ESEEEBWEEK
mm
'Doeken oon bonden'
WOENSDAG 28 MAART 1979
,rln KGB-
gevangenis
zijn alle
'schadelijke'
boeken
te leen,
want wie
durft
daar te
zuiveren
De inhoud van Russische dissiden
tenliteratuur kan heel deprime
rend zijn. Ik heb meermalen, voor
het slapen gaan, een boek van een
Russische dissident dat ik wilde
gaan lezen, toch weer teruggelegd,
omdat ik zeker wist dat al die stu
pide pesterijen, die mensonteren
de behandeling door de KGB. die
starre domheid, die muur van bu
reaucratie, die corruptie en leu
gens waarmee dissidenten voort
durend te maken hebben, onher
roepelijk aan mijn gemoedsrust
zouden gaan vreten, waardoor ik
weer moeilijk in slaap zou kunnen
komen en de slaap zelf hoogst on
rustig zou worden. Uit zelfbe
scherming legde ik zo'n boek dan
weer weg en pakte een ander.
Naarmate een boek over de spreekwoordelijk
geworden Goelag Archipel beter geschre
ven is, is de inhoud ervan ook beter te ver
dragen. Dat zal wel met kunstgenot te ma
ken hebben. Is zo'n boek niet alleen uitste
kend geschreven, maar blijkt de auteur ook
nog gezegend te zijn met veel gevoel voor
humoren betrekkelijkheid, dan lees je zo'n
boek zelfs met enige vreugde. Ik had dat
met Building a Castle van Vladimir Boe-
kovski. Ha!, dacht ik verheugd, als ik in
mijn bed stapte: lekker lezen in Boekovski!
En dan las ik tot mijn oogleden het niet
langer toestonden, waarna ik zonder
problemen in slaap viel.
Betekent dat, dat Boekovski de toestanden in
de kampen, de gevangenissen en de psy
chiatrische inrichtingen oppervlakkiger
schildert, of ter wille van de leesbaarheid of
zoiets een beetje opsmukt, vrolijker maakt?
Integendeel, hij heeft zo'n geweldig oog
voor kenmerkende details, en geeft ook
blijk zoveel van „de mens-an-sich" (of hoe
moet ik dat anders noemen?) af te weten,
dat ik nu pas, na enige tientallen boeken
van dissidenten gelezen te hebben, sommi
ge dingen, toestanden, psyches, handelin
gen en reacties goed begrijp.
Uitdager
Het verfrissende van Building a Castle is ver
der, dat het niet geschreven werd door een
slachtoffer, een verliezer, maar door een
winnaar, een uitdager. Je hebt dissidenten
in net zoveel soorten als er mensen zijn.
Solzjenitsyn is weer anders dan Sacharov,
die is weer anders dan Zjores Medvedjev,
die weer anders is dan zijn tweelingbroer
Roy, die weer heel anders is dan Amalrik,
die weer hemelsbreed verschilt van Sin-
javski, en die verschilt weer sterk van
Maximov, die van Martsjenko verschilt die
weer van Ginzburg verschilt. Zo kun je ein
deloos doorgaan.
Van de enkele tientallen dissidenten die ik in
de loop der jaren ontmoet heb, was Vladi
mir Boekovski de rustigste, maakte hij de
meest uitgebalanceerde indruk, wat des te
merkwaardiger was, omdat hij toen kers
vers uit de Sowjet-Unie in het Westen was
gearriveerd (uitgewisseld tegen de Chileen
se leider van de communistische partij,
Luis Corvalan). Zijn vrijlating, zoals hij dat
in Building a Castle minutieus beschrijft, is
op zichzelf trouwens al een bijzonder lees
bare novelle. Ten huize van Henk Wolzak in
de Van Woustraat (Henk Wolzak had het
Boekovski Comité opgericht dat in Neder
land voor Boekovski's vrijlating had geij
verd) zat Boekovski, als de rust zelve, on
vermoeibaar Engels sprekend, het drukke
maar vriendelijke gedoe van al die onbe
kende vrienden om hem heen te bekijken,
zich niet bewust van datgene waar al die
Nederlanders zich wel degelijk bewust van
waren: dat zij in het gezelschap verkeerden
van „Een held van onze Tijd" (zoals de be
faamde, uit 1840 daterende roman van de
Russische schrijver Lermontov heet).
