Fam. Ahmed na
acht maanden
hoopvoller...
Directeur Milikan:
„IK HEB ECHT
NIETS TEGEN
BLONDIE, MAAR...
Beslissing over verblijfs
vergunning in januari?
ZATERDAG 30 DECEMBER 1978
Mevrouw Ahmed, met het twee jaar oude dochtertje van Amina,en Amina zelf. Terwijl Amina werkt,
past haar moeder op het kind. Zo loopt het nu al twee jaar prima.
ZOETERWOUDE
LISSE - De eerste week
van april nam André
Korenhof, gereed
schapsmaker bij het
oeroude Leidse me
taalbedrijf de Grofs
mederij, behalve zijn
gebruikelijke spullen
ook zijn slaapzak mee
naar het werk. Als één
van de weinige werk
nemers had hij opge
vangen dat er "iets
stond te gebeuren".
Op 6 april was het dan eindelijk
zover, 's Morgens in alle
vroegte werden de voorbe
reidingen getroffen om te
komen tot de eerste bedrijfs
bezetting in de Leidse regio
Een klein groepje werkne
mers van de Grofsmederij,
aangevuld met bezoldigde
bestuurders van de Indus
triebonden NW en NKV
zorgde ervoor dat het be
drijfsterrein met hekken
werd afgezet en de ramen be
hangen met spandoeken met
het woord "Bezet" erop.
De niets vermoedende werk
nemers werden opgevangen
met de mededeling dat ze zich
naar de kantine moesten be
geven inplaats van naar de
werkvloer. De directeur van
de Grofsmederij, ir H.P
Schut kreeg te horen dat zijn
aanwezigheid niet op prijs
werd gesteld.
In de kantine ging de overgrote
meerderheid vap het perso
neel akkoord met de bezet
ting. De volgende eisen wer
den gesteld: Directeur Schut
zou moeten verdwijnen, tot 1
juli 1979 zouden er geen ge
dwongen ontslagen mogen
vallen en tenslotte moest het
behoud van de werkgelegen
heid de belangrijkste voor
waarde zijn bij een overname
van het bedrijf door derden.
De afloop van de affaire is be
kend: directeur Schut is in
derdaad weg, maar het bedrijf
ook. Tijdens de bezetting
sprak de Haagse rechtbank
het faillisement uit over het
141 jaar oude bedrijf. We zijn
inmiddels acht maanden ver
der. Het gebouw van de
Grofsmederij op het indus
trieterrein in Zoeterwoude is
verkocht, de heer Schut is di
recteur geworden bij een me
taalbedrijf in Zwolle en ook
een deel van de werknemers
is weer elders aan de slag.
Wennen
Gereedschapsmaker André
Korenhof begint er al aan te
wennen dat hij werkloos is.
"Ik leid weer het oude leven
tje" zegt hij. Alsof hij nog
steeds op de Grofsmederij
werkzaam is, staat hij nog da
gelijks op om kwart voor ze
ven. "Als je blijft liggen, word
je langzaam maar zeker
luier". Voorlopig heeft hij nog
genoeg klusjes in huis te
doen. De tijd komt hij dus wel
door. André Korenhof werkte
in totaal 28 jaar bij de Grofs
mederij. Begonnen op de af
deling waar ze krukassen
maakten. Later ging hij naar
de gereedschapsmakerij.
Momenteel loopt hij in de ziek
tewet. Zijn linkerarm kan hij
haast niet meer gebruiken.
Het gevolg van een motoron
geluk dat hij 25 jaar geleden
opliep. Voordat André Ko
renhof de ziektewet inging,
heeft hij nog wel een paar
keer gesolliciteerd. Tever
geefs echter. Een gereed-
schapsfabriek in Sassenheim
vond hem te duur, bewaker
worden bij een particuliere
bewakingsdienst in Haarlem
zou ruzie met zijn vrouw be
tekenen en een bloembollen-
bedrijf wilde hem niet heb
ben als kantinebaas omdat hij
niet in het bezit was van een
horecadiploma.
