KQ3E8B
publiek
Ert je kan het niet eens zien of voelen
Muskusrat: ondermijner van de
dijkenmaar geen viés beest
door
Sjak
Jansen
Gebied van Rijnland krijgt er twee vangers bij
HARRISBURG: MONUMENT VAN TECHNISCH EN MENSELIJK FALEN
11
11
PAGINA 4
DONDERDAG 5 APRIL 1979
Elke ochtend, steevast om tien uur, ga ik de stad en
regio in, op zoek naar mensen en dingen voor deze
rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok
slag tien aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215.
Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom.
veen werkt volgens een be
paald systeem. Hij speurt
sloot voor sloot af met zijn
lieslaarzen. Voelt met een
stok en zijn laars op er op de
plaatsen waar voedselresten
zijn achtergelaten een hol is.
Daarbij mag hij geen sloot
overslaan want het risico is te
groot dat juist in die ene sloot
een rat zit. Dan zou al zijn
werk voor niets zijn geweest.
Muskusrattenvangers werken,
in tegenstelling tot ratten
vangers van de gemeenterei
niging, niet met vergif. „Dat
komt omdat muskusratten
planteneters zijn. Dat voedsel
kun je niet vergiftigen omdat
ook andere, onschadelijke
dieren daarvan eten. Nee,
hoofdzakelijk werken wij met
klemmen. Geen platte klem
men want dan zou de dood
voor het dier veel te pijnlijk
zijn. De klemmen die wij ge
bruiken doden het dier op
slag. De kop wordt stevig af
geklemd en dan is het ge
beurd".
Niet agressief
André van Veen kan niet ge
noeg benadrukken dat mus
kusratten niet agressief zijn.
Qua leefgewoonte heeft de
muskusrat veel weg van een
wild konijn, met dit verschil
eigenlijk dat deze behendige
zwemmer zijn vluchtwegen
heeft via het water. „Drijf je
hem in het nauw, maak je
hem bang, tja dan kan hij de
aanval openen en je een beet
toebrengen. Maar als je hem
de mogelijkheid biedt te ont
snappen gebeurt er weinig",
zeg Van Veen.
De muskusrat bewoonde oor
spronkelijk vrijwel het gehele
Noordamerikaanse conti
nent. Een Tjechische groot
grondbezitter leerde het
knaagdier daar kennen en
aangezien hij brood zag in de
pels van het diertje, zette hij
er vijf in zijn land uit. Enorme
voorplanting leidde ertoe dat
niet veel later in Frankrijk en
België muskusrattenfarms op
poten werden gezet. Ontsnap
te, onrendabele en daarom
losgelaten exemplaren ver
spreidden zich op grote
schaal en zo komt het dier
De winter vormt geen belem
mering op zijn werk. „De rat
kun je ook dan opsporen aan
de hand van zijn luchtbellen
onder het ijs, die ter grootte
van een gulden zijn. En je
moet altijd paraat zijn voor
het geval je een telefoontje
krijgt van iemand die een rat
met een platte staart in of na
bij en water heeft waargeno
men. Die meldingsplicht is in
de wet vastgelegd. Dergelijke
telefoontjes krijg ik tot op he
den zeer sporadisch (zijn tel:
01731-8148). Eens temeer een
bewijs dat de muskusrat hier
nauwelijks zijn kop heeft op
gestoken", zegt hij een beetje
triomfantelijk.
thans in een groot deel van
West-Europa voor.
Pelshandel
De nog voortdurende uitbrei
ding van het aantal muskus
ratten is voor een groot deel te
wijten aan de nalatige bestrij
ding in Duitsland, waar de
pelzen van de rat verhandeld
worden. In de winter zijn die
pelzen het mooist en daarom
laat men de beesten, die ove
rigens ruim een halve meter
lang kunnen worden, in de
zomermaanden maar lopen.
De muskusrat is bij uitstek te
herkennen aan zijn platte
staart, die hem prima van
dienst is bij het zwemmen.
Zijn gehoor is zeer goed ont
wikkeld, zijn gezichtsvermo
gen daarentegen een stuk
minder. Vandaar dat een
muskusrat nog wel eens in
een visfuik terecht wil ko
men. Is dat fuik van nylon,
dan bijt ie zich met zijn vlijm
scherpe tanden er doorheen.
Is de fuik van glas, dan stikt
hij.
