Help, de flauw 1} TtefiTKateffi) V©@P tel? §©lD@lfoiï ©fö ©(p dl© fel ]©[p) w@© ZATERDAG 16 DECEMBER 1978 EXTRA PAGINA 25 Wat doe je als passagier van een klein vliegtuig als de piloot be wusteloos raakt of wordt uitge schakeld door een hartinfarct? Als regel wordt het een kwestie van handen voor het gezicht slaan en de klap afwachten. De kennis en de ervaring van de vlieger houden het toestel in de lucht. Als hij uitvalt zijn de pas sagiers waarschijnlijk reddeloos verloren. Zij moeten geruime tijd de dood onder ogen zien en zijn ook machteloos als het toe stel dreigt neer te storten op een vol schoolplein of op een zieken huis. Een nieuwe cursus, gestart op het vliegveld Teuge, maakt aan die machteloosheid een einde. Die cursus is vooral bedoeld voor mensen die regelmatig als pas sagier in een vliegtuigje zitten. Als zij de lessen hebben gevolgd moeten ze in staat zijn een toestel te besturen, zodat ze naar het meest nabije vliegveld kunnen vliegen voor een veilige landing. Ze kunnen zich dan stand-by pi loot noemen, een voor ons land nieuw begrip. Deze noodpiloten kunnen zorgen voor een nog gro tere veiligheid in de lucht vaart. TEUGE - Over de grasmat het vliegveld Teuge is een lange ketting gespannen. Langs die ketting staan de fleurig geschilderde sport- vliegtuigen keurig in een rij, de vleugeltips met een flink stuk touw verbonden met de ketting. Want 'het kan hard waaien op zo'n vlakte en de meeste toestellen zijn zo licht, dat EÉN man ze gemakkelijk kan voorttrekken. Teuge is de thuishaven van negentig vliegtuigjes, een derde daar van eigendom van Air Service Holland BV. De rest is van clubs en particulieren. De belangstelling voor de vliege rij neemt snel toe. Er komen steeds meer sportvliegers, maar ook zakelijk gaat het kleine vliegtuig een grotere rol spelen. Tot voor kort beschikte Teuge alleen maar over een onver harde baan. Wie het waagde er te landen was niet altijd ze ker of er binnen de daarvoor gestelde termijn kon worden vertrokken. Een flinke plens bui kon al roet in het eten gooien, 's Winters moest het vliegveld grotendeels buiten bedrijf blijven wegens blub ber, gladheid en andere na righeid. Het kleine stukje asfalt in het landschap, dat vorige maand in gebruik is genomen, bete kent heel wat voor het Gel derse vliegveld. Werkgele genheid voor zo'n honderd man bijvoorbeeld, nu Teuge een „echt"' vliegveld is met een bedrijfszekere start- en landingsstrip. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad dat stukje baan en het is uit eindelijk de Raad van State geweest die een voor Teuge gunstige beslissing nam. Nu de baan er is kan het vliegveld zomer en winter worden ge bruikt voor opleiding, recla- mevluchten, zakelijke reizen, rondvluchten en onderhoud. Internationaal speelt Teuge een steeds belangrijker rol, want er gaat geen dag meer voorbij of er gaan toestellen van de Veluwe-zoohi naar een of andere Europese bestem ming. Verslaving „Er is aan vliegen maar één groot gevaar: het is de ergste soort verslaving die ik ken" zegt Ed Folman, een oude rot in het vak. Hij is de instruc teur van de nieuwe cursus. Hij wijst erop, dat de vliegerij in Nederland jarenlang ach terliep. Dat verandert nu snel. Sportvliegers vormen niet meer het elitaire groepje met een uitpuilende portefeuille „Een van onze trouwe klan ten is auto-monteur om maar De drempelvrees vermindert. Folman verwacht dat effect ook van de cursus voor stand by piloot. Het gaat om enkele theoretische lessen, gevolgd door vijf uur praktijk. Dat is te overzien. „Wij verwachten dat veel cursisten na afloop besluiten door te gaan". In elk geval zijn die eerste vijf lesuren nooit weg, want ze tellen mee voor de minimaal verplichte dertig vlieglessen. Toch zullen lang niet alle luchtvaartenthousiastelingen hun brevet kunnen halen. En dat zal dan meestal een finan ciële kwestie zijn. De oplei ding voor het brevet Beperkt- A kost rond de zevenduizend gulden, inclusief een medi sche keuring