KAN TKL OS-BE ZE TENE NAAR CURSUS IN BELGIË In het oog springende fietsband Voor opknappen van Katwijkse mutsen PAGINA 4 VARIA WOENSDAG 7 MAART 1U7U Elke ochtend, steevast om tien uur. ga ik de stad en regio in, op zoek naar mensen en dingen voor deze rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok slag tien aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom. "Op m'n vierde zat ik al een truitje voor m'n broertje te breien en ik was amper dertien of ik kon al kantklossen. Nou, dan weetje het wel". Het is een gezellige babbel die de 36-jarige Klazina ("zeg maar Ine") Kruyskamp uit Oegstgeest over zich heeft. Kantklossen kan ze als de beste. En daar weet de werkgroep kantklossen van het genootschap 'Oud Katwijk' al ja ren van te profiteren. Elke dinsdagavond komen acht dames bijeen om zich bezig te houden met het restaureren van de antieke Katwijkse mutsen. Onder leiding van Ine Kruys kamp. "Twintig jaar geleden ben ik door het genootschap gevraagd. Ze hebben zelfs min of meer gebe deld of ik wilde komen", zegt ze gekscherend. "Ja. moet je es luis teren. ik ga er niet voor in de rij staan". Ine Kruyskamp in een ver trouwde pose: bezig met kant klossen. Daar is ze volgens eigen ÜÜSfl zeggen bezeten van. Bijna alle van de vele tientallen kantklos-technieken heeft de geboren Leidse onder de knie. Slechts de techniek van het werken met pottekant is haar vreemd. Em juist die techniek is zo belangrijk voor het restaure ren van de Katwijkse mutsen. Daarom gaat ze 19 maart naar het Belgische stadje Beveren- Waas om daar een cursus te vol gen in de pottetechniek, zodat ze die later kan overbrengen op het Katwijkse kantkloskransje. Zonder dollen "Ik ga daar met alle plezier naar toe. Het heeft me overigens veel moeite gekost om tot een potte- kantcursus te worden toegelaten. Ik ben gewoon te goed. Zonder dollen hoor. Geen opschepperij drukt de moeder van twee doch ters me op het hart. "Vorige week ben ik met de heer Van Brakel van het genootschap een kijkje wezen nemen in Beve len. In België zijn genoeg kant- klosscholen, maar die zitten altijd volgeboekt. Voor mij heeft men een uitzondering willen maken. Maandag 19 maart dus. Ik zal d'r wel meer keren naar toe moeten hoor. Je leert het niet in één keer. Dat is de enige manier om de res tauratie van die Katwijkse mut sen te kunnen voltooien". Bezeten Ine zegt helemaal bezeten te zijn van het klossen. "Je kan klossen of je kan klossen. Begrijp je wat ik bedoel? Het kan je hobby we zen of je bent er helemaal gek van. Dat laatste is met mij het ge val. Ze kijken mij d'r niet op aan hoor. In alle rust kan ik hier aan de Floxlaan met het klossen be zig zijn". In al die jaren heeft ze heel wat af- geklost. Wat ze ermee doet? Ver kopen in elk geval niet. Ine: "Of ik geef het weg aan iemand die het waardeert óf ik hou het zelf. Daar maak ik geen probleem van. Wat ik zoal aan kant in huis heb? Nou ja, kleedjes, gordijnen. wandversierinkjes, noem maar op. Maar d'r komen wel de nodige uurtjes bij kijken hoor. Neem nou dat gordijn daar. Daar zit een kanten rand aan van 8 centi meter breed en vijf meter lang. Wel effetjes een jaar mee zoet ge weest hoor. 