ZATERDAG 19 MEI 1979
SASSENHEIM - Mensen
levens lang is de belang
rijkste verkeersader
tussen Leiden en Haar
lem een zieh smal en
gemoedelijk door de
geestgronden reppend
straatje geweest, een
overblijfsel nog uit de
tijd van de Romeinen.
Langs die oude route,
waarover met gepaste
spoed het handelsver
keer naar en van de gro
te steden trok, werden in
de I6e en 17e eeuw op
strategische punten uit
spanningen en herber
gen gebouwd waar mens
en dier de accu voor een
volgende paar uur on
derweg weer oplaadden.
De luidruchtige kleine
knijpjes van weleer,
waar het gepeupel zich
smakkend tegoed deed
aan vettige porties ever
zwijn en bier uit tinnen
mokken, zijn al lang
door de tijd opgeslokt.
Van de middeleeuwse
horeca hielden slechts
een handjevol (grotere)
uitspanningen stand,
keurig over het traject
verdeeld. Maar in nog
geen twintig jaar tijd is
ook daar het doek voor
gevallen.
In Lisse verdween De Wit
te Zwaan, in Benne-
broek De Oude Geleerde
Man, in Hillegom ging
twee jaar geleden 't Wa
pen van Friesland op
slot en nu zijn ook van de
laatste der Mohicanen,
Het Bruine Paard in
Sasscnheim de dagen
geteld.
Kastelein Sjors Teemstra heeft emotieloos toegezien hoe in de afgelopen weken zijn hotel-restaurant is ontmanteld. "Ik schik mij gemakkelijk in het c
Morgen is het twee weken geleden
dat Bruine Paard-eigenaar Sjors
Teernstra en zijn vrouw hun aller
laatste dienstje hebben gedraaid.
Een flink aantal toeristenme
nuutjes geserveerd, nog één dag
slaafs het geknip met de vingers
("ober, drie bier") beantwoord. Die
dag is met de uitgedunde rij vaste
stamgasten ook bescheiden ge
toast op verleden en toekomst.
Niet overdreven, niet uitbundig,
want Teernstra heeft een Fries
temperament. Tranen wegpinken
was er dus niet bij, een brok in de
keel al evenmin. "Zo ben ik nu
eenmaal", zegt de man die er ruim
dertig jaar de scepter zwaaide, "dat
is mijn karakter. Ik schik mij mak
kelijk in het onvermijdelijke".
Zonder emoties ook heeft de laatste herber
gier van rite Lruir.e Patrd in r':: afge'open
twee weken toegezien hoe er van alle kan
ten aan zijn inboedel is geplukt. Aanvanke
lijk had hij zich voorgenomen alle inventa
ris openbaar te veilen, maar kwam daar op
terug vanwege de hoge kosten. Daarom
koos hij voor een onderhandse veiling, na
wel eerst familie en een paar man personeel
de gelegenheid te hebben gegeven een leu
ke herinnering aan Het Bruine Paard uit te
Roeken.
Daarna stond voor ieder ander .de (achter)
deur wagenwijd open. Met name veel Sas-
senheimers hebben zich dat geen tweede
keer laten zeggen. Er was en is nog steeds
het nodige te halen. Antieke slaapkamer-
kasten, stapels beddegoed, schilderijen,
borden, glaswerk, keukenapparatuur,
kroonluchters, gordijnen, tafels en stoelen.
Er is vooral veel vraag naar de kop en schotels
waarop het merkteken van het hotel-res
taurant, een bruin paard, staat afgebeeld.
Teernstra heeft overwogen er duizend extra
te laten bakken maar er kon niet op korte
termijn worden geleverd. Sassenheimers
tuk op souvenirs uit het nostalgische
dorpsbaken.
Van Sjors Teernstra mag het, zij het dat het
zakelijk instinct hem nog niet heeft verla
ten. Elk onderdeeltje van de inboedel heeft
hij op dagwaarde laten taxeren, waarna hij
er nog eens 18 procent BTW op heeft ge
gooid. Dus Sinterklaas spelen is er niet bij,
hoewel.
Dobbelstenen
Terwijl ik met Sjors Teernstra een gesprek
heb aan de getaande gelagtafel naast de
tapkast, drukt buiten een bejaarde het ge
zicht tegen de grote voorruit. Van achter de
dikbeglaasde bril speuren twee kleine ogen
door het halfduistere interieur en blijven
rusten op onze hoek. De man buiten wendt
zich af van het raam, schuifelt verder over
het trottoir en stapt even later, een vaal ge
worden boodschappentas in de hand, het
vertrek binnen.
