'Een ander gek vinden raareigenlijk' Kenneth Jap A Joe: 'Een pistool is al erg genoeg... 'Ik neem duizend kinderen iiiiiiirririTnT Valga Lamur: 'Veel ver bieden is fout' BERDIEN VAN DE BROEK: RIEKJE STAAL: ZATERDAG 23 DECEMBER 1978 Kenneth Jap A Joe, elf jaar, Montessorischool Oog in Al, Utrecht. Wat wil je worden? „Iets in het luchtruim, piloot of zo. Maar als dat niet kan: on derzoekingen. Kijken hoe dingen zich gedragen. Grote dingen in het klein maken en kijken of 't klopt met wat 't echt doet". Zou je beroemd willen zijn? „Ik denk niet dat het gebeurt. Maar 't zou wel leuk zijn hé. Mensen herkennen je meteen op straat. Maar ze moeten je niet te veel herkennen na tuurlijk". Wat vind je van de wereld? „De wereld is niet zo goed. Er zijn allerlei oorlogen en zo. Een heleboel mensen worden niet zo goed behandeld als wij hier. In de arme landen is het erg". Hoe komt dat? „Ze hebben daar niet zo veel geld. En door de huidskleur die de mensen hebben, wor den ze door de blanken min derwaardig behandeld. Hier doen ze dat niet zo. Nederland is tenminste een beetje goed in vergelijking met andere landen" Het milieu. „De zee wordt vergiftigd. Dat is heel erg. Het ergste beeld vind ik van die vogels. Die liggen door de olie dood op het strand, hun veren hele maal aan elkaar ge kleefd". „Maar ik denk dat we na de olie dingen uitvinden die minder gevaarlijk zijn. Zonne-ener- gie en waterkracht" Wat is welvaart? „Dat is als alles goed gaat en er minder problemen zijn" Zitten er ook problemen aan de welvaart? „Mensen worden vet. Dat is een probleempje. Ik neem ook wel eens wat, een koekje of een kauwgommetje. Maar niet echt zo dat ik zit te eten. Ik zou het niet leuk vinden om dik te zijn. Ik heb wel eens gelezen dat je dan eerder aan de kant wordt geschoven. En dat je wordt uitgeschol den". Kunnen mensen gemeen zyn? „In Zuid-Amerika hebben ze zomaar mensen opgepakt en gemarteld. Waarom weten ze zelf niet. Ze hebben het aan de regering gevraagd, maar ze kregen er geen antwoord op". Gekke dingen op de televi- „Het verbranden van een lijk in India. De mensen er omheen zaten te wachten tot het vuur weg was. Toen raapten ze de kooltjes op en gingen die langs de weg verkopen. Daar moest ik wel eventjes om la chen" Volwassenen. „Ze zijn altijd maar bezig met hun werk. Ze hebben geen tijd voor iets. M'n vader werkt altijd. Ik ben wel trots op m'n vader hoor. Dat wel. Hij is ook een beetje beroemd. Maar ik zou geen advocaat willen zijn. Dat is me te druk". Je hoort steeds meer dat men sen gaan scheideru „Het lijkt me niet ro leuk. Je bent je ouders kwijt dan. Mis schien zie je één van ze heel lang niet meer. Maar als ze al tijd ruzie hebben, da's ook niet leuk" Alcohol. „Dat is een soort verslaving als drugs. Ze gebruiken het en nog een keer en dan kunnen ze er niet meer afblijven. Dan moeten ze naar het zieken huis en dat kost te veel geld, dus daarom kunnen ze het maar beter niet doen" Werkloosheid. „Dat is hartstikke vervelend. Ik zou het niet graag willen zijn. De mensen moeten naar an dere landen gaan, waar het niet zo druk is. In Zweden kan je goeie baantjes krijgen". De neutronenbom. „Dat is niet leuk voor de men sen. Want ook de bomen gaan dood. Alleen de stad blijft staan. Die is dan helemaal leeg. In Hiroshima in Japan hebben ze een atoombom ge gooid De mensen