nering SESSBSiaBi Lubbers is niet uit op tweede kabinet-Van Agt HP deTijd ELSEVIERS L/n DONDERDAG 22 MAART 1979 PAGINA 13 Deze week heeft de rege ring de korting op de stijging van de ambte narensalarissen door de Kamer weten te lood sen. Hiermee is nu langzamerhand wel het grootste gedeelte van de ombuigingsoperatie Bestek '81 althans van de grond gekomen. Maar ondertussen beginnen zich alweer nieuwe wolken aan de horizon van onze na tionale economie samen te pakken. Gegevenheden, waarvan men nog tot voor kort meende te mogen uit gaan op het gebied van eco nomische groei, betalings balans, initiële loonkosten stijgingen en inflatiepercen tages, blijken inmiddels al weer aan de haal te zijn ge gaan, en een volgende om buigingsoperatie dient zich alweer aan, voordat de terug dringing van de werkloos heid, waar de eerste voor had moeten zorgen, zelfs maar is begonnen. Hoe kan dat nou toch. Hadden tegenstanders van Bestek '81 die beweerden dat die om buigingsoperatie toch geen werkgelegenheid zou opleve ren, dan toch gelijk, of juist zij, die van meet af aan op veel grotere ombuigingen hebben aangedrongen, of zijn er krachten in het geding, die wij zelf als nationale samen leving en dus ook onze rege ring, niet of nauwelijks zelf standig kunnen beheer sen. Het is dat laatste, en om dat te kunnen zien, moeten wij even onze hele nationale huishou ding in een veel wijder pers pectief plaatsen. Vette jaren Door j. j. P. de Boer, lid CD A-fractie Tweede Kamer In de vette jaren die wij achter ons hebben, kon die huis houding meer dan evenredig profiteren van het goede de zer aarde, zoals iedereen weet die wel eens buitenshuis is geweest en de levensomstan digheden heeft gezien elders in Europa en in grote delen van de rest van de wereld. De oorzaak daarvan was, dat de mensen in ons hoekje van de wereld eerder dan de anderen de technieken wisten te vin den ter ontsluiting van de bronnen van de welvaart, die in de natuur gelegen zijn, en dat wij mede daardoor op gro te schaal onontgonnen gege venheden van de natuur tot ver buiten onze grenzen, in eerste instantie ten eigen ba te, tot ontwikkeling wisten te brengen. Dat slaat met name op de grondstoffen waarvan wij, ondanks dat zij grotendeels elders in de wereld, vooral in de zgn. ontwikkelingslanden, worden gewonnen, tot op he den nog steeds de grootste verbruikers zijn, omdat de verwerking daarvan tot hoogwaardige eindproduk- ten nog steeds voornamelijk in ons hoog geïndustriali seerde deel van de wereld ge schiedt en wij mede daardoor in staat zijn om zowel de prij zen, die wij voor de grondstof fen willen betalen, min of meer eenzijdig vast te stellen alsook de prijs, die wij daar tegenover vragen voor de verkoop van de door ons er mee vervaardigde eindpro- dukten. Dat beide prijsstellingen daar bij eerder afgestemd zijn op wat in onze kraam te pas komt, dan dat zij gericht zijn op de belangen van een gun stige economische ontwik keling voor de Derde Wereld, volgt dan ook haast wel van zelf. En nou hoef je je heus nog niet aan het ontstaan van de aldus in de wereld gegroeide eco nomische wanverhouding schuldig te voelen, om toch met je klomp te kunnen aan voelen dat dat niet zomaar kan blijven doorgaan. Aandeel En dat is het dan ook wat ge beurd is. In toenemende mate beginnen de ontwikkelings landen hun rechtmatig aan deel in de mogelijkheden, die deze aarde ons biedt, op te ei sen, zo niet allemaal even luidkeels met de mond, dan toch tenminste feitelijk. Op de eerste plaats doen zij dat door rechtvaardiger loon naai werken te vragen voor wat zij ons leveren aan die grond stoffen, waarvan wij zelf in toenemende mate afhanke lijk geworden zijn om ermee in onze eigen lang niet meer zo simpele behoeften te kun nen voorzien, en om aan de vraag naar produkten van an deren te kunnen voldoen. Op de tweede plaats doen zij dat door ook in