1978: Prima jaar voor Italiaanse wijnen Negen procent inkomen gaat op aan kleding Denk eens aan een kasje in de tuin Amerikaanse meisjes willen weer graag in het wit trouwen [ATERDAG 30 DECEMBER 1078 Nederlandse vrouwen kopen steeds meer kleding. In 1973 hebben ze (gerekend vanaf de leeftijd van 14 jaar) gezamenlijk j drie miljard gulden aan kleren uitgegeven. in 1975 is de totaal rekening vier miljard gulden ged weest. Deze toename van een miljard in twee jaar tijds mag slechts gedeeltelijk aan de prijs- I stijgingen op dit gebied worden toegeschreven. Er is ook meer kleding gekocht, en dan vooral laag geprijsde kledingstuk- I ken. Deze cijfers staan in het boekje „Kleedgeld: voor hem, voor haar, voor het hele gezin", een uitgave van de stichting economisch huishoudelijk beheer in Den Haag, een instelling die budget adviezen geeft aan gezinnen die financiële problemen hebben, of zulke problemen in het verschiet zien liggen en die alsnog willen omzeilen. Ook wordt advies ge geven over incidentele begro tingsposten: zakgeld, kostgeld kleedgeld. Negen procent Kleedgeld is een post waar geen mens omheen kan, of men nu al leen dan wel in gezinsverband leeft. Gemiddeld geeft iedere Nederlander per jaar 500 gulden aan kleding uit. Dat betekent dat (alweer: gemiddeld) 9 procent van het Nederlandse netto-in komen aan deze lichaamsbedek king wordt uitgegeven. Kleed geld komt uit „de huishoudpot", van de spaarrekening, soms uit de kinderbijslag. Voor op groeiende kinderen is het zak geld tegenwoordig vaak vooral kleedgeld dat snel wordt uitge geven aan door de showwereld gedicteerde modesnuljes die al even snel weer uit de gratie ra ken. Kleding kan ook een „sluitpost" zijn onderaan de lijst van vaste uitgaven. Volgens de budgetcon sulenten van de stichting econo misch huishoudelijk beheer lijkt dat steeds vaker voor te komen, en ze vinden dit een verontrus tend verschijnsel. In een voor woord tot het boekje „Kleed geld" schrijft de secretaris van de stichting, budgetconsulente Ad- dv Schortinghuis-Sprangers: „Bij steeds meer mensen vinden we schulden, of nog net geen schulden, maar te zware vaste lasten, bijvoorbeeld door een ho ge aflossing voor het huis, een hoge huur, veel opleidingskos- ten". Naar haar ervaring worden in zulke gevallen de uitgaven voor kle ding en eten inderdaad een soort sluitposten, met bedragen die zo krap mogelijk worden genomen, en waar in feite nauwelijks meer geld voor over is. Een beste dingsplan waarin een vast bedrag voor kleding wordt gereserveerd, kan een uitkomst zijn in zo'n si- Kritisch „Kleedgeld" wil daarbij een hand leiding zijn, maar niet uitsluitend op basis van droge rekensom metjes. De samenstellers gaan er (terecht) vanuit dat dergelijke adviezen alleen maar zin hebben bij een kritische kijk op het ver schijnsel mode en op jezelf: waarom heb je nieuwe kleding nodig, vind je het jongste modes nufje werkelijk goed, of doe je klakkeloos mee als „modieus ge kleed kuddedier"? Het boekje geeft tips voor de hoog te van kleedgeld voor opgroeien de kinderen, voor het samen stellen van een praktische „ba sisgarderobe" en voor het onder houd en zelf maken van kleding, naast een aantal methoden voor het berekenen van de kleding- kosten. In een afzonderlijke bro chure wordt een aantal voorbeel den gegeven voor de kostenbere kening van „kledingpakketten" voor verschillende leeftijden, en de geschatte gebruiksduur van de onderdelen van elke gardero be. Het boekje „Kleedgeld" kost vijf gulden (inclusiefverzendkosten), en kan besteld worden door het storten van dit bedrag op giro nummer 2841981, van de pen ningmeester van de stichting EHB. Inlichtingen over de mo gelijkheid van een persoonlijk budgetadvies kunnen schriftelijk worden aangevraagd bij de stich ting, adres Prins Mauritslaan 49 in Den Haag. Handgebreide trui van katoen met v-hals met daaronder een