Tijdens de bezetting nam ik
mezelf al voor, dat wanneer
het mis zou gaan, ik niet meer
in de metaal zou teugkeren"
zegt Korenhof. De metaal is
slecht en om dit alles over een
x aantal jaren weer mee te
maken, nee. Dan zeg ik liever,
ik pas ervoor"
Moeilijk
Hij legt uit hoe moeilijk de laat
ste dag van de bezetting en de
tijd daarna is geweest: "Ik
voelde me toen heel erg bela
zerd en dat heeft nog weken
lang nagewerkt. Het is een
verschrikkelijke klap voor
me geweest. Ik deed thuis to
taal niets. Zat alleen maar te
zitten. Het idee datje nooit je
hand op hebt hoeven houden
en dan opeens moet je dat
wel, dat is hèel erg moeilijk,
als je je leven lang van jongsaf
aan gewerkt hebt. En dan
dacht ik wel eens, wat ben ik
stom geweest dat ik me niet
vier jaar geleden op die arm
heb laten afkeuren, dan had
ik dit allemaal niet mee hoer
ven te maken".
André Korenhof heeft nooit
moeite gehad met de bezet
ting van het bedrijf als actie
middel. "Het was buigen of
barsten. Zoiets als het gok
spelletje alles of niets. Bij mij
is ook nooit de gedachte in me
opgekomen dat wat we de
den, onwettig was. We heb
ben wel één van de heren bui
ten de poort gehouden, maar
de produktie is nooit gestag
neerd."
Overnachters
dré Korenhof één van de vas
te overnachters op de Grof
smederij geworden. De eerste
drie dagen sliep hij helemaal
niet thuis, daarna bleef hij om
de andere dag op het bedrijf
slapen. Bij zijn vrouw in Lisse
werd de deur ondertussen
bijna platgelopen door ken
nissen en buren die wilden
weten hoe het errnee stond.
'Het is misschien vreemd, zegt
Korenhof maar toen we be
gonnen aan de bezetting heb
ik gedacht, dat dit het einde
was. Ik zag het opeens hele
maal niet meer zitten. We
hadden geen mensen meer in
dienst die de orders konden
binnenhalen en de produktie
was een aflopende zaak. Het
enige wat ons nog had kun
nen redden, zou een fusie ge
weest zijn. Maar de gegadig
den hiervoor bleven uit, het
was een afgelopen zaak.
De laatste jaren heb ik altijd al
tegen mijn vrouw gezegd: De
produktie kan in ieder geval
niet zonder gereedschaps
maker. Ik zal de sleutel krij
gen om de Grofsmederij te
sluiten. Het is ook nog zo uit
gekomen."
MARK KRANENBURG
LEIDEN - Twee keer was er in het algelopen jaar in
Leiden een concert gepland van de Amerikaanse
new-wavegroep "Blondie" (inmiddels weinig "new"
meer en ook de "wave" is niet meer wat die geweest is).
Beide keren werd het feest op het laatste moment,
terwijl de kaartverkoop al volop aan de gang was,
geannuleerd.
vier gebeuren ook want Mili
kan zal zich over enkele
maanden, om precies te zijn
in de maand mei, uit de show
en zakenbiss terugtrekken om,
zoals hij zelf zegt, in zijn aar
dige buitenstulpje in de buurt
van het Westfriese Medemblik
nog wat te genieten van zijn
oude dag.
In zijn werkkamertje, ergens
achterin het doolhofachtige
zalen en gangencomplex van
de Stadsgehoorzaal, laat Mi
likan alle zaken met betrek
king tot het afgelaste Blondie-
concert nog eens rustig de re
vue passeren. Milikan: "Op
een gegeven moment werden
wij benaderd door Mojo voor
een concert van Blondie. Mij
werd verteld dat het een
doodgewone popformatie be
trof dus ik stemde in principe
toe en nodigde die mensen uit
voor een werkvergadering
wat altijd de gewoonte is.
