"Onderzoek misdadig gedrag
mag niets
of niemand
schaden...."
Zoölogie-lab weer
open voor gebruik
Ook langdurige
hulp nodig voor
ex-gegijzelden
SPORTIEVE
JONGEMAN
WOUT BERGERS SPORT B.V.
jimiJDAG 22 JUNI 1979
LEIDEN
PAGINA 21
DEN HAAG - Gespannenheid, slaapstoornissen en angsten of fo
bieën. Bijna alle slachtoffers van de gijzelingen die zich de laatste
jaren in Nederland hebben voorgedaan, hebben daar dit soort
nadelige gevolgen van ondervonden. Ook lichamelijke klachten,
moeite met denken en concentratie in de eerste weken na de gijze
ling, doen zich bij de slachtoffers vaak voor.
Na de eerste weken ondervindt twee derde van de slachtoffers nog
negatieve gevolgen van een gijzeling. Vooral: angsten of fobieën,
prikkelbaarheid en lichamelijke klachten die een psychische oor
zaak hebben. Ook dan doen zich nog slaapstoornissen voor, even
als gevoelens van onveiligheid en niet begrepen te worden. De
fobieën hebben vaak te maken met reizen in de trein.
Dit zijn enkele resultaten van een onderzoek dat is uitgevoerd door
de Onderzoeksgroep Gijzelingen van de Leidse universiteit onder
leiding van prof. dr. J. Bastiaans, welbekend van het Centrum
40-45 in Oegstgeest. Het onderzoek is uitgevoerd onder auspiciën
van de Centrale Beleids- en Ondersteuningsgroep ten behoeve
van de nazorg van ex-gegijzelden CBOG),die door het ministerie
van volksgezondheid in januari 1976 werd ingesteld. Het rapport
dat van het onderzoek is gemaakt, is gisteren aan staatssecretaris
Veder-Smit aangeboden.
Maatregelen
Belangrijkste conclusie van de onderzoekers: zodra een gijzeling
zich voordoet, moeten er direct maatregelen worden genomen
voor organisatie en goede opvang van de familieleden en van de
gegijzelden zelf zodra die vrijkomen. Daarbij moet ook gedacht
worden aan ex-gegijzelden die, door een nieuwe gijzeling, op
nieuw geconfronteerd kunnen worden met hun problemen.
De hulp mag niet beperkt blijven tot de eerste tijd na de gijzeling.
Ook de nazorg is van groot belang. Prof. Bastiaans zei het giste
ren zo: ,f>ommige slachtoffers hebben het gevoel twee keer gegij
zeld te zijn. De eerste keer toen het echt gebeurde en de tweede keer,
toen de schijnwerpers op die gebeurtenis gedoofd waren en zij
alleen thuis met hun problemen achterbleven". De lengte van een
gijzeling maakt volgens Bastiaans niet veel uit: „Wij weten dat
zelfs een gijzeling van vier uur, bij mensen die daar totaal niet op
voorbereid zijn, zo'n diepe indruk maakt, dat die indruk onuit
wisbaar is".
Het is uit het onderzoek gebleken dat de slachtoffers directe hulp
verlening vrijwel altijd op hoge prijs stellen. Zodra de gegijzelden
vrij komen, moet er voor hen, aldus de onderzoekers, de beste
opvangmogelijkheid zijn, zo goed als er tijdens de gijzeling een
opvangcentrum voor familieleden aanwezig dient te zijn. De on
derzoekers doen in hun rapport de aanbeveling om hulpverleners
vertrouwd te maken met wat als actieve hulpverlening wordt
aangeduid. Er moeten op dit gebied zowel theoretische als prakti
sche trainingen worden georganiseerd.
Huisarts
Een belangrijke rol zien de onderzoekers weggelegd voor de huis
arts. Uit het onderzoek is gebleken dat de helft van huisartsen die
bij hulpverlening aan ex-gegijzelden waren betrokken,zich daar
niet voldoende deskundig voor achten. Maar alleen al het tonen
van belangstelling en het aanbieden van hulp door de huisarts is
van waarde, aldus de onderzoekers.
Het onderzoek is het resultaat van een groot aantal gesprekken met
de slachtoffers van gijzelingen (er zijn in Nederland inmiddels
meer dan vierhonderd ex-gegijzelden), familieleden, huisartsen,
hulpverleners en beleidsfunctionarissen. Aan het onderzoek is
meegewerkt door slachtoffers van de gijzelingen in de Franse
ambassade,inScheveningen(oktober 1974).het Indonesisch Con
sulaat in Amsterdam (december 1975), de treinkaping bij Wijster
(december 1975), de kaping van een KLM-toestel (september
1976), de treinkaping bij De Punt (mei-juni 1977) en de gijzeling
ineen school in Bovensmilde (mei-juni 1977), in welk geval overi
gens niet de kinderen, maar hun ouders zijn ondervraagd.
