non i J Ontwikkelingsbeleid EG dient eigenbelang Reorganisatie in Angolese regering en partij Egypte wil een aanvullend pact met Israël [MlStet Itetorhyis Düwtians Rhodesische aanval op kamp in Zambia AMNESTIE IN ZUID-KOREA KENMERKEND VOOR KÜHLMAN kühlman ZATERDAG 23 DECEMBER 1978 LONDEN (Reuter) - De regerings partij van Angola heeft een in grijpende reorganisatie in rege- rings- en partijrangen aangekon digd en kritiek geoefend op in tieme medewerkers van presi dent Agostinho Neto, wegens ge brek aan revolutionaire geest drift, zo heeft het officiële pers bureau Angop gisteren bekend gemaakt. Het ontslag van tweede vice-pre mier Carlos Rocha was aanvaard,' aldus Angop, omdat hij op beslis sende ogenblikken blijk had ge geven van een „zwakke, aarze lende revolutionaire gezind heid". Ook werd de schorsing bekendge maakt van het lid van het centraal comité, Rogerio Tchikweke. Hij, aldus de bekendmaking, had blijk gegeven van zedelijk laak baar gedrag en niet voldoende respect voor discipline. Tchikweke was in de bevrijdings oorlog tegen de Portugezen be kend als "majoor Sapilinha". Het politieke bureau van de Ango lese partij maakte bekend dat Lucio Lara, secretaris van het centraal comité voor politieke en ideologische vorming, president Agostinho Neto zal vervangen wanneer deze afwezig is. Het bureau benoemde Jose Eduar- do dos Santos, voormalig eerste- vice-premier, tot hoofd van een nieuw ministerie van planning en voorzitter van de commissie voor het nationale plan. De functies van premier en vice- premier zijn tijdens de zitting van het centraal comité eerder deze maand afgeschaft, om recht streekser contact tussen de pre sident en zijn ministers mogelijk te maken. Horacio Pereira Braz da Silva is be noemd tot minister van huisves ting en woningbouw, in plaats van de onlangs ontslagen Resen- de de Oliveira. Carlos Alberto van Dunem werd minister van binnenlandse han del en is als zodanig de opvolger van Paulino Pinto Joao, die reeds eerder werd ontslagen. De ontslagen eerste-minister Lopo de Nascimento en twee andere politici zijn in de reorganisatie hun secretarisschap van de partij kwijtgeraakt. CAÏRO (UPI) - De op Amerikaans initiatief te houden bijeenkomst over het Midden-Oosten in Brus sel dit weekeinde zou kunnen leiden tot een soort Camp David - overleg om de impasse te door breken die het sluiten van een vredesverdrag tegenhoudt. Dit heeft de waarnemend minister van buitenlandse zaken van Egypte, Boetros Ghali, gisteren meegedeeld. Maar, zei h ij, er zal geen verdrag zijn tenzij Israël ook een "aanvullend verdrag" in de vorm van een uitwisseling van identieke brieven tekent die een band, compleet met een tijd schema, vaststelt tussen de bila terale regeling en vestiging van Palestijnse autonomie op de westelijke Jordaan-oever en in Gaza. Ghali stelde leden van de buiten landse persvereniging op de hoogte kort na het vertrek van premier Moestafa Chalil naar Brussel. Deze zal daar bespre kingen voeren van de Ameri kaanse en Israëlische ministers van buitenlandse zaken, Vance en Dajan, om wegen te zoeken om te komen tot voortzetting van het vredesoverleg. In de brieven, al dus Ghali, zou een tijdschema worden uiteengezet inzake on derhandelingen over Palestijnse autonomie een maand na sluiting van het verdrag en zelfbestuurs verkiezingen in beide gebieden tegen december volgend jaar Ghali zei dat Cairo in "voortdu rend contact" is met de PLO en Palestijnen in genoemde gebie den. De generaal die het opperbevel heeft over Israëls bezettingstroe pen in Arabische gebieden heeft gisteren gezegd dat de joodse ne derzettingen in bezet gebied, deel uitmaken van onze defensiefilo sofie' en erg belangrijk zijn voor Israëls veiligheid. Generaal-majoor Abraham Orly liet op een persconferentie verder doorschemeren d^t