De collectant draagt nog steeds een streepjesbroek Voorzitter Wim Heijloo: ,Er is al zoveel gedegenereerd' Dit allesvoorde kinderen ZATERDAG 23 DECEMBER 1971 "Hulde zij U, W.F. Engels! Heden door ons toegedacht, Op den dag dat U een loopbaan Van 40 jaren tegenlacht! Uwe ijver en Uw trouwe Blonk bij U zoo heerlijk schoon. Daarvoor zij U 't schitt'rend sie raad Van dit huldefeest tot loon!!" Toen het college een halve eeuw bestond, mat het zich een heus vaandel aan. De dames werd de eer gegund de banier te onthullen. De produktie van de dichtknobbels onder de leden was bovenmate: een vaandellied en een collectan tenlied dat op elk hoogtepunt spontaan kon worden aange heven. Als de klok tien uren slaat, Staan wij allen vaardig. In het zwart met witten das. And're kleeding geeft geen pas, Hoog de stok geheven. Leve het Collectanten-leven!" "Vrienden, broeders, één van Laat dat altijd blijven. Uwe moeite wordt beloond Wanneer de arme zijn brood vertoont. Hoe groot, hoe goed dat streven! Leve het Collectanten-leven!" Lief en leed Financieel bedruipen de zeven tien mannenbroeders met hun vier ereleden (J. Binnen- kamp, L. Boogaards, N. Smit- tenaar en G. Stigter) zichzelf. Alleen: ze krijgen hun verga derruimte - sinds enkele ja ren het Hooglandse Huis - gratis en genieten een be scheiden subsidie voor de "wijnpot" Van de vaderen hebben zij ge leerd r -et de kasgelden te woekei In het eerste jaar (1854) inden die in totaal 16,50 aan contributies en 0,95 aan boetes, en nóg hiel den ze 3,95 over. En twintig jaar later (1875) boekten ze een jaarsaldo van 32,- bij een bedrag van 101 aan ont vangsten. Hun nakomelingen zijn uil net- zelfde hout gesneden. Toch zal geen penningmeester willen proberen het bedrag voor gezelligheid en meele ven tot sluitpost te maken. De collectanten hebben een vas te feestcommissie. Met de dames houden ze elk jaar in januari hun nieuwjaarsrecep tie. Ze zijn op de hoogte van eikaars lief en leed, en doen daar ook wat aan. Hebben zij hun tijd gehad? Moeten de wijkmensen het langzamerhand niet overne- Wim Heijloo gëlooft van niet. "Het is allemaal wel veel ge makkelijker geworden. Er zijn minder kerken en veel minder avonddiensten en de drie collecten van vroeger zijn één geworden. Ook hebben we een gemeenschappelijk rooster met de kerkcollectan- ten - van de kerkvoogdij - ge kregen. Maar alles bij elkaar doen wij toch per jaar gemid deld nog zes maanden dienst. Wij voelen ons op onze plaats. Er is een sterke band. We ha ken niet zo gauw af. Het me rendeel loopt al zo'n 25 jaar of langer mee. Het is de trouw van mensen, die er helemaal achter staan" S.J. DE GROOT De kerkdienstenlijst staat vandaag op pagina 19. «jiimniiiinh Wim Heijloo: "Het is de trouw van mensen, die er helemaal achter staan" Greep in de zak Wie mocht denken dat alle ambtsdragers-diakenen vroeger een toonbeeld van trouw en plichtsbetrachting waren, vergist zich. Ze ver zuimden nogal eens de kerk diensten en stuurden dan een bediende of een student voor de collecte. Maar die namen het niet altijd even nauw met de eerlijkheid. Om mooi weer te spelen onder hun kornui ten was soms een greep in de collectezak voldoende. Toen kwamen enkele recht-* schapen gemeenteleden op de gedachte de broeders dia kenen bij hun inzameling een handje te helpen. Van 1854 tot 1862 is het collectantencolle ge, bij decreet van de geachte diakenen, niet groter geweest dan elf man. Meer waren er ook niet nodig, omdat de dia kenen zelf een vinger in de pap wensten te houden. De kerkruimten waren