Onverbiddelijk
Van alle bekende Russische dissidenten was
Boekovski immers de' onverzoenlijkste. de
onverbiddelijkste geweest. Die grote ge
moedsrust die hij uitstraalde, kon moeilijk
toegeschreven worden aan het probleemlo
ze leventje dat hij tot dan geleid had, want
tussen 1963 en zijn vrijlating in december
1976 had hij twaalf jaar doorgebracht in ge
vangenissen, werkkampen en psychiatri
sche inrichtingen. Af en toe werd hij vrij
gelaten, maar in plaats van nu eens rustig in
zijn schulp te kruipen, ervan uitgaand dat
hij nu langzamerhand wel genoeg voor de
goede zaak gedaan en geleden had, benutte
hij die maanden dat hij vrij was om weer
zoveel mogelijk activiteiten vóór een de
mocratisering in de Sowjet-Unie. en tegen
het Sowjet-regime te ontwikkelen. En elke
keer wist hij dat hij haast had, omdat hij
ieder ogenblik weer gevangen kon worden
genomen. Dat gebeurde dan ook prompt,
waarna hij vanuit zijn gevangenschap
doorging het systeem uit te hollen, maar
dan in de meest letterlijke zin „van binnen
uit"...
Enfin, u moet het maar lezen, te zijner tijd in
de Nederlandse vertaling van Will Steeman
die waarschijnlijk „Kasteel binnen vier mu
ren" zal gaan heten en bij Spectrum zal ver
schijnen, of anders in de gebonden Engelse
editie van Andre Deutsch. De titel slaat te
rug op de wijze waarop Boekovski geeste
lijk weerstand bood aan het gevangenisle
ven en de treiterijen van „de autoriteiten".
Jarenlang hield hij zich bezig met het bou
wen van een kasteel - zijn kasteel. Op stuk
jes krantepapier, op de muur. op de vloer
tekende hij zijn kasteel, tot in de kleinste
details: de fundering, de vloeren, de wan
den, de trappen, de geheime gangen, de pla
fonds. de vloerbedekking, de wandbekle-
ding, het meubilair, en hij dekte de tafels,
nodigde de gasten uit, stak de kaarsen aan.
verkende de open veranda met uitzicht op
het meer, inspecteerde de paardenstallen
en wandelde in de tuin, die hij natuurlijk
ook meter voor meter zelf ontworpen had.
Het kostte hem soms dagen voordat hij ze
ker wist wat voor tafel hij in de eetkamer
wilde hebben, en hoe de kasten eruit moes
ten zien in de bibliotheek. „Zelfs nu nog. als
ik mijn ogen sluit, kan ik me dat kasteel tot
in ieder detail weer voor de geest roepen",
schrijft Boekovski. „Eens zal ik het vinden-
of bouwén".
Passages
Omdat het thema van de boekenweek dit jaar
„boeken aan banden" is, heb ik vertaler Will
Steeman gevraagd om nu alvast enkele pas
sages van zijn vertaling af te staan, waarin
Boekovski beschrijft hoe en wat hij in de
gevangenissen las, en hoe het daarbij toe
ging. Ik heb ze voor de duidelijkheid eigen
handig titels gegeven.
Vanaf hier dus fragmenten uit Boekovski's
nieuwe boek.
LEES TWINTIG. DERTIG KEER HETZELF
DE
Vermenigvuldig nu al deze lasten met jaren
en jaren, hef ze in het kwadraat en voeg
hierbij al de jaren die je vroeger hebt uitge
zeten, in andere kampen en huizen van be
waring. Dan valt te begrijpen waarom je ie
dere minuut die je hebt, moet besteden aan
een vaste bezigheid. Het beste aan de be
studering van een ingewikkeld en verward
onderwerp, dat geweldige concentratie
vereist. Doordatje altijd bij elektrisch licht
werkt, beginnen je ogen te jeuken en raken
ze ontstoken. Tientallen malen lees je een
en dezelfde zin, maar de inhoud dringt niet
tot je door. Met uiterste krachtsinspanning
krijg je een bladzijde onder de knie. maar
net heb je hem omgeslagen, of je herinnert
je er geen letter meer van. Begin opnieuw,
lees twintig, dertig keer hetzelfde: sta jezelf
niet toe een sigaret op te steken voor je het
hoofdstuk onder de knie hebt; sta jezelf niet
toe ergens over na te denken, te dromen of
af te dwalen; verbied desnoods jezelf naai
de wc te gaan: voor jou bestaat er niets be-
langrijkers op de wereld dan dat te doen wat
je je voor die dag hebt voorgenomen. En als
je je de volgende dag niets meer herinnert,
begin opnieuw te lezen. Als je een boek uit
hebt, mag je jezelf een vrije dag gunnen.
