BOISKISDWIalsR' Waar gaat het heen met de Boekenweek? IMÏÏfiKlKlfaï ©tfin) Dtn) Doeken oon bonden" o o WOENSDAG 28 MAART 1979 Droomland-lectuur worden ze genoemd, de romannetjes voor de vrouw waarin voor nog geen daalder het lief en leed (vooral lééd) breed wordt uitgemeten dat dokters, graven en vooral kinderen kan overkomen. „Geluk in Monte Carlo", „Ik zal je moeten verlaten", Houdt mijn vrouw nog van die ander?", „Haar liefste schat" vormen de koffielectuur voor vrouwen van tussen de twintig en de dertig en van ruim boven de veertig. Meer dan een miljoen romannetjes worden er maandelijks door drie distributeurs (Aldi- press, Betapress en De Telegraaf) op de markt gebracht. Het aantal titels wisselt nogal, maar door de bank genomen zijn het er vijftig. De oplage is gemiddeld 15.000 per titel. Dertig series verschijnen één keer in de twee weken; twintig komen maandelijks uit. Behalve deze blaadjes zijn er nog de pockets die zich op dezelfde categorie lezeressen richten. De Bouquet- en Jasmijnreeksen zijn het bekendste en worden ook verreweg het meest verkocht. Maandelijks verschij nen er vijftien titels: oplage gemiddeld rond de 25.000. Wie de aantallen bij elkaar optelt komt tot ruim anderhalf miljoen Moederliefdes, Idylles, Dokterromans en Ivanovs. Ruim zestig procent daarvan vindt snel zijn weg naar de lezeres-met-een-hoog- droomcoëfftciènt. De rest gaat retour. Rond veertig procent. Dat is bijzonder veel en dat maakt, volgens de uitgever en distribu teurs, de winst op de uitgaven nogal margi naal. Een belangrijk deel van de retourzendingen komt wel opnieuw op de markt, in de vorm van goedkope pakketten of in winkels in België, maar het verzenden en herverzen den kost veel. Wat de winsten ook bescheiden houdt is de concurrentie. Het aantal uitgevers dat gaatjes in de markt van de vrouwenlectuur zoekt is de laatste jaren flink toegenomen. Heel wat producenten van sexblaadjes, hebben, toen de sexmarkt in elkaar stortte, de aandacht gericht op de vrouwendroom- wereld. Het aantal titels nam daardoor toe, zonder dat het aantal lezeressen erg veel groter werd. Integendeel eigenlijk: door de komst van bladen als Story, Privé, en Mix werd het aantal afneemsters een paar jaar geleden aanzienlijk minder. Die „deuk in de markt" is hersteld, maar een grote toene ming van het aantal lezeressen is er de laatste jaren niet meer geweest. Ondanks de „marginale winsten" zullen de uitgevers en distributeurs zich best wel redden. Ze hebben hun onkosten, maar die worden zeker niet verspild aan de schrij vers en schrijfsters. Wie een romannetje vertaalt, krijgt ongeveer 300 gulden, wie er eentje zelf bedenkt ongeveer 800 gul den. ENSCHEDE - In de winkel keek de verkoopster me ver baasd aan. Een vent die vijf- tien kasteel-, liefdes- en dok tersblaadjes koopt, die is niet normaal, zag ik haar denken. „Ik neem ze allemaal", zei ik nog zwakjes, maar het hielp niet. Voor haar was ik een linkmiegel. Ze blééf kijken. Alsof ik net de pornohoek had verlaten met zeer oneerbaar materiaal. Nou kan ik met een zeer stalen gezicht het por- nowerk verstouwen, maar met een paar handenvol idylles begon ik me toch wer kelijk een beetje lullig te voelen. Zou het echt zo erg zijn, wat er in die 48 of 64 pa gina's tellende uit veredeld wc-papier bestaande blaadjes staat? Binnen een half uur was ik bereid erop te zweren. Ja, het is erg. Het is ver schrikkelijk. En prachtig. En simpel. En ontroerend. En Maar laat ik gaan citeren. Uit „De verstoten graaf' bijvoor beeld. Geschreven door Inga von Berneau en uitgegeven door NV Distrigo in Wilrijk. Belgisch dus en dat zal me door het taalgebruik ingepe perd worden ook. Arme barones Even een aanloopje. Marisa von Schonau is een 20-jarige, ar me barones, die een vervallen kasteel erft. Ze is een beetje zielig: moeder dood, vader zelfmoord, nadat hij „door een gewetenloze zakenvriend bedrogen was" en behoorlijk arm, en alleen. Zal zij door haar jolige collega's de liefde vinden? Nee. „Liefde