in de standen- en klassenmaat schappij van toen nog ver deeld in een "hoge zij" en een "lage zij". Hoog zaten de meer gegoeden, laag het gemene volk. De diakenen zelf claim den voor hun rondgang de hoge zij, en huh helpers - meest zakenmensen - moch- tën in de laagte de stok hante- Na zich acht jaar in dpze nederi ge positie te hebben geschikt, kregen zij de hele collecte te verzorgen. De diakenen wa ren over de manier waarop de collectanten hun dienst de den kennelijk tevreden. En als ze al eens speciale wensen hadden, lieten zij dat de col lectanten schriftelijk weten. Toen een zoon van koning Willem III een dienst in de Pieterskerk zou bijwonen, vroegen de diakenen het col lege per officiële brief, éérst d e prins de collectezak voor te houden, daarna zijn gevolg en vervolgens de overige kerk gangers. De collectanten maaKien ei duidelijk een erezaak van. Ja renlang heeft de regel gegol den dat een nieuweling op za-' terdagmiddag moest opko men om ter plekke - Pieters kerk, Hooglandse kerk en Marekerk - te leren hoe hij zijn "rondjes" moest lopen Hij kreeg plattegronden waarop de knelpunten met rood waren aangegeven. De inwijding in de geheimen van het collectantschap gebeurde zo grondig dat de instructeur de titel "drilmeester" ver wierf. Orde en regel Het eerste reglement, onderte kend door voorzitter H. van Ewijk, bevatte niet minder dan 32 artikelen, en daar naast was er nog een regle ment van orde, dat een juiste uitoefening van de vrijwillige liefdedienst moest garande- In hun zelftucht gingen de col lectanten zo ver dat zij zelfs de geldboete invoerden. Als een lid een vergadering in het Huiszittenhuis (Oude Rijn) - waar de diaconie een vertrek voor het college had vrijge maakt - verzuimde, kostte hem dat 25 cent. Had hij zijn afwezigheid tijdig gemeld, dan nóg moest hij 15 cent be talen. Wie na de opening van de vergadering binnenkwam was de boetepot 10 cent ver schuldigd. Een stuiver was voldoende als een lid na het aanschrijvingsuur maar nog net vóór de officiële opening ter vergadering verscheen. Gold het buitengewone ver gaderingen, dan werd de boe te verdubbeld. Elk lid had geheimhouding over wat was besproken be loofd. Klapte iemand toch uit de ver gadering, dan trof hem een boete van 1 gulden. Een los lippige kon zelfs worden ont slagen als de voorzitter nog eens uitdrukkelijk om ge heimhouding had verzocht en het besprokene desondanks uitlekte. Op "niet-behoorlij- ke" kleding tijdens de dienst stond een boete van vijftig cent. En als een lid van het college in een drukke dienst een beroep deed op een in de kerk zittend medelid dat juist een vrije zondag had, en dat medelid bleef doodgemoede reerd in zijn bank zitten, dan kwam zo'n weigering hem op 1 guldep te staan. Langzamerhand is de boetepa ragraaf teruggebracht tot nog maar één bepaling. De diaco niecollectant - wiens contri butie vijftien gulden per twee maanden bedraagt - stort bij ongemotiveerd verzuim nog altijd een rijksdaalder in het boetepotje. Lege banken De discipline die de collectan ten zichzelf oplegden gaf hun de vrijmoedigheid hun "op drachtgevers" bij tijd en wijle duchtig de les te lezen. Zo rijmden in 1905 voorzitter J Meijer en secretaris W.L.J. de Nie een nieuwjaarswens van tien coupletten bij elkaar waarin het college van diake nen recht voor z'n raap plichtsverzaking werd verwe ten. ''Wanneer een ieder Uwer zijn plichten heeft gedaan En oog en hart met het' lot der armen is begaan, Dan is Uw functie een aange name taak: De armen te deelen, elk naar hun smaak