toenemende mate hun deel te verlangen in de verwerking van hun eigen grondstoffen tot half- en-of eindfabrikaten. En hierin worden zij met name in de kaart gespeeld door dat zelfde vrije-markt-economi- sche-stelsel van ons, dat in eerste aanleg tot die grote be staande verschillen in wel vaart heeft geleid, maar dat op langere termijn toch ook in hoge mate zelfregulerend werkt. Want het zijn met name de grote verschillen in welvaart en daarmee ook in de kosten van de arbeid, waardoor het in toenemende mate aantrek kelijk is geworden voor on dernemers om uitbreidingen of vernieuwingen van hun produktiefaciliteiten niet meer in de welvarende hooggeïndustrialiseerde lan den te vestigen, maar juist in landen met een lage welvaart en met lonen navenant. Processen En het zijn dan ook deze twee processen bij elkaar; stijgen de grondstoffenprijzen en vlucht van ondernemingen naar lage-lonenlanden, sa men staande voor de opkomst van de Derde Wereld, die de grondoorzaak vormen van onze eigen economische ach teruitgang. Maar als dat zo is, dan moet wat er in Nederland intern aan de hand is aan bedrijfssluitingen en daarmee gepaard gaand verlies aan werkgelegenheid en dus toenemende werk loosheid, plus zaken als ver vroegde uittreding uit en verlate intrede in het arbeids proces, op de eerste plaats op het conto van deze mondiale ontwikkeling worden ge schreven en in dat licht wor den bezien. Het eerste dat dan opvalt, is dat wat in eigen land gebeurt dus een ontwikkeling betreft, die wij eigenlijk moeten toejui chen, omdat zij een noodza kelijk uitvloeisel is van een op wereldniveau aan de gang zijnde ontwikkeling in de richting van een betere -ver deling van de welvaart tussen de volkeren. En voor dat laatste heten, bij monde van hun partijpro gramma's, alle politieke groeperingen in Nederland grote voorstanders te zijn en zelfs de daarvoor noodzake lijke offers over te willen hebben. En aangezien deze verreweg het grootste gedeel te van ons volk vertegen woordigen, mogen wij dus verwachten dat iedereen daar voor is. Het tweede is dat de daarvoor noodzakelijke offers, anders dan de 1,5 procent-bijdrage van ons nationaal inkomen die wij aan de begroting van ontwikkelingssamenwerking willen besteden, tot nog toe toch wel heel ongelijk over ons volk verdeeld zijn gewor den. Zij zijn namelijk alleen terechtgekomen (en dat met een voor zo'n 20 tot 30 procent bruto inkomensderving) op de hoofden van diegenen, die in ons land hun banen hebben verloren of er geen meer heb ben kunnen vinden als gevolg van de opkomst van de tex tiel, de scheeps- en machine bouw, de elektronische en de petro-chemische industrieën elders in de wereld, en van het daarmee gepaard gaande af kalven van de markt voor de produkten uit die secto- Natuurlijk zijn de orders die voor Nederland verloren zijn gegaan, niet allemaal meteen in het goedkoopste ontwik kelingsland terechtgekomen. Maar wel is het zo, dat vooral in deze sectoren de uitbrei ding van de produktiecapaci- teit met die van de Derde We reld, tot een overcapaciteit heeft geleid, waardoor de concurrentie werd aange wakkerd. En die trof uiter aard het eerst de bedrijven die in hun prijzen het minste omlaag konden. Arbeidskosten Bij gelijke grondstoffenprijzen (en die zijn wereldwijd min of meer gelijk) zijn dat uiteraard de bedrijven met de hoogste arbeidskosten en het land waar deze het hoogst van al len zijn, was en is: Nederland. Vandaar dat het hier bijv. met de textiel en de scheeps- en machinebouw misschien nog harder en sneller achteruit gegaan is dan elders in Euro pa en in de westelijke wereld. Maar dat neemt niet weg dat de relatie daar is van onze werkgelegenheidsproblema- tiek en van de neergang van juist deze bedrijfstakken in ons eigen land, met de op zichzelf toe te juichen op- komst van diezelfde bedrijfs takken elders in de we reld. Maar dat