daar zijn nog steeds misvormd. We moeten geen atoombommen maken. Een pistool is al erg genoeg". Geld. „Alle geld moeten ze bij elkaar brengen en dan verdelen, ie dereen evenveel". Zouden er na een tijdje niet weer mensen zijn die meer hebben dan de anderen? „Dan is het toch een poosje uit gesteld". Trouwen. „Ik denk wel dat ik het doe. Het meisje moet aardig zijn en ook niet echt lelijk. Die lelijk zijn, hebben eigenlijk pech gehad hè". Kenneth Jap A Joe Vier Nederlandse kinderen. Wat ze willen worden Hoe ze denken over de toekomst van zichzelf en ande ren. Hoe ze tegen volwassenen aankijken. De oudste is dertien. Ze zit op de gymnasium-afdeling van Hendrik van der Vlist. een van de grotere scho lengemeenschappen in Utrecht. Oorspronkelijk is ze afkomstig uit Suriname. Met haar moeder woont ze in Maarssenbroek, een overloop van de stad Utrecht. De overigen zitten op basisscholen in Utrecht: de montes sorischool G.A. E.B.Meijer en de Herbartschool. De montessorischool ligt in Oog in Al. een wat saaie wijk voor de middenklasse. Betrekkelijk veel woonge- rief. Veel groen. Ogenschijnlijk zijn er weinig problemen, al lijkt het aantal echtscheidingen vrij hoog. De Herbartschool is een oude school in een ten dele gesloopte oude arbeiderswijk, die steeds meer wordt bevolkt door buitenlanders. In de klassen is dat te merken. Naast elkaar zitten er NederlandseTurkse, Marokkaanse en uit Suriname afkomstige kinderen Het leerlingental is kleinzodat er verscheidene com binatieklassen zijn. Jarenlang is de school verwaar loosd geweest. Nu is een enthousiast team bezig de achterstand in te halen Valga Lamur, dertien jaar, tweede klas gymnasium scholengemeenschap Hen drik van der Vlist, Kanale neiland, Utrecht. Ze wil dok ter worden, specialist, geen huisarts. „Al heel lang weet ik dat ik arts wil worden. Toen ik een jaar of acht was, speelde ik zie kenhuisje, met zo'n kinder setje. Ik lees ook veel boeken over doktoren en ziektes. Er staan veel Latijnse woorden in. Niet alles begrijp ik, maar ik heb nu Latijn. Ik denk dat ik later naar een ontwikke lingsland ga. Daar hebben ze veel doktoren en verpleeg sters nodig. In Samsam (een uitgave over ontwikkelings samenwerking van de over heid voor kinderen) lees ik erover. Die mensen daar heb ben niet zo'n goeie ontwikke ling, moeten nog veel dingen leren, hebben nog niet zo veel machines als wij. Er is veel droogte, er zijn veel besmet telijke ziektes. De kinderen daar hebben van die grote buikies, omdat ze geen vita mines krijgen". Kanker „Ik geloof dat het in je bloed zit. Sommige soorten kunnen ze wat tegen doen. Maar er is nog geen tegengif voor" Dood „Het is heel moeilijk je in te denken: dit op deze wereld zie ik nooit meer. De zus van m'n vriendin is doodgegaan nadat ze een bal tegen haar hoofd kreeg. M'n vriendin was erg verdrietig. Ik heb haar mee naar buiten genomen, eerst wilde ze niet, later wel. Ge woon mee praten, niet te veel laten merken dat je medelij den hebt. Ik geloof dat 't zo het beste helpt. Toen mijn va der dood ging was ik pas vijf. Ik kan me alleen herinneren van de kist. Als ik kinderen over hun vader hoor praten, word ik wel eens jaloers" ,Met m'n moeder praat ik over alles; ze is ook m'n vriendin. Ze geeft me een vrije opvoe ding. Je hebt ook van die ou ders die blijven maar dram men. Het is niet goed om heel veel te verbieden. Als ik je èèn Berdien van de Broek, tien jaar, Herbartschool, Majel- lapark, Utrecht. Verpleegster wil ze worden. „Dat wil ik al van m'n zesde jaar af. M'n moeder zegt dat ze 't goed vindt want als zij iets heeft of m'n tante dan kan ik helpen". Als verpleegster zie je ook dode „Ik heb nooit dooie 1 zien. 