in Soesterberg. Wie ook nog wil leren instru- mentvliegen en een cursus radiotelefonie volgen moet er nog eens vijfduizend gulden bovenop tellen voor het bre vet Groot-A. Eisen De ons land zijn streng. Vliegers ondergaan elke twee jaar een gedegen medische keuring en boven een bepaal de leeftijd zelfs jaarlijks. Wie in een jaar niet minimaal tien uur in de lucht is geweest, Door Ed Post Ed Folman: vliegen verspeelt zijn brevet. Een nieuw examen is dan nodig. Het veiligheidsaspect speelt een zeer grote rol, ook voor het materiaal. Iedere vijftig vlieguren moet een toestel worden geïnspireerd. Dan worden allerlei onderdelen verplicht vervangen. Ook al mankeert er niets aan. De Rijks Luchtvaart Dienst let scherp op het naleven van de voorschriften. Het vliegmate- riaal kan een vergelijking met ons vaderlandse autopark met glans doorstaan. Op de weg verschijnen heel wat krakkemikkige voertuigen, maar alles wat in de lucht komt moet picobello in orde zijn. Ook bij de ongevallencijfers steekt de (sport )vliegerij ui terst gunstig af bij het weg verkeer. Toch kan iemand eerder vliegen dan autorij den, want de mogelijkheid bestaat om op 17-jarige leef tijd al het brevet te halen, ter wijl je voor een rijbewijs ten minste 18 moet zijn. Sport vliegers in ons land huren als regel een toestel. Je moet ze ker meer dan vijftig vlieguren per jaar maken wil het finan cieel verantwoord zijn een ei gen toestel te kopen. Er is een royale keuze, veel in de prijs klasse van vijftig tot tachtig mille en verder oplopend tot luchtwaardige paradepaard- jes van driekwart miljoen gulden. Huren dus. Het klein ste toestel krijg je mee voor 125 gulden per uur, grotere toestellen kosten tot 700 gul den, inclusief de piloot. Chagrijnig De de vliegerij verslaafde Ed Folman wordt chagrijnig als hij twee weken niet in de lucht is geweest. Tijdens vakanties duurt het als regel niet lang of hij weet de weg naar het dichtstbijzijnde vliegveld. „Overal waar ik kom ga ik op zoek naar een vliegveld. Pure verslaving, ik kan nog gemakkelijker met roken stoppen" Folman vloog jaren geleden een Grumman Tracker van Miami naar Suriname. Op Zanderije kwam hij te staan naast een Boeing 747 van de KLM. „Zullen we ruilen", stelde de gezagvoerder voor. Vliegen in een lijntoestel of in een een- motorige Cessna F-150 zijn niet te vergelijken groothe den, ook voor de passagier. Zo waren wij enkele jaren geleden in een DC-10 van Ga- ruda zo verdiept in het veror beren van een smakelijk hapje, dat we volslagen waren vergeten in de lucht te zijn. Tien kilometer hoog, als regel comfortabel boven elke tur bulentie verheven, is vliegen een kwestie van tijd doden geworden. Dat geldt voor de oversteek naar Amerika, maar ook voor de negen uur en twintig minuten, waarin een DC-8 van de KLM de af stand Cairo-Bangkok over brugt. Maar naast Ed Folman in de stoel is vliegen echt vliegen. Stijl omhoog, bochtjes draai en en een paar acrobatische grapjes, ten behoeve van het NOS-journaal, waarvoor de vlieger een serie stijlvolle landingen ten beste gaf alsof hij voor het eerst achter de knuppel zat. het was wel een belevenis. Ook voor de maag streek trouwens. Overigens wil Folman zeker niet dene- grerend spreken over colle ga's van lijnvliegtuigen. „In de verkeersluchtvaart leer je zeer geavanceerde technie ken en die mensen hebben een enorme verantwoorde lijkheid, maar ik houd er niet van", zo zegt de man, die ze ven jaar lang bush-piloot was in Suriname. Relativeren Directeuren havenmeester van Teuge is de heer J. Burgers. Hij heeft duizend vlieguren op zijn naam staan. Hij vliegt graag, maar door zijn werk komt het er vaak niet van. Opgeleid bij de RAF tegen het einde van de oorlog en daarna in dienst van de Koninklijke Luchtmacht naar Oost-Indië gegaan. Na terugkeer in Nederland zette hij een damastweverij op, maar toen een jaar of tien ge leden de klad kwam in de Ne derlandse textielindustrie, ging dat over. Vandaar dat hij in 1971 