minuut MUM Schilderes van Holocaust EXTRA VENHUIZEN - Toen zij eind. 1968 in een bekende kunst galerie in het hartje van Je ruzalem haar werken expo seerdewerd Truus Menger in een Israëlische krant "de i schilderes van Holocaust" genoemd. Het bewuste knip sel in haar plakboek is wat meer gaan spreken nu het woord Holocaustde naam van de tot film geworden jo denvervolgingeen erg ge laden leven is gaan leiden Ook Truus Menger heeft de film over zich laten komen, al is dat niet geweest om meer inzicht te krijgen in de i j gruweldaden van de nazi's. I li Wat dat betreft is een "ge- heug enopfrisserbij haar verre van op zijn plaats. Truus Menger speelde gedu rende de laatste wereldoor log een vooraanstaande rol in het gewapende verzet in Nederland. Samen met haar jongere zus Freddie en de kort voor het einde van de oorlog gefusilleerde verzets strijdster Hannie Schaft, maakte zij onderdeeluit van een kleine sabotagegroep die zich onder meer had gespe cialiseerd in het uit de weg ruimen van Nederlanders die met de bezetters onder één hoedje speelden. Zij wa ren de en ige drie vrouwen in Nederland die binnen het georganiseerde verzet de wapens hanteerden Ver na de oorlog, in beginja ren zestig, is Truus Menger zich intensief met schilderen en beeldhouwen gaan bezig houden. Voor haar een uit laatklep voor de spanningen uit de verzetstijd. De meeste van haar werken hebben be- trekking op de oorlog. Naast veel exposities in Neder- land, Israël, Denemarken, Rusland en ook Polen is ze nu ook gevraagd naar Ame- jj rika te komen. Maar eerst zijn haar schilder- stukken nog te zien in Kat- I wijk, waar toten met 15 mei onder de naam "1933-19NU" een grote verzetstentoon- stelling wordt gehouden. Daar zijn vijftig van haar werken te zien 77 77 Op 't netvlies van m'n denken Is nog steeds jullie beeld gegrift ...En toen hoorde ik de slagen Van nieuw leven in het mijne En buiten staat opnieuw een toren Van een joelende juichende kinderschaar Geen traan wist ze weg Geen verleden doet ze vervagen Zi.i zijn het die de toekomst dragen Ze was koud zestien toen de oorlog uitbrak. Een klein, verlegen meisje met sproeten. Haar ideaal: schilde res worden. Won op de lagere school een tekenwedstrijd maar moest de eerste prijs, een kunstnijverheids opleiding, laten schieten om voor het gezin thuis mede de kost te gaan verdienen. Kind van gescheiden ouders. Opge groeid in een Haarlemse volksbuurt. Moeder, een militant-pacifiste, die al vanaf 1933 joodse vluchtelingen uit Duitsland en Polen in de kleine arbeiderswoning liet onderduiken. Truus Menger blikt op die oorlogssituatie te rug. Ze is 56 nu. Moeder van vier kinderen. Getrouwd met Piet Oversteegen, een voor malig verzetsstrijder. Kocht wat jaren terug een boerenwoning in Venhuizen. Heeft die helemaal verbouwd. In de achterkamer staat ■in de hoek een langgerekte houten tafel. Daar wordt er gepraat. De stoel heeft ze naar achte ren geschoven. De over elkaar geslagen ar men rusten nadrukkelijk op het tafelblad. Een vriendelijk, open gezicht. Observerende ogen. Het woord Holocaust valt al snel. Met het verwerken van de filmbeelden heeft ze niet veel moeite gehad. "Af en toe", zegt ze, "heb ik wel even mijn ogen moeten sluiten. Bij voorbeeld toen er een kerk in brand werd ge stoken waar joden in opgesloten zaten. In Putten is namelijk ook zoiets gebeurd. Op zulke momenten wordt het dan weer te veel. Ik heb ook op het punt gestaan de telefoon te pakken. Om te reageren op het forum". "Daarin is gezegd dat het Nederlandse volk de joden volledig aan hun lot heeft overgela ten. Dat we ze bewust links hebben laten lig gen. Op zulke praat word ik woest. Want de februari-staking in '41 dan? En die duizenden mensen die joden