®(p) JerryBey: een gevoelsmens ZATERDAG 29 APRIL 1979 .n-v'-k "Toen ik de wangunst, jaloezie en het aantal echtscheidingen in het artiestenvak steeds gro ter zag worden, heb ik er resoluut een streep onder gezet. Opeens had ik er schoon genoeg van. Nu spuug ik op dat wereldje. Als je met. collega's praat, glimla chen ze maar zodra je even niet oplet, staan ze je over de hekel te ha len. Dat kan ik met mijn zachte karakter niet verdragen". Leidenaar Jerry Bey, be kend als zanger en minder befaamd als schaker (onder het pseudoniem Bishop is hij reeds 25 jaar schaakmedewerker van deze krant), kiest zijn woorden zorgvul dig en brengt die dan hortend en stotend over zijn lippen. Ofschoon het initiatief om eens te praten van hemzelf is uitgegaan ("Ik vind dat het publiek recht heeft om te weten waarom ik niet meer optreed"), is de 55-jarige Jerry die zaterdagmiddag uiterst gespannen. Niet dat de broer van de Zangeres zonder Naam zich niet heeft voorbereid op dit gesprek, dat heeft hij wel degelijk. nu Op een blocnote heeft hij de avond tevoren het een en ander dat hij kwijt wilde keurig op een rijtje gezet. Heeft zelfs spreuken bedacht die zijn gevoelens en gedachten in één woord tot uitdrukking kunnen brengen. Zoals deze: "Een paard staat sterk op zijn benen, ik probeer dat ook te doen". Een zin die hij heeft verzonnen teruhjl hij naar een concours hippique zat te kijken. Uit die zin moge blijken dat Jerry 's walging van het artiestenwereldje niet de enige reden is waarom hij niet meer voor het voetlicht treedt. Dat geeft de geboren en getogen Leidenaar dan ook grif toe. "Vorig jaar zomer ben ik gescheiden", ver klaart hij in zijn armoedige bovenkamertje in een studentenhuis aan de Leidse Rijnsburgerweg"En daar heb ik het verdomd moeilijk mee". "Ik kan m'n kinderen niet mis sen hè. En dan mogen ze op één na al getrouwd zijn. toch valt het me zwaar. Ik dacht gisteren ook aan een bordje dat ik ooit eens in een cafeetje heb gezien. "M'n vrouw, mijn allerbeste vriend". Typisch niet, dat die spreuk mij nou notabene gisteravond te bin nen moest schieten". Jerry bedient zichzelf van een bel cognac. "Gaat het praten me wat gemakkelijker af', verontschuldigt hij zich een beetje verlegen. Naarmate het gesprek vordert, ebt Jerry's gespannenheid dan ook weg. Zijn tong wordt alras ook los ser en zijn blikken verwijde ren zich steeds verder van zijn blocnote. Hij herhaalt meer malen dat hij een uitgespro ken gevoelsmens is en dat hij altijd voor iedereen heeft klaargestaan. ("Ik heb heel wat keren zwervers op dit kleine kamertje onderdak geboden. Maar als je zelf geen gulden op zak hebt, hoefje er niet op te rekenen dat je van iemand een biertje krijgt aan geboden. Dat is nou juist het kardinale punt"). Domper Nu Jerrv een moeilijke periode in zijn leven tracht te over bruggen. is het voor hem een harde domper geweest te moeten ontdekken dat be paalde mensen bij wie hij ge hoopt had enige steun te kunnen vinden, het hebben laten afweten. Jerry noemt onder andere zijn zus Mary (beter bekend als de Zangeres zonder Naam) en Johnny Hoes. "Ach, ik krijg steeds meer de indruk dat Mary niets meer van me wil weten. Ik kan het mis hebben, hoor maar ik vind het wel typerend dat ik het laatste halfjaar taal noch teken van haar gehoord heb. Ik heb haar ik weet niet hoeveel keer gebeld maar dan krijg je zo'n automatisch ant woordapparaat: of meneer maar even wil inspreken. