Herbarium: planten en rariteiten Leo Meijer voorlichter Huisvesting na 150 jaar nog steeds gebrekkig antiekbeurs ZATERDAG 24 FEBRUARI 1979 LEIDEN LEIDEN - De entree is Verbluffend simpel. Een klein huisje aan de Leidse Schelpenkade met een bord "Rijksherbarium". Veel bij zonders kan het niet zijn, zou je zo zeggen. Maar de entree is even uniek als het gebouw dat erachter ligt. Want in het Rijksherbarium, een onder deel van de subfaculteit biologie, liggen maar liefst twee-en-een- half miljoen gedroogde planten uit de hele wereld zorgvuldig op geslagen. Sinds 1964 is de bin nenkort 150 jaar oude verzame ling gehuisvest aan de Schelpen kade, in een oude textielfa briek Dat betekent natuurlijk niet dat de verzameling vanaf het begin zo omvangrijk is geweest al nu. Op initiatief van Koning Willem I werd het Rijksherbarium in 1829 opgerichtin Brussel, want in die tijd had je nog geen geschei den Nederland en België. Leiden had al een Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie, vandaar dat de eerste plantenverzamelingen in Brussel werden ondergebracht - anders kreeg je maar scheve ogen. Het systematisch verzamelen err benoemen van planten, met als uitvloeisel de stichting van een Rijksherbarium, nam rond 1800 in de koloniën (Nederlands Oost- Indië) een flinke vlucht. De on derzoeken - en Nederland lag op dat gebied allesbehalve vóór - stonden grotendeels ten dienste van verdere exploitatie van deze koloniën. De "Botanische Tuin" in Buitenzorg was bijvoorbeeld heel belangrijk voor de proeven met rubber- en kina-produktie. Java Nauw verbonden met de koloniale geschiedenis kwam het botani sche onderzoek dan ook vooral snel van de grond op Java. De eerste verzamelingen van ge droogde planten kwamen dan ook daar vandaan, en nóg ligt in het planten-areaal van het huidi ge Rijksherbarium sterk de na druk op de flora van de tropen. Want daar werd en wordt het meeste botanische onderzoek verricht, en ligt nog steeds een gigantisch gebied "braak", als je botanici tenminste mag geloven. Toen het mis ging tussen de Noor delijke en de Zuidelijke Neder landen werd de aangelegde ver zameling uit Brussel "ontvoerd" en zo kwamen de gedroogde planten in Leiden terecht. Maar ook in Leiden zelf is de ver zameling ettelijke malen ver huisd, steeds was een groter on derkomen nodig. Nu is er aan de Schelpenkade voorlopig ruimte genoég. maar volgens prof. Dr. C. Kalkman, directeur van het Rijksherbarium is de voormalige fabriek allesbehalve ideaal. Het brandgevaar is wel zijn grootste zorg. Volgens hem en zijn colle ga's kijkt het buitenland stom verbaasd aan tegen de manier waarop in Nederland een unieke en onvervangbare verzameling is ondergebracht. "Een van onze liefste wensen is dan ook een eigen gebouw voor het Rijksherbarium, een gebouw dat aan alle veiligheidseisen vol doet", aldus Kalkman. "Vorig jaar is van nieuwbouw sprake geweest, maar dat is op niets uit- Gas Met name de ontsmetting van de verzameling is een belangrijk probleem. De gedroogde blade ren kunnen niet alleen door schimmel (een tegenwoordig in het Rijksherbarium nog zelden voorkomend verschijnsel) maar ook door kevertjes belaagd wor den. De oplossing: de bladeren gaan "aan het gas" in speciaal daarvoor aangelegde kamers. Daarvoor moeten de dozen dus vanuit de bewaarzalen naar de gaskamers gebracht worden. Pas sinds kort functioneert deze me thode bevredigend en kon de lekkage van de kamers aan ban den gelegd worden Een ander punt, al een aantal jaren moet het Rijksherbarium het met een vrijwel