nering
SESSBSiaBi
Lubbers is niet
uit op tweede
kabinet-Van Agt
HP
deTijd
ELSEVIERS
L/n
DONDERDAG 22 MAART 1979
PAGINA 13
Deze week heeft de rege
ring de korting op de
stijging van de ambte
narensalarissen door de
Kamer weten te lood
sen. Hiermee is nu
langzamerhand wel het
grootste gedeelte van
de ombuigingsoperatie
Bestek '81 althans van
de grond gekomen.
Maar ondertussen beginnen
zich alweer nieuwe wolken
aan de horizon van onze na
tionale economie samen te
pakken. Gegevenheden,
waarvan men nog tot voor
kort meende te mogen uit
gaan op het gebied van eco
nomische groei, betalings
balans, initiële loonkosten
stijgingen en inflatiepercen
tages, blijken inmiddels al
weer aan de haal te zijn ge
gaan, en een volgende om
buigingsoperatie dient zich
alweer aan, voordat de terug
dringing van de werkloos
heid, waar de eerste voor had
moeten zorgen, zelfs maar is
begonnen.
Hoe kan dat nou toch. Hadden
tegenstanders van Bestek '81
die beweerden dat die om
buigingsoperatie toch geen
werkgelegenheid zou opleve
ren, dan toch gelijk, of juist
zij, die van meet af aan op veel
grotere ombuigingen hebben
aangedrongen, of zijn er
krachten in het geding, die
wij zelf als nationale samen
leving en dus ook onze rege
ring, niet of nauwelijks zelf
standig kunnen beheer
sen.
Het is dat laatste, en om dat te
kunnen zien, moeten wij even
onze hele nationale huishou
ding in een veel wijder pers
pectief plaatsen.
Vette jaren
Door
j. j. P. de Boer,
lid CD A-fractie
Tweede Kamer
In de vette jaren die wij achter
ons hebben, kon die huis
houding meer dan evenredig
profiteren van het goede de
zer aarde, zoals iedereen weet
die wel eens buitenshuis is
geweest en de levensomstan
digheden heeft gezien elders
in Europa en in grote delen
van de rest van de wereld.
De oorzaak daarvan was, dat de
mensen in ons hoekje van de
wereld eerder dan de anderen
de technieken wisten te vin
den ter ontsluiting van de
bronnen van de welvaart, die
in de natuur gelegen zijn, en
dat wij mede daardoor op gro
te schaal onontgonnen gege
venheden van de natuur tot
ver buiten onze grenzen, in
eerste instantie ten eigen ba
te, tot ontwikkeling wisten te
brengen.
Dat slaat met name op de
grondstoffen waarvan wij,
ondanks dat zij grotendeels
elders in de wereld, vooral in
de zgn. ontwikkelingslanden,
worden gewonnen, tot op he
den nog steeds de grootste
verbruikers zijn, omdat de
verwerking daarvan tot
hoogwaardige eindproduk-
ten nog steeds voornamelijk
in ons hoog geïndustriali
seerde deel van de wereld ge
schiedt en wij mede daardoor
in staat zijn om zowel de prij
zen, die wij voor de grondstof
fen willen betalen, min of
meer eenzijdig vast te stellen
alsook de prijs, die wij daar
tegenover vragen voor de
verkoop van de door ons er
mee vervaardigde eindpro-
dukten.
Dat beide prijsstellingen daar
bij eerder afgestemd zijn op
wat in onze kraam te pas
komt, dan dat zij gericht zijn
op de belangen van een gun
stige economische ontwik
keling voor de Derde Wereld,
volgt dan ook haast wel van
zelf.
En nou hoef je je heus nog niet
aan het ontstaan van de aldus
in de wereld gegroeide eco
nomische wanverhouding
schuldig te voelen, om toch
met je klomp te kunnen aan
voelen dat dat niet zomaar
kan blijven doorgaan.