het Israëli sche militair gezag enkele van zijn bevoegdheden zou kunnen behouden, ook als overeen stemming over zelfbestuur voor de westelijke Jordaanoever en Gaza zou worden bereikt. Gevraagd naar de vermoedelijke vorm van het autonomieregime dat is voorgesteld in de akkoor den van Camp David, antwoord de Orly, dat de akkoorden voor zien in terugtrekking en niet in afschaffing van het militair ge- ADVERTENTIE In verband met de komende feestdagen, heeft Het Motorhuis voor haar benzine stations aan de Plesmanlaan, Hoge Rijn dijk 5 en Hoge Rijndijk 328, aangepaste openingstijden. maandag 25 december Gehele dag gesloten dinsdag 26 december Geopend van 9.00-23.00 uur zondag 31 december Geopend van 9.00-19.00 uur maandag 1 januari Geopend van 10.00-23.00 uur Het Motorhuis wenst u prettige feestdagen en zal ook in 1979 weer haar uiterste best doen de bekende Mo torhuis service gestand te doen. Vondellaan 80, Leiden, telefoon 071-769313. BASEL - Deze doorgaans al zo fraaie fonteinengroep in het Zwitserse Basel, kreeg door toedoen van de winter extra aantrekkingskracht. Het spuitende water werd door de vorst tot stilstand ge dwongen en dat leverde dit boeiende beeld op. Vrijlating aantal gevangenen in Argentinië BUENOS AIRES (UPI/DPA) - De Argentijnse regering heeft giste ren de invrijheidstelling van 253 politieke gevangenen bekend gemaakt, naar aanleiding van de jaarlijkse kerstamnestie. Honderddrieënnegentig personen die zonder vorm van proces krachtens de staat van beleg vastzaten, bevinden zich niet langer in die categorie. In een aantal gevallen zou dit kunnen betekenen dat de gevangenen in staat van beschuldiging zijn ge steld in plaats van vrijgelaten. Veertig personen zijn vrijgelaten op erewoord, vier zijn onder huisarrest geplaatst, acht hebben toestemming gekregen om het land te verlaten en acht zijn Ar gentinië uitgezet, aldus de rege ring. Twaalfhonderd verwanten van vermiste Argentijnen hebben donderdag voor het huis van de president een betoging gehouden om aanvullende informatie te verkrijgen over het lot van de duizenden personen die worden vermist maar van wie niet be kend is dat zij zich in arrest be vinden. Of onder de vrijgelaten politieke gevangenen personen uit deze groep zijn, is vooralsnog niet bekend. De betogers werden te woord ge staan door een regeringsambte naar, die toezegde dat honderden personen die zonder aanklacht worden vastgehouden, zullen worden vrijgelaten en de rege ring de namen zal publiceren van allen die zij vasthoudt. De Argentijnse regering houdt vol dat er geen politieke gevangenen in het land zijn. LOESAKA (UPI/Reuter) - Radio- Zambia heeft gisteren gemeld, dat Rhodesische militaire vlieg tuigen een Zambiaans militair opleidingskamp hebben aange vallen. Dit zou de eerste aanval zijn van de Rhodesische lucht macht op Zambiaanse militaire doelen. De" basis ligt ten noorden van Loe- saka. Over slachtoffers of schade is niets gezegd. De Rhodesische luchtmacht heeft in november en december lucht aanvallen gedaan op Rhodesi sche guerrillabases in Zambia en daarbij ongeveer 1500 mensen gedood. Zambiaanse doelen werden tot dusver zorgvuldig vermeden. De in november en december aan gevallen doelen waren oplei dingskampen van de Rhodesi sche guerrilla-beweging Zapu van Josjua Nkomo. Het is niet duidelijk, waarom dit maal een zuiver Zambiaans mili tair kamp is aangevallen en waarnemers vragen zich af, of het aangevallen kamp is aangezien voor een Zapu-kamp. De Rhodesische legerleiding daar entegen heeft gisteren gemeld, dat Rhodesische aanvallen te land en uit de lucht zijn onder nomen tegen zwarte nationalisti sche guerrilla-bases in Zambia. "Rhodesische grondstrijdkrach ten bevrijdden in een kamp ge vangengenomen zwarte Rhode sische militairen en burgers", al dus de bekendmaking in Salis