V@(n) Pdx§> tnrD@Itnl
(sio® V©[fü lH)®§tefeö® teydli]3
Tekst:
Sjak Jansen
Die vrijdagmorgen waait er een
straffe noord-wester wind over
Noordwijk. De zee is woelig en
het strand vrijwel verlaten Het
enige teken van leven op de
goudgele zandvlakte is een man
vergezeld van zijn hond. wan
delend langs de schuimende
branding met welk de speelse
viervoeter (al blaffend) het ene
gevecht na het andere levert.
Op de boulevard is het eveneens
zonderling stil. Het geruis van
de grillige zee overstemt vele
malen het geroezemoes van eni
ge bejaardendie ter hoogte van
de troosteloze resten van het
uitgebrande Palacehotel el
kander de laatste nieuwtjes
uitwisselen. En daar boven in
de sneeuwwitte vuurtoren be
weegt ook wat. Het is Dick van
Dee. de 55-jarige vuurtoren
wachter. Met zijn 33 dienstja
ren ook wel de Nachtwacht van
de Noordzee genoemd.
Gehuld in een zwarte broek,
zwarte jopper, zwarte coltrui en
een eronderuit bengelende
oranje borstrok zit hij met een
verrekijker in de hand verge
noegd voor zich uit te kijken.
Zijn grote knuisten, volle
baard, zwarte schoenen en
zwarte, wollen muts maken
hem bijkans het prototype van
de stoere zeebonk. Alleen nog
"een zware van de weduwe"
tussen zijn lippen en dat beeld
zou vervolmaakt zijn. Daar be
gint Van Dee echter niet meer
aan. "Het roken heb ik een jaar
of tien geleden afgezworen.
Zonder dat daar enige aanlei
ding toe was. Goed, ik rookte
een pakje shag per dag. Ja, in
één keer een streep erdoor.
Nee, niks afbouwen. Gewoon
basta." Van Dee zegt het wel te
kunnen merken. Was hij vroe
ger buiten adem wanneer hij de
32 meter hoge toren had be
klommen, tegenwoordig is het
nemen van de 110 treden voor
hem een fluitje van een cent.
Van Dee zet de kijker nog eens
aan zijn doppen. Vanuit de
ranke uitkijkpost kan hij alles
overzien. Luistert onderwijl
naar de marifoon, het commu
nicatiemiddel waarmee zeelie
den contact kunnen krijgen
met het vasteland. Het lijkt een
raar taaltje dat op die marifoon
gebezigd wordt. Van Dee vindt
van niet, hij begrijpt het alle
maal donders goed. Luistert
nog eens extra aandachtig en
staat dan plotsklaps op. Geïrri
teerd draait hij resoluut met
één ruk het ding uit en moppert
dat er zo ontzettend veel geou
wehoerd wordt op die mari
foon.
"Narcotia"
Van Dee gaat weer zitten en
vraagt: "Zie je het Remeiland
daar? Kun je van hieruit mak
kelijk in de gaten houden.
Hoeft niet hoor, want de Rem is
beveiligd met een elektrisch
oog. Kan niemand opkomen,
zonder opgepakt te worden.
Maar het was laatst juist bij de
Rem dat er een kotter voorbij
voer zonder licht. Kijk, dan ga
je onraad ruiken hè. Want je
bent verplicht bij donker licht
te voeren. Ik vertrouwde het
niet en heb een seintje gegeven.
Niet lang daarna heeft Hoek
van Holland hen opgepakt. Het
schip zat vol narcotia" (Van
Dee bedoelt narcotica- verdo
vende middelen).
"Hoe ik zo'n schip kan zien als het
geen licht voert? Ja daar moet
je getraind in zijn. Vaak zie je
het aan de schittering van de
golven. Ik kan bij wijze van
spreken op de Rem een vlieg
zien zitten. Niet voor niks wor
den wij, kustlichtwachters,
eens in de twee jaar op ons ge
zichtsvermogen getest".
Waarmee we zijn aanbeland op de
toenemende automatisering in
het vuurtorenwachtersvak. Er
zijn al vuurtorens in ons land
die enkel bemand worden door
een kostbare radarinstallatie.
Over de vraag hoe dat met de
Noordwijkse toren zal gaan,
wenst Van Dee niet te praten.
Hij heeft een afkeer van het kij
ken in het koffiedik. Volgens
hem ziet het menselijk oog in
elk geval meer dan zo'n radar-
installatie. "Een visuele uitkijk
is belangrijker dan je denkt.
Let op mijn woorden. Ons zie ik
voorlopig niet uit het loodswe
zen verdwijnen".
Walvisvaart
Bij dat loodswezen is Van Dee
zoals gezegd al 33 jaar in dienst.
Het had een haartje gescheeld
of de in Schiermonnikoog op
gegroeide Van Dee had daad
werkelijk tegemoet gekomen
aar. zijn Kapitein Haddock-ui-
terlijk. "Na de oorlog had ik me
ingescheept voor de Willem
Barentz. Dat schip ging op wal
visvaart naar de Zuidpool.