solliciteerde naar de functie van directeur-haven meester op Teuge. In feite zijn het tegenstrijdige werkzaamheden. Als direc teur heeft hij de zorg voor een zo druk mogelijk verkeer en goede financiële resultaten. Maar als havenmeester moet hij vooral letten op de veilig heid, dus een niet te grote drukte--Trots vermeldt hij dat Teuge de enige Nederlandse luchthaven is waarvan al het personeel i§ gebrevetteerd. „Onze mensen spreken met vliegers in hun eigen taal", zo zegt de heer Burgers. Zijn echtgenote heeft zich aan gemeld voor de cursus stand by piloot. Daarbij heeft ze niet in de eerste plaats gedacht aan het moment, waarop haar man niet meer in staat zou zij n verder te vliegen als zij als passagiere aan boord is. Ze is erg enthousiast voor de luchtvaart en volgt de cursus om eindelijk eens te leren waarvoor al die metertjes en wijzertjes in de cockpit die nen. Mevrouw Burgers kan het natuurlijk aan haar man vragen, maar ze hoort het lie ver van een ander, zodat ze zich er kritisch tegenover kan opstellen. Als de cursus en de vijf vliegu ren achter de rug zijn zal ze nu en dan ongetwijfeld de bestu ring van het vliegtuig van haar man overnemen, uiter aard onder toeziend oog. Me vrouw Burgers, die de problemen rond de aanleg van een verharde baan op Teuge met grote interesse volgde, neemt tijdens vlieg- uurtjes letterlijk en figuurlijk afstand van de aardse be slommeringen. .,Als je alles uit de lucht bekijkt kun je goed relativeren. Dan zie je dat stukje asfalt in dat grote wijde landschap en dan begrijp je niet dat daarover zo'n drama wordt geschopt" Samen met haar man geniet ze van uitvlucht)es. „We zijn pas nog naar Texel geweest fantastisch, vooral dat stuk water waar de Markerwaard komt". Mevrouw Burgers voelt zich in een verkeerstoe- stel een „slachtoffer". In een DC-9 word je vervoerd, maar het is niet te vergelijken met de sportvliegerij. „We moch ten een poosje geleden van een KLM-gezagvoerder in de cockpit komen; ja, dan is het wel leuk" De eerste Zodra zij hoorde van de nieuwe cursus meldde mevrouw Burgers zich als deelneem ster. Ze was de eerste. Nog dertig cursisten zouden haar volgen. De eerste dertien zijn inmiddels aan de theorie be gonnen. Een opvallend gezel schap, want er waren twaalf dames en slechts één man, precies het tegenovergestelde beeld van een normale vlieg- bleken echtgenotes van een sportvlieger te zijn. Net als mevrouw Burgers stelden zij de gedachte aan een ingreep tijdens de vlucht op de twee de plaats. Het bleek hen meer te gaan om de kennis van de vliegerij en het instrumenta rium. Ze zijn bij „oude rot" Ed Folman in goede handen. In de gezellige kantine van het vliegveld zitten de cursisten aan in u-vorm opgestelde ta fels. Ze hebben een map ont vangen met informatie over de stand-by pilot course" Bij de paperassen bevindt zich een heus logboek, voor zien van een fraai leren kaft en uitgegeven door de Konink lijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart. Folman staat paraat bij een school bord en hij begint de cursus met een uitleg van het kern punt: waarom vliegt een vliegtuig. Hij tekent het op het bord. Een vleugel die krijgt te maken met wind- stromingen onder een be paalde invalshoek, waarbij onder- en bovendruk ont staan. Het is toevallig exact hetzelfde verhaal dat de avond tevoren werd verteld in KRO's „Daar vraag je me wat". Op dit principe berust de besturing van een vlieg tuig en de cursisten maken kennis met begrippen als rol- roer, hoogte- en richtings- Mayday, mayday Folman waarschuwt de cursis ten nadrukkelijk voor de ge dachte dat ze het na de cursus en de vijf vlieguren wel ken nen. Hij benadrukt dat vooral het goed landen in feite een trucje is. Men kan het leren, maar het wordt ook weer ver geten. „Een leerling kan wel licht aan het einde van de cur sus een vliegtuig perfect aan de grond zetten. Maar na een jaar of vijf, als inderdaad in een noodsituatie moet wor den ingegrepen, zal het zeker