Unctad; wat bespreken ze daar eigenlijk? Leidse watergeuzen gaan op zeilkamp met gehandicapten Hele da verwensingen naar hoofd geslingerd Eenden aan de wandel PAGINA 4 VARIA DONDERDAG 31 ME DOl door Sjak Jansen Elke ochtend, steevast om tien uur, ga ik de stad en regio in, op zoek naar mensen en dingen voor deze rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok slag tien aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom. Parkeerwachter uit Noordwijk over zijn werk: „Ik vind het echt een fijn beroep. Alleen, soms is het moeilijk. Erg moeilijk. Dat heb je nu eenmaal als je aan de mensen hun portemonnee komt. En dat doe ik heus niet voor de lol. Ik doe ook maar mijn werk, net als ieder ander". Woorden van de heer J.W. Vink, één van de twee parkeer wachters die Noordwijk rijk is. Vooral tijdens deze warme dagen komen Vink en collega Van Leeuwen handen tekort Zelfs op zondag moeten zij werken. Logischerwijze moet ook op die voor de badplaats zo drukke dagen een kwartje in de parkeermeter worden gestopt. Vink maakt op een dag anders wat mee, en dan praat ik niet eens over het hoogseizoen. Over de tientallen verwen singen die hij dagelijks naar zijn hoofd krijgt geslingerd, zou hij wel twee boeken kun nen schrijven. Toch wil hij over die scheldwoorden, die hij telkens weer te slikken krijgt, niet te veel uitwijden. „Nee", zegt de 53-jarige Noordwijker, „daar schiet je niks mee op. Maar termen als 'Barst maar' of 'Ik rijd u naar de verdommenis' zijn toch regelmatig terugkerende woorden. Je moet natuurlijk veel kunnen incasseren. Het is nu eenmaal een vaststaand gegeven dat je huid dag in, dag uit wordt volgeschol- den" Maagzweer Naéen korte stilte voegt Vinkei gauw aan toe: „Gelukkig-heb ik in de loop der jaren een pantser om me heen weten te bouwen. Uitdrukkingen als 'Ik rijd je voor je sodemieter' gaan nu uiteraard mijn ene oor in en m'n andere oor uit Dat moet ook wel, anders houd je het in dit vak nooit vol. Denk je maar eens in. Als Na vorig jaar, op kleine schaal, een proef - weekeinde te hebben gedraaid van zeilen met gehandicapten, gaat de Watergeuzen- stam Leiden thans een twee dagen durend zeilkamp houden met een ongeveer 25 li chamelijk gehandi captejongens en meis jes van twaalf en der tien jaar. Dit zeilkamp houdt niet in dat de deelnemers als passagier mee mo gen. Niets daarvan: ze moeten zelf zeilen en waterkamp houden. Het doel van de Water- geuzenstam is: hier mee aan te tonen dat invaliden zelfstandig kunnen zeilen op een betaalbare en overal toe te passen manier. De waarheid van die stelling wil deze scou tinggroep bewijzen aan alle andere zeilers op de Nederlandse wateren en vooral aan die invaliden met drempelvrees. De Watergeuzenstam Leiden bestaat uit ze ven jongens en meisjes in de leeftijd van 16 tot 23 jaar. Zij varen met een lelieschouw en le- lievletten. De stam wordt bijgestaan door deskundigen op ve lerlei gebied uit ande re scoutinggroepen. Het kamp wordt 15, 16 en 17 juni gehouden in de Kogjespolder op De Kaag. Het vertrek is 15 juni 20 uur vanaf de Watergeuzenhaven bij de Willem de Zwij- gerbrug te Leiden. Voor mensen die deze wedstrijden graag zouden willen aan schouwen, bestaat de mogelijkheid mee te varen naar de Kog jespolder. Een tele foontje (071-134580) is voldoende om door de watergeuzen te wor den opgepikt. Parkeerwachter Vink op de Noordwijkse boule vard: "Je staat soms te kijken van de smoesjes die de mensen aandragen..." je altijd maar voor rotte vis wordt uitgemaakt en je trekt je dat aan, dan kweek je toch binnen de kortste keren een maagzweer". Volgens Vink zouden de aan hem gerichte scheldkanon nades minder kwalijk en om vangrijk zijn, wanneer par- keercontroleurs over dezelf de, volop autoriteit uitstra lende, blauwe uniformen van de gemeentepolitie zouden beschikken. „Onze zwarte uniformen bren gen je wel eens in een pijnlij ke situatie. Reeds meermalen ben ik met 'dag postbode' oi 'dag meneer de begrafenis ondernemer' begroet. Maar ook dat laat ik maar over me heen gaan" Geen pardon Toen negen jaar geleden werd geconstateerd dat parkeer- controle in Noordwijk lang zaam maar zeker noodzaak begon te worden, werd ge meenteontvangers Vink en Van Leeuwen gevraagd het parkeerwachters korps op te zetten. Vink wist toen