Eentje maar, want de tweede dag begint je
geheugen minder te worden, je concentra
tievermogen te verslappen. Je gaat weer
langzaam kopje onder, als een drenkeling
verdwijn je onder water. Dieper en dieper,
tot het in je oren begint te suizen en je kleu
rige cirkels voor je ogen ziet dansen. Het is
niet zeker of je ooit nog boven komt.
EEN ZAK BOEKEN
Daar zat ik dan in de Vladimir-boeken te le
zen. Ik had naast mijn hoofdvak - biologie -
ook nog Engels gestudeerd. De meeste
mensen in onze cellen leren een of andere
taal: de joden leren in de regel Ivriet, van de
overigen sommigen Engels, anderen Duits,
weer anderen Spaans. Onze methode is
dóódsimpel: lees zoveel mogelijk boeken
met een woordenboek, schrijf de woorden
die je niet kent op en herhaal die iedere
keer. Gewoonlijk schrijven we zo'n woord
op een stukje papier: op de ene kant het
woord zelf en op de andere de Russische
betekenis. Van die kaartjes kun je later heel
handig een van de twee kanten doorne-
Om te voorkomen dat ze door elkaar of weg
raakten, kwam het bij ons in de mode van
lege lucifersdoosjes een kastje te plakken.
Je kreeg een heel handig kastje met vijf of
zes rijen schuiflaatjes. Hiermee kon je met
de nodige inspanning in een maand wel
twee- of zelfs drieduizend woordjes leren.
Je kon ze in de laatjes groeperen naar bete
kenis of naar een ander kenmerk. De ge
vangenisleiding was al zo aan onze kastjes
gewend, dat ze zelfs niet werden afgepakt
bij het schuieren. Maar met boeken en
vooral met woordenboeken hadden we veel
meer problemen.
Boeken van thuis ontvangen was niet toege
staan. De gevangenisbibliotheek was arm
zalig. Maar wel mocht je boeken bestellen -
onder rembours. i\iet alle boeken waren
echter toegestaan. Speciaal was het verbo
den boeken die niet in de USSR waren uit
gegeven, in je bezit te hebben, zelfs woor
denboeken. zelfs als ze in Praag of War
schau waren uitgegeven. Daarom probeer
de iedereen natuurlijk op klandestiene wij
ze aan boeken te komen.
Lefortovo
In dat opzicht had ik geluk gehad. Ik zat nog
in voorarrest in de Lefortovo, toen mijn
moeder al begon iedere maand drie of vier
boeken mee te brengen, in plaats van voed
selpakketten. Ook zaten er tussen de Sow-
jet-uitgaven andere boeken, uitgegeven in
Engeland en de Verenigde Staten. De Le-
fortovo-leiding gaf ze natuurlijk niet aan
mij door, maar sloeg ze op in het magazijn.
Ze rekenden erop dat ik niet van hun be
staan afwist en dat ik ze bij mijn vertrek niet
op zou eisen. Zo lag er al een dertigtal boe
ken van mij in het magazijn. Nu moest ik op
een nacht van de Lefortovo naar de Vladi
mir worden overgebracht, op een tijdstip
dat er geen hoge pieten aanwezig waren. Ik
begon natuurlijk een scène te maken, mijn
boeken op te eisen, en ik dreigde tegen de
konvooisoldaten te zeggen dat de gevange
nis spullen van mij achterhield. Een kon-
vóoisoldaat valt noch onder het gevange
niswezen, noch onder de KGB; en wat meer
is, net als alle officieren van het ministerie
van binnenlandse zaken staat hij op voet
van vijandschap met de KGB. Daarom - en
daar rekende ik op - kon de soldaat wel eens
pertinent weigeren mij mee op transport te
nemenomdat ik „materiële aanspraken ten
opzichte van de gevangenis"' had. Zo heet
dat. Daar waren de Lefortovo-bewakers
ook bang voor. Natuurlijk maakte de
dienstdoende officier fatsoenshalve eerst
een half uurtje ruzie, probeerde me het mes
op de keel te zetten. Maar ze kenden me
goed genoeg: ik zat al voor de derde keer bij
hen. Ze begrepen dat ik me er niet bij neer
zou leggen en gaven me mijn boeken. Zo
bracht ik een hele zak boeken mee naar de
Vladimir; ik kon ze amper dragen.
Ellende
.Met die zak boeken had ik later voortdurend
ellende. Nu eens werden ze van me afge
pakt voor controle en kreeg ik ze niet terug,
dan weer. precies het tegenovergestelde,
kreeg ik te horen dat ze niemand hadden
voor de controle en dat ik ze daarom niet
terug kon krijgen, dan weer werd er een
limiet gesteld: vijf boeken mocht ik bij me
houden, de andere werden weer meegeno
men. En elke keer moest ik weer klachten
indienen of een hongerstaking beginnen.