Maar van Mojo is er nooit ie
mand komen opdagen en
zonder overleg te plegen be
gonnen zij met de adverten
tieprocedure. Op dat moment
begon ik een beetje nattigheid
te voelen, vooral omdat ik van
alle kanten door ongeruste
mensen werd opgebeld met
Hieronder het hoe
eerst de deuren van de Stads
gehoorzaal en later die van de
Groenoordhal voor de Blon-
die-fans gesloten bleven.
Op donderdag 26 januari zou
Blondie (de hele groep luistert
overigens naar deze naam en
niet alleen dat fraaie blondje,
dat Deborah Harry heet en
toevallig de lead-zangeres
van de band is) optreden in de
Stadsgehoorzaal. Op dins
dagochtend 17 januari kwam
er echter bij de redactie van
deze krant een telefoontje
binnen van het Delfse organi
satiebureau Mojo Concerts.
"Blondie gaat niet door en als
je wilt weten waarom dan
moetje die Milikan directeur
Stadsgehoorzaal, red.) maar
bellen", aldus was ongeveer
de strekking van wat er aan
de andere kant van de lijn te
leurgesteld werd uitgeroepen
Geschrokken
Wat was nu het geval? De heer
Milikan had zondagavond op
de televisie het aan de punk
rage gewijde Wonderland
van de Vara gezien en was zo
geschrokken van wat zich in
dat programma op de buis
had afgespeeld dat hij besloot
om die hele punkzooi
(voorlopig) maar uit zijn
Stadsgehoorzaal te weren.
Maar er was nog enige hoop
want "Dat ik nu het concert
afzeg .houdt geenzins in dat ik
er ook in de toekomst niet aan
begin", liet Milikan in een eer
ste reactie weten. Hij vertelde
ook dat hij naar Engelan d zou
gaan om eerst eens zelf een
aantal Blondie-concerten bij
te wonen en om tegelijk zijn
oor eens te luisteren te leggen
bij collega's-zaaleigenaren
die al vaker een punkgezel
schap over de vloer hadden
gehad.
Het is er nc
mededelingen van: "Joh, weet
je wel wat je doet, Blondie is
punk en dat betekent spelden
in je gezicht".
Ja, en toen dat televisiepro
gramma hè. Daar ben ik wel
een beetje van geschrokken
Na die uitzending heb ik hier,
in dit kantoortje, de hele
nacht zitten dubben over wat
ik nu moest doenMoest ik an
derhalf duizend man in een
donkere zaal laten proppen
met alle gevaar voor uitbre
ken van paniek? Wanneer in
een complex als dit paniek
uitbreekt dan is het leed. niet te
overzien. In de Groenoordhal
zou dat heel anders liggenAls
daar paniek uitbreekt dan
gooi je gewoon even die gi
gantische haldeuren open en
de koude wind geneest de
zaak dan wel. Die angst voor
paniek is voor mij de belang
rijkste reden geiveest om het
concert niet door te laten
gaan. Je zou kunnen zeggen
dat ik gehandeld heb uit een
soort van verantwoordelijks-
gevoel voor al die jonge men
sen en,,.voor m'n zaal. Want
dit gebouw mag dan wel van
de gemeente zijn, de exploita
tie is toch mooi een particulie
re aangelegenheid"
Zachte dood
"Ik heb trouwens het idee dat de
punk inmiddels een zachte
dood aan het sterven is', net zo
snel weer verdwijnt als het is
opgekomen Ik ben daar blij
omen geloof dat ik er met mijn
beslissing aan mee heb gehol
pen om dit proces nog wat te
versnellen. Toch moet je niet
denken dat ik iets tegen Blon
die heb hoor, integendeel, als
man vind ik haar een schat
van een meid. een juweeltje
zelfs. Wat ik later op televisie
van haar heb gezien sprak me
behoorlijk aan, een mooie
meid met een betrekkelijke
goeie stem. Als zij morgen zou
gaan optreden met een gewo
ne groep dan zou ik haar met
open armen ontvangen"
Met open armen on tvangendat
had Groenoordhal-directeur
A ndré de Jong ook gedaan als
Deborah Harry met haar
"ongewone" bandleden naar
Leiden was gekomenVoor za
terdag 8 juli was er namelijk
i Blondie in de
Groenoordhallen geboekt
(wederom door Mojo) en in
een mum van tijd waren er
voor dit festijn al 5000 kaar
tjes verkocht. En terwijl de
voorbereidingen al in volle
gang waren kwam het even
onverwachte als botte bericht
dat Blondie niet naar Leiden
kon komen.