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen". Jerry staart enige ogenblikken een beetje hulpeloos voor zich uit. Hij wil iets zeggen maar slikt het gauw weer in. Steekt een sigaret op, inha leert diep en komt er dan toch mee voor de dag. Vastbera den zegt hij: "Ik vermoed dat Marv kwaad op me is. Ze denkt dat ik samenspan met Johnny Hoes, haar vorige werkgever. Toen zij met Hoes haar contract verbrak en naar platenmaatschappij Bovema ging, vroeg ze me met haar mee te gaan. Maar toen zei ik: "Mary, luister es, ik heb bij Hoes een contract voor vijf jaar getekend. Ik zit tot 1981 vast. Ik kan absoluut niet met je mee". Als je het mij vraagt heeft ze nooit geloofd dat ik een langdurig contract heb bij de platenmaatschappij van Johnny Hoes. Ik had best met haar mee gewild want Johnny Hoes mag dan in de ogen van menigeen een hele aardige vent zijn, mijn ervaringen met hem waren niet prettig Maar dat kan ook aan mij liggen Dupe Jerry zegt er stellig van over tuigd te zijn dat hij een beetje de dupe is geworden van de huidige verstandhouding tussen zijn zuster en Hoes. "Het klinkt misschien voor de buitenwacht wat vreemd in d e oren en wat ik nu ga zeggen is ook helemaal voor mijn re kening maar ik geloof dat Hoes er een beetje mee in zijn maag zit dat Marv bij hem is weggegaan. En daar lijd ik onder. Want twaalf platen die ik de laatste jaren bij hem heb opgenomen zijn nooit uitge bracht. Ik denk dat hij die in de ijskast heeft gezet om die er vervolgens weer uit te ha len wanneer ik straks in 1981 bij een andere platenmaat schappij zit. Ik kan je wel vertellen dat ik zo bij Vader Abraham terecht kan. Ik kwam Pierre Kartner laatst tegen en die zei: "Jerrv. jij hebt een goede stem en veel ervaring. Jou wil ik heb ben". Je begrijpt wel dat ik alles in het werk heb gesteld om mijn contract af te kopen. Maar het bedrag dat daarvoor op tafel moet worden gelegd, kan ik eenvoudigweg niet opbrengen. Zo liggen de kaar ten en daar heb ik me maar bij neer te leggen". Ondanks dat Jerry de laatste tijd teleurgesteld is in Johnny Hoes wil hij onder geen be ding weg moffelen dat zowel hij als Mary veel te danken hebben aan de Limburgse platenbaas. Hoes heeft hen ontdekt en daar wil Jerry geen doekjes om winden. Refreinzanger Terwijl Jerry de glazen op nieuw vol schenkt gaan we even terug in de tijd. Opge groeid in de Leidse Bever straat. trok hij in 1941 naar Maastricht, waar zijn broer woonde. De bedoeling was in de Limburgse hoofdstad veertien dagen te blijven maar Jerry is er gek genoeg acht jaar blijven plakken ("De mooiste tijd van mijn leven"). Kreeg bij een orkest een baan als refreinzanger ("Hetzelfde wat Bing Crosby altijd heeft gedaan"). In 1949 kwam zijn zus Mary, ook wel Rietje ge noemd. hem gezelschap hou den. "Zij ging ook zingen. Mocht op een gegeven mo ment een proefopname ma ken met hel accordeonduo Bex Monten. Niet lang nadien hoorde Johnny Hoes die op name en hij zag wel wat m Mary's stem. Vroeg wie die vrouw was. Kon niemand ver tellen en vandaar die naam Zangeres zonder Naam", ver klaart Jerry. "Ze is d'r rijk mee geworden", merkt hij op. "Hoes werkte toen nog voor Phonogram en ik, als broer van Mary, mocht eveneens een proefopname maken. "In Prater daar bloeien de bomen". Is een grandioze hit geworden. Se dertdien heb ik bij Hoes 60 singles en 12 langspeelplaten gemaakt, waarvan enkele met Mary. Ja. daar zaten ver scheidene hits bij hoor. "On der de brug van Parijs" bij voorbeeld. Ging met dozijnen tegelijk over de toonbank". Jerry staat wper eens op. Veel ruimte om zich te bewegen heeft hij niet in zijn kamertje van drie bij vier. Toch heeft hij zijn vertrek zo gezellig mogelijk trachten in te rich ten. Bij zijn gammele bed staat een foto van Jerry en Mary