Waarheen voor EXTRA PAGINA 23 schooljeugd boven 12 jaar. Sedert de jaren '60 wordt ook in jeugd- en buurthuizen - ge subsidieerd door de overheid - alcohol geschonken. Bo vendien komt de laatste jaren ook het samengaan van alco hol en sport om de hoek kij ken. Zozeer zelfs, dat het ho- recawezen al spreekt van on eerlijke concurrentie door de kantines van sportcom plexen. Voorlichtingsman W. E. van Dalen van de federatie van in stellingen voor alcohol en drugs in Bilthoven, waaron der de consultatiebureaus voor alcohol en drugs, alsme de de verslavingski inieken ressorteren, maakt zich zor gen over het toenemend aan tal jongeren dat met grote re gelmaat alcohol drinkt, om dat daardoor, naar zijn me ning, hun gezonde ontwikke lingsproces wordt onderbro ken. ,,Je ontwikkeltje met vallen en opstaan en over een „val" moet je zonder alcohol heen kunnen komen. Maar alcohol wordt een steeds belangrijker schakeltje in dat leerproces. Ook de intelligentie van de jeugd wordt door alcohol na Het alcoholgevaar bedreigt on ze schooljeugd. Leraren en rectoren van schoolgemeen schappen hoort men steeds vaker betogen dat het alco holgebruik bij de schooljeugd de laatste jaren toeneemt en de plaats gaat .innemen van hasj. Een dergelijk geluid is ook te beluisteren in jeugdca- fès. barretjes en discothe ken. In veel gemeenten is het ge bruik van alcohol in school gebouwen verboden. Ook bij school fuifjes. Maar juist bij die schoolfeesten brengen veel leerlingen van het voort gezet onderwijs zelf hun "slokkie" mee om het geest- ruk vocht stiekum te ver mengen met het colaatje of uppie, welke frisdranken tij dens schoolfuitjes uiteraard wel verkrijgbaar zijn. Exacte cijfers zijn niet los te krijgen. Ze bestaan eenvou dig niet. Tot dusver heeft in de meeste gemeenten nog nimmer een onderzoek plaatsgehad naar het drank gebruik of -misbruik onder de schooljeugd. In Rotterdam echter start binnenkort een onderzoek van de GG en GD uit de Maasstad naar het drankgebruik onder de het kind ertoe brengen later duidelijke beslissingen te kunnen nemen die erop ge richt zijn z'n gezondheid te bevorderen en te vermijden wat die kan schaden. Het kind moet weerstand worden bij gebracht tegen manipulatie tendensen van de maat schappij om de consumptie steeds te vergroten". Directeur Dees Postma van het Jellinek Centrum in Amster dam (klinieken waar men al coholverslaafden weer in de maatschappij probeert te helpen) zegt: „Het consump tiepatroon verandert sterk en een logische conclusie is dat ook het alcoholgebruik onder de jongeren togneemt. Ik vind dat hier een belangrijke taak ligt voor de ouders. Ze moe ten dienen als voorbeeld, niet als degenen die de wijsheid in pacht denken te hebben en dingen verbieden. Zij kunnen hun kinderen niet leren hoe ze moeten drinken, maar wel hoe ze hun leven plezierig, ge zond en constructief kunnen inrichten. Dat is erg belang rijk. Een vader die met een krat pils voor de tv zit, geeft geen goed voorbeeld. Ook als hij zegt dat hem dat niets doet. Dat hoor je vaak". Over het „leren drinken" ge sproken: op het Nederlandse congres over openbare ge zondheidszorg (november 1977) zei prof. Trimbos: „Al coholgebruik heeft steeds deel uitgemaakt van het men selijk bestaan, doet dat nog en zal dat blijven doen. We zullen moeten leren leven met alco hol. We moeten onze jeugd le ren drinken en moeten haar socialiseren tot een positief gebruik van alcohol. Alcohol is vuur; maar vuur biedt geva ren. Maar zonder de gloed van het vuur ontbeert men warm- Dat is een vrij positief geluid, waar andere deskundigen weer een heel .ander geluid tegenover stellen. Zo bij voorbeeld de opstellers van de map Alcohol, een uitgave van het Stedelijk Orgaan ter Bevordering van de Gezond heidsvoorlichting en Opvoe ding in Den Haag: „De kans op geestelijke of lichamelijke afhankelijkheid is groter naarmate men jonger begint met drinken uit gewoonte. Datzelfde geldt voor het ro ken. Zware rokers blijken vaak heel jong met roken te zijn begonnen". Een gevaar schuilt ook in de reclame. Zij, die er belang bij hebben drank aan de man te brengen, richten hun recla mecampagnes vaak vooral op tieners. Volgens deskundigen begint het toenemend drank gebruik onder de jongeren reeds zijn weerslag te vinden in het groeiend aantal geregi delig beïnvloed. Het is niet hard te maken wat ik zeg, maar kijk eens om je heen. Op feestjes is alle creativiteit door de drank gedood. Jonge mensen die te vroeg kennis maken met alcohol, zijn in de toekomst creativiteitsloze mensen, met minder