is dan tevens de reden waarom wij als nationale sa menleving het er met zijn al len niet bij mogen laten zitten, dat slechts een deel van onze bevolking zou moeten op draaien voor wat deze ont wikkeling ons aan gederfde inkomsten kost, doordat zij zo'n 20 a 30 procent teruggaan in inkomsten en wij in het ge heel niets, of zelfs nog enigs zins vooruit. Dat is ook het punt waar Bestek '81 aan de orde komt, name lijk als een begin van de ver andering die in onze samen leving nodig zal zijn, om wer kelijk samen de lasten te dra gen, welke de dringend nood zakelijke, maar ook onaf wendbare verandering ten gunste van de huidige minder bedeelden in de wereldwijde arbeids- en inkomensverde ling onvermijdelijk ook voor ons mee moet brengen. Alleen door de ontwikkeling van de zich tot op heden als maar nog in opwaartse zin bewogen hebbende prijs van de factor arbeid aan loon- en sociale lasten om te buigen en deze in de toekomst minder te laten stijgen of constant te houden, is vooreerst behoud en op den duur wellicht enig herstel mogelijk van onze huidige, in vele opzichten ei genlijk al veel te zwakke con currentiepositie. Effect Dat betekent dan ook tevens dat het primaire effect van Bestek '81 voor de werkgele genheid is gelegen in zoveel mogelijk voorkomen van verdere bedrijfssluitingen en behoud van de daarmee ge paard gaande werkgelegen heid in de bestaande bedrij ven, terwijl de in een gezonde economische onderhuids voortdurend voortgaande vernieuwing voor een terug winnen van de reeds verloren gegane arbeidsplaatsen zou moeten zorgen. Dat betekent ook dat de mar ges, zelfs na uitvoering geven aan Bestek '81, maar uiterst smal zijn en dat er ook maar niet dat behoeft te gebeuren en onze hele economie gaat weer hellingafwaarts schui- Het is daarom dan ook onbe grijpelijk, dat vrijwel nie mand zich schijnt te realise ren, dat we, ondanks dat we, anders dan bijvoorbeeld West-Duitsland, nog steeds aanzienlijke inkomsten beu ren uit onze aardgasverkoop, toch al reeds met begrotings tekorten van 5 tot 6 procent de touwtjes aan elkaar trachten te knopen (wat je knopen noemt) en dat dat in feite be tekent, dat we op een giganti sche manier aan het potverte ren zijn. Potverteren ten kos te van onze eigen toekomst en van die van onze kinde- En dan te bedenken dat de olie- en de grondstoffenprijzen in 5 tot 10 jaar zich misschien nog eens zullen verdubbelen. Dat zijn de dingen waar we met zijn allen mee bezig zouden moeten zijn, werkgevers en werknemers, overheid en ambtenaren, sociale-uitke- ringtrekkers en studenten van lerarenopleidingen. En dan liefst niet vanuit het ei gen halen, hebben, houden- syndroom, of vanuit een „als er omgebogen moet worden, na U" versie daarvan van de ene of de andere collectieve onderhandelingspartners of van al die andere groepen van sterken, die vaak zo manhaf tig voor precies die belangen van de zwaksten in de sa menleving weten op te ko men, waar zij zelf als groep toevallig ook het meeste baat bij hebben. Ondeelbaar Neen, als we met deze dingen bezig zijn, laat het dan zijn in het besef dat solidariteit on deelbaar is, en dat onze met de mond beleden solidariteit met het lot van de Derde We reld in wezen voos is, wan neer die niet gepaard gaat met een bereidheid tot meedelen in de last, die de ontwikkeling van die Derde Wereld in we zen aan onze gehele nationale samenleving oplegt, maar die in de praktijk in eerste aanleg op slechts de schouders van een aantal van ons terecht komt. En dat het daarom een eerste daad van solidariteit is met de Derde Wereld, om de lasten van de teruggelopen werk gelegenheid en van de daar mee gepaard gegane terug gelopen verdiensten van een aantal van ons met zijn allen te gaan delen. Om de wereld effectief te kun nen verbeteren, kunnen we inderdaad met onszelf begin- HILVERSUM - CDA-leider drs. Ruud Lubbers stuurt niet