constant personeels bestand (60 man) doen - uitbrei ding is sinds 1971 niet meer toe gestaan. Professor Kalkman en zijn collega's zetten ook vraagte kens achter de nauwe band die tussen Rijksherbarium en subfa culteit biologie bestaat, in die zin dat het Rijksherbarium ("Dat toch eigenlijk een nationaal en in ternationaal instituut is") aan de zelfde financiële leiband loopt als de subfaculteit. Op de "wereldranglijst" van plan tenverzamelingen komt het Rijksherbarium in Leiden uit in de hoogste regionen. Vanuit Lei den, wordt het onderzoek naar de "Flora Malesiana" gecoördi- Het Rijksherbarium aan de Schelpenkade in Leiden viert binnenkort zijn 150-jarig be staan. De viering wordt inge zet met een bijeenkomst (voor genodigden) in het Groot Au ditorium aan het Rapenburg. Rector Magnificus Prof. Dr. D.J. Kuenen, diverse binnen- en buitenlandse botanici en de directeur van het Rijks herbarium, Prof. Dr. C. Kalkman, zullen er spreken. Op 30 maart is er een sympo sium onder de titel "Prioritei ten in de plantensystema tiek". Het Rijksherbarium houdt van 31 maart tot 12 april, "Open Huis" in het gebouw aan de Schelpenkade. Een vrij unie ke gelegenheid om als geïnte resseerde leek eens te kijken wat het Rijksherbarium alle maal doet. Er zijn rondleidin gen en film- en diashows. Verder tentoonstellingen "Flora Verbeeld" (5. april tot en met 20 mei in de Lakenhal - botanische tekenaars en hun werk) en "Plant en Dier" (19 juni tot en met 26 septem ber in de Hortus Botanicus). K. en O. en de Maatschappij Tuinbouw en Plantkunde or ganiseren lezingen. neerd. Dat is het - tegenwoordig samen met plaatselijke weten schappers - in kaart brengen van tropische flora in het immense eilandenrijk van en rond Indone sië. Dit jaar zijn weer twee expe dities gepland. Kalkman: "Zo lang er geld is, gaan we door". Nederland Natuurlijk zijn ook de Nederlandse en Europese flora onderwerp van onderzoek op het Rijksherba rium. De bekendheid van het aantal soorten is hier natuurlijk veel groter dan in de tropen. Het zijn er in Nederland bijvoorbeeld rond 1300 verschillende soorten planten - veel zijn in de laatste tientallen jaren verdwenen. Een zelfde opmerking kan gemaakt worden over de tropen, waardoor ondeskundig kappen over 15 tot 20 jaar al het laagland-regenbos weg zal zijn. "En daarmee is dan een complex biologisch systeem verdwenen. Zoiets wekt grote gevoelens van onbehagen, want dat keert nooit weer terug", aldus de heer E. Hcnnipman, conservator van de afdeling varens en varenachti- gen. Hij voegt er aan toe: "De mens is verantwoordelijk voor het beheer van datgene wat in 400 miljoen jaar op deze aarde is geëvolueerd. Nu dreigen er ook planten verlo ren te gaan die nog nooit geïnven tariseerd zijn op hun bruikbaar heid". Waaraan directeur Kalkman wel even toevoegt dat het Rijksher barium "geen natuurbescher mingsinstituut is". Maar in de praktijk, aldus Kalkman, ergert de botanicus zich natuurlijk wel aan wat er om hem heen gebeurt. Maar de eerste functie van het Rijksherbarium blijft toch de "reservoir'-functie voor het we tenschappelijk onderzoek. Geen museum Een museum is het Rijksherbarium allesbehalve. Alleen als deskun dige mag je er vrij rondlopen, er zijn geen vitrine's, en rondleidin- boven: Prof. dr. C. Kalkman, di recteur van het Rijksherbarium te midden van de enorme collectie ge droogde planten. onder: Behalve gedroogde planten heeft het Rijksherbarium ook een enorme hoeveelheid bloemen, vruchten en paddestoelen "op sterk water". Op de uitstalling op de voorgrond