in gouden tijden en daarboven hangt een groot portret van Willy Derby: Jer ry's grote voorbeeld. Hij noemt zichzelf Derby's op volger. De glazen zijn weder om leeg. Jerry vult ze weer bij en borduurt nog even verder op het voorafgaande. Mom pelt dat hij maar wat graag zijn contract met Hoes voor tijdig zou willen beëindigen. Dan duidelijk geëmotio neerd: "Het beroerde is dat ik noch geld heb om het con tract af te kopen noch enige financiële armslag om bij een advocaat aan te kloppen. Wellicht was ik dan al van dat verrekte contract verlost. Ma ry kon zich zo'n advocaat wel permitteren; zij bulkt dan ook in weelde. Heeft een paradijs van een bungalow in Stam- proy. Zij kan tenminste bo gen op een gesmeerde pla- tenverkoop. Tja, ze is d'r rijk van geworden". Schaakkampioen Korte stilte. Jerry's aandacht wordt getrokken door de ruim dertig trofeeën op het armzalige tafeltje. Terwijl de schitteringen van de felle zon op de bekers weerkaatsen roept hij triomfantelijk uit twee keer, in 1957 en 1958, schaakkampioen van Leiden te zijn geweest. Sedert hij dit spel op zijn twaalfde van zijn broer heeft geleerd, heeft Jer ry zich altijd intensief mét de ze denksport beziggehouden. Is dan ook elke maandag avond present op de bijeen komsten van schaakvereni ging "Philidor" voor welke club hij tevens het clubblad verzorgt. Daarnaast levert hij wekelijks zijn bijdrage aan deze krant. Reeds 25 jaar legt hij onder het pseudoniem Bishop de lezers van deze krant de laatste analyses en nieuwtjes op schaakgebied voor. "Een baan hoor", benadrukt hij. "Vaak tot diep in de nacht ben ik ermee in touw. Daarbij komt dat je ook de nodige tijd moet uittrekken om de vak bladen te lezen. Onderhand is hel mijn levenswerk gewor den". Komt vervolgens aanzetten met een dikke ordner, waarin tal loze netjes uitgetikte en met diagrammen geïllustreerde velletjes papier opeenge hoopt zitten. "Een complete schaakencyclopedie. Van a tol z". verklaart hij. "Is dat niet mooi? Heb ik zes jaar aan gewerkt, maar de uitgevers willen het niet op de markt brengen. Zou niet commer cieel zijn. Begrijp je dat? Nu is Bouwmeester me voor. Van hem is laatst een schaaken cyclopedie verschenen. No tabene tien jaar later dan dat ik de mijne klaar had. Is dat niet zonde?" Reeds 40 jaar speelt Jerrv, naar zijn zeggen, E-2. E-4. "Zo ont staat er tenminste een open spel. Je moet nooit met je da me openen. Die kan alle kan ten uit en is het kwetsbaarste stuk. Moet je pas op het laat ste moment in het spel bren gen. Nee, ik hou het altijd bij E-2. E-4". Sip Jerry kijkt sip naar zijn glas. Vertelt nog eens over Maas tricht. Dat hij solozanger was bij de Maastrichter Staar. Dat hij een keer achter het toneel tranen heeft staan lachen om een onbekende cabaretier die het over "een plukje shag uit een stuk vossebont en een fleur de matras" had. Jerry voorspelde toen dat het een hele grote zou gaan worden. Zijn naam bleek Toon Her- Op de beduimelde spiegel bo ven de wastafel is een uitge typt lijstje bevestigd waarop keurig de verjaardagen staan vermeld van zijn kinderen. Op de oude zwart-wil teevee prijkt hun foto. Jerry steekt de zoveelste sigaret op. Dat onder het mom dat het zijn stem niet schaadt, "immers Richard Tauber stak de ene bolknak met de andere aan". Verzinkt vervolgens weer in dankbare herinneringen. "Ik heb met bijna alle grote ar tiesten gewerkt. Als jongen van amper twaalf kwam ik al bij Calda Ehrenfest over de vloer. Zij was een Zweedse, welgestelde dame die in de Witte Rozenstraat woonde. Daar heb ik pianospelen en i zijn voorgangerWilli/ typen geleerd. Zat