weer stand tegen de dagelijkse problemen". streerde alcoholisten in de leeftijdsgroep tussen 20 en 30 jaar. Volgens de prognoses van deskundigen zullen velen van hen voor hun 40e jaar sterven aan een of andere al coholziekte. Prof. dr. W. Barsch zei op een congres in Mainz: „De opvoe ding tot gezond leven moet Door Dick Horst De alcoholist loopt grote geva ren.Er zijn tal van (dodelijke) ziekten die het gevolg zijn van regelmatig te veel drinken. Gelukkig bestaan er instellin gen waar men hulp kan vin den om „van de drank af' te komen. Men kan bijvoorbeeld naar het Consultatiebureau voor Al cohol en Drugs of naar de AA (Anonieme Alcoholisten, een gemeenschap van mannen en vrouwen die gezamenlijk hun kracht en ervaring aanwen den om hun gemeenschappe lijk drankprobleem op te los sen en anderen te helpen. De enige eis voor het AA-lid- maatschap is het oprechte verlangen m'et drinken te stoppen). Er zijn echter nog veel meer hulpverlenende instanties, waar men - naast huisarts en maatschappelijk werker - te- rechtkan. Wie die adressen en telefoonnummers in zijn di recte omgeving wil hebben, kan zich daartoe wenden tot de Federatie van Instellingen voor Alcohol en Drugs, post bus 171 in Bilthoven; telefoon 030-780724. Deze federatie geeft ook een map uit met een enorme hoeveelheid informa tiemateriaal over alcoholge bruik, -misbruik en de problemen. De stroom wordt alsmaar groter. In 1949 dronken i bevolking. In 1976 was dat al tegen de twaalf liter. Om i niet te spreken.. in Nederland 0,6 liter wijn per hoofd der i overige alcoholische versnaperingen maar De discotheek, het schoolfuifje; het zijn plaatsen waar de jeugd van het voortgezet onderwijs zicframuseert, maar waar veel kinderen vandaan komen met een flinke slok op. Aangeschoten of soms zelfs dronken, zat, total loss... Hel omgaan met alcohol moet geléérd worden. Wie al op jeugdige leeftijd regelmatig „doorbakt" of het „uit de hand laat lopen", heeft niet veel kans die kunst in zijn latere leven goed onder de knie te krijgen. Dat zijn potentiële al coholisten. Wie cijfers of gegevens wil heb ben over de mate waarin het alcoholmisbruik onder de schooljeugd toeneemt, kan nergens terecht. Die cijfers bestaan (nog) niet, maar vast staat dat er door de jeugd steeds meer wordt gedron ken. In veel gemeenten is het ge bruik van alcohol op school feestjes verboden. Er is koffie en frisdrank te koop, maar de jongelui nemen hun eigen borreltje vaak stiekem mee. Jenever of cognac, om er met de frisdranken een alcoholi sche long-drink van te ma ken. Zo kon het gebeuren dat onlangs een jongen van een jaar of vijftien 's avonds laat niet van een schoolfuif huis waarts keerde, dat zijn vader op zoek ging en hem later volkomen laveloos op het toilet in het schoolgebouw te rugvond... Het is slechts éen voorbeeld. Het zou met nog tientallen andere zijn aan te vullen. Reeds in 1976 zei drs. W. van de Hage, directrice van de Na tionale Commissie tegen het Alcoholisme: „We weten ge woon te weinig van de alco holverslaving bij jongeren. Het lijkt me hoog tijd worden „Ik was vijftien jaar toen ik met drinken begon. Eerst héél voorzichtig een pilsje. Maar het duurde niet lang of ik zat. al gauw elke dag met de ma ten in de kroeg. In die tijd was ik nog op de hevo en bijna el ke dag kwamen we tussen de middag wel in zo'n jeugdbar om ons brood op te eten. Daar kwam dan het ene pilsje na het andere bij. Van huiswerk kwam niet veel terecht, 's Avonds hing ik wat in disco theken rond en ik ging voor een stuk of twaalf pilsjes niet meer opzij". Aan het woord is een 21-jarige jongen. Laten we hem Kees noemen. Slachtoffer van het toenemende jeugdalcoholis- me. Kees vergooide tot dus ver z'n leven. Kwam zelfs door het drinken in een jeugdgevangenis terecht, is ontslagen, kreeg hulp van de reclassering, loopt nu in de WW en probeert weer geeste lijk en mentaal overeind te krabbelen. Een hele toer voor een knaap van zijn leeftijd, die al een hele levensgeschie denis, een zeer trieste, achter de rug heeft. Kees vertelt: „Het ging niet goed meer, thuis. Tussen va der en moeder klikte het niet meer. M'n vader kwam af en toe strontzat thuis. Er werd over scheiding gesproken. Het was niet leuk meer. Ik weet wel, dat is geen excuus, want iedereen beroept zich tegenwoordig op z'n moeilij ke jeugd. Maar misschien speelt het Wél mee". „Hoewel... Ik ontmoette' in die bars ook veel jongeren uit hele nette gezinnen, waar thuis alles pais en vree was, waar pa en ma het geijkte pa troon van huisje-boompje beestje volgden". „Dat waren dan vaak jongelui die op de mavo waren of op de technische school. Ook kwa men er veel meisjes die een opleiding volgden bij zo'n kantooropleidingsinstituut. Ze wilden allemaal receptio niste of directie-secretaresse worden. Ze zagen er hip uit en kwamen elke middag in de kroeg om door een of andere knaap versierd te wor den". Stelen „Nou, met mij ging het fout. Van m'n studie kwam niks te recht en die havo kon ik wel vergeten. Het werd later ma vo. Veel schoolfuifjes en de pils had bij mij al plaats ge maakt voor wat sterkers. Cola met een flinke scheut cognac, jus met wodka of whisky met ijs. 