Lieslaarzen
Van Veen is verknocht aan zijn
vak. „Je werkt in de vrije na
tuur en je bent vrij man". Van
Kokhalzen
In de hoop ons de stuipen op het
lijf te jagen komt Van Veen's
zoontje vrolijk binnenstap
pen met het verse kadaver in
zijn handen. Van Veen merkt
mijn verontwaardiging: „Het
zijn schone beesten. Anders
zou ik hem heus wel verbie
den met dat kadaver te spe
len. De muskusrat is heel an
ders dan die vieze bruine rat.
Daar word ik niet goed van.
Als ik die beestjes bezig zie
van vuilnisbelten te vreten,
dan begint het hierbinnen te
draaien. Ja, ik zou haast gaan
kokhalzen".
Muskusratten zijn helemaal geen vieze
dieren. Integendeel, zij dragen geen en
kele ziekte bij zich. Ze zijn juist erg
schoon, kruipen niet door riolen en eten
niet van vuilnisbelten. Vandaar dat ik
die naam 'muskusrat' een regelrechte
aanfluiting vind. In België wordt-ie
tenminste waterkonijn genoemd. Maar
daar wordt-ie dan ook gegeten, geldt-ie
als een lekkernij. De muskusrat kan
niet vies zijn, omdat het pelsdier uitslui
tend plantaardig voedsel eet".
Zo gaat André van Veen te werk. Hier haalt hij de rat uit de klem
die hij dinsdag in Gelderland gevangen heeft. Het kadaver is dui
delijk 'vers'.
Dinsdag is André van Veen in
Gelderland geweest om een
jongere collega te assisteren.
Samen hebben ze die dag
verscheidene muskusratten
uit de klemmen gehaald. Eén
kadaver heeft-ie speciaal
voor ons meegenomen. Dat ie
'vers' is, valt meteen op. Na
een dag of vijf is de anders zo
waardevolle pels reeds en
een zekere staat van ontbin
ding. Niet altijd even fris om
die stinkende wezens uit de
klemmen te halen, maar dat
neemt Van Veen op de koop
toe.
André van Veen (30), één van 's
lands ruim dertig rijksmus-
kusrattenvangers, neemt
maar al te graag de gelegen
heid te baat de naam van de
muskusrat in een minder
kwaad daglicht te stellen, dan
het knaagdier de laatste tijd
staat.
In zijn vrijstaande woning, ge
legen op de grens van Noot
dorp en het Zoetermeerse be
ton, zegt liij verhalen, als zou
den muskusratten iedereen
naar de keel vliegen, schro
melijk overdreven te vinden.
In plaats van volksvijand
nummer één is de bisamrat
(zo wordt hij ook wel ge
noemd) veeleer een vriende
lijk dier, wiens tomeloze ijver
om onze oevers en andere wa
terkeringen aan te vreten,
diens enige kwade eigen
schap is. Een eigenschap die,
zo geeft van Veen even nuch
ter toe, in geen geval onder
schat mag worden.
Meestergravers
Een legertje van deze uit de
kluiten gewassen meester
gravers schrikt er immers niet
voor terug in een betrekkelijk
korte tijd een stuk land onder
water te zetten. Muskusratten
zijn, zoals men weet, waterke
ring-ondermij ners van het
zuiverste soort.
Gelukkig is, voor zover Van
Veen kan overzien, de mus
kusrat nog niet opgerukt naar
de omgeving van Leiden en
Alphen. Honderd procent
uitgestrekt dan hij het van
onder tot boven nog niet heeft
kunnen afstropen.
Het lijkt dan ook een goede zaak
dat Van Veen binnen afzien
bare tijd assistentie krijgt van
twee collega's, want de taak
van de muskusrattenvanger
is niet zozeer het vangen van
ratten, maar te voorkomen
dat deze daar hun gebied bin
nenkomen.
Waakzaamheid
„Waakzaamheid is in eerste in
stantie geboden", zegt Van
Veen. „Gelukkig heb ik ze in
Rijnland nog niet gezien. Ge
lukkig, want uitgerekend
Noord- en Zuid-Holland en
Utrecht, de drie laagst gele
gen provincies, zijn uiter
aard het meest kwetsbaar
voor de graafwerkzaamhe
den van de rat".