Aandeel
En dat is het dan ook wat ge
beurd is. In toenemende mate
beginnen de ontwikkelings
landen hun rechtmatig aan
deel in de mogelijkheden, die
deze aarde ons biedt, op te ei
sen, zo niet allemaal even
luidkeels met de mond, dan
toch tenminste feitelijk.
Op de eerste plaats doen zij dat
door rechtvaardiger loon naai
werken te vragen voor wat zij
ons leveren aan die grond
stoffen, waarvan wij zelf in
toenemende mate afhanke
lijk geworden zijn om ermee
in onze eigen lang niet meer
zo simpele behoeften te kun
nen voorzien, en om aan de
vraag naar produkten van an
deren te kunnen voldoen.
Op de tweede plaats doen zij dat
door ook in toenemende mate
hun deel te verlangen in de
verwerking van hun eigen
grondstoffen tot half- en-of
eindfabrikaten.
En hierin worden zij met name
in de kaart gespeeld door dat
zelfde vrije-markt-economi-
sche-stelsel van ons, dat in
eerste aanleg tot die grote be
staande verschillen in wel
vaart heeft geleid, maar dat op
langere termijn toch ook in
hoge mate zelfregulerend
werkt.
Want het zijn met name de grote
verschillen in welvaart en
daarmee ook in de kosten van
de arbeid, waardoor het in
toenemende mate aantrek
kelijk is geworden voor on
dernemers om uitbreidingen
of vernieuwingen van hun
produktiefaciliteiten niet
meer in de welvarende
hooggeïndustrialiseerde lan
den te vestigen, maar juist in
landen met een lage welvaart
en met lonen navenant.
Processen
En het zijn dan ook deze twee
processen bij elkaar; stijgen
de grondstoffenprijzen en
vlucht van ondernemingen
naar lage-lonenlanden, sa
men staande voor de opkomst
van de Derde Wereld, die de
grondoorzaak vormen van
onze eigen economische ach
teruitgang.
Maar als dat zo is, dan moet wat
er in Nederland intern aan de
hand is aan bedrijfssluitingen
en daarmee gepaard gaand
verlies aan werkgelegenheid
en dus toenemende werk
loosheid, plus zaken als ver
vroegde uittreding uit en
verlate intrede in het arbeids
proces, op de eerste plaats op
het conto van deze mondiale
ontwikkeling worden ge
schreven en in dat licht wor
den bezien.
Het eerste dat dan opvalt, is dat
wat in eigen land gebeurt dus
een ontwikkeling betreft, die
wij eigenlijk moeten toejui
chen, omdat zij een noodza
kelijk uitvloeisel is van een op
wereldniveau aan de gang
zijnde ontwikkeling in de
richting van een betere -ver
deling van de welvaart tussen
de volkeren.
En voor dat laatste heten, bij
monde van hun partijpro
gramma's, alle politieke
groeperingen in Nederland
grote voorstanders te zijn en
zelfs de daarvoor noodzake
lijke offers over te willen
hebben. En aangezien deze
verreweg het grootste gedeel
te van ons volk vertegen
woordigen, mogen wij dus
verwachten dat iedereen daar
voor is.
Het tweede is dat de daarvoor
noodzakelijke offers, anders
dan de 1,5 procent-bijdrage
van ons nationaal inkomen
die wij aan de begroting van
ontwikkelingssamenwerking
willen besteden, tot nog toe
toch wel heel ongelijk over
ons volk verdeeld zijn gewor
den. Zij zijn namelijk alleen
terechtgekomen (en dat met
een voor zo'n 20 tot 30 procent
bruto inkomensderving) op
de hoofden van diegenen, die
in ons land hun banen hebben
verloren of er geen meer heb
ben kunnen vinden als gevolg
van de opkomst van de tex
tiel, de scheeps- en machine
bouw, de elektronische en de
petro-chemische industrieën
elders in de wereld, en van het
daarmee gepaard gaande af
kalven van de markt voor de
produkten uit die secto-
Natuurlijk zijn de orders die
voor Nederland verloren zijn
gegaan, niet allemaal meteen
in het goedkoopste ontwik
kelingsland terechtgekomen.
