Lomp beton Het platteland nva\s ZATERDAG 6 JANUARI 1979 Door Tom Maas Duizelingwekkend blonken de paarlemoeren deuren van de tempel in het licht van de ondergaande zon. Een provincieplaats in het Noorden van Thailand. Tot laat in de avond, terwijl de heldere maan over de geglazuurde daken van de kleine tempel scheen, praatten we over dit vreemde land vol tegenstellin gen. Wrevel in het hart. Vers in de herinnering was de herrie en de stank van het verstik kende verkeer in Bangkok. Stad zonder centrum die zich mijlen ver in alle richtingen uitspreidt. Zeker, de tempels, het paleis, de markten, dat zijn aardige plaatsen. Maar het geweld van het gro- te-stadsleven en de opdringerigheid van de toeristenindustrie nemen veel van de charme weg. Na urenlange verkeersopstop pingen geeft een boottochtje op de koele rivier het opgeluchte gevoel even te kunnen ontsnappen aan de grauwheid van de morsige stad. Visarenden cirkelen boven het water. Het was allemaal weinig "exotisch en zonnig" geweest de brutale hoeren, de lompe betonnen rijen huizen, winkels en werkplaat sen die sinds de tweede wereldoorlog grotendeels het gezicht van de stad bepalen, de bedelende leprozen, en de opmerkelijk stuur se Thais. Reizen in het Noorden is niet altijd even veiligAf en toe overvallen communistenlarme plattelanders de air-conditioned bussen vol rijke toeristen. Op een aantal knooppunten zagen we met zand zakken versterkte slaperige politieposten, slagboom over de weg altijd open. Het kleurrijkste verhaal is dat van een groep kersver se Japanse toeristen: op weg van het vliegveld naar Bangkok werden ze een kapitaaltje aan yens en juwelen lichter gemaakt Elke dag zijn in de krant berichten te vinden over schermutselin gen in buitenposten Thailand, Bangkok: tus senstop in het vakan tiepakket van alle luchtvaartmaat schappijen. En voor het rugzakkenvolk een goedkope oase op de barre route Istanboel- Indonesiè. Thailand wordt aangeprezen als een exotisch en vrien delijk vakantieland. Maar achter deze faca de gaat een ontluisterd land schuil. Deze reisbrief geeft de persoonlijke indruk ken van een verblijf van een maand. De im pressie is niet vrolijk: de verloedering van het Westerse toerisme in een leeg land waar de oudé cultuur verlo ren is gegaan. mooie oude tempels, bijvoor beeld die op het terrein van het Nationaal Museum in Bangkok. Subliem hoe de muren van de lange rechthoekige hal iets naar binnen buigen. De strakke symmetrie in de uit bundige versiering levert een helder beeld. De fantasierijke fresco's, al die wilde verhalen uit de Oosterse godenwereld, laten je sprakeloos. Het Boeddhabeeld heeft nog heel menselijke proporties, troos tend, geruststellend. Zo ook tonen de vele kunstvoorwer pen in het museum een cul tuur van grote waarachtig heid. Maar de nieuwere tempels zijn een klakkeloze imitatie van de geijkte vormen waarbij echter alle verhoudingen uit het oog zijn verloren. De ooit mooi diepe kleuren blikkeren nu goedkoop in het licht van t.l.-buizen. Het is allemaal even kil en onpersoonlijk. Kunst heeft te maken met waarheid. In Thailand is men het spoor bijster. Het land maakt een uitgeholde, mach teloze indruk, terwijl de poli tieke en economische problemen zich opstapelen. i het noorden van Thailand (foto: William Duncan, uit: Thailand, a complete Zojuist heeft de Wereldbank een zorgelijk rapport opge steld over de Thaise econo mie (zie Far Eastern Econo mie Review, november '78): Er is niets meer over van het sprookje van de zorgeloze Thaise landbouwer, en Thai land als de rijke rijstkom voor het Verre Óósten. Het ont moedigende beeld: de arme boer wordt steeds armer. De ontwikkelingsplannen heb ben vooral diegenen gehol pen die het al wat beter had den. De modernisering van de landbouw, de Groene Revo