemen". Jet staart naar buiten. Op het grint pad voor de Zoete Inval komen wat grote eenden aanwaggelen, een paar kleintjes lopen er druk achter aan. Er is een tijd geweest dat ze voor alle dieren de deur wagenwijd open hield maar sinds er een paar haar vloerkleed heb ben bevuild houdt ze ze buiten. Voeren doet ze nog wel. Daar kan ze erg geconcentreerd mee bezig zijn. Te geconcentreerd soms. Zo smeet ze laatst vol overgave een vers gesneden bruinbrood het water van de plas in. Te laat kwam ze tot de ontdekking dat het de bestelling was die de bak ker zojuist had afgeleverd. En het was nog zaterdagavond ook. Dus toen heeft ze maar een weekeind zonder gedaan. Ze schenkt nog eens koffie in. Niet zoveel want de vloeistof is danig in beweging. Het huisje trilt op de grondvesten omdat vlak er naast zware bulldozers bezig zijn met de reconstructie van een weg. Zeker een paar weken lang zal de toegang naar het huisje versperd zijn. Maar het gemeentebestuur heeft niet even de moeite geno men haar van te voren in te lich ten. Net zo min als de PTT heeft laten weten dat de telefoon tijde lijk zou worden afgesloten Dat is wel een nadeel van het afgele Niemand "Ik heb het afgelopen winter weer gemerkt. Op een nacht was er zo veel sneeuw gevallen dat ik niet meer naar buiten kon. Ik zag mensen langs komen in hun auto lopend, op de fiets. Maar nie mand kwam op de gedachte om te kijken hoe het met Jet stond. Uiteindelijk heeft een meisje van elf de sneeuw voor mijn deur weggehaald". "Maar zou ik daarom moeten kla gen? Ik kijk wel uit. Aanstonds zeggen ze: Jet als je zo loopt te teuten ga je maar naar een be jaardentehuis. Alsjeblieft niet zeg. Bespaar me dat. Daarom zullen ze my nooit horen. Ik red me wel. Een paar jaar terug heb ik mijn arm gebroken. Eigenlijk moetje dan hulp in huis hebben. Maar ik heb net zo lang lopen modderen tot ik alles met één hand kon doen. Tot aardappels afgieten aan toe. Trouwens, de mensen beseffen te genwoordig niet hoe njk ze het hebben. Het leven is zo mooi maar toch is men niet tevreden. Ik wel. Ik vergelijk altyd maar met vroeger. Toen werd er niet aan je gevraagd wat je wel of niet wilde. Je had niets te willen" Aanpoten "Aanpoten moest je. 's Morgens om vijf uur het land in, 's avonds om acht uur pas weer naar huis. Een beetje eten, bidden en onder de wol. Hoeveel broeken zal ik niet hebben stuk gekropen bij het bie ten rooien? En hoe oud was ik7 Tien, twaalf jaar, misschien. Een vakantiebaantje, zeg je? Om de dooie dood niet. Ik werd er voor van school gehaald. Oogstverlof noemden ze dat. Dan was het al najaar. Woei er meest een noord oosten wind. En maar ploeteren in die kou. Schaften deden we achtereen zwad. Een soort muur tje van bietenbladeren. Daar ach ter lag je je brood te eteil. Vaak joegen de sneeuwvlokken je om de oren" Op de plas kan het soms ook spo ken. Dan jaagt de wind de golven hoog op. Waaien de vlokken schuim tegen het raam van de serre en liggen in de kleine inham voor haar huisje de houten en ij zeren roeiboten wild te bonken door de onstuimige golfslag. Bang is Jet dan niet maar ze neemt wel haar voorzorgsmaat regelen. Besprenkelt volgens oud-katholiek gebruik de wan den van haar huisje met water uit Lourdes, dat het vnj moet waren van ramp- en tegenspoed. Maai Honderd procent vertrouwen doet ze daar toch niet op. Want 's nachts blyft ze in elk geval uit bed en posteert zich aan de grote huiskamertafel. De kleren aan die ze overdag ook aan heeft ge had, een jas er over heen, een tasje bij de hand met wat dierbare bezittingen. Het trouwboekje van haar moeder, wat bidprentjes, fo to's, een vergeeld kranteknipsel waarin een verslaggever in een lyrische bui de bootjesgelegen heid van tante Jet omschrijft als "het aardse parad ys". Ze is nog nooit bij vliegende storm haar huisje hoeven ontvluchten. Jet Slootweg wordt door vissers op handen gedragen. Sommigen komen er al veertig jaar over de vloer. Bouwvakkers, doktoren, advocaten, zakenlieden. Ze heb ben dan ook niet te klagen. In het visseizoen staat tante Jet 24 uur per dag voor ze gereed. Ook in het holst van de nacht. Even op het raam van de serre tikken, zeggen wie er voor de deur staat, en de sleutel gaat in het slot. Een dag kaart uitschrijven, koffie zetten, een praatje aan de grote tafel. Dan gaat het er gemoedelyk aan toe. Komt er vaak een borreltje op tafel en snijdt ze desnoods kaas en rookworsten aan. Maar o wee als haar humeur op nul staat. Bij voorbeeld als een visser het waagt met een andere boot de plas op te gaan dan zij heeft aan gewezen. Dan is ze in staat die vent op de plas na te zitten en hem desnoods met de roeispaan van Jetje te geven. Want bang is ze voor niemand. Als de water- politie 's nachts op de plas achter stropers aan joeg hielp tante Jet graag een handje mee. Vroeger natuurlyk, want nu heeft ze het lef niet meer. Want ze heeft zwaar suiker en dan is de kans op een duizeling groot. En op zo n mo ment kun je maar het beste thuis zitten. De vissers. Als ze op vakantie zyn sturen ze een kaartje of bellen ze op. Jet Sloot weg zelf gaat niet op vakantie Heeft nog nooit een snipperdag opgenomen. Of ja, toch wel. Ze is ooit met een kennis een dag rich ting kasteel Haarzuilen getoerd. Dat is misschien al weer vijftien jaar geleden. Maar ze heeft het er nog over. Als ze ooit nog eens op vakantie gaat zou ze d aar best nog eens naar toe willen. Maar ze zit er echt niet om te springen. Heimwee "Als je een jaar lang in een fabriek aan de lopende band staat", zegt ze, "dan ben je inderdaad aan vakantie toe. Dan moetje weg uit die sleur. Maar niet ais je hier woont. Dat is levenslange vakan tie. En bovendien: als ik een ki lometer buiten Langeraar ben heb ik al heimwee naar het water Ik vond het al erg zat dat ik vyf keer voor mijn suiker in het zie kenhuis heb gelegen". "Ik ben niet piepjong meer. En misschien moet ik overeen paar jaar wel aan een rolstoel. Maar dan moeten mijn jongens dit huisje maar helpen verbouwen. Al die drempels weghalen. En dan kan ik natuurlyk ook niet meer de steiger op om ze bij het aanmeren te helpen". Door Herman van Amsterdam Ze kunnen haar 's nachts om twee uur uit bed halen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 27