„Mijn buurman werkt naast zijn uitkering MAANDAG 2 APRIL 1979 EXTRA PAGINA 11 Door Eduard van Esse De Veenendaalse VSW is verleden tijd. Alles ligt stil. Geen werk meer voor de bijna 230 mensen. Ze moeten een heel nieuw bestaan zien op te bou wen. Hoe voel je je dan? Om daar iets meer over te weten sprak onze ver slaggever met Jurrie Baars. Een voormalige VSW-employé die als jo chie van 14 jaar de fabriek in kwam en na 30 jaar werken aan de kant werd gezet. VEENENDAAL - Het doek is definitief gevallen over de Veenendaalse Stoomspinne rij en Weverij (VSW). Het oudste textielbedrijf van Veenendaal is finaal naar de knoppen. Eerst door onder linge directieruzies verkwan seld aan enige Engelsen en nu door diezelfde Britten uitge zogen. Dat had niet gehoeven, zeggen de mensen die er ja renlang gewerkt hebben. Als de directeuren Bottenheim en Bonnike het met elkaar hadden kunnen vinden, was de VSW nu nog een kernge zond bedrijf geweest. Eens was de VSW de machtig ste fabriek van Veenendaal. De firma dateert van 1861. In het eerste deel van deze eeuw was de leiding in handen van de directeuren Bottenheim en Bonnike. Twee autoritaire figuren, die precies wisten wat ze wilden. In sociaal op zicht hadden ze een feodale opstelling. De directiekamer was een heiligdom. Wie op het matje moest komen, deed er goed aan de onderdanigheid ten volle te handhaven. Een oudgediende herinnert zich dat nog goed. „Ze waren niet slecht voor ons. Dat niet, maar we werden wel als nummer beschouwd. Hard werken en mond houden. Zo niet, dan kon je opkrassen. Ik heb ook wel eens voor dat hele grote bureau gestaan. De pet keurig in de hand en tril lend van de zenuwen. Je wist nooit, wat je boven het hoofd hing. Schouderklopjes waren er nooit bij". Bloei De grootste opgang beleefde de VSW in de na-oorlogse jaren. Het werd een internationaal bekend concern. Steeds meer personeel was er nodig. Het werd gerecruteerd uit de hele regio. De portier kreeg tot taak om uit te zoeken welke jongens er van de lagere school kwamen. Samen met de personeelschef ging hij dan op huisbezoek bij de ou ders. Een systeem van wer ving dat in die tijd veel succes boekte. Vooral in grotere ge zinnen waar geld op tafel moest komen. Het bedrijf verschafte op zeker moment aan meer dan dui zend mensen werk. De pro- dukten zwierven over de hele wereld uit. Wie bij de VSW werkte zat gebeiteld. Ruzie In die periode al ontpopte zich een groeiend meningsver schil tussen de jonge direc teuren Bottenheim en Bon nike. Allebei hadden ze hun vader opgevolgd. Terwijl de senioren altijd goed met el kaar konden opschieten, bo terde het tussen de junioren niet. Aanvankelijk werd alles in de doofpot gestopt, maar dat kon niet zo blijven. In de beleids beslissingen kwamen steeds meer tegenstrijdigheden voor. Het personeel begon dat ook te merken. Die hele con troverse zette Bottenheim om in drank en Bonnike in sja- grijn. De hooglopende twist gesprekken in de directieka mer tussen de twee kempha nen waren soms in het hele gebouw duidelijk hoor baar. Buitenspel Dat liep in de jaren zestig zo hoog. dat Bonnike naar een middel zocht zijn rivaal Bot tenheim buitenspel te zetten. Hij kreeg de kans toen de raad van commissarissen Botten heim ongevraagd met ziekte verlof stuurde. Een regelrech te oorlogsverklaring aan het adres van de Botten- heims. Logisch dat er van die kant naar wraak