ik daar een avond komt Godfried Bo- matns binnen stappen. Zei: "Zo ben jij Jerrv, ga zo door met typen, kerel". Die stem hè en die welbespraaktheid zijn me altijd bijgebleven. Hoe bestaal het hè. Bomans", zegt Jerry met diepe bewon dering. Jerry pakt de laatste plaat die van hem bij Hoes is uitge bracht: "Jerry Bey zingt Willy Derby". Zegt dat er een hoempapa-nummer op staat dat ooit eens door een zang duo gestolen is. Neemt ver volgens nog een flinke slok en legt de langspeelplaat op de draaitafel. Als de naald zich nog op de geluidloze groeven bevindt, zegt Jerry gauw dat hij niet achter smartlappen staat. Een paar tellen later is het ka mertje gevuld met een frisse, melancholieke Hollandse stem. begeleid door een ac cordeon. In eerste instantie zingt Jerry mee: "Ben je weer de sigaar, tralala Jerry's zo sombere gezicht tovert plotsklaps een glimlach te voorschijn. Helemaal verrukt schreeuwt hij boven de mu ziek uit: "Is dat niet mooi? Moetje horen wat een intona tie. Je hoort elke t en elke d. Gaat vanzelf, dat is nu een maal mijn uitspraak. Zo is Jerry hè. Zeg nou zelf, is dat nou geen mooie stem? Da's Jerry Bey". Alles goed en wel: het is een smartlap en ik dacht dat je daar niet achter stond? Jerry, zijn hoofd afwendend: "Ik vind het eerder een mee zinger. Nou ja, het liedje is van Hoes hoor. Vergeet dat niet. Mij kun je daarvan de schuld niet geven". Jerry luis tert aandachtig naar zijn ei gen stem en fleurt, voor zover dat nog niet gebeurd was, helemaal op. "Als je nagaat", verklaart hij wild enthousiast, "60 singles en 12 elpees. Ja, ik heb ze geteld. D'r is geen ene zanger die dat record heeft. Ik kan het zo'n beetje weten want ik lees verschillende muziekbladen". Italiaans En Willy Alberti dan. Die zal toch wel meer platen hebben gemaakt? Jerrv wuift die vraag meteen weg: "Jaah. Alberti. Maar wacht es, dat is Italiaans. Be grijp me goed: ik wil niet zeg gen dat ik daarmee aan de top sta. Het is overigens niet al leen het Nederlandstalige lied dat ik lief heb. Ik hoor net zo graag Toppop en alles wat op de buis verschijnt. Aan de an dere kant hou ik ook wel weer van Fritz Wünderlich. Conny Francis. Frank Sinatra en Willy en Willeke. Wat muziek aangaat kun je met mij alle kanten uit". Terloops merkt Jerrv op dat hij de laatste tijd zijn brood ver dient als conciërge op de Leidse Houtschool ("Een fij ne baan"). Verklaart dat hij bezig is voor een huis. "Mijn kinderen zie ik gelukkig nog veelvuldig. Die komen me ge regeld opzoeken. Vooral de kleine Henny, daar leef ik voor. Kreeg laatst een aan bieding om weer naar Maas tricht te komen. Heb het niet gedaan, ik kan dat jochie niet missen. M'n dochter Ria en m'n zuster Jannie stoppen me gelukkig regelmatig wat toe. Zij zijn schatten. Allebei zijn zij diamanten uit een dia deem. Ook een spreuk die ik gisteravond heb bedacht". Come-back Jerry wendt zijn blik af naar de haast vergeelde foto van zijn idool: Willy Derby. Mijmert dan dat hij zijn come-back heus wel zal maken te zijner tijd. Een lange stilte volgt. Jerry staart voor zich uit, neemt een trekje van zijn si garet. inhaleert diep en concludeert: "Rijk ben ik er eigenlijk nooit van geworden. Gek hè? Je hebt een gezin en dan gaat geld er gauw door heen". Waarop zijn echtscheiding we derom ter sprake komt. "Frauen sind keine Engel", mompelt hij terwijl hij zijn handen zorgvuldig inspec teert. Kijkt dan voor de laatste keer naar de foto van zijn kin deren, schudt zijn hoofd en zegt amper verstaanbaar: "Blijf optimist, zeggen ze danja, ja

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 25