„Tot op heden komen ze in gro
ten getale voor langs de ge
hele grens met Duitsland,
langs de grote rivieren, Bra
bant, Zeeland en de Zuidhol
landse eilanden. Daar zijn er
vorig jaar een kleine 70.000
gevangen. Het helpt natuur
lijk wel. Maar niet zo bijster
veel, want die beesten fokken
als konijnen. Reden tot wan
hoop is er echter niet. Het is
alleen jammer dat-ie natuur
lijke vijanden, zoals de bun
zing, otter, havik en marter
mist. Omdat die beesten ook
fazanten eten, zijn ze niet be
schermd".
uitgesloten is dat niet, want
het gebied dat André onder
beheer heeft, het hoogheem
raadschap van Rijnland, is zo
De dode rat van dichtbij ge
zien. „Wanneer de natuur zich
zelf in stand zou houden waren
klemmen niet nodig geweest",
aldus van Veen. ,Maar helaas:
de muskusrat mist zijn natuur
lijke vijanden. Daar zit het 'm
MIDDLETOWN-HERSHEY-HARRISBURG - Weg
441 loopt parallel aan de Susquehanna rivier, zo'n
breed, kalm stromend en ietwat groezelig Ameri
kaans water met vooralsnog bladerloos, verregend
geboomte aan de oever. Vanaf weg 441 kun je, een
paar mijl buiten Middletown. de kerncentrale Num
mer Twee op Three Mile Island zien liggen, een ko
lossaal betonnen kunstwerk, waaruit zo hier en daar
wat stoompluimen ontsnappen. Radio-actieve
stoompluimen, dat wel. Het is dan ook maar goed dat
enkele kilometers verderop aan dezelfde weg een
bordje meedeelt dat God met ons is, zelfs al duiden de
omstandighedep erop dat dit soms een schrale troost
lijkt.
heid overeind. En die wordt
mij meegedeeld door de eige
naar van Smitty's Bar in
Union Street, een ex-vluch
teling: „Ze hebben ons voor
gelogen". Maar om nou te
zeggen dat dit tot verdere be
wustwording leidt, dat gaat te
ver. De bars hebben geweldi
ge zaken gedaan, dat wel. Zij
vormden het enige vertier van
betekenis nadat de resteren
de, vooral bejaarde bevol
king. was uitgekeken op
journalisten die elkaar uit de
straten liepen te jagen omdat
zij zo graag de totale verlaten
heid in beeld wilden brengen.
..Het grootste media-gebeu
ren sedert de dood van Ken
nedy". stelt een oud-gediende
tevreden vast. die schamper
spreekt over zijn collega's die
zaterdag; overmand door pa
niek, zichzelf pijlsnel eva
cueerden.
De 76-jarige Bill Kriegbaum, in
een vuurrood windjack met
de tekst „Rescue Squad"
(reddingsploeg) op de rug,
stelt schaterend vast dat er
voor hem na zes hartaanval
len („en de volgende is de
laatste", zei de dokter) niets
meer te vluchten viel: „Wat
doe je? Ik loop rond en drink
een biertje. Rond het midda
guur scharrelt hij op onvaste
benen naar het toilet en laat
zich daarna niet meer zien.
Maar Dave Titus, werkzaam
op een staalfabriek, heeft zijn
zwangere vrouw en tweejari
ge dochter naar vrienden in
New York gestuurd. Tot
wanneer? „Tot het allemaal
over is". En dan?
Dave Titus heeft daar niet een,
twee, drie een antwoord op.
Dat is allemaal nog te vaag.
Voorlopig krijgt hij van de
verzekering per dag 30 dollar
voor zijn vrouw en 10 voor
Druipende mannen in gele re
genjassen wijzen enorme
vrachtauto's met betonnen
buisdelen de weg naar het ei
land waar de firma Babcock
en Wilcox, voor de geldgrage
Metropolitan Edison elektri
citeitsmaatschappij, uit beton
en staal een zeer levende vul
kaan heeft opgetrokken. Al
leen al vanwege de formaten
en de cijfers ontsnapt, wat eu
femistisch wordt geschetst
als „het incident te Middle
town", aan het plaatselijke
bevattingsvermogen. Met als
tragisch gevolg een soms tot
tomeloze proporties wassen
de angst, uitmondend in
vlucht. Zodoende bewaken
politiemannen te Middletown
dan ook lijntjes met wasgoed,
die bij het overhaast vertrek
in een tuin achterbleven.