Maar wel is het zo, dat vooral
in deze sectoren de uitbrei
ding van de produktiecapaci-
teit met die van de Derde We
reld, tot een overcapaciteit
heeft geleid, waardoor de
concurrentie werd aange
wakkerd. En die trof uiter
aard het eerst de bedrijven die
in hun prijzen het minste
omlaag konden.
Arbeidskosten
Bij gelijke grondstoffenprijzen
(en die zijn wereldwijd min of
meer gelijk) zijn dat uiteraard
de bedrijven met de hoogste
arbeidskosten en het land
waar deze het hoogst van al
len zijn, was en is: Nederland.
Vandaar dat het hier bijv. met
de textiel en de scheeps- en
machinebouw misschien nog
harder en sneller achteruit
gegaan is dan elders in Euro
pa en in de westelijke wereld.
Maar dat neemt niet weg dat
de relatie daar is van onze
werkgelegenheidsproblema-
tiek en van de neergang van
juist deze bedrijfstakken in
ons eigen land, met de op
zichzelf toe te juichen op-
komst van diezelfde bedrijfs
takken elders in de we
reld.
Maar dat is dan tevens de reden
waarom wij als nationale sa
menleving het er met zijn al
len niet bij mogen laten zitten,
dat slechts een deel van onze
bevolking zou moeten op
draaien voor wat deze ont
wikkeling ons aan gederfde
inkomsten kost, doordat zij
zo'n 20 a 30 procent teruggaan
in inkomsten en wij in het ge
heel niets, of zelfs nog enigs
zins vooruit.
Dat is ook het punt waar Bestek
'81 aan de orde komt, name
lijk als een begin van de ver
andering die in onze samen
leving nodig zal zijn, om wer
kelijk samen de lasten te dra
gen, welke de dringend nood
zakelijke, maar ook onaf
wendbare verandering ten
gunste van de huidige minder
bedeelden in de wereldwijde
arbeids- en inkomensverde
ling onvermijdelijk ook voor
ons mee moet brengen.
Alleen door de ontwikkeling
van de zich tot op heden als
maar nog in opwaartse zin
bewogen hebbende prijs van
de factor arbeid aan loon- en
sociale lasten om te buigen en
deze in de toekomst minder te
laten stijgen of constant te
houden, is vooreerst behoud
en op den duur wellicht enig
herstel mogelijk van onze
huidige, in vele opzichten ei
genlijk al veel te zwakke con
currentiepositie.
Effect
Dat betekent dan ook tevens
dat het primaire effect van
Bestek '81 voor de werkgele
genheid is gelegen in zoveel
mogelijk voorkomen van
verdere bedrijfssluitingen en
behoud van de daarmee ge
paard gaande werkgelegen
heid in de bestaande bedrij
ven, terwijl de in een gezonde
economische onderhuids
voortdurend voortgaande
vernieuwing voor een terug
winnen van de reeds verloren
gegane arbeidsplaatsen zou
moeten zorgen.
Dat betekent ook dat de mar
ges, zelfs na uitvoering geven
aan Bestek '81, maar uiterst
smal zijn en dat er ook maar
niet dat behoeft te gebeuren
en onze hele economie gaat
weer hellingafwaarts schui-
Het is daarom dan ook onbe
grijpelijk, dat vrijwel nie
mand zich schijnt te realise
ren, dat we, ondanks dat we,
anders dan bijvoorbeeld
West-Duitsland, nog steeds
aanzienlijke inkomsten beu
ren uit onze aardgasverkoop,
toch al reeds met begrotings
tekorten van 5 tot 6 procent de
touwtjes aan elkaar trachten
te knopen (wat je knopen
noemt) en dat dat in feite be
tekent, dat we op een giganti
sche manier aan het potverte
ren zijn. Potverteren ten kos
te van onze eigen toekomst en
van die van onze kinde-
En dan te bedenken dat de olie-
en de grondstoffenprijzen in 5
tot 10 jaar zich misschien nog
eens zullen verdubbelen. Dat
zijn de dingen waar we met
zijn allen mee bezig zouden
moeten zijn, werkgevers en
werknemers, overheid en
ambtenaren, sociale-uitke-
ringtrekkers en studenten
van lerarenopleidingen.