"Ik kom voor de dobbelstenen Sjors", zegt hij
aarzelend, "heb je ze nog?" Teernstra staat
op, loopt naar de tapkast, trekt een la open
en zijn vingers gaan als een grijper om zes
zwart uitgeslagen, bejaarde dobbelstenen,
die hij op het buffet laat kletteren. "Wat
moet je d'r voor hebben Sjors?", vraagt de
bejaarde, die een beweging maakt naar de
portemonnaie in de boodschappentas.
"Ach, laat maar zitten", zegtTeernstra, "een
rondje van de zaak". Even later schuifelt de
bejaarde weer langs op het trottoir. Hij
steekt zijn hand op. "Weer een mens blij
gemaakt", zegt de kastelein.
Dat het Bruine Paard het nog tot de eind jaren
zeventig heeft volgehouden, heeft niets te
maken met handig zakenmanschap maar
met het ongeloof in een voorspelde slechte
toekomst. Vijftien jaar geleden namelijk al,
concludeerde de Stichting Alg. Waarborg
fonds voorde Middenstand dat aan verdere
exploitatie van Het Bruine Paard geen eer
meer te behalen was. Een sterke afname
van het passantenverkeer (vanwege snel
weg) en concurrentie van verenigingskan
tines zouden de eeuwenoude uitspanning
nekken.
Tam-tam
Teernstra heeft er nooit in willen geloven.
Twee jaar geleden nog werd met veel tam
tam het feit herdacht dat de Teernstra's vij f-
tig jaar geleden naar Sassenheim kwamen.
Daarna zijn de donkere wolken snel op ko
men zetten. Het rapport had een juiste
conclusie getrokken, al meent de in Fries
land opgegroeide kastelein dat er meer oor
zaken zijn geweest. Bijvoorbeeld het puri
teinse karakter van een groot deel van de
Sassenheimsc bevolking en het feit dat
meer mensen thuis zijn gaan drinken.
"Men brengt liever zijn geld naar de slijterij",
zegt hij, "daar krijg je voor je geld tien keer
zoveel jenever als in een café".
Op de plaats van het Bruine Paard staan
straks met weinig fantasie gestapelde be-
tonsegmenten, arm aan franje, tot de laatste
scharnier economisch verantwoord. Wat
een verschil met de hoogbejaarde uitspan
ning, waar tussen kelder en nok de tijd tal
loze sporen heeft achtergelaten. Sjors
Teernstra gaat dezer dagen, verlost van veel
beslommeringen, graag voor in zijn tot af
braak gedoemd "museum".
"Wilt u mij maar volgen?" Een gestoffeerde
trap op, een kleine kamer in. Voor het
smalle raam dat uitkijkt op de markt, zitten
zware tralies. Een van zijn voorgangers.
God hebbe zijn ziel, schonk zichzelf graag
een stevige borrel, een keer zoveel dat hij
zich een vogel waande en dwars door het
raam naar buiten dook. Tralies moesten een
herhaling voorkomen. Sjors Teernstra trekt
een kast open. Het interieur is ruim hon
derd jaar terug uitgevoerd in een soort ma
rineblauwe verf. "Dat is een kleur die de
vliegen afstoot", zegt de kastelein, "onge
looflijk, maar wel waar".
Vaste bewoner
Het hotelkamertje waarin we staan heeft ja
ren een vaste bewoner gehad, de nu 84-jari-
ge Gerard Bergman. Bezat destijds in War
mond een boerderij, die hij verkocht onder
de voorwaarde dat hij, zolang hij leefde,
twee kamers in de boerderij mocht blijven
bewonen. Liet om gezondheidsredenen die
condities varen en nam met zijn hebben en
houwen zijn intrek in Het Bruine Paard.
Gerard Bergman was tot de vaste inventaris
gaan behoren. Dag in dag uit, week in week
uit, kon men hem voor het getraliede raam
zien zitten, stilletjes genietend van de druk
te in de Hoofdstraat. Had geen radio, geen
tv. Kwam kamer 5 alleen maar uit op de
maandag en de donderdagavond om bene
den aan de gelagtafel wat te lezen en te pra
ten.
Door Herman van Amsterdam
Twee jaar terug werd de vrijgezel, van top tot
teen onder de bagger, door de politie op de
binnenplaats van Het Bruine Paard afgele
verd. Met zijn gemotoriseerde invalidewa
gentje had hij een ritje gemaakt naar de af
gelegen vuilnisbelt, Toen hij daar was uit
gekeken en op de smalle toegangsweg zijn
vervoermiddel achteruit manoeuvreerde,
raakte hij van de weg en belandde met kar
retje en al in een stinkende baggersloot. Hij
had alle geluk van de wereld dat juist op dat
moment op het laantje iemand zijn hond uit
liet. Gerard Bergman heeft zijn vaste hotel
kamer inmiddels ingeruild vooreen kamer
in een Sassenheims bejaardentehuis.
