Fabriekje lassen de bollen John Donohue, in dienst van het kind in de sloppen jpLjUUJLlfc Vrijwilligers gevraagd in vakantietijd Amerikaanse reiziger in adviezen Kanker mogelijk veroorzaakt door spanningen PAGINA 4 SDAG 1 MEI 1979 door Sjak Jansen De vrijwilligerscentrale voor Leiden en de bollenstreek (Langegracht 246a) zou graag een beroep willen doen op mensen, die er wat voor voe len in de vakantietijd vrijwil ligerswerk te verrichten voor de vele organisaties die vakanties mogelijk maken voor lichamelijk en geestelijk gehandicapten, kinderen, jongeren en ouderen. Elk jaar komen deze organisa ties tot de slotsom dat men voor het welslagen van deze uitstapjes en bivakweken voor een groot deel afhanke lijk is van vrijwilligers. En dat kan iedereen vanaf 16 jaar zijn. Van de meeste vrijwilli gers wordt verwacht dat zij hun diensten minimaal één week beschikbaar stellen. Enkele dagen mag evenwel ook. Ervaring is vaak niet zo'n punt. Belangrijker is de interesse voor die ander met wien op vakantie gaat. Tejhet werk moet men niet cht opkijken. Men is vaah 's ochtends vroeg tot'laade avond in de weer. Maaar staan begeleiding, ee>is- kostenvergoeding eren zakcentje tegenover. De heer Verelzen met één van zijn medewerkers. Tot groot ongenoegen van Ver- elzen echter, was, toen zijn fabriekje eenmaal klaar was, groene zeep weer volop te krijgen. Zijn middel was dus overbodig. „Daar zat ik dan. Ik had een fabriek, een knecht, een telefoon en een girorekening, maar geen op drachten. Toen ben ik maar weer aan het experimenteren gegaan. Dagen heb ik in het laboratorium doorgebracht en uiteindelijk ontdekte ik een massage-olie. Dat is mijn redding geweest". Volgens Verelzen wordt zijn olie aangewend om menig blessure van voetballend Ne derland te verzachten. Die olie wordt gemaakt pal tussen de bloembollen. Verelzen: „Ik geloof ook wel dat het ta melijk uniek is dat op een agrarisch terrein een farma ceutisch fabriekje is geves tigd. Ik verzeker je dat het hoogheemraadschap van Rijnland er vrede mee heeft". Volgens Verelzen verzendt hij geregeld de spullen die in zijn fabriekje gemaakt wor den naar dit orgaan dat onder meer tot taak heeft de zuiver heid van het rivierwater te bewaken. „Geen klachten hoor, het hoogreemraad- schap heeft mij tot op heden nog geen strobreed in de weg gelegd". Verscholen tussen de thans in volle bloei staande bloembol- lenvelden is aan de Hillegom- se Noorderlaan een klein far maceutisch fabriekje geves tigd. Een bedrijfje waar een paar man werken en dat wordt geleid door directeur eigenaar C. Verelzen (78). Ondanks dat deze man in fei te al dertien jaar van zijn ou de dag had moeten genieten is er geen haar op zijn hoofd die daaraan denkt. „Dit bedrijf is mijn lust en mijn leven. Mijn hele leven heb ik in laboratoria gewerkt en met het grootstè plezier, hoor. Experimenteren met stoffen, man, ik doe niets liever. Eer lijk gezegd ben ik de man er niet naar om een fabriek te leiden. Gelukkig doet mijn vrouw dat dan ook! Chemicus Verelzen is zijn fa briekje pas op late leeftijd be gonnen. „Ik was 46 jaar. Het zat zo: In de oorlog had ik iets uitgevonden tegen schurft. Gewoonlijk ga je die ziekte met groene zeep of puin- steenpoeder te lijf maar in die tijd was er geen groene zeep te krijgen. Ik ben met dat mid del naar een ziekenhuis in Amsterdam gestapt en daar was men erg blij met dat mid del. Ze zeiden:'Man je moet een fabriekje beginnen, dan zullen wij dat middel van jou wel afnemen'. Ik heb die raad maar ter harte genomen". Voor de Leidse rolstoelatleet André Moedig was gisteren een complete verrassing dat hij, na de zeven kilometinge Singel loop te hebben volbracht, een trofee kreeg voore bewonde renswaardige prestatie. Namens Joop Riethovetrhandigde