HP it blikjes conserven m m ft ELSEVIERS MOSKOU - Zelfs de leiders van grote naties blijven men sen, die af en toe geplaagd worden door zwakheden en fouten. Dat geldt ook voor de heer Leonid Iljitsch Brezjnjev, die als Sowjet-partijleider en president van de Sowjet-Unie de machtigste man van het grootste land ter wereld is. Een man die vaak gloedvol spreekt over de „nieuwe mens", die overigens nog steeds gecreëerd moet worden door het marxisme-leninïsme. Brezjnjev schijnt nooit te twijfelen aan de juistheid van datgene wat hij in het openbaar beweert. Dat zou trouwens ook z'n onmid dellijke politieke einde betekenen. Dit brengt hem ertoe om van tijd tot tijd dingen te beweren, waarvan hij moet weten dat ze onjuist zijn. Zo verkondigde de hoogste Sowjet-leider onlangs bijvoor beeld tijdens een grote ontvangst na twee dagen van besprekingen met twee Amerikaanse ministers, dat de regering in Washington de Russiseh-Amerikaanse handel misbruikte om politieke druk uit te oefenen op Moskou. ,,Ik zeg nadrukkelijk, dat zo'n benade ring tegenover de Sowjet-Unie niemand ooit enig voordeel heeft opgeleverd en dit ook nooit zal doen", aldus Leonid Brezjnjev. Toen hij dit verkondigde, wist de Sowjet-president dat zijn uit spraak met helemaal juist Het gaat namelijk om het volgende. In 1974 heeft de Amerikaanse volksvertegenwoordiging de handelsbevordering tussen de Verenigde Staten en de Sowjet- Unie gekoppeld aan een liberaler beleid van het Kremlin ten aan zien van de emigratie van joden. Moskou heeft dit verontwaardigd afgewezen, maar blijkt het prin cipe de laatste tijd in de praktijk echter toch geaccepteerd te heb ben. De politieke druk die op de ze manier via de handel wordt uitgeoefend op de Sowjet-Unie, resulteert dit jaar waarschijnlijk in een emigratie van rond de 30.000 joodse Sowjet-burgers. Dat is maar net iets onder het re cord-niveau van de jaren '72 en '73. Niveau Dit niveau van de joodse emigratie hangt in de eerste en de laatste plaats af van de beslissingen van de hoogste leiding in de Sowjet- Unie, die men kan vinden in het zogeheten Politburo van de communistische partij van dit land. Als lid van dit college heeft Brezjnjev persoonlijk mede be sloten om de joodse emigratie op te voeren, in de hoop om daarmee een gunstige reactie in de Ver enigde Staten te bewerkstelligen. Dat dit niet louter speculaties zijn, blijkt wel uit uitlatingen van de Sowjet-ambassadeur in Was hington. Wijzend op de grotere stroom van joodse emigranten uit de Sowjet-Unie. vroeg hij waar dan toch wel het positieve Ame rikaanse antwoord op deze ont wikkeling bleef. Het antwoord dat Moskou zich het vurigst wenst, is de opheffing van Amerikaanse kredietbeperkin gen voor de handel met de Sow jet-Unie en verlening van de meest-begunstigings-clausule voor de Russiseh-Amerikaanse handel. Dit is de afgelopen week herhaaldelijk verkondigd in de~ besprekingen die in Moskou ge voerd werden in het kader van de Amerikaans-Russische econo mische- en handelscommissie. Daarvoor waren de Amerikaanse minister van financiën Blumen- thal en handelsminister Kreps naar de Sowjet-hoofdstad geko men. Tegelijkertijd kwam een grote groep Amerikaanse zaken lieden voor een nadere oriëntatie op de bilaterale handelsmoge lijkheden naar Moskou gevlo gen. Gelijkwaardigheid Het Kremlin wenst wat men noemt een einde aan de „discriminatie" van Washington, aan de „druk" en pleit in plaats daarvan voor „wederzijds voordelige" handel tussen beide supermogendheden op basis van „gelijkwaardig heid". Nu zijn de kredietbeper kingen aan Amerikaanse kant niet alleen maar ingegeven door politieke motieven. De deskun digen van de Amerikaanse im port- en exportbank hebben al langere tijd hun bedenkingen over de grenzen van de Russische kredietwaardigheid. Inzage van de boeken wordt door de Sowjets natuurlijk verontwaardigd van de hand gewezen. Dat de Ameri kaanse aarzeling echter niet ge heel zonder grond is, blijkt niet temin uit het steeds sterker wor dende pleidooi van de Russen voor de zogeheten „compensatie- handel". Tot voor kort kon men dit ver schijnsel voornamelijk in de Oosteuropese satellietstaten constateren, en