bury. Volgens een Rhodesisch militair communiqué zijn alle Rhodesi sche strijdkrachten veilig op hun bases teruggekeerd. De vanuit de Rhodesische hoofd stad aangekondigde aanval is de achtste grote operatie in Zambia sinds de eerste dergelijke aanval in augustus 1977. ADVERTENTIE voor n onvergetelijke I zomervakantie met NS/Trans. Ontdek uw plekje in de zomergids '79 van NS/ I Trans. Het reisburo van de Nederlandse Spoor- wegen. Of u nu per trein wilt of per vliegtuig, I verzorgd of individueel, u zit goed. Vraag aan die gids met onderstaande bon. Of pak 'm mee. Op het NS-station, bij uw reisburo, de ANWB of de Rabo-bank. Stuur mij de gids NS/Trans Vakantiereizen Naam Adres Postcode Plaats. In open ongefrankeerde envelop naar: B.V. Trans, Antwoordnummer 407, 3500 VE Utrecht. Reisbureau der N.V. Nederlandse Spoorwegen SEOEL (UPI) - De regering van Zuid-Korea heeft gisteren een amnestie afgekondigd voor 4.378 gevangenen, onder wie de oppo sitieleider Kim Dae-joeng De ge vangenen zullen op 27 december worden vrijgelaten ter gelegen heid van het begin van de nieuwe zesjarige ambtsperiode van pre sident Park Tsjoeng-Hees. Onder de gevangenen bevinden zich in totaal 107 politieke gevan genen. De 53-jarige Kim zat vast vanwege activiteit tegen de rege ring. Hij wordt beschouwd als de politieke aartsvijand van presi dent Park. Vier personen die de doodstraf hadden gekregen, zullen nu le venslang in de gevangenis moe ten zitten. Voor 40 mensen is hun levenslange gevangenisstraf ver anderd in kortere straffen. De levenslange straf voor de dich ter Kim Tsji-ha is omgezet in 20 jaar gevangenisstraf. De Japanse regering heeft de am nestiemaatregel toegejuicht. In Tokio menen waarnemers dat Zuid-Korea zijn image in Japan en de Verenigde Staten probeert te verbeteren nu beide staten steeds nauwere betrekkingen zullen krijgen met China. Het ge vaar zou dan bestaan dat Zuid- Korea politiek gezien een beetje in de kou komt te staan. Paus naar Mexico ROME (ANP) - Paus Johannes Paulus 2 heeft meegedeeld eind januari naar Mexico te gaan om daar de derde assemblee van de Latijnsamerikaanse bisschop penconferentie te openen. ADVERTENTIE Deze slaapkamer van massief europees eiken. Toonbeeld van tijdloze schoonheid. Wordt mooier naarmate het ouder wordt. Zo'n Kühlman slaapkamer trotseert de jaren en de meubelmode. U moet het gaan zien. Bij Kühlman, interieuradviseurs. 1-deurs kast 2-deurs kast Overbouw Boekenplank Delft As vest 113/Achterom 113-121 Leidschendam Winkelcentrum ,,Leidschenhage" Weigelia 8-11 Als u zich in alle rust wilt ónenteren, kom dan op een doordeweekse dag. (Maandagochtend gesloten). 5>5> BRUSSEL (GPD) - Sinds enkele maan den zijn in Brussel onderhandelingen aan de gang over de vernieuwing van de Conventie van Lomé. Dat is het ver drag waardoor 55 ontwikkelingslan den in Afrika, het Caralbisch gebied en de Stille Oceaan, de zogenaamde ACS- landen, een speciale band hebben met de Europese Gemeenschap van de Ne gen. De conventie werd van kracht op 1 april 1976 en loopt af op 1 maart 1980. De onderhandelingen over een nieuw verdrag zijn in grote lijnen een zaak van de raad van ministers van beide groepen landen, die dezer dagen in Brussel bijeen zijn geweest om een aantal hoofdpunten te bespreken. De eigenlijke onderhandelingen worden echter grotendeels gevoerd door een afvaardiging van de Europese Com missie en de Commissie van Ambassa deurs van de betrokken ACS-landen bij de Europese Gemeenschap. De Conventie van Lomé neemt een cen trale plaats in het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap (EG) in, dat wil zeggen het beleid met be trekking tot de ontwikkelingslanden ofwel de ontwikkelingssamenwer king. Daaronder vallen niet alleen ver schillende vormen van hulp, zoals voedselhulp en financiële hulp, maar