En dan liefst niet vanuit het ei
gen halen, hebben, houden-
syndroom, of vanuit een „als
er omgebogen moet worden,
na U" versie daarvan van de
ene of de andere collectieve
onderhandelingspartners of
van al die andere groepen van
sterken, die vaak zo manhaf
tig voor precies die belangen
van de zwaksten in de sa
menleving weten op te ko
men, waar zij zelf als groep
toevallig ook het meeste baat
bij hebben.
Ondeelbaar
Neen, als we met deze dingen
bezig zijn, laat het dan zijn in
het besef dat solidariteit on
deelbaar is, en dat onze met
de mond beleden solidariteit
met het lot van de Derde We
reld in wezen voos is, wan
neer die niet gepaard gaat met
een bereidheid tot meedelen
in de last, die de ontwikkeling
van die Derde Wereld in we
zen aan onze gehele nationale
samenleving oplegt, maar die
in de praktijk in eerste aanleg
op slechts de schouders van
een aantal van ons terecht
komt.
En dat het daarom een eerste
daad van solidariteit is met de
Derde Wereld, om de lasten
van de teruggelopen werk
gelegenheid en van de daar
mee gepaard gegane terug
gelopen verdiensten van een
aantal van ons met zijn allen
te gaan delen.
Om de wereld effectief te kun
nen verbeteren, kunnen we
inderdaad met onszelf begin-
HILVERSUM - CDA-leider drs. Ruud Lubbers stuurt niet
aan op een tweede kabinet-Van Agt. Verhalen, dat dit wel
het geval zou zijn, verwijst het kamerlid naar het rijk der
fabelen. Ook prof. dr. Goudzwaard heeft deze beschuldi
ging aan het adres van Lubbers inmiddels moeten terug
nemen. Goudzwaards taxatie berustte op een misver
stand. Dit ontstond door wat losse opmerkingen van de
CD A-fractieleider op het partijcongres in januari.
Lubbers zette geen spoor uit naar een tweede kabinet-Van
Agt, zoals Goudzwaard, AR-dissident en opsteller van het
CD A-program, bij zijn terugkeer uit het buitenland te
horen kreeg. Het kamerlid verkondigde slechts als zijn
mening, dat je nu niet al dingen op de rails moet zetten
voor een volgende regeerperiode. De letterlijke tekst van
Lubbers' rede overtuigde Goudzwaard hiervan.
GEEN WD-KEUZE
Lubbers zegt nu dan ook als verdere reactie op Goudzwaards bewering:
„De mensen zijn toen niet naar huis gegaan met het idee dat het CDA op
een blijvende coalitie met de WD aanstuurt. Dit soort dingen zijn voor
mij gewoon verstandshuwelijken. Je moet per keer kiezen voor een
coalitiepartner. Bovendien ben ik nou ook niet bepaald de grote archi
tect van dit kabinet, om het maar zachtjes uit te drukken. Is dat zo, vroeg
Goudzwaard me nog, ja dat is zo, zei ik. Nou, dat heb ik dan verkeerd
begrepen", zei Goudzwaard. Dit station is dus afgesloten. Ons gesprek
werkte verhelderend".
De ogen van Lubbers glinsteren. Hij glimlacht. De twee „zwaargewich
ten" uit het CDA-kamp hebben elkaar politiek en inhoudelijk kunnen
vinden. Lubbers deelt Goudzwaard's opvatting dat een grote partij - die
bovendien regeringsverantwoordelijkheid draagt - de neiging heeft om
vooral „bevestigend" te werken. „Zo van: wat de regering doet is goed,
en ook wat er in de samenleving gebeurt is prima".