dat was het ge volg van een groeiend gebrek aan westerse geldmiddelen waarmee deOostblokstaten hun aankopen in de kapitalistische wereld moe ten betalen. Naarmate de kredie ten van Oosteuropese regimes bij westerse banken voor westerse aankopen oplopen, wordt de kredietwaardigheid van deze re geringen uiteraard steeds gerin ger. Polen is hier een van de dui delijkste voorbeelden van. Maar het gebrek aan westerse valuta begint nu blijkbaar ook de Sow- jet-economie te plagen, vandaar de steeds warmere pleidooien voor de compensatie-handel. Deze compensatie-handel komt in het kort op het volgende neer. Een Oosteuropees land koopt in het Westen bijvoorbeeld een fa briek, op krediet. De westerse firma's moeten maar bij hun ei gen banken of overheden kre dietgaranties zien te regelen. De gevraagde fabriek wordt gele verd en gaat na geruime tijd pro- dukten maken. Met die produk- ten wordt de fabriek dan door de Oosteuropese kopers terugbe taald aan de westerse producent. Het voordeel voor de kopers is duidelijk. Men behoèft geen cent te betalen, kan rustig wachten tot de fabriek gaat draaien en „be taalt" dan terug in waren van di verse soort en kwaliteit. Het nadeel voor de westerse leve rancier is ook duidelijk. De firma die bijvoorbeeld een fabriek voor conservenvlees levert, krijgt later blikjes leverpastei terug als „be taling". Nu is het gewoonlijk '.zjnjev: wat hij in het openbaar beweert is altijd juist maar erg toevallig, leverancier van een fabriek zich ook beweegt op het terrein van datgene wat de door hem gele verde fabriek produceert. Een volgend nadeel is, dat de kwali teitsnormen in Oost-Europa be langrijk lager liggen dan in het Westen. Het gevolg daarvan is, dat men de produkten die als be taling terugkomen vaak niet kan afzetten op de eigen markt en dat men daarom naar mogelijkheden moet gaan zoeken voor afzetmo gelijkheden in bijvoorbeeld de Derde Wereld. Dit alles is vaak gecompliceerd en tijdrovend. Een derde en niet on belangrijk nadeel van de com pensatie-handel is het feit dat de leverancier soms zeer lang moet wachten op de financiële op brengst van het door hem gele verde produkt. Van Oosteurope se kant wordt daartegenin ge bracht dat de Oosthandel werk gelegenheid met zich meebrengt, hetgeen vandaag de dag niet te versmaden is. Ofschoon dit ar gument juist is, moet men het niet overschatten want de handel van de westerse wereld met het Oostblok bedraagt maar een ge ring percentage van de totale handel. Het effect op de totale werkgelegenheid is dan ook maar gering. Grondstoffen Het enige dat de Sowjet-Unie wel te bieden heeft als kostbaar ruil- goed, zijn grondstoffen zowel voor fabricage-doeleinden als in de vorm van energie (olie. gas). Nu bestaan er ten aanzien van het betrekken van olie en gas (en elektriciteit) enige bedenkingen aan westerse zijde, omdat hier een afhankelijkheid zou kunnen worden opgebouwd van Oosteu ropese energie-leveranties die in slechte tijden door Oost-Europa weieens zou kunnen worden om gezet in politieke druk. Hierover kunnen de Oosteuropese satel lietstaten meepraten, omdat die vrijwel geheel afhankelijk zijn van Russische energiebron- Van Sowjet-zijde wordt de handel op compensatie-basis de laatste tijd sterker gepropageerd. Hier bij worden argumenten gebruikt die de aandacht verdienen. „De produktie-eenheden die op basis van de compensatie-handel ge creëerd worden, leveren een gro te bijdrage aan de ontwikkeling van onze economie. Zij maken het mogelijk om nieuwe indus triële capaciteiten te benutten en om de arbeidsproduktiviteit te verhogen op basis van het ge bruik van de nieuwste weten schappelijke en technische ont wikkelingen", aldus de heer Soeschkov, een van de plaatsver vangende ministers voor bui tenlandse handel, begin deze week in het vakbondsdagblad „Troed". Dat deze redenering van Soesch kov alleen zou slaan op de com pensatie-handel is natuurlijk on zin. Zijn redenering gaat op voor de handel met het Westen in het algemeen, ook als er direct in ronde, waardevolle duiten be taald zou worden. De kern van zijn betoog zit in de „verhoging van de arbeidsproduktiviteit" op basis van het