Vissterfte geen ramp voor de hengelsport 1 vis sport Door Frans van Hasselt ATHENE - „De kindermoord van Medea was iets afgrijselijks, maar Euripides heeft er wel een prachti ge tragedie op gemaakt. Kunste naars moeten hun modellen zelf mogen kiezen, dat heeft men in de landen van de EG allang begre pen". Dat schreef Dionysios Savópoulos, idool van de jongere Griekse generatie (iets tussen Bob Dylan en Wolf Biermann in), wiens nieuwe lp-album Reserve dreigt niet te zullen uitkomen, omdat de „commissie" één lied erop heeft afgekeurd. Het is de „Ballade van Koëmtzis", en Koëmt- zis is een Griek die een levenslange gevan genisstraf uitzit - zijn doodvonnis is nooit voltrokken -, omdat hij zeven jaar geleden twee politiemannen doodstak die in zijn buurt zaten op het moment dat in een Bou- zouki-nachtcentrum een door hem aange vraagd lied weerklonk. Een lied waarbij een ander - dus vóór zijn beurt - begon te dan sen, een zware overtreding in de Bouzouki- wereld. Het bracht Koëmtzis tot razernij en hij begon om zich heen te steken, waarbij hij de politiemannen-in-burger dodelijk verwondde. Verklikker Savópoulos heeft Koëmtzis' voorgeschiede nis nagegaan en ontdekt dat hij vroeger een tijd als verklikker voor de politie had ge werkt. Al zijn haat tegen deze instelling en tegen zijn eigen rol zou weer zijn bovenge komen op het moment dat anderen gingen dansen op het lied dat hij voor zijn broer had bestemd. En in een indringend, tien minuten durend lied op het rythme van de zembèkiko de Griekse eenmansdans, wordt dit alles psychologisch uitgewerkt. De naam Koëmtzis komt niet in de tekst, alleen in de titel voor. De ballade vormde de afgelopen maanden avond aan avond het hoogtepunt van het optreden van Savopoulos in zijn „bote" in de uitgaanswijk Plaka. Maar de commissie van het ministerie van de minister-presi dent (een soort informatie-ministerie) vond het een „ophemeling van de misdaad". Sa vópoulos beschouwt het lied als het meest wezenlijke onderdeel van zijn nieuwe al bum en dreigt het, als er geen andere beoordeling komt, niet te laten uitko men. Daardoor is opnieuw aandacht gekomen voor het feit dat in Griekenland nog altijd cen suur bestaat, niet op kranten en boeken - drukpersvrijheid is met zoveel woorden in de grondwet vastgelegd -, maar op de grammofoonplaten en films. Deze moeten aan commissies worden voorgelegd, aan ambtenaren dus die weinig of niets te ma ken hebben met kunst of ethiek, maar des te meer met politiek. Te opzwepend Ook platen die door deze controle zijn heen- gekomen blijven soms het slachtoffer van een censuur - die van radio en tv. Heel wat linkse liederen zal men daar nooit horen, ze gelden als te opzwepend. De leiding van deze staatsmedia vindt dat het niet op haar weg ligt op muzikale wijze stakingen te verheerlijken of de boeren op te roepen hun produkten niet te verkopen. Daar kan men natuurlijk inkomen, maar het lijkt dan ook reden om te pleiten voor een systeem waar bij andere „zuilen" zendtijd krijgen. Het jongste geval heeft internationale aan dacht getrokken, omdat het Theodorakis betrof, een zwaarbeladen naam sinds tij dens de dictatuur zijn hele oeuvre, inclusief de „onschuldige" liedjes, was verboden. Sedert de val van de junta in 1974 is Theo dorakis op de Griekse radio en tv weer uit bundig aan bod gekomen, maar nu is zijn laatste langspeelplaat, „De Buurten der Wereld" op tekst van Jannis Ritsos (wiens 70e veijaardag hier grootscheeps wordt ge vierd) en gezongen door Maria Farandouri, daar taboe verklaard. Het is een lofzang op de december-opstand van 1944, waarbij de hoofdstad Athene bij na in handen van de linkerzijde was geval len. De radiodirectie vindt dat als men dit speelt, „ook de andere zijde aan haar trek ken