zaden van de zeldzame "Welwitschia Mirabilis" uit Zuid- Af rika. In de grote pot op de achter grond een bloem(l) van de Amor- phallus (Ambon) Rechts palmzaad van de Seychellen ged. zichtbaar). gen komen er hoogst zelden voor. Wat er oppervlakkig te zien is ziet er dan ook niet zo aanlokkelijk uit: duizenden dozen met vaak la- tijnse opschriften. Maar die do zen bevatten een schat aan mate riaal waarin botanici hun inzet kennis en liefde^ voor het vak hebben geïnvesteerd. Vandaar dat ook alleen de liefhebber en de specialist de werkelijke beteke nis van het Rijksherbarium op zijn waarde kunnen schatten. Voor hun is 150 jaar waarschijn lijk nog tekort ADVERTENTIE Treslong-Hallen Hillegom 3 en 4 maart treslong-hillegom de vindplaats van vele interessante objecten zaterdag 3 maart 14-22 uur zondag 4 maart 11-18 uur tiirsu Burgemeester en wethouders benoemden PvdA-raadslid LEIDEN - PvdA-raadslid Leo Meijer is gisteren door burge meester en wethouders benoemd tot gemeentelijk voorlichter (waarnemend chef bureau voor lichting). Meijer treedt met in gang van 15 maart in gemeente lijke dienst en legt dan tegelijk zijn raadslidmaatschap neer. Zijn plaats in de PvdA-fractie wordt ingenomen door Nelleke Kessen. Meijer (30) was in de vo rige raadsperiode fractievoorzit ter van de PvdA en is in de nieu we samenstelling teruggekomen als gewoon raadslid. De PvdA-er kwam in 1970 in de gemeentepo- litiek vanuit de studentenbewe ging. Hij studeerde sociologie niet-westerse volken en is oor spronkelijk afkomstig uit Zwijn- d recht. De aanstaande benoeming van Leo Meijer tot gemeentelijke voor lichter was de afgelopen weken aanleiding voor kritiek op ver schillende niveau's. Het bureau voorlichter verklaarde zich tegen vanwege de politieke achter grond van de kandidaat, WD- raadslid Van Duijn sprak over een "schijn van vriendjespoli tiek" en drong aan op een sollici tatie-code. Buiten Leiden stelde het WD-eer- ste Kamerlid Zoutendijk vragen aan minister Wieg'el van Binnen landse zaken over de juistheid om raadsleden in hun eigen ge meente te benoemen tot ambte naar en z^tte de Voorzitter van de Vereniging van Voorlichters zich af tegen het benoemen van een niet gekwalificeerd voorlichter. Leo Meijer hield zich tijdens de duur van de sollicitatie-procedu re nadrukkelijk buiten de discus sie. Met zijn benoeming wil hij op verzoek wel reageren op de ver schillende kritiekpunten. Blauwtje De suggestie van vriendjespolitiek wijst hij scherp af. Meijer wijst erop dat er een normale sollicita tie-procedure is geweest. "Ik heb gewoon mee gesolliciteerd met de kans een blauwtje te lopen. Het feit dat ik raadslid was had zowel voordelen als nadelen het betekende dat men mij op het stadhuis beter kende en dus ook mijn sterke en zwakke punten beter kende." Het punt dat hij geen achtergrond als voorlichter heeft acht Meijer betrekkelijk: "Die praktijkcur sus waarover gesproken wordt duurt vijf dagen, dus dat moetje niet overdrijven". Als zijn eigen pluspunten noemt Meijer zijn "kennis van de gang van zaken in het Leidse stadhuis en daarbui ten" "Ik neem gewoon een be langrijk stuk bestuurlijke erva ring mee". Vibraties Het PvdA-raadslid ziet niet in dat zijn politieke achtergrond be zwaren heeft "Er is een soort mysterieuze theorie ontstaan dat ik kwade vibraties uitstraal. Nou dat vind ik onzin en dat ga ik ook niet bestrijden. Maar als het gaat over mijn functipneren als voor lichter denk ik dat ik eerder voor- zichter en terughoudend ben dan men van mij verwacht. Meijer zegt het idee