verborgen hebben gehou den? Telt dat niet mee?" Feller Ze is wat feller gaan spreken. Draait onrustig rond op haar stoel. Last even een pauze in door in de keuken koffie te gaan zetten. De jodenvervolging is voor Truus Menger de drijfveer geweest om in het verzet te gaan. Sloot zich, mede op aandrang van haar moe der, in het begin van de oorlog aan bij een kleine verzetsgroep (Raad van Verzet), die voornamelijk uit communisten bestond. Sa men met haar drie jaar jongere zusje Freddie. Vanuit de keuken zegt ze: In het begin stelde ons verzet nog niet zoveel voor. We hielden ons hoofdzakelijk bezig met kinderachtig- heidjes. Illegale kranten rondbrengen, spij kers strooien op de grote weg, zand doen in benzinereservoirs. Maar ook het redden van joodse kinderen. Je durfde veel, je had lef. Soms wasje een maand of meer uit de roula tie. Moest je de narigheid van je af proberen te zetten" Ze is weer terug achter de tafel. Praat weer rustig. "Ik zal een voorbeeld geven", zegt ze. "Ik heb eens een joods jongetje, een knul van een jaar of vijf, opgehaald van een onderduik adres. Zou hem naar zijn ouders toe bren gen. Op de fiets. Onderweg passeerden we een Duitse colonne die plotseling door Engel se vliegtuigen werd aangevallen. Het jongetje op de lastdrager kreeg een voltreffer. Toen ik achterom keek zag ik dat er van zijn hoofd weinig meer over was" Verdriet "Kijk, ik bedoel maar. Van verzetsmensen bestaat er vaak een verkeerd beeld. Vooral bij de jeugd. Die denkt al snel aan van die heup- schietachtige toestanden. Bijna altijd wordt er over heldendaden gepraat. Heel weinig over het verdriet en de angst" In 1942 verlegt Truus Menger haar verzets werk naar het oosten van het land. In Haarlem is de grond haar te heet onder de voeten ge worden. De Roestige, zo genoemd vanwege haar sproeten, werkt er overdag als verpleeg ster in een ziekenhuis maar trekt er 's avonds en 's nachts op uit om onder meer het vlieg veld Twenthe in kaart te brengen. Haar zusje is er ook'bij. Inmiddels is er in Nederland wat meer lijn gekomen in het totale verzet, dat voortaan ge- coördineert gaat worden door de Binnen landse Strijdkrachten (BS). De Raad van Ver zet, waar Truus en Freddie deel van uitma ken, wil wel samenwerken met de BS maar daarnaast als een zelfstandige groep blijven fungeren. Begin '43 krijgen de twee meisjes de opdracht weer naar Haarlem te komen. Bij hun groep heeft zich dan inmiddels ook Hannie Schaft gevoegd, een 22-jarige studente rechten. De drie, Truus, Freddie en Hannie, krijgen te ho ren dat ze zich vanaf dan voor een goed deel zullen gaan bezighouden met het liquideren van verraders. In een aardappelbunker in de Velserpolder krijgen ze hun schietlessen. Daarna de opdrachten. Verlegen "Dat neerknallen van mensen hoorde eigen lijk niet bij mijn karakter", zegt ze, "ik was enorm verlegen toen. Maar in een oorlog doen zich dingen voor die een drempel snel doen wegvallen. Zo stond ik in Amsterdam eens op een tram. Zag ik hoe Duitsers een joodse moeder met haar kind uit een huis haalde. Het ging er nogal ruw aan toe. Het kind viel op de rand van het trottoir. Was op slag dood. Zoiets blijft je bij. Maakt op de een of andere manier toch een harde van je. Ik draai er niet om heen: dat neerknallen deed mij niets en ik zou het weer doen. Ik vergelijk het altijd met het uitroeien van een ziek dier. Iets dat per sé uit deze maatschappij moest verdwijnen". Truus Menger heeft weer behoefte aan een kleine pauze. Babbelt even met haar zojuist binnen gekomen oudste dochter Hannie, vernoemd naar de gefusilleerde verzetsstrijd ster. Dan pakt ze de draad weer op. Vertelt zonder emoties hoe zo'n liquidatie er in de praktijk aan toeging. "Je weet", zegt ze, "dat