niet wat het vak, vooral wat de psychische kant van de me daille betreft, zou inhouden. Niettemin heeft Vink in die kor te tijd binnen het Noordwijk se politiekorps de reputatie opgebouwd van een man die vrijwel geen pardon kent. Vink: „Dat moet ook wel. Je staat soms te kijken van dé smoesjes die de mensen aan dragen. Die zijn vaak zo geraf fineerd, dat je denkt: hoe ver- zinnen ze het". ..Waar ik in wezen mee bezig ben. is niets anders dan tel kens een beroep doen op het morele gevoel van de mensen. Er zijn ook mensen die het allemaal heel sportief opvat ten. Die zeggen: 'Meneer u hebt me al zo vaak gewaar schuwd, nu betaal ik'. En dat is aardig, per slot zoek ik de mensen niet uit" Mededogen De geboren en getogen Noord wijker weet probleemloos ook andere voorbeelden uit zijn geheugen te putten. Bij voorbeeld die moeder die, teneinde een kwartje uit te sparen, haar zoontje meenam tijdens het boodschappen doen. Vink: „Dat jongetje had de opdracht gekregen by de meter te blijven staan en, zo dra de controleur kwam, snel een kwartje in de gleuf te doen. Nou vraag ik je". „En praat me niet van de zielige verhalen. Als je die allemaal serieus neemt, zou je gaan denken dat er werkelijk nie mand in dit land is die zich een stukje vlees op zijn bord kan veroorloven. Dat wil niet zeggen, dat ik geen mededo gen ken. Soms strijk ik heus wel de hand over het hart" Kwaaie pier De diensten van de Noordwijk se parkeerwachters zijn heel afwisselend. Twee uur buiten en dan twee uur binnen om de processen-verbaal uit te wer ken. En dat laatste wil hede ten dage maar al te vaak me de nodige administratiev rompslomp gepaard gaar Tweedehands auto's, wie kenteken nog niet is overge schreven en wat dies meer zij Wat Vink's ervaringen in zijl werk betreft: Na enig aar dringen wil hij nog wel ee: tipje van de sluier daarva oplichten. De Duitsers by voorbeeld, bij wie hy ever eens bij het uitdelen van eei bekeuring gedoemd is te vei anderen in de eeuwige kwaait pier. „Sie sollen die Hollndei greifen", wordt dan gezegd. Jezelf zijn Over de risico's van zijn vak. V( rig jaar heeft een parkeerwacl ter in Amsterdam een gebroke scheenbeen opgelopen als danl vooreen bekeuring. „Ach", zeg Vink, „in Noordwijk valt dj wel mee. Maar inderdaad, ii grote steden is het allang gee zeldzaamheid meer dat colli ga's vroegtijdig uit het va stappen". „Geestelijk valt het voor som mige collega's niet meer op t brengen. Ja, je moet daarom t allen tijde jezelf proberen t zijn. Anders ga je er onherroe pelijk onderdoor". (Van onze correspondent) MANILLA - „Wat is dat nou, die Unctad Waarom wordt die vergadering in ons land ge houden en wat bespreken ze daar eigenlijk?". Dat vroeg een Filippijnse vrouw het af gelopen weekeinde tijdens een ontmoeting met een groep buitenlandse journalis ten in een dorp, waar mensen zich gevestigd hebben die vroeger in de krottenwijken van Manilla en Quezon woonden. Een van de aanwe zige journalisten begon haar uit te leggen dat in die UNC TAD wordt gepraat over de handelsbetrekkingen tussen ontwikkelingslanden en de rijke industrielanden, dat het er o.a. om gaat dat ontwikke lingslanden betere prijzen krijgen voor hun grondstof fen en dat ze ook de kans krij gen hun industriële produk- ten naar de ryke landen uit te voeren. De vrouw knikte en leek de uitleg voor kennisgeving aan te nemen. Tot even later ook de vraag ter sprake kwam wie in dit land de meeste vruch ten plukt van de uitvoer van grondstoffen en andere pro- dukten. Toen kwam zij met andere aanwezige -dorpsbe woners tot de slotsom dat de gewone arbeiders niet meer dan 10 procent van de op brengst van die uitvoer in handen krijgen en dat de rest verdwijnt in de zakken van de „kapitalist". Dat is in een notedop de bittere tegenstelling waarmee men hier eigenlijk dagelijks wordt geconfronteerd. In de Unctad wordt inderdaad gepraat over betere prijzen voor grondstof fen en over afzetmarkten voor „de ontwikkelingslanden" naast andere dingen. De vraag echter wat de gewone mensen in een ontwikke lingsland daarmee opschie ten, komt niet of nauwelijks aan de orde. Wat hebben de arbeiders op de bananenplan tages in de Filippijnen aan zo'n UNCTAD? Wat hebben de arbeiders in de industrie zone van Mariveles, waar bui tenlandse ondernemingen