hoog- sluitende bandplooibroek van ka toenen velours in een pied de poule dessin r Piccolo-pak van Corduroy feestelijk glanzend pak, voor wie modesnufjes niet kan laten hangen Broek, topje en blazer zijn afzonderlijk verkrijgbaar n deze tijd van het jaar kunt u rus tig binnenshuis plannen gaan maken voor het nieuws tuinsei- zoen. Zo zullen vélen zich ook nu afvragen of ze voor het nieuwe seizoen tot de aanschaf van een kasje in de tuin zullen overgaan. Er bestaat immers een groeiende belangstelling voor kasjes, vooral vanuit het alsmaar groeiende le ger mensen met veel vrije tijd. Denk maar eens aan de vele werklozen, gepensioneerden, I wao'ers enz. Want één ding is ze ker: een kasje vraagt veel tijd! Welke kas Voordat u tot aanschaf van een kas overgaat, is het uitermate belang rijk dat u weet wat u erin wilt gaan doen. Enkele mogelijkhe den zijn onder andere groente teelt, kweken van kamerplanten, cacteeën, orchideeën, voorzaaien van éénjarigen, stekken van coni feren, heide enz. Maak een keus" uit de diverse mogelijkheden en zoek planten uit die bij elkaar I passen. Dan kunt u gericht naar een kasje op zoek gaan. Een gerenommeerde handelaar kan u aan de hand van uw wensen de meest geschikte kas advise ren. Voorts moet u bij de gemeen- te een bouwvergunning aanvra- ,J gen, maar ook daarbij kan de le ft verancier van het kasje u in veel gevallen helpen Behalve vrij- i staande kasjes zijn er ook nog zo- genaamde gevelkasjes, die tégen fi; een muur geplaatst moeten wor- S den. Nadeel van deze kasjes is, dat er minder licht in komt. een s voordeel is dat de verwarming 3 vaak vanuit het woonhuis kan m geschieden. I JMateriaal }üe meeste in de handel zijnde kas- sL.jes zijn van aluminium of hout fi<< (red cedar of redwood). Bij een houten kasje moet u een funde- 1, ring van steen of beton maken. Een houten kasje heeft een betere gil" warmte isolatie. Een aluminium g1' kasje heeft geen onderhoud no- dig en het hang- en sluitwerk van 5- deuren en ramen is vaak beter: bovendien zijn aluminium kasjes 5; in de regel goedkoper. ^Afmetingen ■H&ls u nog geen verwarming biedt betrekkelijk weinig mogelijkheden. Zelfs voor planten die alleen vorstvrij 'moeten overwinteren is het 's winters te koud in zo'n kasje. De meest gangbare temperaturen voor een kasje zijn: 7—13 graden Celsius, een koude kas die in de winter verwarmd wordt en ge schikt is om bijvoorbeeld succu lenten te kweken of planten vorstvrij te laten overwinteren. Voor de gematigde kas is een tem peratuur' van 13-18 graden Cel sius gewenst, vooral geschikt voor kamerplanten en om bij voorbeeld druiven te kweken. In de warme kas ligt de temperatuur tussen de 18 en 22 graden Celsius en deze is geschikt voor allerlei tropische gewassen zoals orchi deeën. Het is aan te raden een ■gematigde of warme kas extra te isoleren door middel van dubbele beglazing, PVC-folie of iets der gelijks. De drie meest gebruikte vormen van verwarming zijn. olie, gas en elektriciteit, waarvan de laatste zeker de meest ideale Voorts heeft u nog een aantal ac cessoires nodig om een optimaal gebruik van uw hobbykasje te kunnen maken, te weten een hy grometer om de vochtigheid te meten, een thermometer water reservoir om regenwater op te vangen en te bewaren op kas- temperatuur, tabletten en kweekrekken, zonwering en eventueel een luchtraam-auto- Waar kopen? Laat u voor u tot aanschaf overgaat eerst terdege informeren door deskundige leveranciers. De meeste firma's leveren de kas af als bouwpakket, maar kunnen hem tegen meerprijs ook voor u opbouwen. Enkele bekende en bonafide leveranciers zijn: Arkoo in Nunhem (L), Artola in Weert, Graafland in Vleuten, Knoppert in Voorhout, Vemakas in Oost woud en Vlaanderen in Dor- Als het om het organiseren van „een originele huwelijksvoltrek king" gaat, is momenteel in de Verenigde Staten niets te dol, volgens een artikel over