was iets helemaal an ders. Ze zou misschien ko men als een bliksemstraal, die alles rondom zou verlichten. Of misschien zou ze openbloeien als een krop... als men stap voor stap de waarde van een mens leert kennen en altijd maar weer toenadering ondervond. Marisa lachte haar spiegelbeeld toe". Dat was bladzijde drie. Even omslaan en het is raak. Wie kruist haar pad? Heel toeval lig Bodo graaf Ahrens- berg. „Zelfs zijn lachen scheen haar koel en geroutineerd toe. Toch kon Marisa haar blik niet afwenden. Hij moest ein de de dertig zijn. Zijn grote, zwarte ogen fonkelden onder de donkere wenkbrau- Dat kan dus niet goed gaan. Pas bladzijde 4 en nu al grote, zwarte ogen. Daar wordt een mens nerveus van. Marisa wordt dat ook. Ze wil wel bij Bodo in de buurt wonen, maar niet zonder de 18-jarige Cindy. Ook al een mooie meid. „Marisa omaifnde Cindy en drukte een dankbare kus op haar wang. „Ik vreesde reeds, dat het huis U zou afschrik ken". Stel je voor twee meiden onder- elkaar en dan praten in de U- Verblindend Op bladzijde 9 komt Mariso Bo do weer tegen. „Nog sterker voelde Marisa de betovering aan die uitging van de ver blindende verschijning. Be wondering en voorzichtig heid hielden haar nog tegen om alle voorbehoud te laten vallen. „Juffrouw von Scho nau... Wat een vreugde", zeg de hij". Twee bladzijden verder vraagt hij haar ten huwelijk, want opschieten doet het wel. „Ik wil U een voorstel doen voor de toekomst.. Waarom trouwt U niet met mij?". En dan te bedenken dat ik al gelezen heb over een bediende met een bochel, over een oude graaf, die zijn zoon heeft ont erfd en over die onterfde zoon die circusartiest is gewor den. Dat alles in elf bladzijden. Ik kon er even niet meer tegen. Het was te veel. Ik zag ze voor me, al de vrouwen die dit ver haal hebben gelezen. Die een paar uur zijn weggezeild op de droomwolken van het gra felijk lief en leed en die dan ineens om tien voor zes Wil lem zien binnenkomen, drui pend van de regen en snak kend naar de warme hap. Hoe kan dat goed gaan in al die huisgezinnen... Keren we terug naar de tomelo ze avonturen van Marisa. Op bladzijde 11 ten huwelijk ge vraagd door Bodo. Op blad zijde 15 verliefd op neef Vic tor, de onterfde circusartiest. Een wandeling in het bos en het is goed raak. „Lachend protesteerde zij. Toen hij haar losliet, duizelde zij. Ze wankelde en hij ving haar op in zijn armen. Ze voelde de kracht en de warm te, die uitgingen van zijn li chaam. Zijn lachend gezicht hing boven het hare en plots boog hij zich neer en drukte zijn lippen op haar mond. Ze voelde hoe haar lichaam in bezit werd genomen met nooit gekende hartstocht, geluk en pijn". Linke soep Linke soep, dat is duidelijk. Een schrijfster die zichzelf niet in de hand heeft, zou zich nu licht laten verleiden tot een paar puur pornografische ali nea's. Inga von Berneau houdt het fijn. „Dan trok hij hakr stormachtig in zijn armen. 'En wij zullen morgen samen zijn... en elke dag daarna, en je zult mijn vrouw worden?'. 'Als jij het Door Peter de Zwaan wilt dan wil ik ook, Vik tor". Zo is dat: als jij het wilt, dan wil ik ook, Viktor. Geen gedon der met zelfstandig denken. Als jij het wilt... Hij wil het. En niet zo'n beetje ook, want een bladzijde of tien later is Mari sa zwanger. Aan het eind- goed al-goed zijn we overi gens nog niet toe. want er moeten nog 20 pagina's ge vuld worden om de kolossale hoop dramatische gebeurte nissen maar even kort af te werken: Bodo bedreigt Mari sa, Marisa schrijft Viktor een brief, waarin ze hem afdankt. Viktor gaat dronken koord dansen en dondert van het touw. Cindy ontmoet Justin (precies ja, die met die bochel, pardon: die met dat onge- makje) en wordt verliefd op hem. De oude graaf vindt zijn zoon Viktor terug en wil hem weer als erfgenaam. Bodo hoort dat en vergiftigt de oude graaf. Justin ziet het en krijgt iets met zijn geweten: last geloof ik. Cindy wordt door Bodo bang gemaakt met een spo- kenverhaal en begint bleek te