gebruik „van de nieuwste wetenschappelijke en technische ontwikkelingen" Men vindt hier een kernpunt in de verandering van het ideologi sche denken over de Sowjet-eco- nomie, dat men trouwens kan te rugvinden in diverse redevoerin gen van Sowjet-partijleider Brezjnjev. Aanvankelijk vormde de factor „arbeid" het belangrijkste ele ment in de produktie-filosofie van de Sowjet-idcologen. Gelei delijk aan is deze factor de laatste jaren verdrongen door moderne- besturingstechnieken en ener giebronnen (cybernetica, compu ters, kernenergie). De oude pro paganda van de ijverige en loyale proletariër die in het zweet zijns aanschijns het aardse paradijs voor zichzelf en z'n nakomelin Te traag gen opbouwt, wordt weliswaar in de dagelijkse propaganda nog steeds gebruikt, maar is door de leiders en planners al lang ver vangen door het begrip „effecti viteit" waarvan men in deze mo derne tijden gunstiger resultaten verwacht dan van het veelgepre zen werkmanszweet uit vroeger tijden. Niet voor niets verkondigde Brezjnjev tijdens het 24e congres van de communistische partij van de Sowjet-Unie in 1971, dat men voor de „historische taak" stond om de „verworvenheden van de wetenschappelijke en technische revolutie te combine ren met de voordelen van het so cialistische (communistische - red.) economische systeem" Twee weken geleden sprak Brezjnjev voor het centrale comi té van de partij over de economi sche resultaten van het afgelopen jaar en over de perspectieven voor 1979. „Hoe verklarenwe.dat we ondanks de grote economi sche successen nog steeds niet in staat zijn om sommige knelpun ten op te lossen en zodoende sneller vooruit te komen", zo vroeg Brezjnjev zijn partijgeno ten. Zijn antwoord volgde onmiddel lijk. „De voornaamste reden hiervoor is het feit dat de centrale organisaties in de economie te traag zijn in hun streven om de hele economie te oriënteren op een sterke ontwikkeling. Zij zijn niet geslaagd in verbetering van de vereiste kwaliteit èn in het op voeren van de wetenschappelijke en technische vooruitgang. Van daar al die problemen die een snellere economische ontwikke ling onmogelijk maken". Ziedaar een filosofie die overigens geen monopolie is van de Sowjet- machthebbers. maar die op di verse niveaus en van verschillen de kanten benaderd, al vele jaren lang besproken wordt in alle Oosteuropese staten. Nu is men zich echter goed bewust van het feit dat de veelgeprezen „wetenschappelijke en techni sche" verworvenheden uit de verguisde westerse wereld moe ten komen, omdat het Oostblok op dit gebied vrijwel niets voor aanstaands te bieden heeft. In de kern van de zaak gaat het dus om westerse kennis, waaraan de communistische machthebbers dringend behoefte hebben om hun stagnerende economieën de benodigde impulsen te kunnen geven. „Kennis" in allerlei vor men, ontwikkelingen, verschij ningen en functies. Die kennis is in het Westen echter verworven met veel moeite en inspanning en vaak ten koste van belangrijke opofferingen. Wie daarvan wil meeprofiteren, zal ervoor moeten betalen. Dit is een principe waaraan in het Westen langzamerhand meer en meer aandacht geschonken wordt, naarmate de veelbezon- gen „ontspanning" weinig an ders blijkt te zijn dan een inten sievere Oost-West-samenwer- king waarvan voornamelijk het Oostblok (wetenschappelijk en technisch) profiteert, zonder dat dit echter resulteert in een ver mindering van internationale spanningshaarden of conflictge bieden. De Amerikanen leveren de Russen de gevraagde olie- boorapparatuur. waarmee de Sowjets weer bronnen kunnen benutten die daarna gebruikt kunnen worden voor het Sowjet- leger dat in Afrika anti-westerse regimes in het zadel helpt en in het zadel houdt in gebieden die op strategische plaatsen liggen langs vitale westerse aanvoerrou- tes. Ziedaar in een notedop de aller somberste visie op het probleem. Er zijn natuurlijk varianten mo gelijk. Men kan uitgaan van het naar elkaar toe groeien van beide systemen, men kan filosoferen over een verhoging van de le vensstandaard van de Sowjet- bevolking, die bij de leiders zou kunnen leiden tot een geringere bereidheid om te spelen met mili taire