't Dronk zo lekker weg, weet je". „Maar om aan geld te komen, moest er wat gebeuren. Dat betekende bromfietsen jat ten, slopen en verkopen. Het duurde niet lang of de politie stond op de stoep en kwam ik bij de kinderrechter terecht. Die school, dat werd niks meer en ik besloot een baan tje te zoeken". „Ik kwam op een fabriek te recht, kwam regelmatig te laat op het werk met een duf hoofd, omdat ik de avond te voren zoveel gezopen had. Ik was een van de eersten die er bij de reorganisatie van het bedrijf uitvloog. Ik kwam in de WW terecht en verveelde me rot. Ik zocht weer vertier in de kroeg". „Jeugdbars en 's avonds de dis cotheek, waar ik met nette, werkende jongeren, maar ook met knapen van mijn eigen kaliber kennis maakte. Ik kwam soms volkomen lave loos thuis en hing dan boven de plee de boel onder te kot sen. M'n ouwelui wisten ook geen weg meer met me. Elke avond liep het uit de hand en had ik „de zakken vol". Tus- Sen mijn ouders was intussen de zaak gelukkig weer wat opgeklaard". „Op een gegeven moment zag ik het niet meer zitten. Ik zat fi nancieel volkomen aan de grond en wat werken betreft kwam ik niet aan de bak". Agressie „Poen moest ik hebben. Ben la ter met een andere knaap een kraak gaan zetten in een woonhuis. Een zware antieke klok. Toen ging het helemaal berg-af. Veertien dagen later zat ik bij de politie een beken tenis af te leggen. De vrien din, met wie ik op een kamer tje was gaan pikte het niet meer en smeer de hem". „Ik ging knokken en kreeg het in de kroegen vrij regelmatig met anderen aan de stok. Ik sloeg een vent in elkaar, ram de een politieman voor z'n kanis, reed met een zatte kop op de brommer een deuk in een geparkeerde auto en werd gewond naar het ziekenhuis gebracht. Neus gebroken, behang van het gezicht". „Kortom, ik belandde in de ba jes. Maar dat is gelukkig ach ter de rug. Ik word goed op gevangen door reclassering, CAD (Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs) en door het contact met de AA kan ik van de drank afblij ven". „Ik leef nou van de sociale dienst. Ik hoop gauw ergens aan de slag te gaan. Al is het maar seizoenwerk...". Probleemleger Volgens sommigen begint de gewoonte om regelmatig al cohol te gebruiken bij veel jongeren al op het elfde, twaalfde jaar! Als die ontwik keling doorgaat - en dat lijkt er op - zullen die jóngeren straks deel uitmaken van leger van mensen in ons land die problemen hebben met alcohol. Dat „leger" bestaat volgens statistieken al uit on geveer 1,1 miljoen mensen, aldus het Voorlichtingsbu reau voor de Voeding in Den Haag. „Als je daaromheen de mensen neemt die weer moeilijkhe den met die drinkers hebben (partners, echtgenoten), dan komt het totaal aantal men sen dat problemen met alco hol heeft, op plusminus 3,3 miljoen. De Amerikanen noemen de alcoholverslaving niet voor niets een „family disease" (gezinsziekte)". Hoe snel het alcoholgebruik in ons land is toegenomen, illu streren de volgende cijfers: in 1949 dronken we in Neder land 0,6 liter wijn per hoofd van de bevolking, in 1976 was dat al tegen de twaalf liter. In 1976 dronk de gemiddelde Nederlander 84 liter bier, acht keer zoveel dan in 1949. Daar komt nog bij dat we per hoofd van de bevolking op het ogenblik ook nog eens zo'n drie liter gedistilleerd (jene ver, cognac, whisky, wodka, e.d.) door het keelgat laten glijden. Welvaart In het Algemeen Politieblad staat dat de alcoholverslaving thans veel groter is dan de drugverslaving. Er is geen Westeuropees land waar het gebruik van alcohol de laatste jaren zo snel stijgt als juist in Nederland. Was het drankprobleem vroe ger een armoedeverschijnsel, thans stijgt het alcoholge bruik als gevolg van de toe genomen welvaart, de steeds meer voorkomende „stress" in arbeidssituaties, alsmede de gestegen onvrede en onze kerheid door veranderde sa menlevingsverbanden, aldus deskundigen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 23