"Verplichtingen elders", heette
het. Volgens een of ander con
tract met een platenmaat
schappij zou de groep op die
bewuste achtste juli in een op
namestudio moeten verschij
nen. Geen concert dus en in de
Groenoordhallen zat men on
der andere met een tot in alle
finesses uitgedokterd stoelen-
plan en een inmiddels gele
verde drankvoorraad van
20.000 blikjes, die noodge
dwongen de hele zomer in de
hal opgeslagen heeft gestaan
en waarvan de inhoud pas bij
het onlangs gehouden concert
van Santana in de kelen van
dorstige concertgangers is
gegleden.
Nadat Leiden Blondie had ge
weerd ditmaal dus het omge
keerde. Een rechtgeaarde
Blondie-fan verzuchtte, toen
hij voor de tweede keer naar
zijn voorverkoopadres was
gesjouwd om zijn centjes te
rug te halen: "Ik had beter ge
lijk voor dat geld een lang
speelplaat kunnen kopen.
Hou je nog hel nodige over ook
e ze krijgt te hare
zeker dat
JAAP VISSER
LEIDEN - Acht maanden geleden kreeg mevrouw
Salma M. Ahmed van het ministerie van justitie te
horen dat haar een verblijfsvergunning in Nederland
geweigerd werd. De vrouw had met haar gezin sinds
1970 toen ze de oorlog in Cambodja ontvluchtte ge
zworven over de wereld. Nergens werd haar verblijf
gegund, tot ze in september 1976 in Nederland be
landde.
Hier dacht ze het gevonden te hebben; twee van haar dochters ves
tigden zich hier duurzaam, één van hen kreeg door een huwelijk
zelfs de Nederlandse nationaliteit. Een derde dochter, Amina (nu
23) vond een goede baan bij de Nigeriaanse ambassade in Den
Haag. De twee jongsten gingen naar de lagere school in Leiden.
Want daar woonde het gezin, in een armoedig onderkomen in de
Groenesteeg, dat ze wonder boven wonder nog een beetje leefbaar
wisten te maken ook. Ze woonden daar al ruim tweeënhalf jaar,
toen de brief kwam. Een Nederlandse vriendin van Amina moest
haar in het Engels vertellen wat erin stond, Amina vertelde het
weer in het Vietnamees aan haar moeder. Ze wisten geen van allen
wat ze toen moesten doen.
De vriendin, Winnifred André Wiltens, nu: "We wisten helemaal niet
tot wie we ons moesten wenden. En ze kregen hier maar brieven in
het Hollands. Het is om gek van te worden, heel erg. Maar ze zullen
het niet laten merken, dat is ook wel hun trots denk ik. Moet je je
voorstellen: je spreekt geen woord Hollands, in dit land met al zijn
regelingen en instanties. Dat is een zoekactie, daar word je grieze
lig van. Maar hoe ze toch gewoon doorgaan, daar is maar één woord
voor: ongelofelijk!"
In beroep
En er moest en moet nog heel wat gebeuren. In de eerste plaats in
beroep gaan tegen de weigering van de verblijfsvergunning. Om
enige hoop te kunnen hebben op een succesvolle afloop was het
van belang dat er inkomsten kwamen voor het gezin, andere dan
een uitkering via de bijstand, want dat was het punt waarop justitie
de verblijfsvergunning weigerde. En last but not least andere
woonruimte.
Vooral Amina is ontzettend actief geweest. Ze wendde zich tot de
rechtswinkel, tot de leraar van haar jongere broertjes, tot een ver
tegenwoordiger van het buurtcomité en tot de werkgroep voor
opvang van vluchtelingen in Leiden. Allemaal droegen ze hun
steentje bij.