lutie, is mislukt. De rijstoog sten worden steeds minder. In het hete seizoen trekken vele boeren naar de grote stad, Bangkok, om te proberen iets bij te verdienen. Een Thai ver telde hoe steeds meer vrou wen van het platteland in de prostitutie gaan om aan geld te komen. Bangkok telt drie honderdduizend "meisjes van plezier" voor de toerist die zich nou eens echt uit wil voelen. In de coffeeshop van het luxe, splinternieuwe Gra ce hotel bijvoorbeeld staan ze in dichte rijen opeengepakt: "Make-eh fuckie fuckie?" In de naburige badplaats Pat- taya zijn ze nog wat zwoeler Tussen de fruitstalletjes op de palmenboulevard fluisteren ze met zoele stem: "Kiss me' en kietelen tegelijkertijd in je kruis. Hm, hoe exotisch! Opiumvelden Een ander ontluisterend getal Thailand telt zo'n half miljoen verslaafden aan drugs. Een deel van Thailand ligt in de gouden driehoek, centrum van heroïneproduktie voor de wereldmarkt. Altijd gedacht dat opsporing van die opium- velden zo moeilijk was van wege ondoordringbare jungle en woest gebergte. Maar voor de toerist is het zeer gemakkelijk om vanuit Chiangmai in de heuvels de dorpjes te vinden waar je je voor een paar dubbeltjes on gans kunt roken aan de opium. Het probleem van de bestrijding zal meer het probleem zijn van de corrup tie in het politie- en ambtena renapparaat. Soms blijkt dat hoge diplomaten zelf in he roïne handelen; kranten be richten van politiefunctiona rissen die het op een ak koordje hebben gegooid met producenten. Armoe, corruptie en guerrilla, een bekend trio eigenlijk. In 't Zuiden is er dan nog een af scheidingsbeweging van Moslims. Zij plaatsen bom men, vermoorden rivalen en overvallen eveneens toeris ten. Odeklonjekick Het meest ontmoedigende ech ter is het gebrek aan cultuur Daar zaten we op het muurtje, onder de halve maan, gedes illusioneerd hoe leeg het land is: er wordt niets moois meer gemaakt. O ja, we hadden een goede tijd gehad in Thailand, maar dat was ondanks het land. Het land bood geen sti mulans. De fabelachtige kunstzinnigheid van het oude Siam lijkt verloren gegaan. Het hooggeprezen geloofsle ven hier blijkt een carnava leske mengeling van bijge loof, heidense rituelen en op pervlakkig Boeddhisme. Naast het beeld van Boeddha tref je veelal het portret van koning Phumibol aan. Het geloof maakt deel uit van het politieke leven: via een Boeddhistische campagne hoopt men het communisme buiten de deur te houden. Het is onderdeel van een goede opvoeding voor jongens om enkele maanden als monnik klooster door te bren gen. Misschien door deze massaliteit is het treurig gesteld met het gehalte. Ooit heeft Boeddha aangegeven hoe men via ma tiging en zelfdiscipline los kan komen van het wereldse lijden. Maar hier troffen we een monnik aan die zich een kick zat te snuiven aan odeklonje! Rond de tempels kun je zien dat oud bijgeloof nog welig tiert. In het portaal zit soms een waarzegger. Overal klinkt het schudden van gebedstokjes. Men geeft het nummer van het op de grond gevallen stokje, betaalt een klein be drag en krijgt dan een ge drukt velletje met een toe komstvoorspelling. Het gaat allemaal met dezelfde zielloze routine. En de tem pels lijken kermisachtige souvenirshops. Zo moet het in de kerk van Rome geweest zijn vóór Luther in ruil voor een stukje bladgoud krijg je genade. Voor wat geld be sprenkelt een monnik je met wijwater en ben je weer wat dichter bij je Nirvana. In een van de tempels hadden de monniken een televisie opge steld om maar niets te missen van het sportfestijn van de Asian Games. Klakkeloos De ontreddering van de Thaise cultuur spreekt uit de intense lelijkheid van de nieuwere tempels. Er zijn wonderlijk Mythes Na de rondreis door het Noor den was de terugkeer in het gladde, smetteloze toeristen circuit van Pattaya