Leidse dansmeester leert gehandicapten rohtoel-dansen Fruithandelaar Janssen blijft sterappels telen „Aan hoogstam gaat de fruitteler failliet" Tips voor deze rubriek kunt U elke morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. U mag ook schrijven. Hoewel hij anderhalfjaar geleden een punt zette achter een lange en zwierige carrière als Leidse dansleraar, heeft Evert Castelein zich nog niet helemaal los kun nen maken van cha-cha-cha en paso doble. Nog één avond in de week klinkt zijn "okee jongelui, opgelet" in een zaaltje van het Katwijkse Zeehospitium waar de dansmeester een groep van zestien gehandicapten instrueert. Geen van de zestien is in staat om te lopen. Kunnen zich al leen voortbewegen met be hulp van de rolstoel. Caste lein leert hen met die rol stoel dansen. "Toen ik er een paar jaar gele den voor het eerst van hoor de wilde ik het niet geloven", zegt hij, "ik dhcht dat er een flauwekulletje werd ge maakt". Castelein weet in middels beter. Men advi seerde hem het licht maar eens op te steken in Enge land, waar het rolstoeldan- sen erg veel beoefenaars kent. Dat deed hij en vervolgens ging hij er opcursus. Schafte zich daarvoor een eigen rolstoel aan. Om zelf uit te proberen wat de mogelijkheden er mee zijn op de dansvloer. Ging in Engeland ook op voor zijn les- examen. Moest daarvoor on der meer, gezeten in zijn rol stoel, de Oranje-dans uitvoe ren. Slaagde als de beste. Evert Castelein is in Engelse rolstoel-danskringen inmid dels zo'n bekende verscho ning geworden dat een ver eniging in Cornwall hem heeft gevraagd vice-president te worden, en hy heeft die functie aanvaard. Nederland probeert hij nu ook warm te krijgen voor dit dan sen. Voorlopig is hij nog de enige die een groep onder zijn hoede heeft. In Katwijk is hij nu ruim twee jaar aan de slag. In die tijd heeft hij zijn leer lingen twaalf dansen kunnen instuderen. Daaronder is de Engelse wals, de valeta, een nummer rock en roll en ook wat volksdansen. De muziek is dezelfde, alleen de uitvoering vergt aanpassing. "Kun je op je benen staan en je draait met je dame een keer rond, dan heb je misschien een halve meter vloer nodig", zegt Castelein. "In een rol stoel echter zit je dan al snel aan een paar meter. Boven dien moet je er rekening mee houden dat een rolstoel alleen voor of achteruit kan. Dat geeft bijvoorbeeld problemen bij de St. Bernardwals, want die begint met zijwaartse pas- Om met een rolstoel vlot uit de voeten te kunnen gelden ui teraard andere criteria dan bij "normaal" dansen. Zo con troleert Castelein of de ban den hard genoeg zijn opge pompt ("zijn ze zacht dan kan men moeilijker zwenken") en is het een voordeel als de rol stoel-danser over veel kracht in de armen beschikt. "Wat de benen voor een ander zijn, zyn de armen voor deze gehandicapten", zegt Caste lein. "Met dit verschil dat dansen met je benen nauwe lijks inspanning kost, terwijl het met de hand voortbewe gen van zo'n rolstoel knap vermoeiend is. Geen wonder ook dat de jongelui bek-af zijn als ze een paar uur op de dansvloer zijn geweest". Onder de zestien zitten er ook een paar die hun armen niet of nauwelijks kunnen gebrui ken en daarom in een elek trisch voortgedreven stoel rijden. Dat geeft extra problemen met dansles. Met nama bij de nummers waar het aankomt op snel en rit-» misch vóór en achteruit rij den. Daar is het mechaniek van de stoel niet op gebouwd. "Voor één leerling is het hele maal moeilijk", zegt Caste lein, "hij heeft nauwelijks meer controle over de spie ren van zijn hand. Toch moet hij steeds maar proberen en op de maat van de muziek de rolstoel in zijn voor en ach ter uit te schakelen. Fantas tisch, zoals die jongen zijn best doet." "Zie je zoiets, dan geeft je dat als leerlaar ook een extra stimu lans om er uit te halen wat er in zit. Natuurlijk leren ze het lang niet zo snel als iemand die van zijn benen gebruik maakt. En dat is helemaal niet mijn streven. Voor het geld hoef ik het trouwens niet te doen. Zakelijk gezien word ik er niets wyzer van. Wat voor "Okee jongelui, opgelet...". Evert Castelein dirigeert zijn groep leerlingen in Katwijk. mij meer waard is is dat ik kortgeleden van één van de stafmedewerkers van het Zeehospitum hoorde dat de meeste activiteiten die voor de gehandicapten worden georganiseerd een kort leven beschoren zijn. Rolstoel-dan sen maakt daar een uitzonde ring op. Dat bewijst toch wel