te hebben met zijn voorlichtingsvisie op gelijk spoor te zitten met de zittende voorlichters: "Ook zie ik het niet als de taak van een voorlichter om als sluis voor het gemeente bestuur te fungeren. Ik zie voor lichting meer als motor van de openbaarheid van het gehele ambtelijk apparaat. De nieuw benoemde voorlichter onderscheidt echter wel ver schillende soorten voorlichting. Hij signaleert twee soorten, die van de feitelijk informatie zoals bewonersbrieven en vragen van individuele burgers en daarnaast het doorgeven van beleidsinfor matie van het college. Van dat laatste zegt hij: "Ik geloof daarbij niet in absolute objectiviteit. Je kunt er wel naar streven, maar ik noem het hoog moedig om te pretenderen dat je objectief bent. Ik noem het een valse pretentie om, terwijl alle partijen in hun eigen straatje zit- ten te praten, te menen dat je als bureau voorlichting daar de ab solute waarheid uit weet te des tilleren." Foutje Kamervoorzitter Vondeling heeft in het prille begin van 19,79 geconstateerd dat pers mensen moeilijk gemaakte fouten erkennen. Dat de PvdA-politicus met zijn ver wijten niet zo ver van huis had behoeven te gaan werd deze week aangetoond in de raadscommissie voor finan- Wethouder Hans van Dam (PvdA) moest daarin - mede namens zijn collega Cees Waal - in het openbaar excu ses maken tegenover de Leidse aannemer Ter Haar. Dit on der druk van een gepeperde brief van de advocaat van Ter Haar, mr. Teekens jr. Het zou te ver voeren de hele kwestie hier nog eens te her halen, maar het kwam erop neer dat er verkeerde dingen waren gezegd waardoor de Leidse aannemer in een on- gustig daglicht kwam te staan. De moed om aan de ex cuses de ruiterlijke erkenning te verbinden dal er dingen be zijden de waarheid waren ge zegd kon Hans van Dam niet opbrengen. Nee, hij hanteerde een middel dat zo oud is als Methusalem: de zaak was verkeerd in de pers gekomen. "En ja hij was natuurlijk* niet verantwoordelijk voor de stukken zoals ze in de krant, komen". Aardig geprobeerd Hans van Dammaar die vlieger gaat niet op. Na Afloop van de be wuste vergadering heeft de verslaggever contact opge nomen met de meest betrokken wethouder, Cees Waal, om te informeren hoe de vork in de steel zat. Dat is geen gemak kelijke opgave want de wet houder verschanst zich achter een geheim telefoonnummer. Na een moeilijke procedure luk te het toch en Cees Waal gaf een toelichting die niet voor tweeërlei Uitleg vatbaar was. Helaas was de aannemer zelf niet bereikbaar want anders was direct gebleken dat van t Waals verhaal maar weinig klopte. Hans van Dam Journalisten hebben na Vonde ling s verwijten teruggekaatst dat hij de hele pers op één hoop gooit. Ik wil niet alle po litici over één kam scheren, PvdA-raadslid Hes en CDA- er Vink erkenden eerlijk ver keerde conclusies te hebben getrokken uit onjuiste infor matie. Ik begin na dit voorvaV wei steeds beter te begrijpen wat Hans van Dam eens in een discussie tussen politici en journalisten bedoelde met zijn opmerking: de pers moet je gebruiken. Van Aken Het bestaan van oud-wethouder Van Aken wordt veelvuldig geplaagd door actiegroepen. Bij zijn optreden als stadsbe stuurder botste Van Aken nogal eens met het actiewezen, bij zijn gedwongen politieke afscheid dreigden geestver wanten actie voor hem te voe ren en nu hij alweer enige tijd wethouder-af is, klinkt weer de roep van een actiegroep. Althans, als we het huis-aan- huis-blad 'De Kopermolen' moeten geloven. In deze we kelijkse bazuin van het win kelcentrum in de Merenwijk