Middletown, een 224 jaar oude,
maar zeer onaanzienlijke ge
meenschap aan de Susque-
hanna-rivier, heeft enkele da
gen geleefd met de waar
schijnlijkheid van een ramp
zalig gebeuren en het is er niet
wijzer van geworden, voorlo
pig. Want zelfs de eerste
vluchtelingen die dinsdag na
gunstiger berichten over de
stand van zaken naar huis en
haard terugkeerden, bleken
onveranderlijk bereid zich
neer te leggen bij de noodzaak
van kernenergie. En het feit
dat Centrale nummer Twee
mogelijk tot in lengte van ja
ren overeind zal staan als een
monument van technisch en
menselijk falen waarmee
niets meer valt te doen, wordt
met schouderophalen beant
woord: „Daar is dan niets aan
te doen". Een mausoleum van
een miljard dollar, ofte wel
twee miljard gulden.
Echter, nu de paniek is weg
geëbd, staat een werkelijk-
Een luchtopname van de kerncentrale bij Harrisburg
zijn dochtertje. Maar straks?
Door de morsige ramen van
de kroeg kijkt hij onder een
roestig spoorwegviaduct
door naar het begin van weg
441 en weet dat achter de bo
men langs de rivier... Dave is
een aardige man. Hij heeft
niet de cowboy-bravour van
velen, die zich nu gemakshal
ve de overlevenden noemen.
De overlevenden: een nieuwe
kaste van mannen die hun
angst verbergen achter groot
spraak en die niet zijn
gevlucht. Ze wonen bijna al
lemaal in vereenzaamde stra
ten - zonder vrouwen meestal
en doorgaans zonder kinde
ren. De harde jongens van de
gestampte pol. Met Rosie. de
hoogblonde vetlap achter de
bar als laatste onverbiddelij
ke toeverlaat, die met zwarte
tanden lacht met het geweld
van een donderslag.
Rosie brengt een hamburger
„een Radiation-burger" met
alles wat er bij hoort aan uien,
tomatenketchup mayonaise,
slappe frites en flink radio-ac
tief besmet. „Volgende
week", zegt Rosie, „hebben
we dat als speciale aanbie
ding. Maar Rosie en Dave en
Smiltie houden het oog strak
op de televisie gericht als het
nieuws begint. Er heerst een
dodelijke stilte als daarop een
lijstje wordt getoond: 20-25
rem: veranderingen in het
aantal bloedlichaampjes: 100
rem: stralingsziekte; 400 rem:
dodelijke dosis; 2 rem per
dag: huidige dosis.
Geruststellend moet dat heten.
Zoals het ook geruststellend
zou moeten zijn dat in de
melk van dit rijke landbouw
gebied minder radio-actieve
besmetting wordt aangetrof
fen dan tijdens het overtrek
ken van een wolk radioactivi
teit na een Chinese kernproef.
Boerin Janet Lee staart boos
van onder haar paraplu naar
een stal vol met koeien aan
wie het malse lentegras voor
bijgaat. In de melk is Iodine
131 gevonden en dat was
nieuw. En zorgwekkend.
„Leugens", gromt Janet Lee,
„zelfs zoais wij hier staan
worden we besmet. Beetje bij
beetje". Haar stem wordt
plotseling schril: „En je kan
het godverdomme niet eens
zier )f voelen". Ze heeft plot
seling regendruppels in de
ogen.
Sluipmoordenaar
Radioactieve besmetting is een
sluipmoordenaar, die tijd
bommen plant Die steriel
kan maken en haar kan doen
uitvallen. Die kanker kan te
weegbrengen. In het choco
lade-stadje Hershey vormt de
plaatselijke sport-arena een
tijdelijk onderkomen voor 70
moeders en 80 kinderen. De
ijsvloer waarop de plaatselij
ke ijshockevclub zou rqpeten
spelen, is verwijderd en afge
dekt met een planken vloer.
Met grote kartonnen dozen
zijn kleine afscheidingen ge
maakt waartussen zich op
kampeerbedden een zeer be
perkt gezinsleven voltrekt.
De kinderen luisteren aan
dachtig naar de grollen van
een poppenspeler, terwijl bo
ven in het kantoor de behe
rende autoriteiten aandacht
luisteren naar een persconfe
rentie van dr. Harold Denton,
de afgevaardigde van de
Amerikaanse commissie van
kernenergie, die in Middle-
towns gemeenschapszaal ten
overstaan van honderden
journalisten en 22 televisie
camera's het woord voert
door een falend luidspreker-
systeem. „Het ergste gevaar is
voorbij" - dat vormt de kern
van zijn boodschap.
Maar in Hershey blijven de
vrouwen en kinderen nog
even. Want zwangere vrou
wen en kleine kinderen moe
ten voorlopig maar weg blij
ven uit die zone met een straal
van acht kilometer rond de
kerncentrale. Meer spelletjes
dus, meer verveling, meer
dreinend kroost, meer krib
bige functionarissen alom.