er binnen de Binnen landse Strijdkrachten nogal wat lieden rond liepen die van twee walletjes aten. Die zowel voor de Duitsers werkten als voor ons. Daar moest dus korte metten mee worden ge maakt. Af en toe kregen we een naam toege schoven. De opdracht was: liquideren. Soms ging ik met Hannie op pad, soms met Freddie. Want meisjes vielen minder op. Werd minder op gelet". Schaduwen 'Je schaduwde je slachtoffers eerst een paar dagen. Stomvervelend werk eigenlijk, 's Nachts posten, overdag posten, nagaan hoe de dagindeling was van zo'n man. En dan uit eindelijk het tijdstip bepalen waarop je toe zou slaan. Was je van plan 'm thuis neer te knallen dan belde je eenvoudigweg aan, vroeg dan of 'ie mijnheer die en die was en je schoot. Moest het op straat gebeuren dan stelde je je op in een portiek. Als ik met Fred die was stonden we vlak voor de aanslag vaak te giechelen. Ook uit angst natuurlijk. Want zulke beste wapens hadden we niet. De kans was steeds groot dat het ding zou ketsen. Niet af zou gaan. Dat neerknallen gaf een geweldi ge voldoening. Op een van die kerels hebben we eens een zakboekje aangetroffen met 600 namen van mensen die gearresteerd moesten worden. Denk je eens in dat zo'n vent in leven zou zijn gebleven". Er zijn ook diverse aanslagen mislukt. Bij voorbeeld die zij samen met Jan Heusdens pleegde op het kopstuk uit de Haarlemse re cherche-dienst Smit. In zijn boek over Hanny Schaft noteerde de Haarlemse schrijver Ton Kors, het volgende uit de mond van Jan Heusdens. "Truus en ik hebben voor het huis aan de Spaarndamseweg gepost. Daar woon de Smit. Toen was daar nog zo'n hoog brug getje. We hebben een beetje staan scharrelen om niet op te vallen, totdat we 'm opeens uit zijn huis zagen komen. Hij had een lichte jas aan. De opdracht was: gelijk schieten, hij mag geen kik geven. Truus reed voorop en ik zag allemaal zwarte gaatjes in zijn jas komen. Hij viel gelijk en begon te gillen als een speenvar ken. Truus reed door. Toen heb ik mijn fiets tegen een boom gezet en ben naar 'm toegelo pen. Maar mijn pistool ketste. Dat zag 'ie en toen schoot hij. Ik heb nog dekking gezocht achter een boom maar zijn laatste schot was raak. Ik had geluk want die kogel vioog gelijk mijn been weer uit. Zo goed en zo kwaad als het ging ben ik weggefietst Tot zover het citaat. Over het liquideren zegt Truus Menger nog: "Het was bepaald niet zo dat we elke opdracht zonder meer accepteerden" Gijzelen "Er werd van tevoren wel degelijk over gedis cussieerd. Zo kreeg ik de opdracht om samen met Hannie de kinderen van Seys Inquart te gijzelen. Om gevangenen vrij te krijgen. Wij stelden toen de vraag wat er zou gebeuren als de Duitsers niet wilden voldoen aan die eis. Dan zouden we die kinderen uit de weg moe ten ruimen, werd ons gezegd. Dat vonden we te ver gaan. Hebben die opdracht dus gewei gerd. Vonden dat dat weinig meer met verzet te maken had. Er is toen veel druk op ons uitgeoefend om het toch maar te doen. Bleven we weigeren dan zou een verzetsgroep uit IJmuiden opdracht worden gegeven ons te liquideren. Want een opdracht was heilig toen". Zover is het nooit gekomen. Sterker nog Truus Menger trouwde later met Piet Over steegen, die deel uitmaakte van die IJmui- dense verzetsgroep. Truus Menger (schuilnaam Kitty van Doorn), Freddie en Hannie Schaft, die zich bijvoor beeld ook bezig hielden met het opblazen van treinen, gingen nooit de straat op zonder pi stool. Droegen dat meestal met zich mee in een damestasje waar een gat in was gemaakt om bij controle door de Duitsers zo snel mo gelijk te kunnen schieten. Er werd intensief uitgekeken naar het drietal, vooral nadat in '43 Hitier persoonlijk in de pen was geklom men om de Haarlemse