zou moeten komen". Het gaat hier niet om de vraag of de dertig jaar oude tekst van Ritsos, met regels als „wij zijn velen, wij zijn allen", niet ondraaglijk bombastisch en „stalinistisch" is (zij is dat, naar mijn mening), maar of het Griekse volk niet op zijn radio mag kennisnemen van het jongste werk van een van zijn bekendste componisten. Film En dan film. Ook die moet aan een commissie worden voorgelegd alvorens te kunnen worden vertoond, ja zelfs de scenario's er van, nog voor ze zijn verfilmd. Dit gaat terug op wetten uit de Duitse bezetting en de laat ste dictatuur, waarin onder andere uit drukkelijk wordt gesteld dat zij de „open bare orde" niet mogen verstoren, „subver sieve ideeën" verspreiden, het land in dis krediet brengen „uit nationaal of toeristisch oogpunt" of de „gezonde sociale tradities van het Griekse volk ondermijnen". Vorig jaar om deze tijd kondigde de regering in een brief aan een aantal kunstenaarsor ganisaties aan, dat er een betere wetgeving zou komen daar de huidige „niet meer aan de eisen des tijds voldeed". Maar in de plaats van zo'n wet zijn er nieuwe verboden gekomen, waarvan de opmerkelijkste was het afwijzen van het volledige scenario „Nemesis" van George Stamboulopoulos, omdat het „gevaarlijk is voor de openbare orde, indruist tegen de religie, strijdig is met de principes van vergetelheid ter wille van nationale eenheid, politieke hartstoch ten opwekt en in het algemeen de publieke gevoelens van het Griekse volk aan tast". Als gevolg van het rumoer dat ontstond, is dit verbod intussen herroepen, maar het Ver bond van Griekse Regisseurs is tot het of fensief overgegaan, ook internationaal, in Straatsburg en bij de parlementen van dc negen landen van de EG, waarmee op 28 mei in Athene het aansluitingsverdrag wordt gesloten. In Nederland heeft ex-PvdA-voorzitter Ien van den Heuvel, die onlangs met een par lementaire delegatie een bezoek bracht aan Athene, vragen gesteld in de Eerste Kamer. Savópoulos' bovenvermelde verwijzing naar de EG was ook veelzeggend. Nonnen De protesterenden in Griekenland hebben geen bezwaar tegen „filmkeuring" - door bevoegde instanties - waarbij ethische normen gelden, porno wordt verboden, leeftijdsgrenzen vastgesteld enzovoort. Maar zij zijn des duivels dat één of enkele min of meer anonieme figuren kunnen uit maken wat de „gevoelens van het Griekse volk" zijn of op eigen houtje de noodzaak van „nationale vergetelheid" kunnen in voeren. Zij erkennen dat na de val van de dictatuur de meeste films en grammofoon platen, ook zeer „linkse", de censuur zijn gepasseerd, maar ze zien de instelling als een zwaard van Damocles, dat elk ogenblik weer kan toeslaan en dat hen permanent vernedert. Nog twee bizarre gevallen van films die niet tot vertoning komen om redenen van bui tenlandse politiek: de door KoundoUros met enorme staatssubsidie gemaakte rol prent over de lotgevalen van een Griekse jongeman, die in de Eerste Wereldoorlog gevangene was van de Turken, die toen aan de kant van de Duitsers streden, wordt bij nader inzien door de producent (de Staat) niet uitgebracht om de betrekkingen met Turkije niet onnodig te verslechteren. En de film „Het Frankrijk van Giscard" van de in Frankrijk levende Griek Kollatos, die maar niet tot de keuringscommissie door kan dringen. Kennelijk heerst hier de vrees dat deze, blijkbaar weinig vleiende film, juist zal worden vertoond in de week dat de Franse president in Athene te gast is voor de ondertekening van het EG-verdrag. Mikis Theodorakis laat ste langspeelplaat door Griekse radiodirectie taboe verklaard co de Boer, Iwan Garay en Kees Ketting is speciaal be stemd voor de hengelaars die in Ierland gaan vissen. Het deeltje bevat adviezen voor het reizen naar Ierland, hel