ZATERDAG 26 MEI 1979 PAGINA 19 Soesterberg- In de verste verte geen tegenligger te bekennen, geen spatje sneeuw op het wegdek, een auto die stevig op de banden staat.Maar ondanks dat alles toch van de weg af,tegen een boom en vervolgens de sloot in. Geen ach teropkomend verkeer, een goed zicht maar desondanks met de vierwieler toch frontaal tegen de vangrail. Van de honderden automobilisten die jaar lijks betrokken raken bij eenzijdige ver keersongevallen kunnen van degenen die het overleven, maar bar weinig een verkla ring geven wat er nu precies aan heeft ge schort. Processen-verbaal moeten het op dat punt vaak laten afweten. De herinne ring stokt bij het moment dat men nog on bekommerd kilometers onder de wielen doordraaide. Op zoek Binnen de wetenschap is men al heel wat jaar tjes naarstig op zoek naar een afdoend ant woord op de vraag welke oorzaken ten grondslag liggen aan afwijkend rijgedrag. Bijvoorbeeld het nogal veel voorkomende verschijnsel dat automobilisten moeite hebben de rijbaan te houden en zonder aanleiding de neiging vertonen te veel naar links of rechts af te glijden. Gemakshalve bergen onderzoekers dergelijke verschijn selen op onder de term snelweghypnose of Sekundenschlaf maar ook wordt gespro ken over zogenaamde polderblindheid om dat de verschijnselen zich niet alleen voor doen op snelwegen. Aan de bestaande theoriën over snelweghyp nose is er sinds kort een toegevoegd. Drs.A.Wertheim, wetenschappelijk mede werker aan het Instituut voor Zintuigfy siologie in Soesterberg, heeft proefon dervindelijk vastgesteld dat snelweghyp nose alles te maken heeft met het bewegen van het oog. Zijn bevindingen heeft hij vastgelegd in het kortgeleden door hem verdedigde proefschrift "Information pro cessed in ocular pursuit". Doel van zij n ond erzoek was na te gaan hoe d e mens bewegende informatie, welke met de ogen wordt gevolgd, verwerkt. De experi menten speelden zich binnenskamers af, waarbij de proefpersonen onder meer de opdracht kregen een zich over een beeld scherm bewegende, schijfvormige lichtvlek te volgen en op een knop te druk ken zodra in die vlek bepaalde beelden op doemden. Volgens Wertheim hebben de proeven onder meer aangetoond dat er een relatie bestaat tussen het bewegen van het oog en aandacht. Oogbal Wordt er, zoals Wertheim dat noemt, geva rieerd met de oogbal bewogen dan is door gaans de aandacht voor het "buitertgebeu- ren" groot. Vertaald in het autorijden; de automobilist beleeft dan volop wat zich bui ten zijn voertuig afspeelt en reageert daarop ook bijvoorbeeld door te remmen, uit te wijken of richting aan te geven. Is de bewe ging van het oog eentonig dan kan een si tuatie ontstaan waarin het oog nog wel het "buitengebeuren" signaleert maar de her senen niet meer inspireert tot het geven van impulsen aan de ledematen. Wertheim: "Je zou kunnen zeggen dat er een soort staar ontstaat.De impulsen die naar de hersenen komen worden niet doorge stuurd. In feite staan de ogen dan op de automatische piloot.De psychologische impressie van het visuele veld is, als het ware,verstard. Voor de bestuurder van de auto is de film die zich voor hem afspeelde, een foto geworden. Hij merkt niet meer dat de situatie verandert. Snelweghypnose is dus een puur biologisch gebeuren", meent de wetenschapper. Bij het autorijden treedt het eentonig bewe gen van de ogen (voorruit,spiegel,voor ruit,spiegel) met name op, op monotone au tosnel- en polderwegen, maar net zo goed tijdens de dagelijkse rit van en naar het werk. Dus op de zogenaamde voorspelbare wegen waar de automobilist aan veel situa ties vertrouwd raakt of is geraakt. Hoe is te merken dat de aandacht niet opti maal bij het sturen is? Het begint vaak met weinig beduidende voorvalletjes. Bijvoor beeld het vergeten uit te schakelen van de richtingaanwijzer nadat er is ingehaald. Bedenkelijker wordt het als je tot de ontdek king komt dat je een stuk hebt gereden zonder je te herinneren dat je er kort daar voor met de auto ook inderdaad overheen bent gekomen. Nog een stapje verder in de verkeerde richting is het schrikken van dingen waar je normaal gesproken niet of nauwelijks op zou reageren. Bijvoorbeeld de oplichtende remlichten van de auto voor je