bruilof- ten-van-vandaag in een Ameri kaans vrouwenblad. Dochters van welgestelde ouders trouwen barrevoets in een park (waar ver volgens ook het bruiloftsmaal wordt geserveerd), of in luxueuze hotels die voor de gelegenheid worden volgebouwd met decors uit de duizend-en-één-nacht sprookjes. Een aan het plafond opgehangen reusachtige namaakwolk waar de bruid uit tevoorschijn komt om via een goudkleurige trap in het feestgewoel neer te dalen, schijnt het ook goed te doen in kringen waar men niet op een paar extra centen aan bruiflofsonkosten hoeft te letten. Organisaties die zich toeleggen op het organiseren en verzorgen van complete bruiloften, beweren dat de traditionele witte bruidsstoet (met drie of vier bruidsmeisjes) in Amerika weer steeds vaker wordt gevraagd. De traditionele orgel muziek daarentegen wordt meer en meer ingeruild tegen „leven de" gitaarmuziek, bij voorkeur op thema's uit populaire films en musicals. Steeds populairder wordt ook de „etnische" bruiloft: jongeren trouwen in de klassieke folkloris tische kleding met bijbehorende gebruiken uit de Europese lan den, van waaruit hun voorvade ren destijds naar Amerika emi greerden. heeft in het kweken, is een kleine kas aan te bevelen.. Bovendien kunnen de meeste kasjes later uitgebreid worden en soms zelfs zo, dat u twee aparte ruimten krijgt waarin verschillenden kli maten bewerkstelligd kunnen J worden. Verwarming Een ander belangrijk punt van Het wijnjaar 1978 wordt er een om te onthouden: dat is de eenstemmige mening van wijnbouwers en -kenners in Italië. De produktie van dit jaar is niet zo uitzonderlijk als die van 1964 of 1971, maar wel van uitstekende kwaliteit. De regenachtige voorzomer en de uitzonderlijk zachte maand september hebben er toe bijgedragen dat er nog ja renlang zal worden gespro ken (en genoten) van „het jaar 1978". De eersten die dat gemerkt hebben waren vanzelfspre kend de opkopers van de druivenoogst, die een ware wedloop hebben ontketend op de beste partijen: prijzen van twee gulden per kilo en, voor de later rijpende „nebio- li", van 2,50 tot 3 gulden wa ren geen uitzondering. Vorig jaar kostten dezelfde druiven f 1,- tot f2,50. Nu ligt de prijs van wijndruiven even hoog als die van de tafelkwali teit Dat betekent dat ook de wijnen dit jaar duurder worden: voor een fles Barbaresco, een van de beroemde wijnen van Piemonte, spreekt men al van prijzen van minstens 20 gul den, als u bereid bent ze te gaan afhalen bij de wijngaard. In de wijnhandel in Rome of op tafel in een restaurant zal men al gauw 30 tot 40 gulden moeten neertellen, en wat ze in Haarlem of Utrecht moeten opbrengen is nog in het ge heel niet te voorspellen, voor opgesteld dat ze daar ooit te recht komen. Er is tamelijk hardnekkige tegenzin onder importeurs en verbruikers tegen Italiaanse wijnen, die zeker niet te verklaren valt door de kwaliteit: een deel van de Franse wijnen die ie dereen graag op zijn tafel zet, is ongemerkt al versneden met de veel krachtiger wijnen uit Zuid-Italië. Verfijnd De verklaring ligt waarschijn lijk in de veel meer verfijnde Franse wijncultuur, die zich in de loop van de eeuwen over de rest van Europa heeft ver spreid. In Italië werd de wijn altijd veel meer beschouwd als een vanzelfsprekend on derdeel van het dagelijks dieeten werd er minder ophef van gemaakt, trouwens net ais bij de produkten van de keuken, die in heel de wereld nu eenmaal „cuisine" en niet „cucina" heet, ook al heeft de „cucina" best het een en an der te bieden waarvoor zelfs e „cuisine" zich niet zou be hoeven te schamen. Natuurlijk ontbreken ook in Italië de wijntradities niet: van de wijnen uit „Magna Grecia", het door de Grieken gekoloniseerde deel van Zuid-Italië, die al door Hora- tius en andere klassieke dich ters bezongen werden, tot het beroemde verhaal over de kardinaalsbediende die van zijn meester de opdracht kreeg „est" (zoiets