verblijf aldaar en het bevat een scala van tips met welk materiaal daar het best gevist kan worden. De tins worden - waar nodig - aan de hand van tekeningen verduidelijkt. Bovendien is het verluchtigd met een aantal zwart-wit- en kleurenfoto's. De prijs van het boekje dat ook nog flink wat adressenmatenaal en een record- en specimenlijst be vat kost bij de bockhandel 10.90. De sloten zijn daar over het algemeen wat dieper en er be staan vluchtmogelijkheden. Nergens En dan de vaarten, kanalen en weteringen waar meer dan een meter water staat. Daar is de vissterfte meestal erg meegevallen. Her en der is wel een visje doodgegaan, maar massale sterfte is ner gens voorgekomen. Tot slot nog iets over het grote water, meren als Kagerplassen, We steinder en het Braassemer- meer. De grote oppervlakte en de plaatselijk forse diepte hebben de vis op deze plek ken gevrijwaard van nadelige gevolgen door de vorst. Kort samengevat: er is vis ge storven, maar er zijn geen rampen gebeurd. Er zijn zelfs visdeskundigen die blij zijn dat ervoor het eerst sinds vele jaren weer een natuurlijke selectie heeft plaatsgevon den, waarbij de zwakke exemplaren het moesten af leggen en de sterkste zijn overgebleven. Want we mo gen natuurlijk niet uit het oog verliezen dat er in het verle den wel meer strenge winters zijn geweest, en dat ze nooit veel invloed hebben gehad op de visstand. Van de laatste strenge winter - in 1963 - is me zelfs bijgebleven dat er in de daarop volgende zomer uitstekend gevangen werd. En daar houd ik me voorlopig dan maar aan vast bij het be gin van het nieuwe seizoen. Vistips Ter afsluiting van deze rubriek wil ik uw aandacht nog vesti gen op een nieuw visboekje dat is verschenen bij de uit geverij Elsevier in de serie 200 Vistips. In de serie speciaal voor de sportvisserij zijn in middels acht deeltjes ver schenen. Het negende deeltje dat werd geschreven door Ni- Een vraag die ongetwijfeld vele sportvissers aan de voor avond van het nieuwe vissei- zoen zal bezighouden is. hoe het met de visstand gesteld is na die lange en barre winter. Als we de berichten in som mige bladen zouden moeten geloven, dan is het beter om de hengels dit jaar in de fou- draal te laten, want de vorst heeft zoveel slachtoffers ge maakt, dat er in ons viswater nog maar weinig geschubde tegenstanders rondzwem men. Ik noem u een paar koppen uit verschillende- kranten. De "Haagsche Courant" opent op 27 februari de voorpagina met de mededeling dat er miljoenen vissen onder het ijs zijn gestikt en dat het hengel- seizoen voor de vissers een grote teleurstelling wordt. Ochtendblad "Trouw" maakt het een paar dagen later - op 1 maart - nog bonter met het voorpagina-bericht dat de visstand door een ramp ge troffen is en dat in sommige gebieden een vissterfte van 80 tot 100 procent is opgetreden. Zo zou ik nog wel even kunnen doorgaan met het citeren van onheilszwangere koppen, maar het heeft weinig zin. De algemene tendens was dat het nu naderende visseizoen een grote deceptie zou worden. Maar wat is nu de realiteit? Wat heeft de winter nu wer kelijk voor schade aange richt? En is het allemaal wel zo rampzalig als een paar maanden geleden werd ge suggereerd? Dnzin -Iet zou natuurlijk onzin zijn om op deze plaats te beweren dat de ijslaag - die het water vele weken heeft bedekt - geen slachtoffers heeft gemaakt. Natuurlijk is er vis gestorven. Dat hebben vele geïnteres seerde sportvissers met eigen ogen kunnen cónstateren. Maar niet in die omvang, die men ons wilde laten geloven in diverse publicaties. Waar zich een nogal omvangrijke Plaatselijk was de vissterfte aanzienlijk, maar over het geheel genomen viel het mee. vissterfte heeft voorgedaan dat is in de ondiepe polderge bieden. En dan denk