en Bang kok een klap in het gezicht Wat een schijn! En het gaat in elk land dat he t toerisme wil bevorderen het zelfde: overal worden dezelf de air-conditioned hotels ge bouwd, dezelfde internatio nale. extravagante nacht clubs, dezelfde souvenir shops, dezelfde warenhuizen met weeë muziek op de ach tergrond. Dan pas komt de ar rogante Westerse toerist om zijn teveel aan geld te beste den. Het ziet er allemaal pret tig westers uit. "In Bangkoks Kneipen spricht man Deutsch" En de "Tahiti Queen" bar in Pattaya is het zelfde als de "Memphis Queen" en het had Amster dam kunnen zijn. In de schijnwereld van het toe ristencircuit worden de my thes levend gehouden. Bang kok is de sprookjesachtige "city of angels". Thailand het land van de glimlach. Non sens. Die glimlach tref je al leen nog aan op het gezicht van een portier van een dure nachtclub, verder is het Thai se leven heel wat grimmiger. Een adequatere benaming voor het vuile Bangkok is "sincapitol of the world". De badplaats Pattaya heet heel pikant "das sundige Süden" Daar tref je ze aan: de toeris ten in hun zotte zomerkleren met hun Thaise scharrel. Tien jaar geleden was het nog stil in de heuvels van het Noorden. Toen ontdekten de reisbureau's een nieuwe markt een tour langs de stammen aldaar, het verko pen van hun handvaardig- heidsprodukten. Rond Chiangmai gonst het nu van het toerisme. Met de "Jungle John Tours" naar originele stammen. Daar wordt de handvaardigheid aan de lo pende band beoefend. Laten de stamleden zich gelaten be kijken. Met ingekeerde blik poseren ze voor de foto. Geen glimlach meer. LONDEN - In Dulwich, een buitenwijk van Londen, stapt vrijwel iedere dag een joviale man in een auto met op de achterbank een klerenhanger waarover een goed op de vouw geperste Zwarte broek hangt en een scharlaken rode rokjas. Er liggen ook een hard gesteven rok-overhemd, een witte vlinderdas, een voorzit ters-hamer en een paar glim mend gepoetste zwarte schoenen. Deze man is niet de voorzitter van een exclusieve club van jagers die afreist naar een vossenjacht. Hij gaat op weg naar zijn werk. Zijn naam is Ivor Spencer, 48 jaar, van be roep „ceremoniemeester" Vandaag vertrekt hij naar e'en bijeenkomst van de Kamer van Koophandel waar hij zal „optreden". In tegenstelling tot de Verenig de Staten waar dergelijke, za kelijke bijeenkomsten kort en krachtig worden in-en uit geluid. is men in Engeland nog altijd gesteld op deco rum. De Britse ceremonie meester handelt in decorum, het is zijn handelswaar. En zijn persoonlijke stijl is zijn handelsmerk. Ivor Spencer levert goede waar. Hij doet het al 23 jaar, waarvan 17 als voorzitter van het Beroeps- gilde van Ceremoniemees ters. Het komt als een verrassing dat het Gilde pas 17 jaar bestaat en dat het vak van ceremo niemeester nog geen honderd jaar officieel wordt uitgeoe fend. Toch zegt Ivor Spencer dat hij het „opeen na het oud ste beroep van de wereld' uit oefent. Al bij de Romeinen ester die moesten zorgen dat hun feesten en orgieën ge smeerd verliepen, zegt Spen cer. Wij doen nu niet veel an ders, al zijn er helaas geen or gieën meer. Daar voegt hij bedachtzaam aan toe: „Ik maak maar een grapje". Volgens Spencer hadden de rij ke Britse families vroeger hun major domo's het hoofd van de huishoudelijke staf. om als feest-begeleider op te treden. Sommigen hadden gedurende de drie of vier maanden van het „sociale" seizoen een speciale ceremo niemeester in dienst. En nu zijn er dan de beroeps die per gelegenheid worden geënga geerd. Het komt er dus op aan bekend te zijn en over goede contacten te beschikken, vooral met de vooraanstaan de hotels. riiisji Prinses Margaret straffe rookster Spencer begon zelf als kok in de keuken van het bekende Dor chester Hotel. In 1955 was hij toevallig in de