las ik deze week dat er „plan nen zijneen actiegroep in het leven te roepen, die moet be werkstelligen dat oud-wet houder Van Aken weer terug komt". Welnu 'De Kopermolen' weet de oorzaak precies, want zo schrijven ze: „Leiden schijnt steeds meer proefkonijn voor ambitieuze jonge linkse doc torandussen te zijn die via Leiden willen promoveren naar een hogere positie, dan wel genieten van de privileges die deze banen met zich mee brengen". Zo nu weet u precies wat er fout zit, maar waarom Van Aken dan terug, zult u nog steeds vragen? 'De Kopermolen' verschaft ook hierop antwoord: „Onderzijn bestuur is vooral het verloren gegane contact tussen be drijfsleven hersteld; een con tact dat nu weer totaal dé mist dreigt in te gaan". U is het nu dus duidelijk, maar zelf blijf ik met twee knagende vragen zitten: Die actiegroep voor Van Aken, zou die nu niet in de gaten hebben, dat de man met het komende vertrek van enkele PvdA-raadsleden vanzelf terugkomt in de raad. En die linkse doctorandussen die de stad regeren. Of ik moet het verkeerd hebben, maar zit er al niet bijna een halfjaar 'een keurige rechtse meester in de rechten op de wethouders- stoel van Van Aken? Maar misschien is ze dat nog niet opgevallen bij 'De Ko permolen'. Werkweek We zitten op het ogenblik mid den in het gekissebis tussen werkgevers en werknemers over nieuwe arbeidsovereen komsten. De 35-urige werk week, uitgevonden door In- dustriebonder Arie Groene- velt speelt daarin een belang rijke rol. Het is aardig om die vakbondsmens eens te zetten tegenover een besluit dat een abonnee ontdekte in het Leid se Gemeentearchief. Een be slissing die in april 1748 werd genomen en betrekking had op de werktijden van tim merlieden én metselaars. Vol gens dat besluit mocht „het werkvolk van de Stads Tim mer- en Metzelwinkel" voor taan zes dagen per week gaan werken in plaats van zeven, „beginnende 's morgens ten 5 uuren en eyndigende ten 7 uu- Om de loonderving van één dag minder althans ten dele op te vangen, werd het dagloon met 2 stuivers verhoogd, van 22 naar 24. Bedroeg het loon eerst zeven maal 22tstuivers, dus 7 guldenen 14 stuivers per week„ nu werd het zes maal 24 stuivers. Opgeteld 7 gulden en 4 stuivers per week. Tegen over één dag per week minder werken stond derhalve een loonverlaging van '10 stui vers. Huwelijk Het huwelijk staat duidelijk op de tocht in Leiden. En met de huwelijkstrouw is het ook niet al te best gesteld. Hoe ik dat weet? Daarvoor hebben we het onvolprezen Bureau Statis tiek van de gemeente Leiden. Beroepsturvers die dagelijks allerhande interessante za ken in keurige cijfer staatjes samenvatten. Bijvoorbeeld hoe het staat met het aantal huwelijken in Lei den. Wel, dat vertoont een voortdurend dalende lijn. In 1973 zeiden 824 Leidse paren ,ja", in 1974 waren het er 800 en in 1975 daalde het aantal tot 718. In 1976 dook Leiden voor het eerst onder de 700, namelijk 688; in 1977 werden nog 682 Leidse paren „in den echt verbonden". En het afge lopen jaar werd het absolute dieptepunt bereikt met 593 huwelijken. Daartegenover staat de sterk stijgende lijn die het aantal echtscheidingen in Leiden vertoont. In 1973 waren het er 193, in 1975 221 en het afgelo pen jaar 227. Populair ge zegd: het „Leidse huwelijk" loopt op het ogenblik drie trouwpartijenop één (echt scheiding). Nu begin ik ook te begrijpen waarom er plannen zijn om in Leiden een vereni ging voor gescheiden mannen op te richten. Een club met toekomst. L. GLIBBER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 3