ik aan sloten waar normaal niet meer dan een meter water staat. Dp zich hoeft ondiep water niet altijd rampzalig te zijn in een vorstperiode, maar er kunnen factoren meespelen die het lot uiteindelijk bepalen. Een van die factoren is bijvoorbeeld of er in de directe omgeving dieper water aanwezig is, dat door de vis bereikt kan wor den. Vis is slimmer dan de meesten denken, en wanneer het hem in ondiep water te bar wordt-dan zoekt hij zijn toevlucht in dieper water. Maar dat moet dan natuurlijk wel voorhanden zijn. Een tweede factor, die een rol speelt, is de vervuiling van het water. Is het oppervlak tewater ernstig verontreinigd dan heeft de vis bij vorst m in- der overlevingskansen. Wat gebeurt er namelijk? Wan; neer water bevriest - en zich ijskristallen vormen - blijkt dat in die ijslaag nauwelijks of geen verontreinigende stof fen zitten. Die blijven alle maal achter in de nog reste rende wateiiaag. Naarmate de ijslaag dikker wordt, neemt de vervuilingsgraad van het water toe. En dat kan op een bepaald ogenblik fataal wor den voor de vis. Zo is het ook te verklaren dat in de ene diepe sloot de vis het wel overleeft en in dc ander niet, terwijl die even diep is. Voor de overlevingskansen van de vis in wintertijd is ook bepalend hoe verontreinigd de bodem is. Er zijn polder gebieden waarvan de sloten de laatste jaren nauwelijks of niet geschoond zijn. Daar door treden rottingsver schijnselen op die zuurstof aan het water onttrekken. En bovendien treedt "verlan ding" op: poldersloten wor den steeds ondieper. Het hoeft dan maar een paar we ken flink te vriezen en de ijs laag zit bij na tot op de bod em. Sneeuwval Een ander verschijnsel dat van invloed is op de wintersterfte is de sneeuwval. Louter en alleen vriezend weer behoeft voor de visstand geen nadeli ge gevolgen te hebben. Zo lang tenminste het zonnelicht door de heldere ijslaag kan dringen. Het zuurstofgehalte van het water eronder blijft dan redelijk op peil. Anders wordt het wanneer er een dikke ondoordringbare sneeuwlaag op ligt. Dan loopt het zuurstofgehalte veel sneller terug. U ziet het: win- tersierfle is een complexe zaak met factoren die we niet allemaal in de hand hebben. Iets wat we wel zouden kunnen doen is het hakken van bijten in het ijs. Dat is de afgelopen wintermaanden op diverse plaatsen ook gebeurd, met het argument dat het de vis sen de nodige zuurstof ver schaft. Maar er schuilen ook gevaren in. Zeker als het maar op beperkte schaal kan ge beuren. De vis verzamelt zich dan rond de gaten in het ijs. En omdat vele varkens, in dit geval vissen, de spoeling dun maken, is het middel erger dan de kwaal. Bovendien is de kans groot dat de bijt de volgende nacht weer dicht vriest. Even terug naar de polders. In onze directe omgeving zijn er poldergebieden waar de win ter flink heeft huisgehouden. Ik denk dan met name aan de omgeving van Hoog made. waar flink wat dode vis uitge haald is. Datzelfde geldt ook voor een aantal stadswateren, bijvoorbeeld ondiepe vijvers en sloten. Veel minder ernstig was het in de poldergebieden van Alkemade. In de omge ving van Roelofarendsveen bijvoorbeeld werd maar zeer weinig dode vis aangetroffen. VANGBARE VISSOORTEN [GROOTE KEF TH CALLANISOOG HQNOSB K.WUNO Z NQQRDH ZANOVOORI LANGEVELOERSIAC NOOROWI WASSE NAARSE Sl^AG [piER HAVEN SCH>' ROTTFROAM GQEREI SCHOUWE 1 RENESSE WESTEN WESIKAP OiSHOEI WAARDERING VAN OE STEK rrrR~?röT7r~i|M zee-vis wijzer BIJZONOERHFOFN WADDENGEBIED GOEDE PLATVIS VANGST VANAF SCHEPEN BIJ LUTJES WAARD EN OOOVE BALG INCIDENTEEL GEEP BIJ BREFZANDDIJK OP VERSE SPIERING ZEELAND GEEP BIJ GORIESHOFK (OP EILAND THOLEN BIJ SCHERPE NISSE) ZEEBAARS VANGBAAR IN OOSTERSCHELDEjKRA£8END IJ K EI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 31