werd gezocht. Die kwam ook. Bottenheim, naar wiens figuur de meeste sym pathie uitging, kreeg morele en financiële steun van de Engelse spreienfabrikant Glass. Die firma was het, die links en rechts aandelen van de VSW ging opkopen. Ze wilde meer dan de helft van het aande lenkapitaal in handen krij gen. Op die manier kon Bot tenheim zijn verloren positie weer innemen zonder last te hebben van Bonnike. Noodsprong Het zou allemaal gelukt zijn als Bonnike niet had gemerkt dat de aandelen van de VSW oh- verwacht sterk stegen. Hij rook lont op het moment dat Bottenheim 54 procent van de aandelen in zijn bezit had. Terwijl Bottenheim een aan deelhoudersvergadering aan het uitschrijven was, vloog Bonnike naar het Engelse be drijf Staflex en verkocht daar in feite de hele VSW aan de Engelsen. Een woedende Bottenheim probeerde deze emissie on gedaan te maken door een kort geding. Hij verloor dit echter. Op die manier kwam in 1969 de VSW in Engelse handen. Failliet Nu - tien jaar later - weet ieder een hoe de kaarten liggen. De Engelsen hebben de VSW systematisch laten doodbloeden. Het geld ging vanuit Veenendaal met scheppen het Kanaal over. Er bleef niets over dan een fail lissement. De bijna 230 mensen die er nog werkten staan op straat. Vooral zij die deze hele nega tieve ontwikkeling hebben meegemaakt zijn verbitterd. Meer nog op de vroegere di recteuren dan op de Engelse leiding. Bonnike en Botten heim zijn en blijven voor hen de boosdoeners. „Die twee hebben de VSW kapot ge maakt". ^©©tfd^ ^fljp VEENENDAAL - „Tien jaar terug, toen had ik ver standiger moeten zijn. Bottenheim en Bonnike hadden alles over de kling gejaagd. Die Engelsen gooiden er een heleboel mensen uit. Een afvloei ing kreeg je dan. Er waren er bij, die beurden vierduizend gulden. Een paar jaar later kwamen ze weer terug. Hadden ze toch mooi dat geld in de zak gestoken. Toen was ik blij dat ik blijven mocht. Nou heb ik ook de zak". „Weetje, ik ben al vierenveertig. Dat is op zich niet oud natuurlijk. Je kunt wel negentig worden. Maar vierenveertig is wel een rot leeftijd als je weer ergens anders aan de slag wil. Dan kijken ze al een beetje bedenkelijk. Zo van: je bent er bijna joh". „Dertig jaar heb ik daar in de fabriek gestaan. Ja renlang drie ploegendienst gedraaid. Dat was verplicht. Wat ik deed? Volle spoelen met garen van de machine halen. Altijd opletten. Als het garen brak moest ik het weer maken. Op den duur ga je zo'n machine van haver tot gort kennen. Dat geldt trouwens ook voor je maten". „Nou met deze hele trammelant heb ik mezelf afge vraagd waarom ik al die jaren bij de VSW ben gebleven. Het enige antwoord wat ik weet is, dat ik er altijd met plezier gewerkt heb. Vooral met de mensen om me heen. Als ik me dan, wat het geld betreft kan redden, waarom zou ik dan gaan ver kassen? Dat is toch gekkenwerk". Plicht „Ja, toen die Engelsen tien jaar terug de baas wer den heb ik wel in spanning geleefd. Wat wil je - ik heb ook een gezin met kinderen. Soms dacht ik: Jurrie, pleite. Maar ja, je kunt de rotzooi niet naar de mieter laten lopen. Er staat nu eenmaal zo'n machine en volgens mij moet je je plicht blijven doen. Ook als fabrieksarbeider". „Het gekke is, dat ik nooit gesolliciteerd heb. Ik was amper van de lagere school of ze stonden van de VSW voor de deur. Of ik bij ze kwam werken. Veertien jaar was ik toen. Wat weetje dan? M'n