Doch daar zal zeker wel wat over zijn te klagen Niet elke Diaken heeft daarin behagen. Vant velen Uwer verzaken me nigmaal hun plicht En zijn, wanneer de dienst hen roept, liever uit 't gezicht" Wanneer een Collectant zijn oog eens rond laat gaan fn de vijf uur kerk, dan ziet hij altijd leege banken staan. Diakenen? Nooit één. Ze zijn het reeds gewend. Doch wij als Collectanten zijn altijd toch present" 'Welnu dan, Heeren Diakenen wij wenschen U dit jaar 7eel ijver en trouwe plicht, dat is toch niet zoo zwaar. .''oont in dit jaar, dat Gij een goed diaken zijt, tv dienst verricht,en de armen 'n hun nood verblijdt" Hulde aan Engels De boodschap van dit kreupel dicht was zonneklaar. Bijzondere gelegenheden in spireerden de collectanten al tijd tot rijmen. Als erbij ge zongen moest worden, liep zo'n gedicht al een stuk beter Zoals bij het 40-jarig jubileum 'van onzen Collega" Willem Frederik Engels. Dat ging op de wijze van „Das Rheinlied" Op 1 januari is het 125 jaar ge leden dat het college van col lectanten van de Leidse her vormde diakonie werd opge richt. Dat wordt op dinsdag 9 januari gevierd met een re ceptie van 5 tot 7 uur in het Hooglandse Huis en op vrij dag 12 januari met een diner in Katwijk. Met voorzitter Wim Heijloo bladerden wij in de geschie denis. LEIDEN - Als de hervormde diaconiecoliectanten in Leiden tegen één ding bestand zijn, dan is het wel tegen de grilligheid van de mannelijke mode ofwel de aantasting van hun eigen stijl. Op gevaar af voor ouderwets of stijf te worden versleten, gaan zij bij hun wekelijkse dienstverrichting in de diverse kerken nog steeds gekleed in plechtig zwart. Dit in tegenstelling tot het me rendeel van de ambtsdragers - ouderlingen en diakenen - die bij de aanschaffing van het zondagse pak het zwart van de kerkelijke traditie al lang hebben afgezworen. Voorzover het daarin is geïn teresseerd, kan het kerkvolk tegenwoordig aan de dienst doende broeders de stand van de hij-mode, in vorm en kleur, nauwkeurig aflezen. Ook dominees zien er geen been meer in om hun hip-getinte pantalon onder het ambts kleed te laten uitkomen. Over leervrijheid valt in de kerk nog te discussiëren. Over kleervrijheid, zeker in de stad en in een brede strook erom heen, niet meer. Behoorlijk gekleed De diaconiecollectanten echter zijn nooit voor die verzoeking bezweken. Hun college be staat over een paar dagen honderdvijfentwintig jaar, en hun uiterlijke verschijning komt in hoofdzaak nog steeds overeen met de lijn die hun eerbiedwaardige voorvade ren hebben uitgestippeld. Die maakten in het grijs verle den een reglement van orde, waarin op het punt van de kleding het zwart dwingend domineerde. Op straffe van een boete of- bij aanhouden de insubordinatie - zelfs ont slag. "Zij zullen de collecten doen behoorlijk gekleed met zwarten rok en broek en wit ten das" Weliswaar is dat voorschrift la ter, toen rok en witte das wat uit de publieke gratie raakten, gewijzigd, maar om elke on dermijning van de standing van het college al bij voorbaat uit te sluiten, kwam er een nog gedetailleerder regel voor in de plaats, en die bepaalt nog steeds hoe de diaconie- collectant anno 1978 ter kerke zal gaan: in zwart pak met streepjesbroek, een wit over hemd met grijze stropdas en - om te gebruiken tijdens de in zamelingen - zwarte hand schoenen. En zo is onder kerkgangers aan wier uiterlijk niets werelds vreemd is de donker geklede collectant een witte raaf ge worden. Wie het vroeger be stond om "niet behoorlijk" gekleed op het appèl van de eredienst