of wat bladeren die over de weg waaien. Uitgebreid gapen, zonder slaperig te zijn, is ook een indicatie dat de snelweghypnose haar werk aan het doen is. Voorbodes Wertheim vindt bovengenoemde voorbodes nog niet al te alarmerend "omdat", zegt hij, "de automobilist dan nog in een stadium verkeert dat hij zich tegen de opkomende hypnose kan wapenen, namelijk door een voudigweg de auto aan de kant te zetten. Anders wórdt het natuurlijk als de aan dacht voor de weg totaal is verflauwd en de gedachten bij heel andere zaken zijn. Dan rijdt de auto nog wel maar is van besturen eigenlijk geen sprake meer". De hypnose komt dan in een stadium dat au tomobilisten, Wertheim heeft ze daarover aan de tand gevoeld, op de weg obstakels gaan zien die er niet zijn. Dikke boom stammen, grote brokken steen. Het gevolg is dat automobilisten, zonder dat daar ook maar enige aanleiding toe is, het stuur om gooien of de auto met rook uitslaande ban den tot stilstand brengen. De enige remedie om niet aan snelweghypnose ten prooi te vallen, is volgens Wertheim een tukje doen, in een stilstaande wagen dan weliswaar. Even de ogen uit het slaapverwekkende ritme halen. Koffie onder het rijden biedt volgens hem totaal geen oplossing, omdat de ogen er niet door op rust komen. Met zijn theorie zit hij op een heel andere golflengte dan collega-wetenschappers van wie de meesten de stelling verkondigen dat snelweghypnose voornamelijk voortvloeit uit vermoeidheid.Aan dat as pect hecht Wertheim in het geheel geen waarde. Het verkeerskundig instituut van de rijksu niversiteit in Groningen houdt zich ook al geruime tijd bezig met het onderzoek naar snelweghypnose. Coördinator van dat pro- jekt is drs.C.Wildervanck. Hij is niet erg on der de indruk gekomen van het proefschrift van Wertheim. "Het is interessant om ken nis van te nemen", zegt hij. "maar een groot bezwaar tegen het onderzoek is dat het proefschrift een weerslag is van, wat wij noemen, laboratoriumproeven. Ze zijn dus niet in de praktijk, op straat dus, uitgepro beerd. Ik heb inmiddels wel vernomen dat Wertheim iets dergelijks toch wil realise ren. Pas als daar de resultaten van bekend zijn valt iets meer te zeggen over de weten schappelijke waarde van zijn theorie". Invalshoek Wildervanck heeft de snelweghypnose en polderblindheid uit een andere invalshoek benaderd.Zijn overtuiging is dat een auto mobilist achter het stuur tot onverwachte manoeuvres of slapen komt vanwege een ver teruggelopen geestelijke activatie-ni- veau, waardoor de prestaties ook slecht zijn. Overigens, de prestaties zijn even eens niet al to best als het geestelijk activa- tie-niveau juist erg hoog is. Een voorbeeld daarvan noemt hij de chauffeur die in een vreemde stad op een erg druk kruispunt belandt, waar bovendien alle stoplichten zijn uitgevallen. Hij is dan met zoveel din gen tegelijk bezig dat zijn prestaties, zo heeft Wildervanck in de praktijk onder zocht, ver beneden de maat zijn. De aan de universiteit verbonden onderzoe ker is tot de conclusie gekomen dat er glo baal vijf oorzaken te noemen zijn waardoor een automobilist in een met snelweghyp nose vergelijkbare situatie kan komen te verkeren. Slaapgebrek is daar éen van. Twee is een lange periode van werken voordat men in de auto stapt, bijvoorbeeld om weer op weg te gaan naar huis. Oorzaak nummer drie is de karakteristiek van de weg en daarmee doelt Wildervanck op de monotonie van met name snel- en polder wegen. "Het z(jn vaak kilometers strak uit gerold wegdek", zegt hij, "waar de automo bilist sterk in de schoenen moet staan om niet duf te worden. Bij de aanleg en vooral aankleding van wegen zou men nog meer dan nu het geval is, moeten proberen de onderweg zijnde automobilist bezig te hou den. Bijvoorbeeld door een meer uitge kiende beplanting. Dus, en ik noem maar iets, langs de snelweg over een paar hon derd meter boompjes, dan weer een stuk niks, dan wat struikgewas en ga zo maar door". "Er moet voor gezorgd worden dat de auto mobilist steeds weer een ander beeld krijgt voorgeschoteld. Ideaal zou zijn als in de toekomst naast snelwegen een brede strook landschap voor dit doel wordt vrijgehou den. Voor een optimaler rijgedrag zou het m i. ook noodzakelijk zijn