aan op een tweede kabinet-Van Agt. Verhalen, dat dit wel het geval zou zijn, verwijst het kamerlid naar het rijk der fabelen. Ook prof. dr. Goudzwaard heeft deze beschuldi ging aan het adres van Lubbers inmiddels moeten terug nemen. Goudzwaards taxatie berustte op een misver stand. Dit ontstond door wat losse opmerkingen van de CD A-fractieleider op het partijcongres in januari. Lubbers zette geen spoor uit naar een tweede kabinet-Van Agt, zoals Goudzwaard, AR-dissident en opsteller van het CD A-program, bij zijn terugkeer uit het buitenland te horen kreeg. Het kamerlid verkondigde slechts als zijn mening, dat je nu niet al dingen op de rails moet zetten voor een volgende regeerperiode. De letterlijke tekst van Lubbers' rede overtuigde Goudzwaard hiervan. GEEN WD-KEUZE Lubbers zegt nu dan ook als verdere reactie op Goudzwaards bewering: „De mensen zijn toen niet naar huis gegaan met het idee dat het CDA op een blijvende coalitie met de WD aanstuurt. Dit soort dingen zijn voor mij gewoon verstandshuwelijken. Je moet per keer kiezen voor een coalitiepartner. Bovendien ben ik nou ook niet bepaald de grote archi tect van dit kabinet, om het maar zachtjes uit te drukken. Is dat zo, vroeg Goudzwaard me nog, ja dat is zo, zei ik. Nou, dat heb ik dan verkeerd begrepen", zei Goudzwaard. Dit station is dus afgesloten. Ons gesprek werkte verhelderend". De ogen van Lubbers glinsteren. Hij glimlacht. De twee „zwaargewich ten" uit het CDA-kamp hebben elkaar politiek en inhoudelijk kunnen vinden. Lubbers deelt Goudzwaard's opvatting dat een grote partij - die bovendien regeringsverantwoordelijkheid draagt - de neiging heeft om vooral „bevestigend" te werken. „Zo van: wat de regering doet is goed, en ook wat er in de samenleving gebeurt is prima". „Dat kan niet natuurlijk. We moeten ook politiek blijven voelen vanuiteen ongemeen felle beleving van vraagstukken in de samenleving die moe ten veranderen omdat ze om een oplossing vragen. De aanpak van problemen moet niet leiden tot een herstellen van evenwicht, maar naar fundamentele doorbraken. Deze drang naar verbetering vergt nogal wat. Het is een hard en taai gevecht, maar wat dit element betreft, ben ik een Goudzwaard-man", zo betoogt Lubbers. Is de kernvraag, na het „ongevraagde advies" van de groep-Goudzwaard, dat het voor deze prominente CDA'ers onaanvaardbaar zal zijn als Van Agt opnieuw de lijsttrekker bij de volgende verkiezingen wordt? Lub bers: „Ik denk niet dat Bob Goudzwaard dit graag zal beamen. Hij denkt niet in termen van personen. Het beleid en de aanpak van het kabinet- Van Agt is door hem gekritiseerd. Ongetwijfeld zit dat eronder, dat we toch niet op de goede route zitten. Daarmee is echter niet makkelijk aan te geven wat dan wel de goede route zou zijn. Het is ook nog te vroeg om hierover te speculeren". De CDA-leider brengt overigens de uitspraak van zyn voorganger Aan tjes in herinnering over Dries van Agt „Hij is onze eerste christen-democra tische politicus". „Daaruit blijkt trouw en loyaliteit aan Van Agt, ook al is hij als CDA-politicus op non-actief gesteld door het minister-presi dentschap". „Vergeet verder niet", betoogt Lubbers, „dat Van Agt een zwaarbelast man is. Zijn geschiedenis begon niet in 1976 bij het lijsttrekkerschap, maar al in 1971, in de moeilijke jaren '70. Hij is nu zowat de enige politicus die het gouvernementele werk een decade lang heeft voortge zet. Zoiets slijt aan een mens, dit is gewoon een menselijk aspect". ANDERE KOERS Is de aan de groep-Goudzwaard toegezegde inhoudelijke discussie niet een fopspeen? Zal het nou werkelijk zo ingrijpend zijn dat het kabinet en de fractie een andere koers, anders dan alleen maar „het passen op de winkel" gaat varen? Lubbers: „Ik zit nu zes jaar in de politiek. Een politieke discussie in de partij zal zijn uitwerking niet missen. Het duurt wel eens wat