„Ja, het kan wel een maand
duren voordat we in het reac
torhuis kunnen". Inderdaad,
het kan jaren duren voordat
de radioactieve besmetting is
opgeruimd". Maar steeds we
zenlijker wordt dé mogelijk
heid dat het duurder zal zijn
om de kerncentrale weer op te
knappen, dan die verder maar
prijs te geven aan een voort
bestaan als schroot.
Landbouwer Hardison, die
voor de kerncentrale ont
stond zijn droom vervulde en
grond kocht aan de rivier, is
ervan overtuigd dat zijn gei
ten en schapen al lange tijd
onder de gevolgen van die
overweldigende nieuwbouw
op 800 meter van zijn grond
lijden. Doodgeboren geitjes
en lammeren, misvormingen,
in een veel groter aantal dan
normaal mag heten. Hardi
son: „Ik weet toch niet hoe
besmet mijn grond is. Ze zeg
gen maar wat en ik kan niets
zien. Ik heb geen kans om uit
te maken of het allemaal waar
De stille dood staat op de stoep
in Middletown, waar de mag
nolia's tragisch bloeien. Voor
een inmiddels verlaten huis
staat al een denneboom, ge
decoreerd met gekleurde
paaseieren en een wat mis
lukte, ongelukkig uitziende
paashaas, te wachten op bete
re tijden. „You must be was
hed in the blood", schreeuwt
een religieuze kreet langs de
weg, want daar zijn ze hier
niet zuinig mee, op zo'n korte
afstand van Amish Country in
het aangrenzende Lancaster,
waar de mennonieten baardig
en onverstoorbaar hun
koetsjes met paardetractie
blijven berijden, met elektri
sche richtingaanwijzer als ui
terste concessie aan de ver
keerswetten van de moderne
tijden.
Op korte afstand van hun ui
terst verzorgde boerderijen
staat een kerncentrale ge
welddadig te overlijden. „Een
kans van 1 op 10.000". zeggen
deskundigen, dat zich een
dergelijke combinatie van
rampzalige factoren zou
voordoen. Het is gebeurd. De
paniek heeft toegeslagen en
er is dus een speciaal tele
foonnummer om geruchten
te kunnen ontzenuwen. Er is
dus een tekort aan geld ont
staan bij de banken, waar
mensen plptseling al hun
spaarcenten kwamen opne
men en zodoende moesten
nieuwe bankbiljetten haastig
in gepantserde voertuigen
worden aangevoerd.
Moedeloos
Kruideniers staren moedeloos
naar hun vrijwel ongerepte
voorraden. Het zakenleven
moet het met 35 procent min
der handel stellen. De eige
naarvan een pompstation aan
een grote doorgaande auto
weg klaagt dat ik zijn tweede
klant ben in twee dagen. „Ie
dereen is weg". Hij verkoopt
gewoonlijk ruim 52.000 liter
benzine per maand, maar
heeft nu in een week nog geen
3000 liter kunnen afzetten. Hij
verliest, met een lege repara
tiewerkplaats, honderden
dollars per dag. Maar denkt
hij nu anders over kernener
gie? Geenszins. „We hebben",
zegt hij. „geen alternatieven.
Zonder kernenergie kunnen
we wel met autorijden op
houden".
Geen alternatief - in de kolen
mijnen vallen ook doden - er
is niets aan te doen. Het gaat
alleen maar om geld verdie
nen. „Het feit dat ik hier al
leen sta, met mijn hond, komt
alleen maar door het slechte
beheer van de centrale". Twij
fels, verwijten, wantrouwen,
beschuldigingen: inderdaad,
die kan men horen in Middle
town en in Harrisburg en nog
wat verderop. „Waarom kun
nen ze die dingen niet op 100
mijl afstand van de bewoonde
wereld neerzetten?" „Moet ik
kanker krijgen omdat een
aantal heren snel geld moet
verdienen?" - „Waarom
moest er worden gelogen?" -
„Waarom heeft het drie dagen
geduurd voordat uit Was
hington deskundigen werden
gestuurd en materieel en een
meetdienst v erd pge-
zet?"
Ogenschijnlijk is er niets aan de
hand, maar. vraagt Dave Titus
zich ten slotte af. „Ben ik
soms al ziek, krijg ik straks
kanker?" De stille dood: be
heerder van een kerncentra
le.
HENK KOLB