de Nederlandse snelwegen wat meer te laten zigzaggen Au tomobilisten wat meer stuurwerk geven. Hen bezig houden. Ik denk niet dat het er ooit van zal komen. Afgezien van de tien tallen miljoenen die een dergelijke aanpak moet gaan kosten, zullen er ongetwijfeld allerlei milieugroepen dwars gaan liggen Want een zigzaggende weg in plaats van een rechte weg betekent weer een grotere aan slag op het milieu. Welke politieke partij durft daar tegenwoordig achter te gaan staan Wekdrempels Het idee om langs polder- en snelwegen dus danige beplantingen aan te brengen dat de monotonie wordt teruggedrongen is overi gens niet nieuw. Staatsbosbeheer is daar, in samenspraak met verkeer en waterstaat, op bescheiden schaal al druk mee doende. Om die monotonie te doorbreken worden de laatste tijd ook andere 'trucs' uitgehaald Een voorbeeld daarvan is een experiment dat kortgeleden in het Groningse St.Annen werd uitgevoerd.Daar werd een kunstmati ge werk-in-uitvoering situatie georeerd om de anders gedachteloos door het dorp jak kerende automobilisten tot nadenken en handelen te dwingen. Ook in de wegbeba- kening wordt meegedacht over het "wak ker houden" van weggebruikers. Zo zijn lange tijd in zwang geweest de zogenaamde wekdrempels sterk geribbelde rijbaan- markeringsstrepen die de automobilist luid ruchtig waarschuwen als hij dreigt aan de verkeerde kant ervan te geraken. Die rib bels zijn echter uit de roulatie genomen omdat in de praktijk bleek dat er water in bleef staan waardoor ze in de winter stuk- vroren. Er liggen er alleen nog een paar in Limburg. De vierde oorzaak van het teruglopen van het geestelijk activatie-niveau is de zogenaam de karakteristiek van het voertuig. Wilder vanck: "Er rijden nogal wat auto's rond", zegt hij, "die zoveel lawaai produceren dat je mag verwachten dat ze de bestuurder klaarwakker houden. Maar het tegendeel is waar. Steeds weer terugkerend gerammel, gepiep en gebonk, beïnvloeden negatief de rij prestatie. Dat geldt met name ook voor de Amerikaanse auto's die sinds kort in Ne derland rijden en die uitgerust zijn met een zogenaamde crewcontrol. Bij, laat zeggen, een snelheid van zeventig kilometer hoefje maar op een knop te drukken om die snel heid constant te houden. Een soort automa- tiche piloot dus. Een ontrustbarende ont wikkeling in de autoindustrie, vind ik". Trucjes Oorzaak nummer vijf is de karakteristiek van de automobilist waarmee Wildervanck ge zegd wil hebben dat by de rijprestatie mee speelt of er een ervaren of onervaren chauf feur achter het stuur zit en een rol in deze speelt ook diens leeftijd. Een recent onder zoek van hem heeft uitgewezen dat vracht- wagenchauffers, zodra ze de 45 zijn gepas seerd, aanmerkelijk sneller moe zijn "Ze gaan dan allerlei trucjes bedenken om tij dens lange ritten helder te blijven", zegt Wildervanck "Bijvoorbeeld door regelma tig het hoofd buiten het raam te houden, luid te gaan zingen of de radio aan te zet- Bij de Algemene Verkeersdienst van de Rijkspolitie in Driebergen worden statis tieken bijgehouden van de verkeersonge vallen op de Nederlandse snelwegen maar de onderverdeling geeft geen indicatie van het aantal eenzijdige ongevallen, laat staan dal de term snelweghypnose er is ingebur gerd. "Wij zyn geen wetenschappers", zegt het hoofd van de dienst, kapitein Van der Heide. "Het enige wat wij doen bij een een zijdig verkeersongeval is er achter proberen te komen wat nu precies de oorzaak kan zijn geweest. De praktik leert dat daar vaak moeilijk een antwoord op is te geven. Maar sporadisch weten automobilisten zich te herinneren hoe of wat". "Eenzijdige ongevallen zijn ook moeilijk te voorkomen, al zijn we wel erg attent op de symptonen. Als onze jongens op de grote weg auto's passeren met bestuurders die opvallend gemakkelijk achter het stuur zijn gaan zitten, die voor zich uit staren of moei te hebben met het in een rechte baan bib ven rijden dan worden die zonder meer naar de vluchtstrook gedirigeerd Dan moet het m- bewijs tevoorschijn komen, de auto wordt rondom bekeken en pas dan laten we ze weer gaan En dan maar hopen dat ze in d«e paar minuten wakker zyn geworden", zegt Van der Heide.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 19