langer dan je zou willen. Ik ben ervan overtuigd, bijvoorbeeld, dat het kabinet die vijf gulden eigen bijdrage in de ziektekosten heeft ingeslikt door de discussie daarover in het CDA. Hetzelfde kan worden gezegd met be trekking tot de sociale woningbouw, waar de fractie er toch maar drie duizend woningen extra heeft uitgesleept. De inhoudelijke discussie heeft invloed op directe termijn naar de partijen toe als samenbindend element. Daarnaast is de inhoudelijke discussie ook interessant voor de middellange termijn". Concreet wordt er al hard gewerkt aan de activering van de grondslagdis- cussie en van het politiek handelen binnen het CDA. Zo is er een com missie geïnstalleerd, met onder anderen Goudzwaard, die een basispro gramma zal opstellen, dat uiteindelijk zal uitmonden in een nieuw ver kiezingsprogramma, een geactualiseerde versie van het uit 1976 date rende „Niet bij brood alleen". Lubbers: ..Het nieuw op te stellen stuk heeft als directe betekenis dat het, voor het samengaan in de politiek, gericht is naar de (drie) partijen. Verder zal het de basis vormen van laten we zeggen de christen-demo cratische politiek vanaf 1980. Dit zal dus een belangrijke doorwerking hebben naar het volgende kabinet, en dan moeten de billetjes maar eens bloot". HERMAN DIRK MAGAZINE Het gladgekamde hoofd van drs. R. E. M. van den Brink siert de voorplaat van dit magazine. Van den Brink (60) neemt binnenkort afscheid van Elsevier. Wat heeft hem bewogen 35 jaar bij Elsevier te blijven? Michel van der Plas legt hem deze en andere vragen voor. Daarbij wordt duidelijk dat vooral de groei van het concern hem heeft gefascineerd: „Groei als uitdaging. Dat is het. Je kunt iets creëren. Een ontwikke ling beïnvloeden. Ik zou best het woord kunstenaar durven laten vallen". Van den Brink ontkent dat de ty coon Van den Brink ooit heeft bestaan. Al heeft hij die indruk door het spectaculair overnemen van bedrijven of door bepaalde fusies wel gewekt. fJDat was de buitenkant. Als je af en toe iets met vaart doet heet je op eens een tycoon", aldus de top- Verder wordt in Elsevier het feno meen goud belicht „Goud ver loor zijn koortsgolf maar niet zijn glans". Elsevier klaagt over de belasting die de koper op een baar of plaatje goud moet betalen. De Nederlandse schatkist profiteert bij herhaling van dat goud. En de Zuidafrikaanse Krugerrand is volgens Elsevier niet alleen om streden door het apartheidstintje dat daar aan kleeft, want ook op die Krugerrand moet btw worden betaald, hoewel het een wettig betaalmiddel is. Argwaan over het vredesverdrag in het Midden-Oosten heerst er bij Elsevier „Een vrede met risi co's". hervormd nederland Onder de kop „Het hoofd in de strop" maakt het PPR-Tweede- Kamerlid Leo Jansen zich in Hervormd Nederland zorgen over de automatisering: „Auto matisering bedreigt de wereld vrede en vergroot de machtsver schillen", is zijn mening. Ook al ziet hij nog een pluspunt want „automatisering biedt in het na- tuur- en milieubeheer goede mo gelijkheden om nadelige gevol gen van menselijk handelen te verkleinen". Maar verder ver wacht Jansen er niet veel goeds van: ,fllen kan ongestraft vol houden dat zonder automatise ring noch de grootscheepse aan maak van atoomwapens', noch de ontwikkeling van wapentrans portsystemen, noch de ontwikke ling van verdedigingssystemen mogelijk zou zijn geweest". Willem Oltmans interviewde een opmerkelijk optimistische Ge rard Croiset. Volgens de parag nost hebben we een zonnige toe komst in het verschiet. „Winst zal niet meer meetellen, bezit wordt overbodig". Ook Hervormd Ne derland is niet dolenthousiast over het aanstaande vredesver drag tussen Israël en Egvpte: „Vrede in het Midden-Oosten is gevaarlijk eenzijdig", aldus Peter Idenburg. VRIJ NEDERLAND ,Ik vind niet dat de wereld alleen geregeerd mag worden door oude griezelige mannen, oude griezeli ge