„Dat kan niet natuurlijk. We moeten ook politiek blijven voelen vanuiteen
ongemeen felle beleving van vraagstukken in de samenleving die moe
ten veranderen omdat ze om een oplossing vragen. De aanpak van
problemen moet niet leiden tot een herstellen van evenwicht, maar naar
fundamentele doorbraken. Deze drang naar verbetering vergt nogal wat.
Het is een hard en taai gevecht, maar wat dit element betreft, ben ik een
Goudzwaard-man", zo betoogt Lubbers.
Is de kernvraag, na het „ongevraagde advies" van de groep-Goudzwaard,
dat het voor deze prominente CDA'ers onaanvaardbaar zal zijn als Van
Agt opnieuw de lijsttrekker bij de volgende verkiezingen wordt? Lub
bers: „Ik denk niet dat Bob Goudzwaard dit graag zal beamen. Hij denkt
niet in termen van personen. Het beleid en de aanpak van het kabinet-
Van Agt is door hem gekritiseerd. Ongetwijfeld zit dat eronder, dat we
toch niet op de goede route zitten. Daarmee is echter niet makkelijk aan
te geven wat dan wel de goede route zou zijn. Het is ook nog te vroeg om
hierover te speculeren".
De CDA-leider brengt overigens de uitspraak van zyn voorganger Aan tjes
in herinnering over Dries van Agt „Hij is onze eerste christen-democra
tische politicus". „Daaruit blijkt trouw en loyaliteit aan Van Agt, ook al
is hij als CDA-politicus op non-actief gesteld door het minister-presi
dentschap".
„Vergeet verder niet", betoogt Lubbers, „dat Van Agt een zwaarbelast
man is. Zijn geschiedenis begon niet in 1976 bij het lijsttrekkerschap,
maar al in 1971, in de moeilijke jaren '70. Hij is nu zowat de enige
politicus die het gouvernementele werk een decade lang heeft voortge
zet. Zoiets slijt aan een mens, dit is gewoon een menselijk aspect".
ANDERE KOERS
Is de aan de groep-Goudzwaard toegezegde inhoudelijke discussie niet
een fopspeen? Zal het nou werkelijk zo ingrijpend zijn dat het kabinet en
de fractie een andere koers, anders dan alleen maar „het passen op de
winkel" gaat varen?
Lubbers: „Ik zit nu zes jaar in de politiek. Een politieke discussie in de
partij zal zijn uitwerking niet missen. Het duurt wel eens wat langer dan
je zou willen. Ik ben ervan overtuigd, bijvoorbeeld, dat het kabinet die
vijf gulden eigen bijdrage in de ziektekosten heeft ingeslikt door de
discussie daarover in het CDA. Hetzelfde kan worden gezegd met be
trekking tot de sociale woningbouw, waar de fractie er toch maar drie
duizend woningen extra heeft uitgesleept. De inhoudelijke discussie
heeft invloed op directe termijn naar de partijen toe als samenbindend
element. Daarnaast is de inhoudelijke discussie ook interessant voor de
middellange termijn".
Concreet wordt er al hard gewerkt aan de activering van de grondslagdis-
cussie en van het politiek handelen binnen het CDA. Zo is er een com
missie geïnstalleerd, met onder anderen Goudzwaard, die een basispro
gramma zal opstellen, dat uiteindelijk zal uitmonden in een nieuw ver
kiezingsprogramma, een geactualiseerde versie van het uit 1976 date
rende „Niet bij brood alleen".
Lubbers: ..Het nieuw op te stellen stuk heeft als directe betekenis dat het,
voor het samengaan in de politiek, gericht is naar de (drie) partijen.
Verder zal het de basis vormen van laten we zeggen de christen-demo
cratische politiek vanaf 1980. Dit zal dus een belangrijke doorwerking
hebben naar het volgende kabinet, en dan moeten de billetjes maar eens
bloot".