iets". Legt men bijvoorbeeld de En gelse wals, zoals Evert Caste lein haar jaren in zijn dans school doceerde, naast de zelfde dans maar dan in rol stoel uitgevoerd, dan zijn er wat de danspatronen betreft veel overeenkomsten. Een verschil is nog dat er tussen de dansers onderling nage noeg geen lijfelijk contact is Soms houdt men met één hand eikaars rolstoel vast, soms steekt men de handen in elkaar. Wat Evert Castelein zijn leerlin gen in de afgelopen jaren leerde is wat hem betreft nog maar het begin. De basis is er, nu wil hij met het moeilijker werk op de proppen komen. De erg beweeglijke tango bij voorbeeld, een quick-step en ook de cha-cha-cha. "En waarom niet?", zegt de dans leraar. "Vroeger ging men er van uit dat het voor een ge handicapte onmogelijk was om te zeilen, maar het is nu heel gewoon. Nu kijkt men nog een beetje vreemd tegen dit rolstoel-dansen aan. Maar dat wordt ook wel anders. In Engeland wordt de rolstoel- danserij al professioneel aangepakt. Er zijn veel ver enigingen, veel onderlinge wedstrijden. "Je staat er soms versteld van wat men sen tijdens zo'n dans met hun rolstoel uithalen", zegt Cas telein." Op één wiel, achter over hangen. Ik heb vaak ge dacht: nou duvelt er één uit, maar zoiets gebeurt natuur lijk niet. Het zijn prima dan- Hij hoopt dat zijn initiatief el ders wordt nagevolgd. Gaat dat op grote schaal gebeuren, dan overweegt hij er Neder lands lesmateriaal over sa men te stellen. "En ik denk niet alleen aan dansleraren. Ik kan me heel goed voorstellen dat ook fysiotherapeuten er zich mee gaan bezig houden". Stille wens van de nu zes hoog in een flat wonende dansle raar is zijn Katwijkse leerlin gen (de leeftijden van 15 tot 60 jaar) naar Engeland te i ze daar aan wedstrijden te la ten deelnemen." Ik durf het met hen aan", zegt hij, "ze zullen er goed voor de dag kunnen komen. Het jammere is alleen dat er geen reisgeld \.s. vrijdag kunnen belang stellenden in het Zeehospi tium zien hoe het rolstoel - dansen er aan toe gaat. Er is om half vijf en om acht uur een demonstratie. TIEL - Wie kent nog de sterappel? Die lichtzure vrucht uit de goeie ouwe tijd? Jarenlang ontbrak het prachtig-rode appeltje in het assortiment van de groente- en fruithan delaar, maar de laatste tijd worden weer schuchtere po gingen ondernomen om de sterappel opnieuw ten tonele te voeren. Weliswaar begint er in ons land weer wat vraag naar deze appel te komen - misschien door de huidige hang naar nostalgie - maar van een grandioze come-back is nog geen sprake. Haar vader pootte de bongerd toen zij pas geboren was. Op haar 20e levensjaar begonnen de eer ste sterappeltjes te gedijen. Ja, zo lang duurt dat bij die ouderwetse hoogstambomen. Nu - 60 jaar later - probeert Rut Arends van die oude bomen nog een redelijke oogst binnen te ha len. ,,Dat is dit jaar niet zo best gelukt, maar vorig jaar droegen de bomen erg goed. Na zo'n goed In de Betuwe zijn echter nog enkele fruittelers die de ouderwetse ste rappelbomen in ere houden. Niet alle oude hoogstam-boomgaar- den zijn gerooid om plaats te ma ken voor de veel rendabeler laag stam-bongerds. Sterappel-telers zijn echter met een kaarsje te zoeken. Een van hen is de 43-jari- ge Rut Arends uit Opheusden. Hij pacht een boomgaard van de 80-jarige mej. Bets den Hartog. De sterappel, die bijna niet i jaar volgt altijd een minder goed oogstjaar bij die sterappels", zegt Rut. „Vooral oude bomen hebben tijd nodig om na een vol gewas weer op krachten en in conditie te ko men. In het binnenland komt de vraag naar sterappels weer op gang, maar we zouden het eigen lijk van de export moeten heb ben. Vroeger waren ze in Duits land gek op onze sterappels. Vooi-al om er tijdens de Weih- nachten fruitmandjes mee op te sieren of om ze in de kerstboom te hangen". „Zo'n mandje met fruit, versierd met noten en een enkel sterappel tje, staat bijzonder gezellig. Het zyn ook erg mooie, rode appels, die prachtig glimmen als je ze wat opwrijft. Zelfs van binnen trek ken ze rood bij als ze goed zijn afgerijpt". De dikke Van Dale zegt over de ste rappel: „Een tafelappel waarvan het vlees bij overdwarse door snijding een stervormige teke ning van rode aderen vertoont". Vandaar de naam van de vrucht. Rut Arends: „Er zijn meer rode ap pels, zoals de James Grieve en de Ingrid Marie. Maar die blijven wit van binnen. Kyk, wij zouden, om die sterappel er weer in te bren gen, wat