ouwelui lieten me vrij, maar ik begreep wel, dat elke gulden welkom was. We waren met z'n nege nen thuis. Zodoende". „Acht gulden en twee dubbeltjes verdiende ik. Toen ik zestien werd, moest ik in de twee ploegen dienst. Twee jaar later werden het drie ploegen. Als je dat niet wilde, dan kon je opstappen". Slecht „Eens kijken, van mijn zes broers zijn er twee naar de technische school gegaan. Die zijn nu bank werker en automonteur. De rest is in de fabriek terecht gekomen. Niet dat ik dat erg vind. Op school was ik echt niet een van de besten. Doorle ren interesseerde me niet zoveel. Trouwens, voor dat werk wat ik deed moeten toch ook mensen zijn?". „Vorig jaar april komt de baas bij me. Of ik even boven wilde komen. Iedereen was er. Ze zeiden tegen ons dat het niet goed ging. De mensen die bij de VSW weg wilden mochten gaan. Als ik me goed herinner reageerde daar niemand op. Vol gens mij logisch, want als je dertig jaar of meer in zo'n fabriek loopt, ga je niet een-twee-drie weg". „Het was een heel lang verhaal wat ze vertelden. Ik begreep er uit dat er toch nog hoop was. Ze had den het over andere fabrieken die de VSW wel wilde overnemen. Wij zouden dan een loonbedrijf worden. Nou, het maakt mij niks uit voor wie ik werk. Als ik mijn geld maar krijg". Kapot „Moetje nagaan - op de radio heb ik gehoord dat de VSW failliet was. Ik had namelijk die dag mor gendienst gehad. Ik schrok me rot. Dat is een hele vreemde gewaarwording. Ineens dringt tot je door dat alles kapot is. Geen ploegendienst meer, geen collega's meer, alles weg". „Aan geld denk je pas later. Zes weken krijgen we honderd procent. Daarna tachtig en later wordt het weer minder. Nou hebben wij grote kinderen. Dat scheelt. Met z'n tweetjes hebben we niet zo veel nodig. Toch ga je er op achteruit. Hoe dan ook". „Of ik een hekel aan die Engelsen heb? Ach, de mensen die dit op hun geweten hebben, heb ik vermoedelijk nooit gezien. Dat is een hele zooi onder elkaar. Ik heb wel geleerd datje als gewone arbeider het eerste de dupe bent". Doorgaan „Nou kan ik natuurlijk hele avonden over die rotfa- briek blijven ouwehoeren, maar dat helpt niet. Ik sta voor het blok. Misschien, heel misschien komt er nog een koper voor de VSW. Misschien hebben ze Duitsers de fabriek eerst failliet laten verkla ren. Als dat achter de rug is, gaan ze misschien opnieuw beginnen". „Zo niet, dan ga ik proberen ergens anders aan de bak te komen. Ik heb geen zin om de rest van mijn leven om de deur te lopen, 't Moet natuurlijk wel een baan zijn, die me een beetje ligt. Als ik als grondwerker twee uur aan de schop ga staan, heb ik blaren in mijn hand zo groot als morgen de hele dag. Zoiets dus niet". „Toen mijn moeder het hoorde zei ze- heb je daar nou dertig jaar voor lopen ploeteren, jochie? M'n zoon van negentien werkt. Weetje wat die zei? Pa zullen we ruilen, dan kan ik lekker gaan vis- HENGELO - Anonieme brie ven en anonieme telefoontjes komen bij honderden binnen bij de Gemeenschappelijke Administratie Kantoren (GAK) over heel Nederland. Verontwaardige mensen die in de pen klimmen of de hoorn van de haak grijpen omdat buurman, die een wao- uitkering krijgt, toch elke morgen met het broodtrom meltje onder zijn arm, de deur uitgaat. „Dat kan toch niet; werken naast z'n wao", roe pen ze verbaasd. Een voorbeeld van zo'n klik brief: De heer is afgekeurd, maar elke dag zie ik hem