HERMAN DIRK
MAGAZINE
Het gladgekamde hoofd van drs. R.
E. M. van den Brink siert de
voorplaat van dit magazine. Van
den Brink (60) neemt binnenkort
afscheid van Elsevier. Wat heeft
hem bewogen 35 jaar bij Elsevier
te blijven? Michel van der Plas
legt hem deze en andere vragen
voor. Daarbij wordt duidelijk dat
vooral de groei van het concern
hem heeft gefascineerd:
„Groei als uitdaging. Dat is het. Je
kunt iets creëren. Een ontwikke
ling beïnvloeden. Ik zou best het
woord kunstenaar durven laten
vallen".
Van den Brink ontkent dat de ty
coon Van den Brink ooit heeft
bestaan. Al heeft hij die indruk
door het spectaculair overnemen
van bedrijven of door bepaalde
fusies wel gewekt.
fJDat was de buitenkant. Als je af en
toe iets met vaart doet heet je op
eens een tycoon", aldus de top-
Verder wordt in Elsevier het feno
meen goud belicht „Goud ver
loor zijn koortsgolf maar niet zijn
glans".
Elsevier klaagt over de belasting
die de koper op een baar of
plaatje goud moet betalen. De
Nederlandse schatkist profiteert
bij herhaling van dat goud. En de
Zuidafrikaanse Krugerrand is
volgens Elsevier niet alleen om
streden door het apartheidstintje
dat daar aan kleeft, want ook op
die Krugerrand moet btw worden
betaald, hoewel het een wettig
betaalmiddel is.
Argwaan over het vredesverdrag in
het Midden-Oosten heerst er bij
Elsevier „Een vrede met risi
co's".
hervormd
nederland
Onder de kop „Het hoofd in de
strop" maakt het PPR-Tweede-
Kamerlid Leo Jansen zich in
Hervormd Nederland zorgen
over de automatisering: „Auto
matisering bedreigt de wereld
vrede en vergroot de machtsver
schillen", is zijn mening. Ook al
ziet hij nog een pluspunt want
„automatisering biedt in het na-
tuur- en milieubeheer goede mo
gelijkheden om nadelige gevol
gen van menselijk handelen te
verkleinen". Maar verder ver
wacht Jansen er niet veel goeds
van: ,fllen kan ongestraft vol
houden dat zonder automatise
ring noch de grootscheepse aan
maak van atoomwapens', noch de
ontwikkeling van wapentrans
portsystemen, noch de ontwikke
ling van verdedigingssystemen
mogelijk zou zijn geweest".
Willem Oltmans interviewde een
opmerkelijk optimistische Ge
rard Croiset. Volgens de parag
nost hebben we een zonnige toe
komst in het verschiet. „Winst zal
niet meer meetellen, bezit wordt
overbodig". Ook Hervormd Ne
derland is niet dolenthousiast
over het aanstaande vredesver
drag tussen Israël en Egvpte:
„Vrede in het Midden-Oosten is
gevaarlijk eenzijdig", aldus Peter
Idenburg.
VRIJ NEDERLAND
,Ik vind niet dat de wereld alleen
geregeerd mag worden door oude
griezelige mannen, oude griezeli
ge vrouwen moeten ook hun kans
krijgen". Dat zegt George Wo-
linski. tekenaar van het Franse
satirische weekblad Charlie-
Hebdo. En met deze uitspraak
tekent Wolinski zichzelf ten voe
ten uit. Charlie-Hebdo is de op
volger van het zo mogelijk nóg
satirischer Harakiri-Hebdo, „een
anti-papistisch, anti-militaris
tisch, anti-kapitalistisch en anti
communistisch blad, maar even
zeer het tegendeel en zelfs dat
niet", aldus Piet Piryns in Vrij
Nederland.