worden. Marisa ziet Viktor niet meer en begint bleek te worden. Viktor ziet Marisa niet meer en wordt ook rijp voor de vakantiekolonie. Bodo zet Marisa financieel klem en dwingt haar toch zijn vrouw te worden. „Marisa, ik weet dat mijn manier van handelen je erg moet geshoc keerd hebben. Maar geloof me, ik heb dit alles alleen maar uit liefde gedaan". Justin krijgt het definitief te kwaad met zijn geweten en rent naar Viktor. Viktor in eens, weer hartstikke verliefd op Marisa. Marisa ziet in de kerk, als ze voor het altaar staat, Viktor en rent naar hem toe. „Het was als het ontwaken uit een boze donkere droom. De verstarring week van haar, en zij voelde dat zij warm en le vend was, dat zij opnieuw zichzelf was en bereid haar liefde te erkennen". Bodo laat Marisa schieten en bedreigt Justin. Justin ont komt. Bodo vlucht in auto, die hijzelf al onklaar had ge maakt. Grote boem. Bodo dood („en niemand treurde om hem"). Marisa trouwt Vik tor. Justin trouwt Cindy. En iedereen is gelukkig, zeker als er ook nog een fortuin aan familiejuwelen achter een schilderij vandaan komt. „Stil, geen woord meer, zegde hij zacht. En om deze smeek bede te benadrukken, sloot hij Marisa's lippen met een lange, hartstochtelijke kus". Lief en leed Einde. Uit. En dat allemaal voor f 1,40. Kom er eens om bij de dames en heren literatuur makers. Die krijgen dat nooit zo snel voor elkaar, zeker niet in begrijpelijke taal en met woorden van niet meer dan vier lettergrepen. In grote lij nen zijn alle kasteel-, dokters- en ook beeldromans geba seerd op het lief en leed, dat door Inga von Berneau zo hartverscheurend werd opge tekend. Al zijn ze goddank niet allemaal zo loodzwaar gedramatiseerd. De Kasteel-roman „De secreta resse van het grafelijk slot" (door Marianne Linders: een Marken-uitgave die f 1.35 kost) bijvoorbeeld is veel luchtiger. Dat verhaal zou kunnen dienen als basis voor een klucht. Er loopt nog eens een mooie meid in rond (de prinses) die in een vijver een bad neemt zonder kleren (ze is met naakt natuurlijk, dat is vies. Ze heeft alleen maar haar kleren op de oever lig gen). En er wordt een graaf gaaf in het achterwerk ge schoten met hagel (in detecti ves blijft het slachtoffer dan dood liggen, in Kasteel-ro mans heeft hij enig onge mak). Achter elkaar heb ik vervol gens een dozijn moeders- en doktersromans gelezen en dat maakt het knap moeilijk er iets zinnings over te zeggen. Want in grote lijnen zijn ze allemaal hetzelfde en binnen de kortste keren haal je het hele zootje triestigheden door elkaar. Dat zieke kind, was dat er nou een van die dokter in het prachtverhaal „Wie was het laatst bij de patiënte?" of hoorde het bij die rijke, maar o zo zielige Lutz von Gutzow in „Haar liefste schat"? En die moeder, die zwanger was en verlaten door haar man, die ineens een beroemd arts is geworden, las ik daar nou over in een doktersverhaal of in een ontroerende moeder- In feite maakt het allemaal geen ene mallemoer uit. Een aantal basisgegevens vind je in vrij wel alle verhalen terug. De hoofdpersonen zijn rijk en voornaam of zullen dat spoe dig worden. De mannen deu gen niet, behalve als ze zijn uitverkoren zwaar verliefd te worden. Liefdes bloeien in twee bladzijden op, al zie je dat wel eerst tien bladzijden lang aankomen: „Anja voelde haar hart te keer gaan. Nooit eerder had haar baas per soonlijk het woord tot haar gericht. Iedereen in het zie kenhuis vond hem een onge naakbare, koele man". Sentimenten Er wordt zeer zwaar op de sen timenten gespeeld. Zielige kinderen liggen daarbij uit stekend in de markt. Ze zijn naar hartelust verminkt, ver lamd of zeer jong gestorven. Als ze mogen blijven leven, hebben ze een onwankelbaar vertrouwen in paps en mams, die niet deugen, maar die steeds net op tijd tot inkeer komen. De vrouwen zijn vrouwelijk. Geen geklier met praatgroepen en vrouwen-ca fés. Vrouwen mogen van wanten weten, maar ze moe ten hun plaats kennen. En die plaats is in huis. Bij de kinde ren. Als in „Een kind smeekt om liefde" van Floortje Prijs het meisje Carmen ongeloof lijk begint te klieren, omdat haar ouders allebei werken, dan hoort moeder Annabel tot inkeer te komen en kan vader Harry zonder gewe tenswroeging blijven wer ken. Bijna zonder uitzondering zijn er veel te veel gebeurtenissen (waaronder 75 procent ellen dige) samengeperst in veel te weinig bladzijden. Wat dat betreft, lijkt het onvoorstel baar dat er vrouwen zijn die met grote regelmaat deze blaadjes lezen, zonder daar blijvend van overstuur te ge raken. Want het spul komt als een bom op je af en er wordt genadeloos op de emoties ge speeld. Ik zfe ze voor me, al die schrij vers en schrijfsters die kas teel- en doktersromans in een paar dagen in elkaar draaien. Het lijkt een soort schnabbel dat je moeiteloos jaren kunt volhouden. Tot natuurlijk een keer iemand het verhaal maakt dat alle Idylles en Moedergelukken' overbodig maakt. In dat verhaal moeten voorkomen één dood en één zielig kind, een arme barones, een zuster, een graaf (of prins, naar keuze) met lichte ver lammingsverschijnselen, een jaloerse dokter en een fami liefortuin. De titel geef ik hierbij gratis: „Hallo, dokter: een kindje smeekt om liefde in het grafelijk slot". AMSTERDAM - Toen Sjakie Swart van Ajax eens uit een onmogelijke positie het win nende doelpunt had gescoord, en men hem na afloop vroeg hoe hij dat in hemelsnaam had klaargespeeld, moet hij geantwoord hebben: ,Jk ■moest toch die kant op". Deze uitspraak, die men rustig klassiek mag noemen, prijkt in deze Boekenweek op één (van de tien) papieren boe- kenzakken, die de CPNB via de boekhandel in omloop brengt. De letters CPNB hebben, anders dan buitenstaanders wel eens hebben verondersteld, niets te maken met de CPN en nog minder met België. Ze staan voor „Commissie voor de Col lectieve Propaganda van het Nederlandse Boek". Deze CPNB organiseert allerlei activiteiten in en buiten de Boekenweek (dit jaar van 29 maart tot en met 8 april, meer een tiendaagse dus), zoals het Geschenk en de feestelijke openingsavond. Tot en met 1977 was daar ook het Boe kenbal bij, maar daar zijn ze vorig jaar mee gestopt en het ziet er niet naar uit, dat dit eens zo glorieuze festijn ooit terug zal komen. Waarom dat zo is besloten, wil Dick Ouwehand, directeur van de CPNB, best vertellen, maar dan wel even langs een omweg. Die omweg begint in het jaar 1930, toen de Neder landse Uitgeversbond het predikaat Koninklijk" ver wierf. De KNUB is sindsdien een begrip in de boekenwe reld. Bij dat halve eeuwfeest werd een Dag van het Boek gehou den en het resultaat was zo positief, dat besloten werd daarmee door te gaan. Alleen, een Dag van het Boek was niks. Dat moest een week wor den. Tot in het begin van de oorlog is men daarmee door gegaan. Toen werd de zaak vijf jaar stopgezet, maar in 1947 keerde de Boekenweek terug, opgewekter dan ooit. Stagnatie Elk jaar ging het beter, tot om streeks het midden van de ja ren zestig door allerlei om standigheden de boeken markt ging stagneren. De vrije zaterdag, de jaarlijkse loonrondes, de opkomst van het bibliotheekwezen met uit bouw in buitenwijken, con centratie in de dagblad we reld, allemaal factoren die de samenleving in die jaren diepgaand hebben beïnvloed. Het bleek dat er per hoofd van de bevolking niet méér boeken werden verkocht, er was zelfs sprake van een lichte terug gang, omdat de gemiddelde prijs van het boek steeg. „We hadden het idee dat een kleine groep steeds meer boeken kocht", aldus Dick Ouwe hand. ,JDe basis van de ko persmarkt werd smaller en dat was een hachelijke zaak". Onderzoek In de jaren 1970-'71 is men zich binnen de CPNB gaan bera-' den over de vraag: wat willen we nou. Welke situatie krijgen we in de toekomst. Er werd, in samenwerking met de Stich ting Speurwerk Het Boek (het zusje van de CPNB) nogal wat geld besteed aan onder zoek en het resultaat was dat men zei: „In de komende vijf jaar zullen wij in elk geval meer aandacht besteden aan wat men