ook elementen van het beleid op ter reinen als handel en landbouw waarbij ontwikkelingslanden betrokken zijn. De Conventie van Lomé heeft met al deze dingen te maken en is de meest omvattende overeenkomst van de EG met ontwikkelingslanden. Daarom zijn de onderhandelingen over een nieuw verdrag van groot belang voor de richting waarin het ontwikkelings beleid van de EG zich de komende ja ren zal gaan ontwikkelen. Betrekkingen De kiem voor de nu bestaande speciale betrekkingen tussen de ACS-landen en de EG ligt opgesloten in het Verdrag tot oprichting van de Europese Eco nomische Gemeenschap van 1957. Daarin moesten namelijk de betrek kingen worden geregeld tussen de Eu ropese Gemeenschap en de afhanke lijke overzeese gebiedsdelen van de lidstaten. Dit wordt op heldere wijze uit de doeken gedaan in het onlangs verschenen proefschrift „De Europese Gemeen schap en ontwikkelingssamenwer king: praktijk, motieven en perspec tieven voor integratie" van de eco noom Gerrit Faber. De ACS-landen van nu zijn weliswaar onafhankelijke staten, maar verreweg de meeste heb ben in een recent verleden koloniale banden gehad met een van de lidstaten van de EG en dat onderscheidt ze ook van de andere ontwikkelingslan den. Het verdrag van de EG met de ACS-lan den en de soortgelijke „associatie-ak koorden" met andere ontwikkelings landen, met name in het gebied van de Middellandse Zee, 'worden volgens Faber in het algemeen gekenmerkt door de gedachte „voor wat hoort wat": „De EG wil in de geassocieerde landen een ontwikkelingspatroon bevorderen waarin plaats is voor directe investe ringen vanuit de EG, exploitatie van natuurlijke hulpbronnen ten behoeve van de EG en afzet van de produkten van de EG". Dit brengt zijns inziens het gevaar met zich mee, dat de betrokken landen beperkt worden in hun moge lijkheden zelfstandig de richting van hun ontwikkeling te bepalen. Sterk bevoordeeld In vergelijking met andere ontwikke lingslanden worden de geassocieerde landen sterk bevoordeeld. Ze hebben bijvoorbeeld vrijwel volkomen vrije toegang tot de gemeenschappelijke markt van de Negen, terwijl de toegang van andere ontwikkelingslanden op verschillende manieren beperkt wordt. De niet-geassocieerde ontwik kelingslanden krijgen ook nauwelijks financiële en technische hulp vap de EG. Bovendien hebben de geasso cieerde landen de beschikking over het Stabex-systeem, dat bedoeld is om de inkomsten van die landen uit de ex port, hoofdzakelijk van landbouwpro- dukten, op peil te houden. Faber onderstreept dat er eigenlijk nau welijks sprake is van een ontwikke lingsbeleid van de EG dat op de eerste plaats gericht is op de economische en sociale vooruitgang van de Derde We reld als geheel. In het geval van de geassocieerde landen worden voortdu rend tegenprestaties verlangd en de overige ontwikkelingslanden hebben de EG weinig te bieden. Voedselhulp bijvoorbeeld wordt vooral gegeven om overschotten kwijt te raken en wan neer de EG overeenkomsten over grondstoffen sluit, gaat het er allereerst om de aanvoer ervan voor de Gemeen schap veilig te stellen. Gezien dit gebrek aan een werkelijk ontwikkelingsbeleid staat Faber nogal wantrouwend tegenover pleidooien om het ontwikkelingsbeleid van de af zonderlijke lidstaten geleidelijk'te la ten opgaan in een gemeenschappelijk ontwikkelingsbeleid van de EG. Het heeft er volgens hem alle schijn van dat de stappen in die richting eerder wor den ingegeven door de behoefte om de politieke éénwording binnen de EG een handje te helpen dan door de zorg voor het belang van de ontwikke lingslanden. Om de kansen op een volledig gemeen schappelijk beleid in de nabije toe- komst. te beoordelen, heeft Faber on der meer het ontwikkelingsbeleid van vier lidstaten (Engeland, Frankrijk, Nederland en West-Duitsland) nader onderzocht. Daaruit