't Is nou niet om te zeggen van: Hup, dat doe ik van middag even. Ben je mal. M'n dochters kunnen erover mee praten. Die kunnen ook kant klossen". Geen flauwekul Ine was dertien toen ze ergens, waar weet ze niet meer, een kantwerkster aan het klossen zag. Ze was er meteen weg van. "Thuisgekomen heb ik het eens geprobeerd en na een poosje luk te het. En dan moet het wel in je zitten hè. Goh, niks geen gepoch, maar zo is het toch". "Of ik zelf wel eens zo'n kanten mutsje op mijn hoofd zet? Joh, wat zei ik nou zojuist? Ik ben een Leidse. Dus met die flauwekul hoef je bij mij niet aan te komen. Daar moet ik niks van hebben"!. Aangezien elke dode in het verkeer er één teveel is, zijn instanties als Veilig Verkeer Nederland en talloze fabrikanten dagelijks druk doende nieuwe snufjes uit te denken die de veiligheid van de deelnemer aan het verkeer nog meer waarborgen. Kwam voor de fietsers vorig jaar de reflector op de markt (per 1 november a.s. verplicht), nu is er de lichtgevende fietsband. In een tiental plaatsen in ons land worden door de fabrikant van de lichtgevende fietsband. 3M Nederland, in samenwerking met de plaatselijke afdelingen van Veilig Verkeer Nederland demon straties gegeven. Voor Zuid-Holland is de keuze gevallen op Hazerswoude-Rijndijk. waar volgende week donderdagavond 15 maart om half acht in de Christus Koningmavo de fietsband zal wórden gedemonstreerd. Leerlingen van deze school zullen in de praktijk laten zien hoe de fietser in dit nog donkere jaargetijde ook van opzij zichtbaar kan zijn. De lichtgevende fietsband is een band waarbij aan de zijkant tij dens het produktieproces een strip lichtweerkaatsend materiaal is meegevulcaniseerd. Deze strip weerkaatst het licht van de koplampen van een auto reeds op 150 meter. Het laten monteren van deze banden kan dus zeer zeker een uitkomst bieden. Onder dit vlechtwerk van buigzame rubberstrips (waarover de hoepelrok kwam te hangen) zijn de petticoat en de onderjurk van deze mevrouw zichtbaar. (Door Rudolph Bakker) PARIJS - Het kunst- en vliegwerk waarvan dames zich door de eeuwen heen bedienden om er anders uit te zien dan ze geschapen waren, is te zien op een tentoonstelling in het Palais Galliera in Parijs. De tentoon stelling wordt niet alleen door dames bezocht. En er is een gravure van een monsieur die zich door zijn bediende in een corset laat rijgen. Dat was rond 1830: naar men zegt de enige periode in de geschiedenis van de mode dat r-.ar.r.e.-. met de waarheid eer. loopje namen. Het Palais Galliera aan de Avenue Pre sident Wilson was eigendom van en hertogin van die n^am, wier filantro pie was gebaseerd op de rijkdom van haar man, een Italiaanse bankier. In de „belle époque" gebouwd, is het een en al krinkels en krullen. En de kelders zijn gevuld met 4000 cos- tuums en 28.000 geringere damesbe- kledende delen sinds het paleis het Franse museum voor de mode is ge worden. De tentoonstellingen hier hebben overigens niets van een sex- boutique. en ook het uitgestalde da mesondergoed is zo keurig dat jeer in onze dagen mee op straat zou kunnen verschijnen zonder uitgelachen te worden. De makers van de tentoonstelling heb ben zich onthouden van iedere dui ding van de achtergronden die tot modeverschijnselen aanleiding ge ven. Toch is het de zedengeschiede- nis die het antwoord dient te geven op de vraag waarom vrouwen zich eeu wenlang in zelfkwelling onderwier pen aan de vreemdsoortigste instru menten om nu eens de borsten, dan weer het achterwerk of het middel opzienbarend te laten uitkomen, of het met man en macht te laten ver dwijnen. Pas na de Eerste Wereld oorlog kreeg het lichaam een gezonde kans. De taille kon van 56 cm in 1889 probleemloos uitdijen tot 74 cm in 1922. Met het verdwijnen van de gehate le vertraan