in de watten worden gelegd, aan de Unctad? Het minimumloon is 13 pesos, ongeveer vier gulden, per dag en vele arbeiders verdienen nauwelijks meer. Gaat hun si tuatie erop vooruit wanneer landen zoals de Filippijnen betere handelsvoorwaarden weten te bedingen? Het ant woord van de Unctad is dat zij zich daar niet in kan verdie pen en dat dat een zaak is van de nationale regeringen. Al met al staat wel vast dat wat zich in dit kolossale, uiterst modern ingerichte conferen tiegebouw aan de Roxas Boulevard afspeelt, zeer ver afstaat van de harde werke lijkheid, waarmee de meeste Filippino's dagelijks te ma ken hebben. De duizenden conferentiegan gers gaan ondertussen ge woon hun gang. Deze week moeten concrete resultaten worden geboekt. De confe rentie zou volgens het plan 1 juni moeten eindigen, maar het zit er dik in dat het wel zondagmorgen zal worden. Sinds ruim een week wordt achter gesloten deuren be raadslaagd in acht zgn. on- derhandelingsgroepen, die zich elk met bepaalde onder werpen van de agenda bezig houden. Daar moet men het zien eens te worden over ont werpresoluties. Als dat niet lukt, worden de ontwerpen doorgeschoven naar de voor zitter van de plenaire zitting van de Unctad die later deze week weer bijeen zal ko men. De belangrijkste onderhande- lingsgroep is ongetwijfeld groep één die zich bezighoudt met de economische situatie in de wereld en met de moge lijkheden om die situatie de komende jaren te veranderen in het voordeel van de ont- wikkelings landen. Het over leg in deze groep werd een tijdlang opgehouden door onenigheid binnen de groep van 77 (de ontwikkelingslan den) over de vraag, of de olie prijzen hier al dan niet aan de orde moeten komen. Costa Rica en een groep andere La- tijnsamerikaanse landen vonden van wel, maar met name de olieproducerende landen (OPEC) voelden daar niets voor. De OPEC-landen trokken vorige week binnen de groep van 77 aan het lang ste eind, maar de oliekwestie blijft door de conferentie heenspoken. De rijke kapitalistische landen, verenigd in de zgn. B-groep, hebben namelijk duidelijk la ten blijken dat ze de olieprij zen in het kader van de ener- gieproblematiek wel degelijk een discussie waard vinden. De Amerikaanse delegatie deed wat dat betreft nog een duit in het zakje door enkele „achtergrondpapieren" te verspreiden over de stijgende overschotten op de beta lingsbalans van OPEC-lan- den, over de sterke verbete ring van de positie van de OPEC-landen in de interna tionale handel en over de ge volgen van de stijging van olieprijzen voor ontwikke lingslanden die niet over olie beschikken. Daarmee heb ben de Amerikanen de ver denking op zich geladen dat ze de verdeeldheid binnen de groep van 77 willen aanwak keren om de aandacht van andere zaken af te leiden. De ontwikkelingslanden pro beren de Unctad te gebruiken als een breekijzer om voor hen gunstige veranderingen in de wereldeconomie op gang te brengen. Ze hebben het gevoel dat ze in allerlei andere internationale organi saties onvoldoende hebben in te brengen en willen vooral daarom ook de positie van de Unctad in het internationale overleg over economische en financiële zaken versterken. Zo zouden ze bijv. onder aus piciën van de Unctad een speciaal orgaan willen heb ben, dat toeziet op de her structurering van de econo mieën van de rijke industrie landen. Die herstructurering achten zij nodig naarmate ze. meer in staat zijn naast grondstoffen ook industrie- produkten uit te voeren en daardoor bestaande indus trieën in de rijke landen con currentie kunnen aan doen. De ontwikkelingslanden willen via de Unctad ook meer greep krijgen op het internationale monetaire stelsel. Dat is voor al belangrijk voor niet-OPEC- landen, die tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden kapi taal willen hebben om hun ontwikkelingsprogramma's uit te voeren. In dit verband pleiten ze o.a. voor een schul Het is voor de eenden in Thailand in deze tijd van het jaar niet gemakkelijk om aan water te komen. Ze moeten er soms een flinke wandeling voor hebben. En zo'n wandeling maken ze dan voor de gezelligheid maar met een kleine 40.000 tegelijk en dat alles om straks in optimale conditie op de braadpan te pronken.... i1 dencommissie, die zich sys tematisch kan bezighouden met