Uit het onderzoek is verder o.m. het volgende gebleken. Relaties van
ex-gegijzelden met vrienden en familieleden zijn na de gijzeling
meestal niet veranderd. Voorzover die er wel zijn, waren de ge
volgen overwegend positief. Eén slachtoffer bouwde weer contact
op met zijn broer, die hij jaren niet had gezien. Ook waren er
negatieve gevolgen, die vooral toe te schrijven zijn aan onbegrip.
Gezinsleden kwamen emotioneel soms nader tot elkaar: ,Jk heb
het gevoel dat wij elkaar beter hebben leren kennen", zei een
echtgenote van een ex-gegijzelde.
Overheid
Het optreden van de overheid tijdens en na de gijzeling is door
veertig procent van de ex-gegijzelden positief en door 24 procent
negatief beoordeeld. Dat een aantal slachtoffers wel een uitkering
(3000 gulden) van de overheid heeft gehad en anderen niet, heeft
tot teleurstelling geleid.
Het oordeel over de rol van de pers is overwegend negatief. Bijna
alle slachtoffers zijn door de pers benaderd: ongeveer de helft
heeft de journalisten te woord gestaan. De negatieve ervaringen
hebben vooral betrekking op de wijze van benadering (opdringe
rig) en een onjuiste weergave van wat de slachtoffers te vertellen
hadden.
LEIDEN - "Het onderzoek naar misdadig gedrag van de
linquenten mag alleen plaatsvinden op basis van vol
strekte vrijwilligheid. In het onderzoek worden de be
trokken personen zo goed mogelijk geïnformeerd over
het doel van het onderzoek. Zij worden bovendien volle
dig ingelicht over de aard en de inhoud van hun mede
werking en de eventuele implicaties daarvan"
Dit schrijft professor dr. W. Buik-
huisen in een boek dat hij heeft
uitgegeven ter gelegenheid van
de aanvaarding van het ambt van
gewoon hoogleraar aan de Leidse
universiteit in de criminologie en
penologie. Buikhuisen
zei vandaag tijdens zijn
oratie, waarin hij zijn ambt aan
vaardde, dat "de discussies die
vorig jaar hebben plaatsgevon
den over de bio-sociale crimino
logie duidelijk maken dat er be
hoefte is naar een uiteenzetting
van de ontwikkelingen binnen de
sociale criminologie"
Begin 1978 zorgde Buikhuisen voor
de nodige opschudding toen hy
aankondigde een onderzoek te
willen houden naar de "biologi
sche kenmerken van de delin
quent". Het onderzoek zou onder
andere worden gericht op de
"behandeling" van misdadig ge
drag. Na een spoedberaad in de
Tweede Kamer zie minister De
Ruiter van justitie, dat het nog
niet noodzakelijk was om tot een
wettelijke regeling te komen ter
bescherming van (ex-)delin-
quenten tegen wetenschappelijk
en lichamelijk onderzoek. Wel
wilde de bewindsman er aan
meewerken dat een nadere studie
hierover wordt bevorderd.
Waarborgen
Bio-sociaal onderzoek is een on
derzoek van de factoren in het
gedrag van de mens die van in
vloed zijn op het doen en laten
j van die mens. Daarbij wil Buik
huisen zich vooral richten op
diagnostisch onderzoek. "Er zijn
mensen die door een bepaalde
constitutie minder remmingen
hebben en daardoor eerder tot
criminologisch gedrag geneigd
zyn. Onderzoek daarnaar is vaak
verwaarloosd omdat men een
eenzijdig maatschappelijke ver
klaring meende te hebben voor
criminologisch gedrag"
Buikhuisen zei vorig jaar toen be
kend werd dat hy met een derge
lijk onderzoek zou beginnen,
"dat de argwaan die bestaat tegen
dit soort onderzoek te verklaren
is uit een vooroordeel van "dat
doe je niet". Ik ben geïnteres
seerd in wat medici hebben ont
dekt over het criminologisch ge
drag. Men zou blij moeten zijn
met elke poging gedragingen die
alom als zorgwekkend worden
beschouwd te verklaren", aldus
Buikhuisen in april '78.
"Allerlei vragen zijn toen gerezen",
zei professor Buikhuisen tijdens
zijn oratie, "zoals: wat houdt het
begrip bio-sociaal nu eigelyk in,
om wat voor onderzoek gaat het
hier, welke waarborgen zijn er
met betrekking tot de proefper
sonen, wat gaat er gebeuren met
de resultaten van het onderzoek
'Medewerking aan het onder
zoek", zegt Buikhuisen, "mag
nooit ten koste gaan van de li
chamelijke en geestelijke inte
griteit van de betrokken proef
personen. Zij mogen in generlei
opzicht schade ondervinden van
het onderzoek. Alle gegevens
zullen als strikt vertrouwelijk
worden beschouwd en niet ter
beschikking worden gesteld aan
derden. Ook bij de rapportering
zal de anonimiteit van de be
trokkenen volledig worden ge
waarborgd. Alle proefpersonen
ontvangen een samenvattend
verslag van de bevindingen van
het onderzoek en de aanbevelin
gen die op basis hiervan zijn ge
daan".