't Lijkt me eng om naar te kijken. Je ligt in een kist, bent gewoon heel stil, kan niks meer doen" Als je verpleegster wil worden moetje hard werken. In ieder geval de HAVO, dan ver- pleegsterschool. „Huiswerk vind ik leuk. Dat maken we altijd op school. M'n kamer thuis is wel leuk maar een beetje te klein. Als m'n zus gaat trouwen mag ik in haar kamer. En voor m'n verjaardag vraag ik een bu reau, daar kan ik fijn aan wer ken" Ze waren met z'n zevenen thuis, zij is de jongste. „M'n zuster van achttien is wel 's jaloers, noemt me een ver wend kreng. D'r verloofde is een aardige knul. Doet wel 's spelletjes met me. En hij gaat mee de hond uitlaten 's avonds langs het spoor. Dat vind ik wel fijn want daar lo pen wel van die hele enge ke rels rond" De hond „Die heet Brenda, een Sint Bernhard met een kruikje om met een rood kruis er op. D'r zit whisky in. Ja, ik hou van dieren. M'n man moet later ook van dieren houden. Met m'n vriendin Sandra heb ik afgesproken dat we later in een boerderij gaan wonen. Er moeten veel dieren zijn: hon den, paarden, schapen, koeien, kippen, hanen, var kens en poezen. We hebben al een lijst gemaakt met de na men van de dieren er op". „Weet je wat ik gemeen vind? Dat er mensen zijn die eerst een hond vertroetelen en 'm dan in een bos zetten als ze met vakantie gaan. Dat is net zo erg als een dier alsmaar schoppen en slaan". „M'n vriendin en ik zijn al een tijd aan het sparen voor onze boerderij. Later sparen we met z'n vieren. Want wij en onze mannen gaan allemaal werken. Dan kopen we een boerderij bij Amsterdam, dus dicht bij de winkels, want an ders moet je zo'n end lopen om voer te halen voor de die ren. Geen boerderij bij Utrecht, want ik woon hier al tien jaar en dan wordt 't zo vervelend". Hoe woont ze nou? „Leuk hoor. We hebben een plein (Schimmelplein) voor ons met allemaal rekken en een glijbaan en ook nog een zandbak. Maar de speelplaats van de school is te klein. Voor tikkertje is geen ruimte want dan bots je tegen de andere kinderen op". Er zitten veel Turkse en Marok kaanse kinderen op school. „Tijdens het schapenfeest, ra madan noemen ze dat, was de school bijna leeg. Ik heb een Marokkaans vriendinnetje gehad en ik kom ook wel bij een Turkse thuis. Mijn moe gelijk met de hare jarig. De ide ten in aparte kamers feest te Vind je dat gek? „Als ik in Turkije was geboren was het een gewoonte ge weest, dan was het niet gek Van de ander vind je het altijd gek wat hun doen, zoals Tur ken en Marokkanen ook van ons gek vinden wat wij doen Dat is toch raar eigenlijk Maar ze doen ook wel een vies hoor die Turkse en rokkaanse jongens. Als we gaan zwemmen trekken ze je broek naar beneden en la chen, lachen... Nou ja, de Ne derlandse jongens doen het ook wel hoor" Haar ouders vader is vloerenlegger geweest en daarom werkt hij niet meer. Hij kan niet meer op z'n knieën zitten. Elke keer heeft hij er last van, dan moet hij er over wrijven. Elke keer ,,M' Berdien van de Broek zit hij binnen, dan