Maar ja, ik was net getrouwd en
aangezien er voor je kinderen
meer kansen zijn weggelegd
aan de wal. heb ik er op het laat
ste nippertje van afgezien. Kon
toen vuurtorenwachter op
Schiermonnikoog worden.
Aan de ene kant heb ik wel spijt
van dat besluit maar aan de an
dere kant weet ik dat het niet
bij één zeereis zou zijn geble
ven. Het zeemansbloed
stroomt door m'n aderen. Ik
kom ook uit een echte vissers
familie. Maar ach, eigenlijk heb
ik er best vrede mee".
Op de kop af 25 jaar mag Van Dee
zich nu inwoner van Noordwijk
noemen. De vuurtoren wordt
bemand door drie wachters,
van wie Van Dee, zeg maar, de
chef is. Ze draaien in ploegen
dienst. Tussen 's avonds vijf
uur en 's ochtends acht is de
toren bezet. Vandaar de naam
"Nachtwacht van de Noord
zee".
Begint hem het werk, vooral 's
avonds wanneer je de zee bijna
niet kunt zien, na 33 jaar niet te
vervelen9 Van Dee. heftig met
zijn hoofd schuddend: "Hoe
kom je daar nou bij. Zie je wel
dat je er geen snars verstand
van hebt. Weet je dan niet dat
de zee er elke dag weer anders
uitziet? Dat er elke dag wat an
ders gebeurt op zee. Het wordt
ook elk jaar spannender. Elk
jaar komen er meer jachtjes op
zee. En dan moet je niet raar
kijken als een beetje verant
woorde nautische apparatuur
ontbreekt bij die vakantiegan
gers. Het is levensgevaarlijk.
Hoe halen ze het in hun hoofd?
Kluts kwijt
"Neem nou die Duitser die hier,
het zal een jaar geleden zijn, ge
strand is met zijn bootje. Die
knaap had zelfs geen kustkaart
aan boord, laat staan ook maar
enige nautische apparatuur. En
zo iemand waagt zich op zee!
Maar goed. Wij gaan naar die
jongen toe. Hij dacht warempel
dat ie in de buurt van de Wad
den was. Nou vraag ik je. De
Wadden? Wel. wij uitgelegd
waar die zich bevond maar hij
had geen flauw idee van waar
Noordwijk zou kunnen lig
gen".
'Die knaap was volkomen de
kluts kwijt. Hij wist zich totaal
geen raad. Zat die daar vast bij
Noordwijk met een gebroken
roer. Gelukkig voor hem heb
ben wij van de Koninklijke
Noord-Zuidhollandse red
dingsmaatschappij hem vlot
getrokken en naar Schevenin-
gen gesleept. Had je hem moe
ten zien. "Wie konnte ich ihnen
danken?" Hij was er helemaal
ondersteboven van dat wij een
dergelijke dienst aan een
vreemdeling hadden bewezen.
Beloofde dan ook stellig, een
maal veilig in Duitsland aange
komen, ons te schrijven. Maar
schrijven? Ho maar, tot op de
dag van vandaag heb ik taal
noch teken van hem vernomen.
Houd je altijd met die opvaren
den. Ik had hem een verouder
de kustkaart gegeven en als
souvenir heb ik dat gebroken
roer meegenomen. Dat ligt hier
beneden".
Museumpje
Van Dee gaat ons voor naar be
neden. Op de eerste verdieping
heeft hij, net als bij hem thuis,
een klein museumpje ingericht
van antieké dingen die iets met
de zee en visserij te maken
hebben. Niet alleen zijn er door
hem geschilderde zeeland
schappen en een antieke vuur
pijl te zien maar ook bijvoor
beeld echte speten waarmee
vroeger paling werd gerookt.
Vandaar die vislucht in de to
ren. Ook hangt er een grote foto
van King David, een groot
schip dat enkele jaren geleden
aan de Noordwijkse kust
strandde: een van de hoogte
punten in Van Dee's loopbaan.
Eenmaal de blinkende trap
weer beklommen zien we een
koninklijke standaard (oor
spronkelijk staatsbezit) die
Van Dee vlak na de oorlog op
het Waterlooplein voor een
habbekrats op de kop wist te
tikken. Ooit in tweeën geknipt
heeft zijn vrouw de standaard
aan elkaar genaaid. Je ziet er
niks meer van. Van Dee hecht
erg veel waarde aan, zoals hij
het noemt, "nastelgie".
Het is trouwens opmerkelijk
schoon in de toren. "Dat
schoonmaken doen wij zelf',
zegt Van Dee. Tussen neus en
lippen door vertelt hij dat er
wel eens dagen zijn geweest dat
het één vieze boel in de toren
was. Dat was in de twee jaar dat
de toren opengesteld was voor
toeristen en schoolkinderen.
"Kwamen ze met zakkies patat
binnen en als ze eenmaal de
deur uitwaren, lagen de hopen
stront hier voor het oprapen.
Echt. Vandaar dat we er na
twee jaar maar gauw een punt
achter hebben gezet. Maar ver
geet niet dat hier elke zomer
gauw zo'n 16.000 bezoekers
over de vloer kwamen. Ook
Duitsers ja. Tuurlijk heb ik
daar geen hekel aan. Daar leeft
Noordwijk toch van?"