werken bij een oudpapierhandel. Ik vind het erg dat daar niets aan ge daan wordt. Ik hoop dat u dit gauw uitzoekt. Ik dank u. Een ander voorbeeld: Gaarne zou ik u mededelen dat het meer dan schrikbarend is. Ik ken een zekeren heerDe ze heer is afgekeurd door de zenuwarts. Als deze man dan zenuwachtig is en toevallen heeft, kan hij dan wel met een hele bus vol mensen als bu schauffeur werken? Dan is deze man toch levensgevaar lijk op de weg. Hoe kan deze man van 's morgens vroeg tot 's avonds laat nog zwart wer ken? Zou u mij een plezier willen doen en dit terdege willen nakijken, en deze man laten herkeuren. Dit loopt toch de spuigaten uit. Brieven met soortgelijke in houd komen wekelijks bin nen bij de verschillende GAK-kantoren. Het GAK verzorgt alle rompslomp rond de sociale verzekeringen van vijftien bedrijfsverenigingen. Dat betekent dat twee derde van alle mensen die onder de sociale verzekeringen vallen met het GAK te maken heb ben. „Alle klikbrieven en telefoon tjes worden wel degelijk se rieus genomen", zegt de woordvoerder van het GAK in Hengelo, Van Urk. „Het is niet zo dat ze ongelezen de prullenbak ingaan. Integen deel, ze worden stuk voor stuk nagetrokken. In Hengelo komt gemiddeld eens per week zo'n brief of telefoontje binnen. Meestal zijn het brie ven. Op zich is dit aantal niet onrustbarend. Maar over'het hele land gerekend, met 27 GAK-kantoren, komt dit neer op ongeveer 1500 tot tweedui zend anonieme tips per jaar". In wezen is het een afschuwe lijke gewaarwording voor wao- en aaw-trekkers om van fraude verdacht te worden door buren, kennissen of soms zelfs familie. „Vaak is het gewoon onwetendheid van de mensen", zegt Van Urk. „De meesten weten niet eens dat het helemaal niet verboden is om naast een uit kering ook nog te werken. Het is zelfs zo, dat wanneer ie mand nog in staat is om te werken, hij het zeker moet doen. Wij zullen ze heus niet tegenhouden, mits ze zich maar aan onze spelregels houden. Waar het vaak om gaat is. dat wao'ers tot heel uiteenlopende percentages arbeidsongeschikt verklaard kunnen worden. Iemand kan voor 15 procent arbeidsonge schikt verklaard zijn, maar ook voor honderd pro cent". „Een persoon die bijvoorbeeld voor 15 procent afgekeurd is kan er nog een gedeeltelijke baan bij hebben. Dat laat hij hier bij het GAK weten en dan wordt zijn uitkering daar ui teraard bij aangepast. Veel mensen denken bij de term wao meteen aan een gehele arbeidsongeschiktheid en dus een volledige uitkering, maar dat gaat helemaal niet op". „Het zijn vaak verontruste bu ren, buurtbewoners die hun afkeer per brief of per tele- Door J. W. Vloet foon laten blijken. Het komt voort uit een soort maat schappelijke verontwaardi ging: iedereen betaalt premie en zij genieten er dubbel van. Zo komt het vaak over bij de Dat misverstand heb je bij de ww-uitkering niet, zo wordt bij het GAK geconstateerd. Werklozen zijn een uitge sproken groep van gezonde mensen zonder werk. De mensen weten dat werklozen wekelijks een briefje moeten inleveren waarop ze geschre ven hebben of ze een bijver dienste hebben gehad of niet. Ook weten ze dat iemand nooit eindeloos in de ww kan blijven zitten. Natuurlijk kan iemand van de ww-uitkering ook misbruik maken. Maar naar buiten toe, bij de mensen, ligt deze vaak duidelijker dan de wao of de aaw. Bijna alle brieven die het GAK krijgt gaan over mensen die een