Een keer, het was in het kamp, heb ik ze
zelfs uit het magazijn gestolen en er andere
boeken voor in de plaats gelegd. In éen
woord: een drama. Het vreemdste was wel
dat niemand ze ooit heeft ingekeken. Nie
mand wist dat het geen Sowjet-uitgaven
waren, anders had geen hongerstaking me
kunnen helpen. Mijn boekenzak irriteerde
de autoriteiten gewoon. „Het is hier bij ons
geen universiteit; studeren kunt u na uw
vrijlating". Dat was het dan.
Hoe dan ook, maar ieder van ons had zijn zak
met boeken. Bovendien werden boeken in
de regel overgeërfd van de ene generatie
G.D.'s op de.andere, ze waren als het ware
gemeenschappelijk bezit geworden. Daar
om waren we in een voortdurende boeken-
oorlog met de leiding gewikkeld, zoals ove
rigens ook de strijd om de andere regime
kwesties werd voortgezet. We moesten de
boeken - vooral voor het geval ze kwamen
schuieren - verstoppen, zodat de cipiers ze
niet onder ogen kregen. Dat is beslist geen
eenvoudige opgave. Een boek is geen
naald: waar verstop je het? In de cel, hoewel
niet makkelijk, redde je dat nog we/. Maar je
kon het je niet beroerder bedenken dan
wanneer het eetluikje plotseling open ging
en de afdelingscipier zei: „Gereedmaken
met je spullen!" Dat kon van alles beteke
nen: overplaatsing naar een andere cel,
overplaatsing naar een ander gebouw, de
strafcel, transport. En in alle gevallen werd
je individueel geschuierd. Waar moest je ze
stoppen, die verdomde boeken?
Methode
Een goede methode was de kaft van de boe
ken te scheuren, het titelblad eruit en des
noods ook het voorwoord. Dan kon je ver
dedigen dat het helemaal geen boek was,
maar toiletpapier. Zo kon je wel een of twee
boeken achterhouden. De jongens kregen
het ook voor elkaar het bibliotheekstempel
na te maken: dat boek is helemaal niet van
mij, maar van de bibliotheek. Maar dat kre
gen ze na een tijdje door. Als je de kaft van
een boek afscheurde en ervoor in de plaats
de omslag van een dik tijdschrift plakte,
dan kon je het door laten gaan voor een
tijdschrift, Oktjabr of Novyj Mir bijvoor
beeld. Maar al gauw begonnen ze tijdschrif
ten ook af te pakken. De veiligste methode
was wel, het boek zo snel mogelijk door te
lezen en dan zoveel mogelijk in een schrift
over te schrijven. Dergelijke excerpten
werden al als legaal eigendom van de G.D.'s
beschouwd en werden ook bij erflating
doorgegeven. Wel werden ze vaak door de
KGB ter controle meegenomen, om te kij
ken of we geen anti-Sowjet-boeken of ge-
vangenismemoires schreven. Korten goed:
de honderdjarige boekenoorlog.
ALLES BEWAARD GEBLEVEN
Meestal zat ik te lezen. De Lefortovo heeft een
pracht van een bibliotheek: alle boeken die
in een halve eeuw tijd bij de „vijanden van
het volk" zijn geconfisqueerd, zijn hier sa
mengebracht. In het hele land zijn de
bibliotheken gezuiverd. De „schadelijke"
boeken vernietigd. Maar hier is alles be
waard gebleven: het is een oase. Niemand
haalde het in zijn hoofd de bibliotheek van
deKGB-gevangenis te zuiveren. Wie wil er
roomser dan de paus zijn? Academische
uitgaven van vóór de revolutie: Poesjkin en
Gogol, A. K. Tolstoj en Lermontov, Ham
sun en Maeterlinck, Marcel Proust en
Zamjatin. Vraag liever wat er niet is.
De boeken zijn in prima staat. Alleen staan
bijna alle bladzijden vol met stempels: „In
terne gevangenis HDSV VCBZ" (zie noot
1), een vooroorlogs stempel: „Preventie
isolator KGB bij MR USSR" (zie noot 2),
een hedendaags stempel. En in een forse
kolom over de hele pagina: „Het beschadi
gen van boeken en aanbrengen van merk
tekens in de tekst met potlood, lucifer
houtje, vingernagel, e.d. wordt bestraft met
stopzetting van de boekenuitleen".
Noten: (1) HDSV: Hoofd Directoraat voor
Staatsveiligheid.
VCBZ: VolksComité voor Binnenlandse Za-
(2) MR USSR: MinisterRaad van de
USSR.