Sicherheitsdienst een uitbrander te geven omdat ze zich door een paar "flinke Weiber aus Holland" in de luren lieten leggen. Op de hoofden van het drietal stond 50.000 gulden. Arrestatie Alleen Hannie Schaft ("Het meisje met het rode haar') werd kort voor het einde van de oorlog gearresteerd en vlak daarop terechtge steld. Truus Menger, die pas later van haar arrestatie hoorde, is er nog wel op uitgegaan om Hannie Schaft uit de gevangenis te be vrijden. In haar eentje beraamde ze, verkleed als verpleegster, een overval op de vrouwen gevangenis. Maar ze kwam te laat. Hannie Schaft bleek al te zijn doodgeschoten. In de omgebouwde boerderij bewaart Truus Menger (ze liquideerde in totaal 12 personen) nog een aantal persoonlijke bezittingen van Hannie. Een schilderij, foto's en onderschei dingen die haar zijn toegekend. Na '45 hebben diverse verzetsgroepen grote vraagtekens gezet bij de activiteiten in de oorlog van sommige vooraanstaande ver zetsmensen in de organisatie van de Binnen landse Strijdkrachten. Met name ging het daarbij om de rol van wat leidinggevende fi guren uit de Velsense illegaliteit. De zogenaamde Velser-affaire die daaruit is ontstaan, is onder meer door de verzetsgroep van Truus Menger aangezwengeld. In ver band daarmee is ze zelf talloze keren ver hoord. Na de bevrijding is er drie keer een aanslag op haar gepleegd. "Omdat ik teveel wist", zegt ze. "Ik verwacht niet dat de Velser- Affaire ooit tot een bevredigend einde zal worden gebracht. Er is teveel feitenmateriaal onder tafel gewerkt. Maar dat de hele zaak stinkt is duidelijk. Neem alleen al het feit dat de man die ik aan het einde van de oorlog uit de weg moest ruimen, uit die oorlog tevoor schijn kwam met sterren en stiepen" Kunstenares Truus Menger als kunstenares. De kans die ze voor de oorlog niet kreeg kwam daarna. "Als ik niet in het verzet had gezeten was ik nu wellicht een schilderes geweest van lieve bloemetjes en kinderen", zegt ze. Het is an ders gelopen. En daarom zal ik als een mars kramer de oorlog altijd met mij mee blijven dragen. Daar kom ik in mijn creatieve werk niet onder uit". 'Wel heb ik mij er toe kunnen zetten abstract te gaan werken. Omdat ik zo met de oorlog in de knoop zat heb ik aanvankelijk niets anders gedaan dan het in herkenbare vormen teke nen van kinderen die naar de gaskamer wor den geleid, de slachtoffers van het getto in Warschau, het bombardement in Rotterdam. Anderen waren door die tekeningen erg ge troffen, maar ik kon er niet langer tegen aan kijken. Ben toen bewust gaan zoeken naar een vervangende vorm waarmee ik toch het zelfde zou kunnen uitdrukken" In de beginjaren zestig ("voor die tijd tekende ik voor opoe, de buren, tante Rie en ome Piet') is Truus Menger het schilderen professioneel gaan aanpakken. Liet zich inschrijven voor een kunstacademie. Kreeg daar les van o.a. Marie Andriessen (De Dokwerker), bij wie ze tijdens de oorlog ondergedoken had gezeten. Dat was overigens een van haar in totaal 53 schuiladressen. Truus Menger noemt zichzelf een geënga geerd kunstenares" omdat haar oorlogsver leden is terug te vinden in de meeste van haar schilderijen, aquarellen en bronsjes. "Ik ben bevoorrecht", zegt ze, "dat ik op deze manier kan afreageren op wat ik heb meegemaakt. Dingen kan uitdrukken die mij hebben be wogen en nog bewegen want niet alleen de oorlog inspireert mij. Ik ben ook aan de slag gegaan toen ze Menten vrij lieten, toen er sprake van was dat er kampbeulen op vrije voeten zouden komen en toen voormalige SS'ers zich kandidaat stelden voor het Euro pese parlement. Ik zal in mijn werk altijd ten strijde blijven trekken tegen de dingen die ons bestaan bedreigen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 27