minister Gardeniers van CRM de beker aan de Le kandidaat voor de Paralympics. Op de foto verder de echtgenote van André en Th(oomen die gisteren de Singelloop van commentaar voorzag. Sr is Theo er niet van geworden, vertelde hij gisteren. Voor Ken was het gisteren trouwens haast-je-rep-je. Nauwelijks waSingelloop afgelopen, of de sportverslaggever moest zich naütvliegveld spoeden om het vliegtuig naar Polen te kunnen haDaar praat hij woensdagavond de interland Polen-Nederlatan elkaar. Wellicht op dezelfde manier als hij dat gisteren mefcingelloop deed. Leiderdorper Jan van der Ploeg met één van zijn werkstukken. Jonge kunstenaars in Warmond Het mag bekend zijn dat galerie De Pomp aan de Dorpsstraat in Warmond een expositieruimte heet te zijn voor elke kunstenaar, ongeacht de kwaliteit van zijn werk. Gedurende de gehele maand mei exposeren daar drie jonge mensen uit de Leidse agglomera tie: Greetje Noordman (wandkleden) en Liesbeth IJdo (poppen) uit Oegstgeest en Jan van der Ploeg (etsen en linoleumdrukken) uit Leiderdorp. „De werken die van mij worden tentoongesteld zijn non-figuratief. Dat is trouwens al mijn werk: iedereen ziet er wat anders in", zegt de 19-jarige Jan van der Ploeg. Werken van deze eerstejaars-stu dent aan een Amsterdamse teken- en handvaardigheidsleraren opleiding zijn al eens eerder in De Pomp te aanschouwen ge weest. „Dat was anderhalfjaar geleden", aldus Jan, die zich ove rigens niet weet te herinneren wanneer hij voor het eerst het fijne tekenpotlood ter hand nam. De expositie is dagelijks te bezichti gen. HAARLEM (GPD) - Je mag dan iets hebben tegen van boven af georganiseerde activiteiten zoals het „Jaar van het kind" - alsof het kind niet steeds volop in de belang stelling zou moeten staan, roept men dan ze kunnen toch wel van nut zijn. In dit geval, de speciale aandacht voor het kind, kan er niet genoeg voor de jongste jeugd gedaan worden in de Derde (maar vaak ook Eerste) We reld. XJnicef, die het „Jaar van het kind" heeft uitgeroepen, is één van de vele instanties en organisaties, die zich bezighouden met de be wustmaking van verantwoorde lijkheid voor andere mensenkin deren aan de ene kant en de rechtstreekse hulp van die kinde ren in de Derde Wereld aan de andere kant. Er worden ook in Nederland allerlei acties op touw gezet - zoals o.a. een nationale loop op zaterdag 19 mei, die geld op moet brengen voor sloppen- kinderen in Peru, Thailand en Zambia-, maar gelukkig wordt er ook aandacht besteed aan de kern van de zaak: voorlichting aan de kinderen van hier over hun maatjes in de wereld daar. Zo heeft Unicef Nederland het sloppenprobleem gekozen als thema voor zijn acties in dit jaar. Er is bijvoorbeeld informatiema teriaal beschikbaar over slop- penkinderen in drie steden: Lima (Peru), Lusaka (Zambia) en Bangkok (Thailand). Zelf kan men gaan uitmaken, hoe men van hieruit iets kan doen aan de nood in die onderontwikkelde lan den. Hulp aan Derde-Wereldlanden moet bepaald geen hautaine vorm van weldoenerij zijn. Ook geen eenzijdig inpompen van geld en materiaal. Er is genoeg inbreng ook vanuit die landen, die voor ons erg nuttig kan zijn. Al zou het alleen maar al het besef zijn, dat welvaart beslist niet. al leen zaligmakend is, of dat onze westerse beschaving bepaald niet het grote ideaal is voor ieder een. Inpassen Een van de medewerkers aan het sloppenprogramma van Unicef is de Amerikaan John Donohue. Hij was kortgeleden in ons land om te praten met vertegenwoor digers van het ministerie van bui tenlandse zaken in Den Haag over de samenwerking in Unicef- verband. Donohue, 37 jaar, staflid van Unicef in New York, is tech nisch adviseur. Hij duikt overal op, waar men om goede raad verlegen zit. Dat gebeurt dan wél - volgens het