de problemen van ont wikkelingslanden, die gebukt gaan onder een steeds zwaar dere schuldenlast. Vooral de grote economische' mogendheden voelen echter weinig voor een versterking van de positie van de Unct3d die nu eigenlijk niet veel meer is dan een afdeling van het se cretariaat van de Verenigde Naties. Ze vrezen met name dat de bevoegdheden van or ganisaties waarin zij nu de boventoon voeren, worden aangetast. Waarschijnlijk zullen de ontwikkelingslan den op dit punt deze week dan ook niet veel berei ken. In enkele onderhandelings- groepen zijn overigens al wel concrete resultaten geboekt. Dat zijn echter min of meer ondergeschikte zaken, zoals instemming met een code voor het vervoer van stuk goederen over zee, waardoor ontwikkelingslanden een groter aandeel krijgen in de geregelde lijn vaart, en een akkoord over een programma om ontwikkelingslanden compensatie te bieden voor het verlies van geschoolde arbeidskrachten die naar de rijke landen trekken. Maar de ontwikkelingslanden willen natuurlijk meer. Ze willen naar een nieuwe internatio nale economische orde, waarin zij een meer gelijk waardige positie innemen. Of deze vijfde zitting van de Unctad die orde dichterbij zal brengen, lijkt op het ogenblik nogal twijfelachtig. Wat op het eerste gezicht een onschuldig uitstapje leek naar een plantage van kokos palmen, ontaardde uiteinde lijk in een propagandastunt van de Filippijnse strijd krachten. Dat overkwam een groep Unctad-gangers, die in alle vroegte in het vliegtuig stapte om een project van het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties te gaan bekijken op het eiland Mindanao in het zuiden van de Filippijnen. Sinds 1972 woedt op Mindanao een op stand tegen de regering in Manilla. De opstand wordt geleid door het Moro Natio nale Bevrijdingsfront (MNLF), dat streeft naar af scheiding van het eiland en dat de laatste jaren vooral steun heeft gezocht bij islami tische landen. Om de opstand te onderdrukken, is het grootste deel van het Filip pijnse leger op Mindanao sa mengetrokken. Het gezelschap uit Manilla werd na aankomst met schelpen- kettingen omhangen en ver volgens door de militaire poli tie met loeiende sirene bege leid naar het hoofdkwartier van het zuidelijk commando in de stad Zamboanga. Daar werd het tot zijn verrassing, ontvangen door de comman dant, admiraal Romulo Ispal- don, die tegelijkertijd de functie vervult van gouver neur van dit deel van de Fi lippijnen. De admiraal schetste in een lange inleiding de militaire si tuatie op Mindanao en de om ringende eilanden. Hij be stempelde de leiding van het MNLF als communisten, die onder de vlag van het natio nalisme en de godsdienst (is lam) het volk probeerden te misleiden. Hij gaf hoog op over de autonomie die presi dent Marcos aan het Zuiden had toegekend en verklaarde dat de regering er alles aan deed om de economische si tuatie op Mindanao te verbe teren. Naar zijn zeggen waren er nu nog 10.000 rebellen over en de oplossing van „het probleem" zou volgens hem nog slechts een kwestie van tijd zijn. Vervolgens werden dia's ver toond die een uiterst gunstig beeld afschilderden van de economische vooruitgang en de voorzieningen die ten be hoeve van de bevolking ge troffen werden. Na deze ce remonie mocht het verbou wereerde gezelschap weer in de busjes plaatsnemen en werd onder militair geleide uiteindelijk de tocht gemaakt naar het project van de Phi lippine Coconut Authority, waarvoor men gekomen was. De rest van de dag werd het gezelschap door de militairen geen moment alleen gelaten. Op de terugreis mocht twee keer gestopt worden om toe ristische inkopen te doen, waarna het uitstapje eindigde op het militaire vliegveld voor de vlucht terug naar het veili ge Manilla. Terloopse gesprekken met be woners hadden ondertussen wel geleerd dat schietpartijen aan de orde van de dag, of lie ver nacht, zijn, dat er naast rebellen ook bandieten op het eiland opereren en dat de on veiligheid niet op de laatste plaats veroorzaakt wordt door het optreden van slecht betaalde, ongedisciplineerde soldaten van het officiële le ger. Om van gewelddadig op treden tegen de burgerbevol king onder het mom van de strijd tegen de communisten nog maar te zwijgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 4