Bladstil
Goed van de tongriem gesneden
als hij is, haalt Van Dee nog
eens oude herinneringen op.
Toen het in het Zuidhollandse
Valkenburg gekaapte vlieg
tuigje boven Katwijk neerstort
te, toen mensen van Radio Ver
onica het schip van Radio
Noordzee saboteerden, toen er
bij het Remeiland een trawler
ontplofte en toen in de strenge
winter van 1963 de zee, zover hij
kon kijken, dichtgevroren was.
"Bladstil was het toen. Anders
hoor je altijd het geruis van de
zee, maar toen was dat zelfs niet
te horen. De Amsterdamse
grachten waren toentertijd gro
te vuilnisbelten", mijmert Van
Dee. Hij mompelt terloops dat
het met de vervuiling van de
zee best wel meevalt. "Goed, je
ziet weieens bruine happen op
de branding. Maar dat hoeft
toch niet perse olie te zijn. Kan
ook zand wezen. Nee hoor, ik
vind dat de mensen milieube
wuster zijn geworden. Kom jij
dan weieens plastic flessen te
gen in zee? D'r zijn toch ook
niet minder kwallen. Ja goed,
nu zie je ze niet. er staat immers
zeewind" zegt Van Dee met een
duidelijk relativerende onder
toon in zijn stem.
Voor de zoveelste keer staat Van
Dee op. Zwaait naar een voor
bijkomende politiewagen en
maant ons mee naar boven te
komen. Al trappen lopend zegt
hij er naar te streven zo min
mogelijk op zijn "kont" te zit
ten. "Dat begint ook te verve
len". Hij gaat dan ook vaak naar
beneden voor het lopen van een
rondje om de toren. Op de
overdekte balustrade staan we
oog in oog met een lichtinstal
latie van 1000 watt die binnen
een mum van tijd 300 keer ver
sterkt kan worden. Vandaar
ook de naam kustlichtwachter
want met echt vuur heeft Van
Dee's beroep vandaag de dag
weinig of niets uit te staan.
Vroeger wel, toen brandde er in
de nok van de toren echt vuur.
Dat even terzijde.
Brandaris
Van Dee zegt dat het licht van zijn
toren zelfs op 27 kilometer af
stand te zien moet zijn. Van de
ene kant bezien moet dat ook
wel want de dichtstbijzijnde to
rens zijn in IJmuiden en Sche-
veningen. De Noordwijkse to
ren bestrijkt dus een tamelijk
groot gebied. Daarom beschikt
één van Nederland's jongste
vuurtorens over een noodver
lichting die op tien kilometer
afstand zichtbaar moet zijn.
Van Dee roept uit verknocht te
zijn aan zijn vak. Hij weet te
vertellen dat de eerste vuurto
ren een paar eeuwen geleden in
Alexandriè is gebouwd en dat
hij alle 15 vuurtorens langs de
Nederlandse kust heeft be
zocht. "De Brandaris op Ter
schelling vind ik zonder meer
de mooiste. En als ik straks op
vakantie naar Schotland ga, zal
ik zeker een kijkje gaan nemen
in de Schotse vuurtorens om
een indruk te krijgen hoe het
daar reilt en zeilt".
Van Dee is van mening dat het
aantal zandbanken voor de Ne
derlandse kust de laatste jaren
sterk is toegenomen. "Dat wil
zeggen dat wanneer een schip
te dichtbij komt, ik met de
seinlamp een "U" moet geven.
Doe ik vaker dan ooit". Haalt
dan een logboek te voorschijn
waarin dergelijke zaken plegen
te worden opgeschreven. Een
paar bladzijden terug staat het
volgende te lezen: "Om 3.15 uur
zware rook waargenomen aan
het eind van de boulevard. Po
litie gealarmeerd. Naar later
bleek grote uitslaande brand in
het Palacehotel". Van Dee
heeft die zaterdagnacht geen
dienst gehad.
Geen last
Heeft Van Dee in de weekeinden
nog wel eens last van beschon
ken uitgaanders?
"Al lang niet meer. Vroeger wel.
Toen werden hier beneden
flessen kapot gegooid en met
messen in de deur gebeukt.
Maar ach, dan waarschuwde je
de politie. Bovendien staat het
latje hier altijd klaar, hoewel ik
van mening ben dat reuring
(leut) er altijd moet wezen".
Hij komt er rondborstig voor uit
een graag geziene figuur te zijn
in Noordwijk. "Ik ben een
beetje met Noordwijk ver
groeid. Als ik met mijn boot
van vakantie op het IJsselmeer
weer in Noordwijk terug ben,
denk ik altijd weer Ziezo we
zijn weer fijn thuis. Ik kan niet
zo lang zonder het strand, de
duinen en de zee".
Na een korte stilte vraagt Van
Dee opeens: "Zie jij nou wat op
zee? Echt niet? Pak dan effe die
kijker. Zie je die twee schuitjes
niet? Oh, toch wel".
Het moet gezegd: Van Dee had er
wis en waarachtig geen kijker
voor nodig.