Regeling
Met betrekking tot de waarborgen
op ethisch gebied merkt Buik
huisen nog het volgende op
"Binnen de universiteit bestaat
de behoefte om tot een algemene
regeling te komen. Dat is inder
daad van groot belang. Er moet
worden voorkomen dat binnen
de universitaire gemeenschap
iedereen maar volgens eigen in
zichten te werk gaat.
In afwachting van deze algemene
regeling vindt momenteel in de
faculteit der rechtsgeleerdheid
overleg plaats over de wyze
waarop een en ander het beste
■binnen de faculteit kan worden
geregeld. Aangezien hiermee nog
enige tijd gemoeid zal zijn, is het
Kriminologisch Instituut in af
wachting van een definitieve re
geling zelf overgegaan tot de in
stelling van een dergelyke bege
leidingscommissie"
In het boekje dat dr. Buikhuisen op
de dag van zijn oratie het licht liet
zien wordt aandacht besteed aan
deze vragen. Daarnaast wordt in
gegaan op punten als: waarmee
houdt de criminoloog zich in het
algemeen bezig en wat zouden de
vertrekpunten moeten zijn voor
de criminologie als gedragskun-
de.
"Het Kriminologisch Instituut in
Leiden wil primair fundamenteel
wetenschappelijk onderzoek
verrichten naar de achtergron
den van criminaliteit. Aan het
uitvoeren van toegepast weten
schappelijk onderzoek zal geen
hoge prioriteit worden verleend.
Op dit gebied zijn in Nederland
reeds verschillende instituten
werkzaam"
Signaleren
Het Kriminologisch Instituut heeft
overigens geen enkele belang
stelling voor onderzoek naar kin
deren die later eventueel misda
dig gedrag zullen vertonen. Ook
zal zij op geen enkele manier me
dewerking verlenen aan preven
tieprogramma's die uitsluitend
het tegengaan van misdadigheid
beogen. Het instituut hoopt wel
te kunnen bijdragen tot het sig
naleren van eigenschappen of
omstandigheden die vanuit de
geestelijke volksgezondheid be
zien een harmonische ontwikke
ling (en daarmee het welbevin
den) van betrokkenen in de weg
staan. Ofschoon dit strikt geno
men niet de taak is van crimino
logen, wordt dit aspect van bio-
sociaal onderzoek wel van grote
betekenis geacht.
In het slothoofdstuk wordt verder
ingegaan op het werkplan van het
Kriminologisch Instituut en op
de waarborgen rond bio-sociaal
onderzoek en de toepassingen
van de eventuele resultaten van
dit soort onderzoek. In het najaar
van 1978 werd opgemerkt dat
voor het ontwikkelen van het on
derzoekprogramma twee jaar
nodig zal zijn.
Zo zal het werk van het Kriminolo
gisch Instituut niet zijn gericht
"op het behandelen van delin
quenten. Wel zal het instituut
desgevraagd haar medewerking
verlenen aan het ontwikkelen
van de behandelingsprogram
ma's, mits deze met de volledige
instemming van de betrokken
plaatsvinden en hun persoonlijk
welzijn dienen. Onder dezelfde
voorwaarden is het bereid mee te
denken over het ontwikkelen van
initiatieven op het gebied van
behandeling en resocialisatie".
THIJS JANSEN
ADVERTENTIE
gevraagd voor de verkoop van sport-,
wintersport-, tennisartikelen
I Haarlemmerstraat 232 - Tel. 071 - 124681 I
Rijnsburgerweg 121, Leiden.
Prof. Buikhuisen: „Alle mogelijke waarborgen insluiten"
Onderzoek toont aan: straling was gering
LEIDEN - DEN HAAG - De
werkzaamheden in de zo
genaamde C-laboratoria
van het Zoölogisch labora
torium van de Leidse uni
versiteit aan de Kaiser-
straat mogen worden her
vat. De hoeveelheid radio
actieve straling viel mee
en bleek beneden de toe
gestane grenzen te liggen.