niet gladjes verlopen. Men kan dan het toestel nog wel aan de grond krijgen, maar misschien wordt er dan een wiel verspeeld of de propel- lor. Dat is niet zo belangrijk, als ze maar kans zien neer storten te voorkomen en daar is deze cursus voor". De instructeur geeft de raad in geval van noodsituatie in eer ste instantie niets te verande ren. „Laat het toestel op snel heid. begin niet aan de stuurknuppel te rukken ei^ veranderde frequentie van de radio niet". Ook in de cockpit met een uitgeschakelde pi loot geldt: kalmte kan je red den. Folman pompt er meteen twee radiofrequenties in. 121.5, de noodfrequentie, die dag en nacht in het hele land wordt beluisterd en 132.35, „The Dutch Mill", een frequentie, waarmee het hele leger kan worden gemobiliseerd. Wie echt in de penarie zit kan dus afstemmen op 121.5 en dan een driewerf „Mayday" aanheffen, gevolgd door de registratiegegevens. Maar van een stand-by piloot wor den betere maatregelen ver wacht. Folman adviseert zijn overwegend vrouwelijke ge hoor de radiofrequentie niet te wijzigen maar de micro foon te vatten. „En zegt u dan maar gewoon meneer of help". Nauwkeurig In het radioverkeer tussen een vlieghaven en een brokken piloot zullen over en weer ge gevens nodig zijn. Een be langrijk instrument aan boord is de transponder. Dit toestel zendt signalen uit, waardoor een vliegtuig zicht baar wordt op de radar. Het is mogelijk de hulppiloot nauwkeurig te vertellen waar hij zich bevindt, dankzij de radargegevens. Op die basis kan men een koers opgeven om het vliegtuig veilig naar een landingsbaan te lood- Folman geeft instructie over de werking van het magnetisch moederkompas en het in 360 graden verdeelde gyrokom- pas. Dit laatste instrument moet regelmatig (minstens elke tien minuten) worden gecontroleerd en zonodig bij gesteld. Wordt bijvoorbeeld als koers 16 opgegeven, dan betekent dat 160 graden op het gyrokompos en daarmee vliegt het toestel in zuidooste lijke richting. Een paar vuist regels voor de komende stand-by piloot: bij het klim men altijd vol gas geven, bij het dalen de motor op 2000 toeren houden, ongeacht het type vliegtuig. De vlieger moet veel naar buiten kijken en slechts nu en dan - meestal ter controle - de instrumen ten raadplegen. Bij ijsvorming in de motor, ont staan door het onttrekken van warmte aan de lucht, meteen de carburator-voorverwar- mer inschakelen. IJs verraadt zich door het ruw lopen van de motor en het teruglopen van het toerental. De cursis ten noteren ijverig. Na die eerste les zijn ze duidelijk op getogen. Het was allemaal erg duidelijk uitgelegd. Het viel mee. „Toen ik hier vanmor gen binnenkwam stond ik te trillen op mijn benen", vertelt een van hen. De rustige, en zelfverzekerde stem van Folman heeft voor olie op de golven gezorgd. Hij benadrukt wel dat de cursus niet tot doel heeft de leerlin gen een opleiding te geven tot het niveau van een getrainde piloot. De kennis moet niet benut worden om de piloot met argusogen te controleren of te corrigeren. De cursus volstaat met een inwijding in de elementaire begrippen van het vliegen, waarbij de kan didaat wordt geleerd een vliegtuig te besturen en met redelijke kans op succes te la ten landen. Een beperkte cur sus. maar natuurlijk wel een extra stuk veiligheid. Al gebeurt het zelden of nooit dat een sportvliegtuigje neer stort doordat de piloot uitvalt (verkeerstoestellen hebben altijd twee vliegers aan boord), mocht het gebeuren en een van de passagiers heeft een cursus stand-by piloot gevolgd dan zyn de overle vingskansen voor de inzit tenden veel groter dan wan neer men niets weet wat van instrumenten en meter tjes. Het kost wat tijd en 950 gulden. Als je daarmee je eigen en eventueel andermans leven kunt redden, is dat geen hoge prijs. En zelfs al zou zich nooit een gevaarlijke situatie voor doen dan is die zekerheid dat er een noodpiloot aanwezig is, ook heel wat waard.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 23