uitgangspunt van Unicef - op basis van gelijkwaar digheid. Dat betekent, dat men hulpprogramma's zoveel moge lijk inpast in al bestaande natio nale, inheemse situaties. Het heeft geen zin dure technische installaties aan te bevelen in lan den, waar men geen technici heeft om die installaties te bedie nen of in bedrijf te houden. Daarom is het belangrijk, dat de mensen van Unicef, die te hulp worden geroepen, eerst zelf de mogelijkheden en onmogelijk heden in het betreffende land gaan bestuderen. Donohue: „Je moet leren wat ze op bepaalde gebieden al regionaal doen. Of men geschikte, goed op geleide krachten ter beschikking heeft. Van dat soort overwegin gen en constateringen hangt af. wat je gaat adviseren. Vaak zal dat een inleidend studiepro gramma zijn: je adviseert bij het plannen van een project; er wordt een trainingscursus opgezet van specialisten, die hun kennis weer moeten overdragen; er wordt ge holpen bij de bestudering- van projecten en de uitwerking daar van, zoals bijvoorbeeld, om maar een punt te noemen, de trans portmogelijkheden". Donohue heeft zich speciaal toe gelegd op het adviseren van technische projecten in de grote steden van de Derde Wereld, van de sloppenbuurten, de slums. Dat komt neer op het verbeteren van hygiënische en sanitaire voorzieningen;het organiseren van zogeheten kleine stadsont wikkelingsprojecten; het bou wen van betaalbare woningen; het opzetten van gezondheids centra; het projecteren van scholen; het stimuleren van de zelfwerkzaamheid. Zo wordt door Unicef studiemateriaal ver schaft: kisten met leermiddelen. Er wordt steun verleend aan het stichten en instandhouden van leerclubs, waar kinderen „schoolryp" kunnen worden gemaakt. Er wordt advies en steun uitgebracht voor opvang centra van kinderen, zodat de va der en moeder kunnen gaan wer ken om het geld voor hun gezin te verdienen. In grote steden ligt de problema tiek natuurlijk weer heel anders dan op het platteland, in de slums van provinciesteden. Om wat cij fers te geven: 60 procent van de bevolking in de Zuidamerikaan- se ontwikkelingslanden leeft in de steden. In Zuidoost-Azië is dat 23 procent, in India 20 procent. Maar aangezien de bevolking van India zo'n 600 miljoen zielen telt betekent dat, dat ongeveer 120 miljoen Indiërs hun heil trachten te zoeken in steden. Dat is meer dan de totale bevolking van Bra zilië (waar 60 procent zich con centreert in de steden). Zo is alles zeer relatief. Leergierig Unicef werkt altijd in overleg met de officiële instanties van het land om o.a. politieke moeilijk heden te voorkomen. Donohue: „Het ene land verschilt wel van het andere in zijn standpunt ten aanzien van hulpverlening. Sommige landen doen het liever in stilte om de nationale trots niet te kwetsen. Maar een land als Bangladesj is ons erg dankbaar. Daar zie je ook grote vooruitgang in Dacca. De mensen zijn er leer gierig en willen zo snel mogelijk op eigen benen staan. Er is een uitstekende verhouding tussen overheid, Unicef en particuliere hulporganisaties. Er wordt met name veel gedaan op het terrein van de sociale gezondheidszorg. De moeilijkheidsgraad bij het verlenen van advies, van steun is natuurlijk ook afhankelijk van het peil, waarop bijvoorbeeld het technische kader zich bevindt. In Zuid-Amerika ligt het bij het ontwikkelen van projecten vaak wat gemakkelijker, omdat er wat meer professionele specialisten aanwezig zijn. Door het hogere technische niveau is het daar wat minder moeilijk om iets op te zet ten dan bijvoorbeeld in Azië. Be langrijk blijft in ieder geval wel steeds, dat je de eigen hulpbron nen, het eigen kader zo goed mo gelijk inpast in de samen met ons opgezette projecten". Om efficiënt te kunnen werken bij de opleiding of instructie worden er