te verschijnen, moest rekenen op een boete van vijftig cent. Die boetebe paling bestaat niet meer. Geen collectant haalt het in zijn hoofd om door modieuze provocaties zijn lidmaat schap in de waagschaal te stellen. Beetje stijl Voorzitter Wim Heijloo heeft het antwoord op de vraag of het nu werkelijk nodig is dat col lectanten zich nog op deze wijze van het gewone volk" onderscheidenonmiddellijk voorhanden. Het is nog maar een paar jaar geleden dat de heren in eigen kring een hele avond over dat décorum heb ben gedebatteerd-De discus sie liet er geen twijfel over be slaan dat hel college de oude lijn con amore wil voortzet ten "Ik kan wel zeggen dat 99 pro cent vóór was. En dat waren zowel de oudere als de jonge re leden" Het vraagteken achter het insti tuut van collectant en zijn traditie is Heijloo niet onbe kend. "Juist dat noopte ons in eigen kring ons hierover te beraden. Er zijn mensen die onze regel uit de tijd vinden Wij menen dat je dit toch an ders moet zien. Er is al zoveel gedegenereerd. In de kerk, vinden wij, moetje een zekere correctheid en vorm in acht nemen. Bij officiële gelegen heden verschijn je toch ook nietin coltrui. En deeredienst is in elk geval geen kleinig heid. Een beetje stijl daarbij kan echt geen kwaad. Wij doen dit niet om ons opzette lijk van anderen te onder scheiden. We volgen gewoon een naar onze smaak goede traditie. Als ambtsdragers het op dit punt niet meer zo nauw nemen - en ik zal ze daarom zeker niet minder achten - dan is dat voor ons geen aan leiding ónze koers te wijzi gen" Wie dan ook het collectanten college wil binnenkomen, kan dat alleen als hij aan het kledingvoorschrift voldoet. Over deze consequentie van zijn bereidheid om tot het ge zelschap toe te treden wordt, zo nodig, uitvoerig met de kandidaat gepraat, want het kan zijn dat hij zich deze uit monstering speciaal moet aanschaffen. Als je die bepaling loslaat, is het met de zichtbare eenheid van het corps spoedig gedaan, zo vreest Heijloo. En de zijnen beamen dat. Het kerstfeest zegt ons, dat God in deze wereld zichtbaar en tast baar werd als een kind. Hulpeloos en weerloos werd het toever trouwd aan de zorgen van zijn ouders, in de stal van de herberg omdat er zo weinig plaats was tengevolge van de grote drukte door de maatregelen voor een nieuw belastingstelsel in het Ro meinse keizerrijk. Waneer dit kind Jezus een man is geworden en met twaalf leerlin gen door het Palestijnse land trekt,over de grote dingen van het Koninkrijk van God spreekt en de tekenen van Gods Koningsmacht laat zien.zeathii met nadruk dnt dit alles is voor de kinderen. In de beschrijving van de evange lieschrijver Marcus staat dat er ouders waren die hun kinderen bij Jezus brachten" opdat hij hen zou aanraken"Dat vonden de leerlingen niet goed. Zij gingen er blijkbaar van uit dat het hier om zulke grote dingen ging, dat er een leeftijdsgrens moest worden getrokken. Dit was voor, laten we zeggen, boven de achttien. Maar toen Jezus dat ontdekte, nam hij het hun zeer kwalijk en zei-en daarom moet dat wel met een hppl grote nadruk zijn geweest: Laat de kinderen tot mij komen en verhindert hen nietWant - let op dat "want" - voor zodanig en, dus voor hen die kind zijn en als kind willen zijn, is nu juist dat Ko ninkrijk van God bestemd. Wie dat Koninkrijk niet ontvangt als een kind, komt er niet binnen. En hij raakte de kinderen wél aan en zegende hen wél. Beschamend. Duidelijker kon Jezus niet zeggen en demonstreren dat het hem ging om de kinderen en om mensen die als kinderen