blijkt dat er aan zienlijke verschillen bestaan ten aan zien van de omvang van de hulp en de visie op de economische verhoudingen in de wereld Van Agt Tegelijkertijd constateert hij echter overeenkomsten. Met name blijkt in alle vier gevallen dat bevordering van de eigen uitvoer en van de investerin gen in ontwikkelingslanden genoemd worden als nevendoelstellingen van de ontwikkelingshulp. In het geval van Nederland komen deze doelstellingen sinds het aantreden van de regering- Van Agt duidelijker naar voren dan onder de vorige regering. Faber geeft dan een beeld van een moge lijk gemeenschappelijk ontwikke lingsbeleid van de EG. Dat is vooral gebaseerd op die overeenkomsten, dus op de kennelijk algemene neiging ei gen economische en ook politieke be langen in het ontwikkelingsbeleid te doen gelden. De verschillen in visie op het ontwikkelingsvraagstuk worden dan gemakshalve voorlopig maar bui ten beschouwing gelaten. Faber acht een dergelijk gemeenschap pelijk beleid van de EG mogelijk, en zelfs waarschijnlijk vanwege de voor delen die het voor de lidstaten met zich meebrengt, zeker nu het de laatste ja ren met hun economie niet zo best gaat. Hij acht het evenwel ongewenst vanuit het standpunt van de ontwikkelings landen, omdat het onwillekeurig in die landen een ontwikkelingsstrategie zou stimuleren die gemakkelijk in conflict komt met een rechtvaardige inko mensverdeling. Hij spreekt in dit ver band van een „buitenwaarts gerichte ontwikkelingsstrategie", met als be langrijke elementen: het aantrekken van directe buitenlandse investerin gen, grotendeels uitgevoerd door mul tinationale ondernemingen, het op voeren van het handelsverkeer met het buitenland en het gebruik van wester se technologieën en deskundigen. Faber stelt daar tegenover dat een ont wikkelingsbeleid pas zinvol is wan neer het andere elementen versterkt, zoals de plaatselijke produktie met be hulp van aangepaste technieken, de ei gen voedselproduktie, de handel en samenwerking met andere ontwikke lingslanden. Hij komt dan tot de conclusie dat verdere stappen in de richting van één ontwikkelingsbeleid van de EG pas overwogen moeten worden, wanneer men overeenstem ming heeft bereikt over de visie op ontwikkeling die de grondslag voor dat beleid moet vormen. Hij bepleit ten slotte dat, zolang het hulpbeleid nog in hoofdzaak een aan gelegenheid is van de afzonderlijke lidstaten, het beleid op andere terrei nen die al wel gemeenschappelijk zijn (handel en landbouw met name) meer dan tot nu toe wordt afgestemd op de belangen van de ontwikkelingslanden. En dan niet alleen op die van de geas socieerde landen, maar op de belangen van alle ontwikkelingslanden. Regeringsnota Minister van ontwikkelingssamenwer king Jan de Koning heeft sinds zijn ambtsaanvaarding herhaaldelijk te kennen gegeven dat hij meer dan zijn voorganger Pronk zijn beleid in het kader van de EG wil plaatsen. Vandaar ook dat hij in de toelichting bij zijn be groting voor 1979 een nota van de rege ring heeft aangekondigd over het ont wikkelingsbeleid van de Gemeen schap. Die nota krijgt door de huidige onderhandelingen met de ACS-landen over een nieuw samenwerkingsver drag een extra accent. De minister verklaarde eind november in de Tweede Kamer ervan overtuigd te zijn dat het gemeenschappelijk ont wikkelingsbeleid van de EG zal wor den uitgebouwd. Het is overigens niet de bedoeling dat het Nederlandse ont wikkelingsbeleid binnen afzienbare tijd geheel of grotendeels zal opgaan in het beleid van de EG op dit punt. Daar voor is dat beleid volgens minister De Koning nog te beperkt van omvang en nog te weinig gericht op dezelfde doel stellingen als het Nederlandse beleid, dat directer is gericht op de armste groepen en armste landen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 11