als: dit is 'm) te schrijven op de deuren van herbergen waar goede wijn werd geschonken, en die in zijn opgetogen dronken schap in Montefiascone, ten noorden van Rome, over de hele breedte van de herberg- deur zijn „est est est" kalkte. Maar op de een of andere ma nier worden dergelijke ver halen tot de zuidelijke folklo re gerekend en niet be schouwd als uitdrukkingen van een wijncultuur. Enkele jaren geleden namen de gezamenlijke Italiaanse wijnbouwers een maatregel, die van groot belang is geble ken voor de verspreiding van hun wijnen in het buitenland. Zij stelden de aanduiding „doe" in, die betekent: „de- nominazione di origine con- trollata", predikaat van ge controleerde afkomst. Wie vandaag een Chianti of een Barbera koopt die het predi kaat „doe" draagt, kan er ze ker van zijn, dat het inder daad een wijn is die afkomstig is uit de aangegeven streek en die niet versneden is met an dere wijnen. De „doc"-wijnen geven inderdaad een garantie van afkomst, die niet onder doet voor de „appellation controlee" van de Franse wij nen. Daarnaast bestaat nog al tijd de „vino da tavola" (ta felwijn), die waarschijnlijk wel versneden is, maar meestal best op kan tegen de „vin du patron" van uw res taurant om de hoek. Knoeierij Nu moet worden toegegeven dat er nogal eens met Ita liaanse wijnen is geknoeid. Zo viel het enkele jaren gele den zelfs de niet al te wakkere Italiaanse fiscus op, dat het jaarlijkse suikerverbruik per hoofd in het Siciliaanse plaatsje Partinico (een be kend Mafia-centrum) was op gelopen tot meer dan een hal ve ton. Een nader onderzoek wees uit dat scheepsladingen imitatiewijn, waaraan geen druif te pas was gekomen, uit die plaats de aardbol rond werden gestuurd. Tegen dit soort fraude, die de hele Ita liaanse wijnproduktie in dis krediet brengt, zijn de bona fide wijnhandelaren sinds enige tijd streng aan het op treden. Wat zij niet kunnen voorkomen, is de massa-export van mid delmatige wijnsoorten. Zo wordt de „Lambrusco" uit Emilla-Romagna, een licht mousserende rode wijn, die slechts in de allerbeste ge vallen enige geestdrift kan opwekken, de laatste jaren in alle Amerikaanse supermark ten in miljoenen blikjes ver kocht als „Italian Coke", nu niet direct een paspoort tot de deftigste kringen. Maar van de andere kant, waarom zou wijn drinken tot de deftigste kringen beperkt moeten blij ven? In Italië is het dat zeker niet, en er is iets voor te zeg gen om het wijnverbruik ook daarbuiten te democratise- Het is nu in ieder geval al zo dat Italië in 1977 niet minder dan 11 miljoen hectoliter wijn heeft geëxporteerd, voor een waarde van tegen de één mil jard gulden. In de eerste ze ven maanden van dit jaar liep de export nog verder op, en de beloften van de zojuist bin nengehaalde oogst maken het beeld nog veel gunstiger. Dat Frankrijk met een export van ongeveer tweederde (acht miljoen hectoliter) meer dan het dubbele heeft geïncas seerd, ontmoedigt de Ita liaanse exporteurs niet. Inte gendeel, zij hebben nieuwe markten geopend, zoals Ja pan en de Sowjet-Unie, en zij houden zichzelf voor dat er in hun voornaamste exportlan den, als de VS, Canada en En geland, jaarlijks nog maar 10 liter per hoofd wordt ver bruikt (tegen de 100 in hun ei gen land). Hier ligt dus nog een enorme markt open, en zij doen er alles voor om die te veroveren. Gelukkig raken zij er zelf hoe langer hoe meer van overtuigd dat de kwali teitscontrole hierbij van het grootste belang is. Naast hun gewone tafelwijnen, die nog altijd het leeuwendeel van hun export uitmaken, beginnen nu ook hun „grandi vini" steeds meer bekendheid over de grenzen te krijgen. En het is bepaald niet alleen een kwestie van chauvinisme als zij volhouden, dat de beste daarvan het met het grootste succes kunnen opnemen te gen welke Franse wijn ook. Hein ten Kortenaar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 17