De excursie door de verlaten en al aardig ge
plukte uitspanning verplaatst zich naar el
ders. De tien hotelkamers zijn nog van ou
derwetse snit. Hoge plafonds, geen toilet,
meubilair in de nadagen. Een sombere
badkamer voor allemaal met een van kleur
verschoten ligbad waarin talloze nationali
teiten languit zijn gegaan.
Elke kamer heeft zo zijn eigen aardigheden.
Sjors Teernstra wijst in kamer 11 op twee
naden in het plintwerk en in het verlengde
daarvan, tot aan het plafond, door het be
hang zichtbare spleten. Ze markeren de
plaats waar deuren hebben gezeten toen
deze en de naastliggende kamer nog in ge
bruik waren als Regthuys. De burgemees
ter, tevens gemeente-secretaris, handelde
er in zijn eentje, een paar ochtenden per
week gemeentelijke zaken af. Kamer 7 was
in gebruik als archiefruimte. Die situatie
heeft tot 1871 geduurd, het jaar waarin Sas
senheim over een eigen gemeentehuis kon
beschikken.
Verder gaat het naar kamer 14. Zo te zien zijn
er twee klerenkasten. De schijn bedriegt.
Die in de hoek geeft toegang tot een klein
doolhof waar de Teernstra's hun privé
slaapruimte in onder hebben gebracht.
Vervolgens een trap op naar de bovenste
verdieping. Wie langer is dan 1.85 meter
moet in gebukte houding door een kleine
gang. Er zijn drie kleine kamertjes gemaakt.
"Voor de dienstmeiden", verduidelijkt
Teernstra.
Het kamertje op de hoek wordt "het rovers
hol" genoemd. De verlichting is er schaars
en er komen twee schuine daken boven sa
men. Als in het bollenseizoen de nood aan
de man was, bracht de kastelein in de drie
kamertjes ook toeristen onder. Duitsers
niet, want "die zijn nogal kieskeurig". Maar
Fransen stribbelden nooit tegen.
Emmers
Tegenover het rovershol gaat een deur naar
het resterende zoldergedeelte. IJzeren elec-
triciteitsleidingen slingeren zich over de
stoffige plankenvloer. De binnenkant van
het lekkende dak vertoont grote schimmel-
plekken. Links en rechts staan emmers om
regenwater op te vangen.
"Aan de buitenkant lijkt het Bruine Paard
nog heel wat", zegtTeernstra, "maar hierop
zolder zie je pas goed dat het gebouw echt
aan zijn einde is. Reken maar eens uit wat
het moet gaan kosten om alleen al de elec-
triciteitsleidingen te vernieuwen. En dan
het dak". Hij opent een klapraampje. "Kijk
zelf maar". Dan zie je dat de zaak flink ver
rot is. Ik heb het laten uitrekenen. Het gaat
mij een half miljoen kosten om dit dak en
dat van de bijgebouwen te herstellen. Ga
daar maar eens aan staan".
In een hoek staat een gedeeltelijk ontmantel
de ouderwetse grammofoon en over de ha-
nebalken ligt een meterslange vlaggemast.
De opgerolde driedeur gaat schuil onder
een dikke laag stof. Sinds de gemeente pal
voor het hotel een hoge lichtmast plaatste
heeft Teernstra het vlaggen achterwege
gelaten omdat het rood-wit-blauwe doek
steeds met de mast in de knoop kwam.
Midden op zolder staat een houten stelling
met ordners. Teernstra slaat er een open. Er
is met potlood in geschreven. Boven het
rijtje verteringen staat "luitenant Rauter-
man". Hij denkt even na en zegt dan: "Dat
moet tijdens de mobilisatie zijn geweest. Ja,
nu herinner ik mij hem weer. Dat is de man
die na de oorlog burgemeester van Zuid-
Laren is geworden". Er staan ook nog kis
ten met boeken. In een ligt bovenop "Inlei
ding tot de studie der kristalkunde". Vroe
ger verslond hij boeken over dat onder
werp. "Daar had ik toen nog tijd voor", zegt
hij mistroostig.