heeft hij niks te doen. Dat vind ik niet leuk. We gaan veel naar de camping op Bilthoven. We hadden een huisje maar dat was al oud, twintig jaar wel. Nou hebben we een caravan. M'n vader en moeder zijn aar dig. Alleen m'n zus slaat me wel eens. Die kan niet hebben dat ik word voorgetrokken. We schreeuwen en dan zegt m'n vader: hee, houen jullie je nou's stil" Volwassenen ..Waarom worden ze boos als je gelijk hebt? En als je fijn aan het spelen bent bij een vrien din kunnen ze je zo maar weg schoppen, alleen maar omdat ze 't zat worden. En als m'n vader naar de sport wil kijken op de tv dan kunnen wij die mooie film niet zien". ..Westerns en oorlogsfilms vind ik helemaal niet leuk. Dan zie je mensen stil liggen. Zie ik midden in een film vechten dan ga ik gelijk naar boven. Als ik later een zoon krijg mag-ie geen soldaat wor den" keer met een jongen betrap, vlieg je de deur uit, zeggen sommige ouders. Ze hebben het beste met hun kinderen voor, maar ze begrijpen niet dat hun kinderen zo eerder verslaafd raken of weglopen of dingen juist doen, stie kem". Oorlog ,Dat komt doordat landen de baas willen zijn over het ge bied van anderen en over an dere mensen. Veel mensen willen macht; ze willen dat veel andere mensen doen en denken wat zij willen dat ze doen en denken". Iedereen oefent wel eens macht uit. ,Als ik bij m'n oma ben, moet ik op allerlei neefjes en nichtjes letten. Dan verbied ik ze te vechten. Als ik dat niet doe, krijg ik op m'n kop. Die va ders en moeders van die kin deren zeggen dan: jij bent de oudste, dus... Daarom moet ik dan wel een beetje macht ge bruiken". Vakantie ,Dit jaar ben ik in New York geweest, hartstikke leuk. Heel gezellig en heel goed koop. Er is daar veel meer te doen dan hier. Een kermis zo groot als een dorp. En de hele dag televisie met veel leukere programma's dan hier. Meer kinder- en speelfilms, quizes, shows, ook veel teken films". Ze houdt van gezelligheid. Bij oma in Rotterdam is het altijd gezellig, vindt ze. ,Er zijn daar altijd veel familie leden. We praten veel, draaien platen. Soulmuziek. Oma is 75 maar, ze ziet er veel jonger uit, is heel sportief. Ze zit in een kerkvereniging en een bejaardenvereniging. En ze reist veel, naar Israël, Ameri ka, Groningen, België en an dere plaatsen in Neder land". Ze woont nu met' haar moeder in Maarssenbroek. Straks verhuist ze naar een groter huis in Nieuwegein. Ze heeft ook in het veel kleinere dorpje Meerkerk gewoond. Werd ze daar wel eens uitge scholden om haar huidskleur? „Het gebeurde wel eens. Bruine aap, bruine boon. In het begin werd ik heel kwaad, schold terug: witte kaaskop. Maar een tijdje later zei ik gewoon niets meer. Ik had daar een blanke vriendin die me hielp en beschermde. Ik geloof niet dat de meesten scholden om te pesten. Ze deden het omdat ze in dat kleine dorp niet ge wend waren aan mensen met een donkere huid. Met twee jongens, die eerst scholden, zijn we de beste vrienden ge worden. We voetbalden met ze. Ik vind het onzin dat meisjes niet zouden kunnen of mogen voetballen" Zuid-Afrika. ^Als de zwarten wapens krij gen, kunnen ze de blanken daar gemakkelijk vermoor den. De zwarten waren daar het eerst. Toen kwamen de blanken. Die zeiden dat ze godsdienst kwamen brengen, maar volgens mij hadden ze die mensen daar gewoon met rust moeten laten" Riekje