Tot deze conclusie kwam TNO-
Rijswijk na een onderzoek dat
woensdag in opdracht door de
arbeidsinspectie was verricht
naar de aanwezigheid van radio
actieve straling in het laborato-
Twee deskundigen van de commis
sie stralingsbescherming van de
universiteit zullen nog een aantal
maanden een oogje in het zeil
moeten houden. De fout waar het
allemaal om ging was volgens
drs. F. Dijkstra, arts voor stra
lingshygiëne van de universiteit,
"een eenmalige procedure-fout"
Urine-onderzoek bij negen mede
werkers van het laboratorium le
verde geen radio-actieve straling
op. Uit 61 metingen in de ruimten
van het laboratorium bleek dat in
overgrote meerderheid van de
gevallen dat straling ver beneden
Leids asiel wil
graag dieren kwijt
LEIDEN - Naar aanleiding van de
rubriek Nieuwsspiegel van af
gelopen woensdag schynt er bij
een aantal lezers enige verwar
ring te zijn ontstaan. In deze ru
briek werd gesteld dat het maar
beter was om geen contact meer
op te nemen met het Leidse Die
renasiel omdat men de mensen
daar vanwege de grote drukte
toch niet kan helpen.
Dit houdt evenwel niet in dat u niet
langer bij het asiel terecht kan
voor het opnemen van een huis
dier. Integendeel, bedrijfsleider
Will Tiele en zijn vrouw Mieke
zien de mensen die belangstel
ling hebben voor één van de die
ren die zij onder hun hoede heb
ben graag in het asiel verschij-
Alleen voor het tijdelijk opnemen
van een huisdier itydens de zo
mervakantie) kunt u beter telefo
nisch contact opnemen met me
vrouw De Koning in Leiderdorp
(telefoon: 890957).
het maximum was gebleven. In
een klein aantal gevallen werd
deze grens tot op éénvyfde deel
van de toegestane genaderd, al
dus drs. Dijkstra.
"We hopen eind volgende week
weer aan het werk te kunnen
gaan in de laboratoria waar met
het radio-active materiaal wordt
gewerkt", zegt J.J. Maas, direc
teur-beheerder van het Zoölo
gisch laboratorium"
Het Zoölogisch laboratorium
kwam onlangs in het nieuws na
dat was gebleken dat er onzorg
vuldig met radio-actieve stoffen
was omgesprongen. Bij toeval
ontdekten laboranten verhoogde
radio-activiteit bij een wasma
chine, die wordt gebruikt om
potjes, waarin de radio-actieve
stoffen zaten, schoon te wassen.
Directeur-beheerder Maas be
sloot naar aanleiding van deze
ontdekking de werkzaamheden
in de laboratoria op te schorten
en schakelde de arbeidsinspectie
'Ik ben tot de conclusie gekomen",
zegt Maas, "dat er waarschijnlijk
vergissingen zijn gemaakt en nog
niet voorgespoelde flesjes in de
afwasmachine terecht zijn ge
komen. Binnen het laborato
rium", legt Maas uit, "worden ra
dio-actieve flesjes verscheidene
malen gespoeld en gaan dan pas
naar de wasmachine".
Toen eind april echter bleek dat er
toch flesjes tussendoor slopen
die niet vrij waren van radio-ac
tieve straling, "heb ik direct na
dat dit bekend werd de werk
zaamheden in de laboratoria la
ten opschorten".
De zogenaamde C-laboratoria (er
wordt daar gewerkt met radio
actieve stoffen met een relatief
geringe straling) zijn momenteel
ondergebracht in twee verschil
lende ruimten van het Zoölo
gisch laboratorium. "De bedoe
ling is, nu we geld hebben gekre
gen van het ministerie, dat de la
boratoria op de begane grond
komen. Het wordt een volledig
nieuwe behuizing in een van de
rest van het gebouw afgeschei
den eenheid".
Directeur Maas zegt te hopen dat er
geen nodeloze ongerustheid is
ontstaan. "Ik hoop tevens dat de
mensen ervan overtuigd zijn dat
wij ons uiterste best doen de
voorschriften zo getrouw moge
lijk op te volgen. Mocht er echter
iets fout gaan bij de laboratoria,
dan blijft de schade beperkt al
dus Maas. "Een kleinigheid kan
nooit groot worden".
Explosiegevaar op Prinsessekade
LEIDEN - De Prinsessekade en
een stukje van de Apothekersdijk
zijn gistermiddag van kwart over
drie tot kwart voor vier afgeslo
ten geweest voor het verkeer in
verband met ontploffingsgevaar
van een fles acethyleen die in
brand was geraakt.
De lassers die werkzaamheden ver
richtten aan de gasleiding op de
hoek van de Prinsessekade en de
Apothekersdijk, gooiden de
brandende fles in de Rijn, omdat
ze het explosiegevaar onderken
den. Acethyleen heeft namelijk
de eigenschap dat het bij verhit
ting zichzelf verder verhit waar
door de fles kan exploderen.
De brandweer heeft de fles een half
uur in het water laten liggen,
waarna bleek dat hy niet warm
geworden was, en het verkeer
weer verder kon. Grote opstop
pingen deden zich niet voor om
dat de politie voor omleiding van
het verkeer zorgde.