Bedstee
Van de zolderverdieping gaat het omlaag naar
de keuken en kelder. Wijst waarde bedstee
heeft gezeten en laat de ring in het plafond
zien waar vroeger een kwast aan zat om je
uit bed aan op te kunnen trekken. Van de
keuken gaat het naar de bijgebouwen. De
oude paardenstal heeft de eeuwen door
staan, maar uitgezonderd de in de buiten
muur geklonken leidselringen doet weinig
meer aan toen herinneren. Waar gedurende
tientallen jaren van inspanning dampende
paarden schoft aan schoft op adem kwamen
staan nu de snelle en ranke pk's van op
groeiende zonen en een geprogrammeerde
Ontelbaar zijn de vergaderingen, bruiloften
en partijen, feestavonden, toneeluitvoerin
gen en aanverwante samenkomsten die ooit
onder het dak van Het Bruine Paard zijn
gehouden. De kop van het tot sloop ge
doemde grote bijgebouw heeft al vijftig jaar
de bestemming kegelzaal. Er ligt een gre
nen baan in, de eerste die vanuit Amerika
naar Nederland werd overgebracht. Kwam
hier in 1928 naar toe bij gelegenheid van de
in Amsterdam te houden Olympische Spe
len. Werd toen geïstalleerd in het Amster
damse Carltonhotel ter verpozing van de
daar verblijvende Amerikaanse atleten.
"Beter kegelen dan de Walletjes op", luidde
toen het devies.
Sloophout
De vader van Sjors Teernstra kocht na afloop
van de Olympische Spelen de baan op en
sindsdien hebben Sassenheimers in het
zaaltje de ballen laten rollen. Nooit fanatiek,
want de ontspanning stond voorop bij "Alle
9", "Het Morgenlicht" en "De Kleppers".
Voor de baan is nog geen liefhebber gevon
den en zal vermoedelijk de weg gaan van
het overige sloophout.
Aansluitend op de kegelbaan ligt het toneel
zaaltje, waar menig klucht in drie bedrijven
(verloting en bal na) het licht zag. Tot vlak
na de oorlog de Sassenheimse toneelver
enigingen hun oog lieten vallen op de zaal
van het KSA waardoor het veel kleinere
podium van het Bruine Paard gedoemd was
voort te gaan als uitlaatplek voor indivi
duele voordrachten en sketches. In het
bloembollenvak is de voormalige toneel
zaal bekend onder de naam Monte Carlo
omdat er vroeger de veilingen plaats von
den van nieuwe soorten bloembollen.
Sommige van die soorten hebben de "uit
vinder" goud opgebracht zoals de legenda
rische kwekers Gijs Haver en Teun Berg.
De laatste polonaise is er gelopen en de Sas
senheimse IJsvereniging heeft de allerlaat
ste Bruine Paard vergadering voor zich op
geëist.
Professoren
Sjors Teernstra heeft vlak voor de sluiting
nog een stuk of wat Leidse professoren op
bezoek gehad, die er tientallen jaren een
gebruik van maakten om een paankeer per
jaar af te zakken naar het Bruine Paard om
daar aan een tafeltje aan het voorraam een
kopje koffie en een borrel achterover te
slaan.
Sassenheim, toch al karig bedeeld met mo
numenten, laat geen traan om het heengaan
van Het Bruine Paard. Geen actiecomités
die een reddingspoging willen wagen, geen
gemor in de raad Heel wat anders dan in
Hillegom waar de burgerij met man en
macht probeert tegen te houden dat het
even oude Wapen van Friesland, opgekocht
door de beheersmaatschappij Teekens,
wordt gesloopt. Er is een comité opgericht,
dat inmiddels een klein succes heeft ge
boekt; de Monumentenraad vindt ook dat 't
Wapen moet bliivrn en heelt Inmiddülaeen
dergelijke advies uitbracht aan de Kroon,
waar de sloopaanvraag momenteel in be
handeling is.
Sassenheimers
Voorzitter Piet Blokker heeft zich er over op
gewonden dat niemand een probleem
maaki van het verdwijnen van Het Bruine
Paard. "Sassenheimers", zegt hij, "maken
zich nooit ergens druk over, behalve als je
aan hun portemonnaie komt. Ik besef dat
Het Bruine Paard nou niet bepaald een
schoonheid is. Maar ik weet zeker dat hon
derden Sassenheimers het over een jaar of
wat zullen betreuren dat ze nu geen actie
hebben ondernomen. Ze werken eraan mee
dat onze van oorsprong prachtige oude
wandelroute nog meer wordt verziekt door
betonnen wangedrochten. Jammerdal we
onze handen er al vol aan hebben om in
Hillegom de vingen ain de pols te houden
Anders hadden we ons zeer zeker ook voor
Het Bruine Paard ingezet"
De laatste kastelein van het Bruine Paard is 55
nu, heeft vier kinderen Bluft in Sassen
heim wonen maar weet nog niet welk werk
hij gaat doen. Zegt een paar ontspannen
weken achter de rug te hebben. "De laatste
jaren zijn mijn vrouw en ik zeven dagen in
de week tot twee uur 's nachts in touw ge
weest. Mag ik dan blij zyn dat het nu is
afgelopen".