noemt „de minder regelmatig'e kopers". Alle onderdelen van de Boe kenweek werden eens op nieuw bekeken vanuit het ge zichtspunt: Kevert dit een bijdrage aan onze doelstel ling, die minder-regelmatige- kopers te bewegen tot wat re gelmatiger aankopen? Zo niet, dan moeten wij deze ac tiviteit tijdelijk of blijvend stopzetten"Men is toen nog wel doorgegaan met het Boe kenbal, maar het Geschenk is men doelbewust zodanig Door Hans van Straten gaan selecteren dat een zo groot mogelijk publiek een aantrekkelijke uitgave kreeg aangeboden. Vóór 1970 waren het altijd erg mooie boekjes, typisch gericht op de trouwe kopers. Dat werd anders. „Wij wilden voortaan graag zoveel mogelijk mensen bereiken, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit". Verdubbeld Dick Ouwehand noemt een paar cijfers. Op het eind van de ja ren zestig werden er 200.000 exemplaren van het Geschenk gedrukt. Anno 1979 bedraagt de oplaag 3 70.000 stuks. Dat is in tien jaar tijd bijna een ver dubbeling. Men is het geschenk gaan pro fessionaliseren. „Dat is niet hetzelfde als commercialise ren! Maar wel hebben wij ge probeerd met bepaalde mid delen een zo effectief mogelijk resultaat te bereiken". Afge sproken werd ook dat de Boe kenweek elk jaar een thema zou krijgen. Dat is een keer Boek en Muziek geweest, ook een keer Boek en Reizen, en Boek en Communicatie. Dit jaar is het: Boek en Vrij heid. Maar waarom is nu het Boeken bal verdwenen? Dat had ver schillende redenen. Het was natuurlijk op zichzelf een nut tige zaak dat uiteenlopende mensen van het vak elkaar eens per jaar in een feestelijke sfeer konden ontmoeten: uit gevers, schrijvers, boekverko pers, noem maar op. Boven dien werd er in de jaren na de oorlog uitbundig gefeest. Klad Dat is lang doorgegaan, maar op een gegeven ogenblik kwam de klad erin. ,J£r wordt niet meer gedanst", consta teert Dick Ouwehand. ,Kijh maar naar uw eigen omge ving. Vroeger was elke ver jaardag een feest en op elk feest werd gedanst. Dat is nu niet meer zo". En in de kranten kwamen de dag na het Boekenbal steeds vaker zure stukjes, dat het Bal weer zo was tegengevallen. Toen heeft de CPNB er een punt achter gezet. Wat is gebleven, dat is de Ope ningsavond. Het ontmoe tingsidee is nog intact. Wat in de wandelgangen gebeurt, is vaak minstens zo belangrijk als het gebeuren in de zaal. Die opening wordt donder dag 29 maart gehouden in het oude stadhuis aan de Groen markt in Den HaagMen heeft Den Haag gekozen omdat dit jaar de 's-Gravenhaagsche Boekhandelaren Vereeniging 125 jaar bestaat. Discussie Om zes uur 's avonds begint het met een discussie-program ma. Gesprekleiders zijn Koos Postema en Joop van Tijn. In het panel zitten twee uitge vers, een grote, R. E. M. van den Brink, van Elsevier, en een kleine: Rob van Gennep. Naast hen de nieuwe voorzit ter van de Internationale PEN (schrijversvereniging), de Zweed Per Waestberg; de Zuidafrikaanse schrijver. Mothali Mutloatse en de strap rechtsocioloog prof. dr.W. H. Nagel, mevr. Kraayeveld, staatssecretaris van CRM, Anton L. Constandse, oud journalist en de schrijver J. F. Vogelaar. Het is de bedoeling dat het publiek in de zaal (300 plaat sen) zoveel mogelijk bij de dis cussie (over vrijheid en demo cratie) wordt betrokken. Henk Batenburgh van Poëzie Har dop zal gedichten voordra gen. Omstreeks 9 uur begint het informele gedeelte. Het geschenk is dit jaar een bij zonder onsterfelijk boekje, ge titeld ,Mooi ,Kado", een serie ongebundelde stukjes van Simon Carmiggelt overo.a.A. Roland Holst, Willem Els- schot, Gerard Reve en nog en kelen. Peter van Straaten heeft het geillustreerd. Er is ook weer een Boekenweek affiche, ontworpen door Dick Bruna. En dan zijn er de pa pieren tassen, bedrukt met uitspraken van beroemde lie den. Daarvoor is een commis sie van liefst tien map. in touw geweest, onder wie Nico Scheepmaker. U kunt nu wel raden wie dat citaat van Sja kie Swart heeft inge bracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 20