Ook Charlie-Hebdo heeft die ken
merken, maar ziet zijn oplage
griezelig dalen. Aan Wolinski de
vraag hoe Charlie-Hebdo zich
verhoudt tot het evenzeer satiri
sche Le Canard Enchainé dat
zich wel kan handhaven: Wij
brengen geen informatie, wij zijn
niet zo op onthullingen uit. Als
wij de belastingaangifte van
Chaban-Delmas in handen zou
den krijgen zouden we onze
schouders ophalen en hem niet
publiceren zoals Le Canard heeft
gedaan".
Wolinski bekent een beetje bang te
zijn voor het feminisme. Zyn
vrouw werkt voor het feministi
sche blad Choisir. Vandaar. Maar
tegelijkertijd is hij er trots op met
een feministe te zijn getrouwd:
„Het is lastig, maar het is chic en
een teken" van beschaving". Ver
der in Vrij Nederland Tamar nog
eens over de nieuwe lelijkheid.
Nu met voorbeelden gestaafd:
„Beeld van de verloedering van
een stadswapen". En daarmee
bedoelt zij het gemoderniseerd
stadswapen van Leiden.
Het kleurkatern van VN behandelt
de aanslag op Hitier. Het dossier-
Eiser. ^/erder wordt het beleid
van wethouder Irene Vorrink
doorgelicht.
,Wie kent Bouke Beumer?", vraagt
de Haagse Post zich af. Beumer
mag zich verheugen in de twijfel
achtige eer de onbekendste lijst
trekker bij de komende Europese
verkiezingen te zijn. Beumer,
voortgekomen uit de AR, een van
de weinig overgebleven loyalis
ten ziet het Europees lijsttrek
kerschap van het CDA niet als
troostprijs voor de AR-loyalisten:
„Om die reden, om alleen als
vaandel te dienen, zou ik het niet
gedaan hebben".
John Jansen van Galen en Henk
Snijders gingen met Beumer mee
naar een spreekbeurt voor de
Bond van Plattelandsvrouwen in
Groningen. Hij bleek zijn huis-,
werk niet al te best te kennen:
,fiij is te lief, te zacht", zegt een
plattelandsvrouw als we het ge
bouw verlaten. Beumer betreurt
het dat niemand hem gevraagd
heeft naar de verhoudingen bin
nen het CDA en zijn positie als
loyalist. Daar kan hij altijd zo
lekker op in gaan. Hij blijkt geen
geld voor de bus bij zich te heb
ben.
Een groot deel van HP is aan boe
ken gewijd. Hans Maarten Tromp
interviewde Joseph Heller, au
teur van Catch 22. Stanley Uijs
geeft een tussenbalans van het
Muldergate-schandaal in Zuid-
Afrika.
Zeer lezenswaard is het interview
van Rob Vermaas met Marcel van
Dam. „Ik had een drempel te
overwinnen", zegt de uit een
KVP-milieu komende ex-staats
secretaris. „Want bij mij thuis
waarschuwden ze tegen die vuile
rooien. Ik kan me nog herinneren
de eerste keer dat ik op de PvdA
stemde. Ik stond in dat stem
hokje te trillen op mijn benen".
Het PvdA-Tweede-Kamerlid
blijkt geen voorstander te zijn
voor samenwerking met WD of
CDA.
„De weerstanaen legen het
CDA zijn denk ik bij de WD en de
PvdA even groot. En dat vind ik
nou het treurige van de Neder
landse politiek. Dat alleen door
de weerstanden die rechts en links
tegen het CDA hebben door som
mige mensen serieus wordt ge
dacht aan een regeringsvorm van
de PvdA en WD".
Maar als Van Dam moest kiezen
zou hij toch liever samenwerken
met het CDA: ,fk denk dat het
neo-liberalisme zoals dat nu in de
WD wordt besproken toch we
zenlijk anti-socialistisch is en ik
denk dat met name in het chris
tendom stromingen zitten die we
zenlijk dicht bij het socialisme
staan". En over zijn veroordeling
voor het ryden onder invloed:
,Het was onverantwoord,het was
dom, de straf is terecht en het was
niet mijn broer".
ANNEMIEK RUYGROK