banketzaal het geroezemoes van de gas ten overstemde om de aan dacht te vragen voor Winston Churchill. Spencer was diep onder de indruk. -„Wie is dat?", vroeg hij aan een „Churchill, idioot" Ivor Spencer zegt dat hij die zelfde dag zijn ontslag in diende en zich als ceremo niemeester ging bekwamen. Er was en er is geen officiële opleiding, maar wel onge schreven regels. Om te be ginnen moet een goede cere moniemeester over een flinke hoeveelheid zelfvertrouwen beschikken, een goede stem zonder aangeleerd Oxford- accent („als je dat accent niet hebt. verraad je jezelf vroeger of later altijd"), organisatie talent, en een bepaalde mate van bluf. Hij moet iets van protocol afwe ten, op de hoogte zijn van ac tuele gebeurtenissen in het theater, de pop- en zakenwe reld, ook in de politiek. „Hij is de contactman voor de kel ners, het orkest, de pers en de vertrouwensman van zijn cliënt', aldus Spencer. Ook moet hij over geduld be schikken. Slaapverwekkend Ivor Spencer zegt in zijn carriè re naar 26.000 toespraken ge luisterd te hebben (soms tien per dag), „waarvan er 24.000 slaapverwekkend waren" Zijn gilde heeft dan ook een jaarlijkse prijs ingesteld voor de beste spreker, vermoede lijk in de hoop dat de ceremo niemeesters zich minder zul len vervelen. „Neem Chur chill, zegt Spencer, „die kon het. Hij sprak en je kon de leestekens erin plaatsen. Hij gebruikte nooit ingewikkelde woorden en hij plaatste ze waar ze het meest effectief Hoogtepunten zijn steeds de gelegenheden waar leden van het vorstenhuis bij aanwezig zijn. Spencer is er 519 keer opgetreden als ceremonie meester, en hij weet waar hij op letten moet. „Als prinses Margaret erbij is dan moet het protocol aange past worden. Zij is een zware rookster, komt meestal al binnen met een sigaret. Ik weet dan dat zij niet wil wach ten totdat de officiële dronk op de koningin is uitgebracht, want tot dat ogenblik mag er niet gerookt worden. En die dronk wordt pas aan het eind van de maaltijd na het des sert. maar voor de koffie uit gebracht. In dat geval geef ik de kelners opdracht te zorgen dat de wijn snel op tafel staat, zodat de dronk al na de eerste gang kan worden uitge bracht". Prins Charles is volgens Spen cer daarentegen als niet-roker zeer op protocol gesteld. In dat geval kan er de hand niet mee gelicht worden. Is er een gastheer die Spencers dien sten heeft aangetrokken, die ook niet tot de koffie kan wachten met het opsteken van een sigaret, dan zorgt de alom-zorgzame ceremonie meester ervoor dat de roker door een welgeplaatst tele foontje van tafel wordt weg geroepen. *1". zijn loopbaan heeft Ivor Spencer te maken gehad met mensen als Louis Armstrong, Ghandi, mevrouw Golda Meir, Richard Burton, Char les Chaplin, de Beatles, ko ning Hoessein, Elizabeth Taylor, Mick Jagger, Onassis, Sophia Loren, politici, prin sen en prinsessen. Hij is in dat opzicht als de bewonderaars die gelukkig zijn wanneer ze maar een ogenblik in het schijnsel kunnen baden van hun idolen. Broek Niettemin bestaat het meren deel van zijn werkzaamheden uit het begeleiden van minder spectaculaire festiviteiten: huwelijkspartijen, zakendi- ners. persconferenties, lief dadigheidsbals, filmpremiè res, verjaardagsfeesten Soms wordt hem gevraagd, in afwe zigheid van de spreker, diens toespraak voor te lezen. Bij een andere gelegenheid voor zag hij een bruidegom van een van zijn eigen broeken toen bleek dat de bestelde broek niet paste. Hij vergelijkt zijn vak met dat van een begrafenisonderne mer. „Die brengt zijn tijd door met droefheid. Wij doen dat met vrolijke gebeurtenissen". Wanneer hij afscheid van zijn vrouw neemt en in zijn auto stapt, roept zij dan ook iedere keer: „Veel plezier". Voor Spencer is plezier zijn werk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 23