aan de ontbijttafel is er ook geen sprake meer van de gehate ba leinen die, kunstig verborgen in het ondergoed, generaties dames in een doodsstrijd wikkelden, waarbij de doodsstrijd van de nu in bescherming genomen walvis maar kinderspel was. De historie van hetgeen dames onder hun jurken dragen, is dan ook voor een niet onbelangrijk deel de historie van de bustehouder, die in zijn huidige vorm uit 1913 stamt. De eerste man die ervoor zorgde dat de vrouw niet meer als een ingeregen garnaal, een moeizaam voorthup- pende kangoeroe of een opgezette pa radijsvogel door het leven hoefde te gaan, was de Parijzenaar Paul Poiret, die in 1907 alle S-bochten uit de mo delijn wegstreek en zijn personeel verbood corsetten te dragen. Toch was het de Amerikaanse miljonaire Caresse Crosby die de moderne bh bedacht. Ze verkocht haar patent naievelijk voor een appel en een ei, maar hoefde er in haar verdere bewo gen leven geen boterham minder om te eten. De historie van het damesondergoed is - beter dan de Fransen dat kunnen - beschreven in een boekje van de En gelse Elizabeth Ewing: Dress and Undress" („Aan- en uitkleden"), B. T. Batsford Ltd, London 1978), waarin wordt verteld dat het woord „brassie re" evenmin Frans is als het Neder landse „Lunchroom" Engels. In 1907 werd de uitdrukking „brassiere" voor het eerst gebruikt in een artikel in het modetijdschrift „Vogue". Kenden de Amerikanen geen Frans? Volgens de „Larousse" betekent „brassiere" zoiets als onderhemdje voor een kind. Hel Franse woord voor bh (of bra, een woord uit 1937) is en blijft „soutien- gorge". Tot dat Caresse Crosby er als rijke de butante, die de avond-in en de mor- gen-uit danste, de brui aan gaf. be stonden de gebruikelijke borstcon- structies in die dagen nog steeds uit van baleinen gevlochten steunen of zelfs manden, die dat indrukwek kende bombastische effect ter hoogte van het middenrif veroorzaakten zo als we dat op de foto's van onze grootmoeders kunnen zien. Caresse naaide met hulp van haar kamer meisje twee zakdoeken aan elkaar en bond die met babylint over de schou ders heen vast. Niet alleen kon Cares se op het volgende bal vrij ademha len, maar ook haar lichaam normaal bewegen en voor het eerst in een lan ge geschiedenis van de mode waren de borsten weer als tweeling herken baar. Het heren-neglige op de tentoonsteling in het Palais Galliera is van een der gelijke bebloemde pracht dat een 20e- eeuwer nauwelijks onderscheid ziet tussen de uitgestalde kamerjassen en het kostuum waarin men naar de ope ra toog. Soms zette men er, aan het 19e-eeuwse haaardvuur gezeten, ook nog een zwierige fluwelen muts bij op. die doet denken aan de schoolpla ten van Floris V op de valken jacht. Behalve de wisselende opvattingen over de erotiek, was het ongetwijfeld ook de noodzaak zich in het stooko- lieloze tijdperk behoorlijk te ver warmen. die de ontwerpers van de ondergoedmode ertoe bracht gebruik te maken van een orgie aan lingerie. Terwijl hedendaagse vrouwen zo goed als niets meer aan hebben onder spijkerbroek of slobbertrui dat lijkt op het in het Palais Galliera uitge stalde textiel, kan een nieuwe oliecri sis de mode van het ondergoed nieu we - warme - impulsen geven. De archivarissen van het museum wachten hun tijd geduldig af. De ten toonstelling „Secrets d'Elegance" duurt tot eind april. Ook voor de heren die zich laten inrijgen is een corset een moeizame en pijnlijke zaak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 4