vrouwen moeten ook hun kans krijgen". Dat zegt George Wo- linski. tekenaar van het Franse satirische weekblad Charlie- Hebdo. En met deze uitspraak tekent Wolinski zichzelf ten voe ten uit. Charlie-Hebdo is de op volger van het zo mogelijk nóg satirischer Harakiri-Hebdo, „een anti-papistisch, anti-militaris tisch, anti-kapitalistisch en anti communistisch blad, maar even zeer het tegendeel en zelfs dat niet", aldus Piet Piryns in Vrij Nederland. Ook Charlie-Hebdo heeft die ken merken, maar ziet zijn oplage griezelig dalen. Aan Wolinski de vraag hoe Charlie-Hebdo zich verhoudt tot het evenzeer satiri sche Le Canard Enchainé dat zich wel kan handhaven: Wij brengen geen informatie, wij zijn niet zo op onthullingen uit. Als wij de belastingaangifte van Chaban-Delmas in handen zou den krijgen zouden we onze schouders ophalen en hem niet publiceren zoals Le Canard heeft gedaan". Wolinski bekent een beetje bang te zijn voor het feminisme. Zyn vrouw werkt voor het feministi sche blad Choisir. Vandaar. Maar tegelijkertijd is hij er trots op met een feministe te zijn getrouwd: „Het is lastig, maar het is chic en een teken" van beschaving". Ver der in Vrij Nederland Tamar nog eens over de nieuwe lelijkheid. Nu met voorbeelden gestaafd: „Beeld van de verloedering van een stadswapen". En daarmee bedoelt zij het gemoderniseerd stadswapen van Leiden. Het kleurkatern van VN behandelt de aanslag op Hitier. Het dossier- Eiser. ^/erder wordt het beleid van wethouder Irene Vorrink doorgelicht. ,Wie kent Bouke Beumer?", vraagt de Haagse Post zich af. Beumer mag zich verheugen in de twijfel achtige eer de onbekendste lijst trekker bij de komende Europese verkiezingen te zijn. Beumer, voortgekomen uit de AR, een van de weinig overgebleven loyalis ten ziet het Europees lijsttrek kerschap van het CDA niet als troostprijs voor de AR-loyalisten: „Om die reden, om alleen als vaandel te dienen, zou ik het niet gedaan hebben". John Jansen van Galen en Henk Snijders gingen met Beumer mee naar een spreekbeurt voor de Bond van Plattelandsvrouwen in Groningen. Hij bleek zijn huis-, werk niet al te best te kennen: ,fiij is te lief, te zacht", zegt een plattelandsvrouw als we het ge bouw verlaten. Beumer betreurt het dat niemand hem gevraagd heeft naar de verhoudingen bin nen het CDA en zijn positie als loyalist. Daar kan hij altijd zo lekker op in gaan. Hij blijkt geen geld voor de bus bij zich te heb ben. Een groot deel van HP is aan boe ken gewijd. Hans Maarten Tromp interviewde Joseph Heller, au teur van Catch 22. Stanley Uijs geeft een tussenbalans van het Muldergate-schandaal in Zuid- Afrika. Zeer lezenswaard is het interview van Rob Vermaas met Marcel van Dam. „Ik had een drempel te overwinnen", zegt de uit een KVP-milieu komende ex-staats secretaris. „Want bij mij thuis waarschuwden ze tegen die vuile rooien. Ik kan me nog herinneren de eerste keer dat ik op de PvdA stemde. Ik stond in dat stem hokje te trillen op mijn benen". Het PvdA-Tweede-Kamerlid blijkt geen voorstander te zijn voor samenwerking met WD of CDA. „De weerstanaen legen het CDA zijn denk ik bij de WD en de PvdA even groot. En dat vind ik nou het treurige van de Neder landse politiek. Dat alleen door de weerstanden die rechts en links tegen het CDA hebben door som mige mensen serieus wordt ge dacht aan een regeringsvorm van de PvdA en WD". Maar als Van Dam moest kiezen zou hij toch liever samenwerken met het CDA: ,fk denk dat het neo-liberalisme zoals dat nu in de WD wordt besproken toch we zenlijk anti-socialistisch is en ik denk dat met name in het chris tendom stromingen zitten die we zenlijk dicht bij het socialisme staan". En over zijn veroordeling voor het ryden onder invloed: ,Het was onverantwoord,het was dom, de straf is terecht en het was niet mijn broer". ANNEMIEK RUYGROK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 13