risico's. Men kan de Sowjets eventueel op hun woord geloven dat ze nooit iets agressiefs in de zin gehad hebben, hebben of ooit zullen hebben Dat Moskou niets liever wil dan een algemene ont wapening. Maar intussen blijken de satellietstaten volgens de Roemeense leider Ceausescoe aangespoord te zijn door het Kremlin om de militaire uitgaven te verhogen. De Roemeense ar gumenten hiertegen noemde de heer Brezjnjev persoonlijk „de magogie". De groep Amerikaanse senatoren die Moskou kortgeleden bezocht, heeft de Sowjet-leiders proberen duidelijk te maken dat „vertrou wen" in het Sowjet-woord een wat al te naieve en smalle basis vormt vooreen nieuw strategisch (SALT)-akkoord tussen Moskou en Washington. De Sowjet-media blijven maar volhouden, dat het „intriges" binnen de Amerikaan se regering zijn en „concessies" aan de anti-ontspanningskrach ten in de Verenigde Staten, die de afsluiting van een nieuw verdrag steeds maar weer uitstellen en opschuiven. In werkelijkheid gaat het om een belangrijk me ningsverschil, namelijk om de zogeheten „controle ter plaat- DeZe lokale verificatie in beide lan den van datgene wat Moskou en Washington zijn overeengeko men, wordt niet door de Ameri kanen maar wordt door de Rus sen geweigerd. Alle openbare Sowjet-aansporingen om tot een snelle ondertekening te komen van een nieuw SALT-verdrag zonder dit punt aan te roeren, is dus louter propagandistische re toriek. Kan men Moskou ver trouwen? „Met mate", is het meest gebruikelijke antwoord. Moet men dan aan zo'n regime dat zich tenminste verbaal elke dag zeer vijandig opstelt tegen over de vrije westerse wereld een van de schaarste en kostbaarste goederen verkopen die dat vrije westen te bieden heeft, namelijk kennis en een superieure tech nologie? Ook hier moet het antwoord waar schijnlijk luiden „met mate" Daarnaast zijn sommige westerse politici er steeds meer van over tuigd, dat het Oostblok econo misch en politiek behoorlijk moet betalen voor deze kostbare kennis die ooit tegen het Westen gebruikt zou kunnen worden. Dat is een van de redenen voor de aarzeling van de Amerikaanse volksvertegenwoordiging om de beperkingen van de Amerikaans- Russische handel op te heffen. Beperkingen die gedeeltelijk ge baseerd zijn op een Amerikaans wantrouwen. Een politiek wan trouwen dat lang niet altijd resul teert in een economisch wan trouwen, zoals blijkt uit de Ame rikaans-Russische handel, of schoon die de laatste tijd is terug gelopen. In de eerste plaats teruggelopen omdat er onvoldoende westerse valuta beschikbaar zijn in Mos kou. Men redeneert hier op z'n zachtst gezegd dan toch wel enigszins merkwaardig, wanneer men Washington beschuldigt van discriminatie wanneer de kre- d ietkraan niet verder wordt opengezet. Handel drijven is voor het Oostblok kennis kopen, waaraan het dringend behoefte heeft. Wie die kennis wil hebben, moet ervoor betalen. Het opene nen van kredietkranen helpt hier maar tijdelijk, zoals de praktijk ook in andere Oostblokstaten bewijst. De verschillende eco nomische systemen en vooral het gesloten geldsvsteem in Oost- Europa waardoor de roebel en andere munteenheden niet in wisselbaar zijn tegen westerse valuta, vormt hier een onvermij delijke beperking. De compensatiehandel als oplos sing is zo weinig populair bij de meeste westerse zakenmensen, dat dit nooit de uitkomst kan zijn voor een doorbraak in de Oost- West-handel. Een doorbraak waarvoor dan bovendien in de bank- en zakenwereld het beno digde economische en politieke vertrouwen ontbreekt. Vandaar ook dat het Russiseh-Ameri kaanse overleg in het kader van de handelscommissie maar be perkte resultaten kon boeken. Men kan bij dergelijke bijeen komsten proberen om kleinere of grotere schoonheidsfouten te corrigeren, maar het is niet mo gelijk om tot maatregelen te be sluiten waardoor de wederzijdse handel plotseling tot spectaculai re omvang kan uitgroeien. Voor de westerse economie kan de handel met het Oostblok (ook met China) nooit meer dan een beperkt percentage uitmaken van de totale omzet van alle goe deren. Het „wederzijdse voor deel" bespeurt men voorname lijk bij de diverse ondernemin gen die