willen zijn. En dus niet om wijsneuzen en volwasse nen die menen dat je boven een bepaalde leeftijd pas kan snap pen waar het in het geloof om gaat. Dat is wel wat beschamend voor de leersystemen van de kerken, die alleen maar door zeer verstandi ge meerderjarigen begrepen kunnen worden. Dat is dus de bedoeling: het konink rijk van God aannemen als een kind. Geloven dat God regeert en bestuurt en leidt. Geloven als een kind. Dat moet dan wel betekenen: je hul peloos en weerloos toevertrouwen aan Gods leiding. Hij is je Vader. Jij bent zijn kind. Omdat Hij ook werkelijk je Vader is. En omdat jij, net als Jezus en samen met Je zus, zijn kind bent. Wanneer een man als Petrus be lijdt: Gij zijt de Cristus - de Mes sias-, de zoon van de levende God, dan andwoordt Jezus daarop: Dat zeg je niet uit jezelf, maar dat laat "mijn Vader, die in de hemel is" je zeggen. Met andere woor den: Dit zeg jij als een kind, als een kind van God. Als de leerlingen vragen - en wat een geluk dat zij dit gevraagd hebben - hoe wij eigelijk bidden moeten, leert de Heer hun en ons zeggen: Onze Vader, die in de he melen zijt. Dus alweer: praat maar met God als een kind. In de Bergrede, die verzamelina uitspraken waar wij als volwas senen geen weg mee weten, zeat Jezus: zalig zijn de vredestich ters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Dus, als je vrede maakt en bewerkt, in de plaats van ruzie en oorlog, ben je een kind van God. En wij weten allen dat je alleen maar dan vre de kunt maken en stichten wan neer je je als een kind opstelt. Zondeval Maar wie durft in deze stoere we reld nu een kind te zijn? Stelt u zich voor. Daar zitten om de ronde tafel de generaals in uni form. Met al hun onderscheidin gen vanwege hun moed, beleid en trouw, zij moeten zeggen hoe er vrede kan zijn. Kunt u zich voor stellen dat er één in dat gezel schap zou zeggen: Laten wij be ginnen met elkaar niet langer te wantrouwen. Dat krijgt geen ge neraal over zijn lippen. Het is merkwaardig - en goed om te onthouden - dat de volgelingen van Jezus, dus de christenen, zich tot in het begin van de vierde eeuw inderdaad als weerloze kinderen hebben opgesteld. Tot aan het jaar 312 toe. Toen ging namelijk keizer Constantijn zelf tot het christendom over. Ja, en toen konden christenen natuur lijk wel in dienst van zijn leger treden. Als u begrijpt wat ik be doel. In 324 werd het christelijke geloof tot staatsgodsdienst ver klaard. Professor G. Heering noemt dat in een boek: "de zondeval van het christendom" Als een kind. Er zijn er geweest die het deden. Enkelingen. Wat wilt u? Ik worstel met de vraag of het ooit anders zal kunnen en of ik zelf ook wel anders wil. Ik weet dat ik met bovenstaande re gels al heel wat verzet bij de lezers oproep. Maar wat wilt u? Het wordt weer kerstfeest. En we gaan weer zingen van de vrede op aarde door dat ene Kind. We stromen weer naar de kerken, samen met onze kinderen, om de oproep aan te horen: Wordt als dit Kind. Wordt ook een kind van de Vader. Zullen we dat doen? Brengen we dat op in ons land dat na acht en dertig jaren nog zo vol wraakge voelens blijkt te zitten? Ja, nu worden er lezers boos. Neemt u het mij niet kwalijk. Ik schrijf een meditatie bij het kerst feest, ziet u. Moet ik dan niet als een kind doelen op vergeving en barmhartigheid? Is dat komen van het kind Jezus in onze wereld iets anders dan het teken van Gods barmhartigheid, vergevingsgezindheid en genade? Welnu dan! aj den Tonkelaar, Warmond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4