Staal, elf jaar, Herbart school, Majellapark, Utrecht. Ze wil schooljuf frouw worden. „Moeder zegt dat 't wel leuk is als ik schooljuffrouw word. Ze zegt: ik wil dat je goed kan leren. Thuis ben ik de beste in rekenen. Ik moet altijd brie ven schrijven thuis. Moeder kan niet zo mooi schrij- „Ik wil geen strenge juffrouw zijn. Maar rotzooi mag er ook niet zijn. Zoals de meester het doet is goed. Eerst hadden we een andere meester. We leer den toen niet veel, een hele dag tekenen is ook niks. Meester Gerard is leuk, daar kan je mee lachen. Een beetje dollen, niet alsmaar streng en stilte. Maar als we niet luiste ren is-ie wel streng". „M'n vader, daar kan je mee la chen. Dollen en stoeien met ons. Toch heeft-ie 't druk. Hij is schilder, eigen baas. Ze zijn met z'n negenen. „Ik heb een broertje dat nou ze ventien zou moeten wezen. Toen hij vijf was is-ie onder een trein doodgereden. We hebben nog foto's van hem; ik ben wel eens verdrietig dat ik 'm niet gezien heb. Ze vragen wel eens op school: ga je mee op het spoor spelen. Dat doe ik nooit. Ik denk wel eens: ik ga niet dood, ik haal het tot m'n duizendste jaar. Ik vind dood eng. Op televisie maken ze de dood spannend, maar in de oorlog worden mensen le vend begraven. Weetje wat ik ook zielig vind: de mensen die hun kinderen in het water gooien. Of in een draaiende wasmachine - heb ik van m'n vader gehoord - daar word ik misselijk van" Trouwen „Ik duizend kinderen. Daar gaat m'n moeder van la chen. Dan mag je er nog een paar stoelen bij halen, zegt ze. Ze vindt dat ik een rijke jon gen moet zoeken. De meeste meisjes willen knappe man nen. Maar ik ben zelf ook niet zo knap, veel te dik. Ik moet afslanken. Vroeger at ik wel drie karbonaden als ze over waren, nu maar één Ook patat met mayonaise, broodjes hamburgers, kroketten. Maar het lekkerste is saté. M'n broertje is op karate. Twintig is-ie. Als je wil afslanken moet je op m'n buik springen, zegt- ie. Daar word ik hard van en jij slankt af, zegt-ie". Ze dreigt soms weg te lo pen. ,Ik ga weglopen. Ik wil een ei gen kamer, zeg ik dan. Maar ik kom altijd terug hoor. Ga ge woon een paar uurtjes bij oma zitten. Eén maal ben ik echt kwaad geweest. Toen heb ik m'n kleren gepakt en m'n va der dacht dat 't nou echt was. Waar ben je geweest, vroeg-ie, toen ik weer thuis was. Weg gelopen! Dat zie je toch wel, zei ik". „Als schooljuffrouw wil ik dicht bij school gaan wonen. Dan wil ik op een brommer rijden of in een auto. Dat is handiger dan een fiets. M'n vader be taalt de auto. Maar eerst ga ik naar dansles. Betaalt m'n va der ook. Als je goed kan dan sen kan je later zaterdag naar dansen". En misschien vind je daar wel ,'t Moet wel een Hollander zijn. Want als je een Marokkaan neemt kan je niet met 'm pra ten, zegt m'n vader. Die man moet ook een beetje vrolijk en vriendelijk zijn, niet kattig, 't Moet een gezellige man zijn. 't Is altijd gezellig als er in de kroeg op de hoek iemand ja rig is. Dan dansen ze om de auto's heen, ze zingen en dan krijgen we alles voor niks. Moeder zegt: er is altijd wel een jochie voor je op de we reld. M'n vader pesten: jij krijgt later nooit een jochie want jij bent niet knap. Nou, zeg ik dan, daar kom jij ach ter. Ik wil later een meisje en een jongetje. Dat vind ik leuk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 28