door Unicef regionale, maar ook nationale of internationale trainings- of studiebijeenkom sten gehouden zoals in Bangkok voor Zuidoost-Azië. Donohue: „We willen de mensen zo snel mogelijk zelf de leiding en uit werking van projecten geven. Onze hulp is geen doel. Maar we proberen wel zoveel mogelijk hulp te geven. We pakken alle mogelijkheden aan. Zo ga ik de mondiale jaarlijkse vergadering van burgemeesters in Italië bij wonen. Veel praten met die man nen. Informeren waar de knel punten van hun steden liggen en kijken wat daar aan te doen valt". John Donohue heeft bij wijze van spreken zijn kofferlje steeds ge pakt staan. Een reiziger in advie zen van Unicef. (Door onze medische medewerker Frans Bakker, i DEN HAAG - Onderzoekers van de universi van Texas deden een interessante ontdekking, von den, dat mensen die geestelijk gestoord zijf an derszins ernstige geestelijke problemen hebbij na nooit kanker krijgen. Ze bestudeerden 32;terf- gevallen, gerapporteerd door de geestelijke ond- heidszorg uit Texas. Slechts 4 procent van dood soorzaken bij geestelijk gehandicapten werctoor- zaakt door kanker, terwijl dit percentage 18icent is voor de totale bevolking. Ze vonden ook, dat als het IQ het normale niveau benader de, het aantal sterfgevallen door kanker toenam. Hoe is dat nu te verklaren? Een ver klaring werd al voor dit on derzoek gegeven door de be roemde Amerikaanse geleer de dr. Hans Seleye. Seleye heeft veel onderzoek gedaan op het terrein van stress. Hij heeft uitvoerig beschreven hoe ons lichaam reageert op druk (stress) van buitenaf. In veel van mijn artikelen ook heb ik u verteld, hoe ons li chaam vaak in een voortdu rende alarmtoestand ver keert. Dr. Hans Seleye heeft de theorie ontwikkeld, dat stress het afweerproces in het lichaam ongunstig beïn vloedt. Dit zou onder andere kunnen leiden tot het ont staan van kanker. Terug naar het aangehaalde on derzoek nu. Misschien zou het zo kunnen zijn, dat geestelijk gehandicapten voor een belangrijk deel ge vrijwaard blijven van de da gelijkse stress, waaraan wij bloot staan. Ze hebben veel minder met hun omgeving van doen: onze ingewikkelde relatiepatronen, de concur rentieslag met elkaar enzo voort. Hoe meer we ons ge waar zijn van onze omgeving met al zijn eisen en frustra ties, hoe groter de stress en hoe groter de kans kanker te ontwikkelen. Schizofreniepatiënten bijvoor beeld. die allen in dit opzicht verschilden van de rest van de bevolking, hadden eveneens beduidend minder kans om kanker te krijgen. Intsant echter is, dat een lalde groep patiënten in (rote verzamelgroep van izof- renie - de paranoïde (elijk achterdochtige) piten meer kans hebben omker te ontwikkelen. Dat It ge heel met de hierbo be schreven theorie, hter- dochtige patiënten im mers voortdurend een overmatig gespanneijnier met hun omgevingzig, terwijl andere schizoè pa tiënten zich in hun eifan- tasiewereld hebben gge- trokken. Er zijn verschillende initen - met name in Ameri die het principe van slrei de behandeling van kan be trekken. Kankerplten worden gehuisvest een stressarme - natuuè - omgeving, weg van ille- daagse druk, geluid en slecht voedsel. In dezèss- arme omgeving doenjlan bovendien alle mqke ontspanningsoefeningIDe resultaten van een degke benadering zijn nog te overzien, maar er zijrler- dere rapportages vanjvi- duen, die zelfs geheian kanker genazen. Conclusie: hoe langer hcéer wordt het ook uit èn- schappelijk onderzoebi- delijk, hoe veel van onbn- begrcpen" ziekten - can ker is daar een voorbecan - worden veroorzaakior onze foutieve leefwijaet wordt langzamerhanéht tijd daar eens verandejin te gaan brengen! John Donohue, geen eenzijdig inpompen van geld en materiaal.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 4