Advocaat mr. Hamer ging in beroep bij de staatssecretaris van justi
tie. Hij kreeg met veel moeite gedaan dat de vrouw in ieder geval de
beslissing van het beroep in ons land mag afwachten: de schorsen
de werking, hét grote strijdpunt in het vreemdelingenbeleid op dit
moment.
Geen garantie
Mr. Hamer: "Dit is geen garantie dat de beslissing positief zal uitval
len, maar het is wel een aanwijzing dat de zaak niet bij voorbaat
onzinnig geacht wordt. Er zijn nu twee dingen belangrijk. Dat er
voldoende aanknopingspunten zijn met Nederland; nu, die zijn er
meer dan voldoende. En ten tweede dat de financiële positie ver
andert. Nederland eist min of meer van buitenlanders die hier
komen dat ze in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Als ze dat
niet kunnen willen we ze niet, hoe zielig ook. We hebben bijstands
trekkers genoeg, daar komt het wel op neer, al wordt het nooit zo
gezegd. Maar als we het financieel rond hebben, heeft justitite geen
been meer om op te staan". "Al weetje het nooit met deze staatsse
cretaris", voegt hij er bitter aan toe.
Het financiële probleem is inmiddels voor een groot deel opgelost.
Het gezin kreeg van een tweetal kerkelijke instanties de garantie
van een vaste maandelijkse bijdrage gedurende zes maanden van
de ene, en drie jaar van de andere instantie. Intussen gaat de
werkgroep voor vluchtelingen, die zich met het oog op dergelijke
gevallen aan het omvormen is tot een stichting, door met het bij
elkaar, proberen te schrapen van geld.
Niet alleen willen ze het gezin drie jaar lang financieel onder de
pannen helpen, maar ook zo snel mogelijk letterlijk onder de pan
nen. In een huis waarin het normaal leven is en met een betaalbare
huur. Die huur zal echter altijd veel hoger zijn dan wat er nu voor
het (gekraakte) pand in de Groenesteeg wordt uitgegeven. En denk
alleen maar eens aan de kosten van inrichting van zo'n huis.
Niet voorspoedig
Met het zoeken naar woonruimte gaat het nog niet zo voorspoedig.
De gemeente is niet verplicht vervangende woonruimte te bieden
voor het pand in de Groenesteeg dat op de nominatie staat om
gesloopt te worden. De heer Obbema van de werkgroep voor
vluchtelingen: "Ze kunnen zich gemakkelijk verschuilen achter
het feit dat de procedure voor de verblijfsvergunning nog loopt Al
zijn ze niet onwelwillend. Het is dan ook het beste om die procedu
re maar af te wachten. In januari verwachten we de beslissing, dan
is het tijd om weer aan de bel te trekken voor huisvesting. En dan
et de gemeente ook maar meteen een beslissing nemen, dan is
het wel t
tijd"
Ondertussen heeft de buurt alles gedaan om de huidige woonruimte
nog een beetje leefbaar te houden. Ze zorgden voor een kachel en
de aansluiting daarvan, gaten m de muren werden gedicht, enz.
Obbema: "Het is duidelijk dat het gezin hier in de buurt niet alleen
geaccepteerd is, maar ook gewaardeerd wordt, en dat de buurt wil
dat ze hier blijven. Het is duidelijk wat er moet gebeuren".
En dan is er nog een zwaarwegend argument om de vrouw niet uit te
wijzen. Obbema: "De twee jorjgens van dertien en vijftien jaar, die
hier op school gaan. Ze hebben nooit de kans gehad op een regel
matige opleiding. Eindelijk hebben ze die nu, daar is ontzettend
veel energie in gestoken. Als je ziet wat die kinderen in twee jaar
tijd hebben bereikt, ze spreken vloeiend Nederlands. Stuur je ze
nu weer weg, dan brand je al die energie onmiddellijk op".
Het gezin draaide in die acht maanden tussen toen en nu gewoon
door. Het ging niet bij de pakken neerzitten, maar werkte zich
stukje bij beetje naar een uitweg uit de op het eerste gezicht zo
hopeloze situatie toe. Gesteund door anderen, en daarvoor onhol
lands dankbaar.-Ze zijn nu hoopvoller
MARGA WUIS