meer vraag uit het bui tenland moeten hebben, maar dit ras is niet meer bekend. Het is er uit geraakt door de voorlichting van overheidswege". „Er kwamen nieuwe soorten die sneller groeiden en dat bracht meer geld, en dus deviezen in het laadje. Het moet immers renda bel zijn. Daarmee is de sterappel eigenlijk helemaal om zeep ge bracht. Ze zijn ook by na nergens meer in de winkel te koop. Geen wonder dat ze een goeie prijs op brengen. Kwestie van vraag en aanbod". Somber „Op de veiling Kesteren brachten de sterappels onlangs nog f 1,80 de kilo op. Dat betekent voor de consument in de winkel of su permarkt zeker f3 tot f3,50 per kilo. Als we een paar jaar verder zijn, staat er geen enkele hoog- stam meer in de Betuwe. Dan is de sterappel voorgoed verdwe nen", voorspelt Rut somber. Tenzij men erin slaagt sterappels op een rendabele manier te telen op laagstam. De eerste proeven in die richting zijn echter niet erg hoopgevend geweest. Maar bij dc afdeling Fruitteelt van de Land bouwhogeschool in Wageningen zijn dr. ir. H. Jonkers en zijn me dewerkers druk bezig met onder zoekingen, teneinde oude appel en perenrassen weer een kans te kunnen geven. Ook in de Betuwe en in Brabant zijn op proefboerderijen experi menten in die richting gaande. Volgens dr. Jonkers wordt het hoofdprobleem gevormd door de zgn. beurtjaren bij de sterappel: het ene jaar vruchtdragend, het andere jaar niet. Men zoekt nu naar een mogelijk heid de sterappel elk jaar vrucht te laten dragen, waardoor dit van het fruitige tapijt verdwenen ap pelras weer rendabel wordt en de „verstandige snoeper" meer keus krijgt om aan zijn trekken te ko- Fruithandelaar Janssen uit Winssen: "ik hoogstamslerappels te i Tijdens veiling van de BV Vruch tenveiling Tiel en Omstreken is de partij sterappels van fruitteler en -handelaar J. E. Janssen uit Winssen (Land van Maas en Waal) onderscheiden met de eerste prijs. Janssen voerde de mooiste en gaafste sterappels van de hele veiling aan. - Waarom teelt u sterappels? Dat is toch eigenlijk niet meer ren dabel? Janssen: „Zolang ze zulke prijzen voor de sterappel betalen wél. Ik denk er niet over om onze hoog- stamstetappelbomen te rooien. Ik had een partij van duizend kilo Waarom verdwenen ze destijds, die oude appelrassen zoals de bloemè, de notarxsappel en de sterappel? Het is tegenwoor dig alles Golden Delicious en James Grieve wat de klok slaat. „Gouwe Liesje en Scheepskrieg", zoals die marktkoopman het vrijver- taald zegt... ,JCwestie van rentabiliteit", zegt men bij de veilingen in Tiel en Kesteren over dat ver dwijnen van typisch Neder lands fruit. Fruitteeltdeskundige D. de Bijl van het rijksconsulentschap voor de tuinbouw in Tiel legt uit: ,JDe sterappel groeit het best op zo'n ouderwetse hoog- stamboom, maar dat is te genwoordig niet meer haal baar. Elke fruitteler gaat failliet aan boomgaarden met hoogstam. Het duurt te lang - wel 20 jaar - voor die bomen vrucht dragen, en bovendien geeft dat problemen met het plukken". ,J2r zijn geen mensen meer die met lange ladders willen sjouwen. Er zijn bijna geen plukkers meer te krijgen. De pluklonen zijn te hoog. Daar om werden vele Betuwse bon gerds gerooid, opgestookt in de open haarden, en schakel de men over op laagstambo men. Die dragen al na drie jaar vrucht, de opbrengst per hectare is aanzienlijk hoger en ook zijn de appels gemak kelijker te plukken, want er komt geen ladder meer aan te pas". Bij wijze van proef is men een paar jaar geleden begonnen de sterappel op een laagstam te telen, maar tot dusver is het bij experimenteren geble ven. n die bracht in Tiel f 3200 op. Dat is f 3,20 per kilo. Voor een andere partij werd f 3,71 per kilo betaald. De nieuwe appelsoorten, zoals Golden Delicious, konden de vijftig cent per kilo nog niet eens halen. Op de veiling in Zetten kreeg ik onlangs ook f3,50 per kilo". - U spreekt nu over veilingprijzen. Wat zou de consument in de winkel of supermarkt er voor moeten betalen? Janssen: „Dat is niet te zeggen. Ste rappels zijn antiek. Daar is geen prijs voor. Er zijn wat kistjes naar Den Haag en Amsterdam gegaan. Erg verspreid in ieder geval. Ze kunnen er wel een tientje per kilo voor vragen". Jansen: „Alleen als ze op laagstam geteeld kunnen worden. Maar dat is tot nog toe niet mogelijk geble ken. We zullen het resultaat van de proeven moeten afwachten".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 4