wao-uitkering genie ten. „Als GAK zijnde ben je verplicht te reageren op zulk soort brieven. Elke brief wordt daarom apart behan deld. Indien hiertoe aanlei ding is gaan brieven door naar onze buitendiensten die de gegevens controleren". Wanneer er werkelijk sprake is van fraude, dus als iemand met een uitkering nevenin komsten verzwegen heeft, dan wordt aangifte gedaan bij de officier van justitie. Het ten onrechte uitbetaalde bedrag wordt in elk geval terug gevorderd (desnoods via een afbetalingsregeling). Alle fraudes van verzekerden die de bedrijfsverenigingen ontdekken worden doorge geven aan de sociale verzeke ringsraad. Die maken daar weer een statistiek van. Uit die cijfers blijkt dat de afge lopen jaren per kwartaal tus sen de 150 en 270 fraude-ge vallen werden geconstateerd. Het gaat dan om fraudes op alle gebieden van sociale ver zekering. Het merendeel van deze fraudes wordt achter haald door een speciale op sporingsdienst van het GAK of ander uitvoeringsorgaan van sociale verzekerin gen. Wao'ers mogen dus wèl werken. „Het is zelfs zo dat iemand die gedeeltelijk arbeidsonge schikt is erbij moet werken. Als hij tenminste passend werk kan vinden. Werk zoe ken is een verplichting. Man nen of vrouwen die tussen de 80 of 100 procent arbeidson geschikt zijn verklaard hoe ven ook niet stil te zitten. Voor hen bestaat ook nog de mogelijkheid om een kleinig heidje bij te verdienen zonder dat er beknot wordt op hun uitkering". „Het werken gebeurt onder verantwoordelijkheid van de persoon zelf. Wanneer de dokter iemand afkeurt en de man of vrouw gaat toch wer ken kunnen wij daar natuur lijk niets aan doen. Ze moeten zelf weten tot hoever ze kun nen gaan. Iemand die bij voorbeeld is afgekeurd omdat hij last van zijn rug heeft, kan best een klus aanpakken voor een week of misschien een maand. Dat heeft hij zelf in de hand. En dat wringt natuur lijk bij veel mensen. Die zien zoiets alleen van de buiten kant. Als ze geen gebreken aan zo'n persoon zien is er meteen wat frauduleus aan de hand", aldus de heer Van Urk. „Ook kunnen mensen er zoge naamd vrijwilligerswerk bij doen, voor bijvoorbeeld een buurtvereniging of een werklozenproject. Dat is niet verboden maar de bedrijfs vereniging weet wel graag waar de verzekerde mee bezig is. Het kan namelijk voorko men dat iemand door dat vrijwillige werk geleidelijk weer meer arbeidsgeschikt wordt. Dat is fijn voor de man of vrouw, maar ook voor de verzekering". Wij zijn er blij mee als iemand door middel van dit soort werk zijn draai gevonden heeft, want voor de meesten is het niet leuk om niets te doen. De gewone man op straat kan ook beslist niet zien wat er in een invalide omgaat. Het is lang niet altijd zichtbaar. Als iemand bijvoorbeeld psy chisch in de knoop zit en hij of zij loopt met een bruin gezicht rond van de zon, kan ik me voorstellen dat dit irritatie opwekt bij mensen. Maar als ze wisten wat er eigenlijk aan de hand is. Dan zouden ze be slist niet willen ruilen. En misschien zou ze dat ook weerhouden om een brief te schrijven". „Het schijnt zelfs wel eens voor te komen dat mensen met een ww-uitkering elke morgen trouw de deur uitgaan en 's avonds weer op tijd terug zijn alleen om de schijn bij de bu ren op te houden dat ze wer ken. Zo slecht kunnen ze het verwerken dat ze nooit meer kunnen werken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 11