goede zaken doen. De hele economie ontvangt daarvan nauwelijks beslissende impul- hervormd nederland S>p de omslag van Hervormd Ne- derland uitdagende raketten met v een verwijzing naar het artikel "Niet Rusland maar de wapen- technologie is onze grootste vij- 1" and". RVP-voorzitter Wim Vergeer wordt op bladzijde 3 geïnter- Jf viewd. Hij zegt onder meer: "Ik wil geen bergrede houden, maar toch heb ik geen vrede met de r huidige situatie". En over samenwerking tussen so cialisten en liberalen: "Deden ze het maar eens een keer Dat zou voor Nederland gezond kunnen i werken. Ik ben er niet voor dat een partij (zrjn KVP, red.)al vanaf 1945 in de regering zit. 5n het commentaar op het nieuws dringt HN onder meer aan op uit voering van de ARP-resolutie over de grondslag van het CDA, waarin gepleit voor het vastleg- gen van de grondtrekken van de Lv politieke overtuiging voor de de- finitieve vorming van het CDA, èn voor een parlementaire enqué- m, te als het onderzoek van de com- missie-Schöffer over de affaire Menten nog vragen openlaat. .£>e christelijke vakbondsman Wa- be Wieringa (NCBO) dreigt het CDA dat het nog slechts één kans heeft om zijn "dwalingen goed te maken". MAGAZINE Het kerstrapport van het kabinet Van Agt-Wiegel ziet er gevarieerd uit. Elseviers Magazine steldeeen cijferlijst samen voor onze minis ters. waarbij minister De Ruiter van justitie (CDA) een dikke acht haalt, maar zijn collega Tuijnman van verkeer en waterstaat een le lijke drie. De rest zit er tussenin, met als meest opvallende pre mier met een magere zes en een half. EM schrijft: "Van Agt wil geen poli tieke risico's lopen. Bij de kiezers valt dat prima, bij de politici wordt dat minder gewaardeerd. Elsevier maakt een beknopte ana lyse van de Volvo-overeenkomst tussen Zweden en Noorwegen en kijkt daarbij ook naar de Neder landse vestiging in Born. Zonder conclusies te trekken blijken er toch frappante overeenkomsten te bestaan tussen de aankoop van DAF en de zaken die met Noor wegen worden .gedaan. Blijft de vraag: welke rol speelt Bom in het Volvo-beleid? Waar blijft de Nederlandse opera, vraagt EM zich af en terecht want al tientallen jaren lang wil de Ne derlandse Operastichting een ei gen onderkomen. Fraaie afbeel dingen van buitenlandse opera's, waarbij iedere liefhebber van Wagner en Verdi zijn hart sneller voelt kloppen, ook een conclusie: "Geld, daar komt het toch altijd weer op neer. Maar niet alleen". Een diepgewortelde wens van het publiek brengt ook heel wat tot stand zo schrijft het blad. HP licht weereen dagblad door Na de Telegraaf, de Volkskrant en de Waarheid is nu het NRC-Han- delsblad aan de beurt. Hoofdre dacteur Andre Spoor nadat hij gezegd heeft dat zijn krant best actueel is: "Ik vind, onder ons ge zegd en gezwegen, dat we de opi niepagina toegankelijker en leesbaarder moeten maken, wat minder academisch en journalis- tieker". De schrijfster Mensje van Keulen komt aan het woord in de rubriek "Schrijven". Ze vertelt bladzij den vol over haar eigen leven, er varingen en werk. In haar dag boek klaagt zij, schrijft zij dui zend woorden in een uur en leest ze nooit meer. Maar schrijven doet ze: "De waanzin tiert net zo welig bij het gezin om de hoek als bij de adel. Over kleurloze men sen zou ik nooit kunnen schrij- Een HP-verslaggever maakte mee hoe jongens en meisjes van niet meer dan zeventien jaren "tot agent worden gekneed" op de politieschool. Een sfeerbeeld en een poging om deze mensen aan het woord te laten komen. Bij voorbeeld over de schietpartij tussen politie en Zuidmolukkers in Breukelen eerder dit jaar: "Het is puur logisch wat ze daar ge daan hebben. Het is toch hen of jijDie lui waren zwaar bewa pend. Ze worden klemgereden en een tast in zijn binnenzak. Wat denk je dat-ie tevoorschijn zal halen? Z'n zakkammetje?" Het wordt binnenkort serieus: de katholieke arbeidersbeweging nadert haar einde als zelfstandig orgaan. Het NKV gaat binnen kort. wanneer ze dat willen ten minste, fuseren met het NW na dat een paar jaar is geëxperimen teerd met een federatie, de FNV. De Tijd kijkt terug op de jaren van worstelen met de rooien, de K van kerk. kroeg, kapitalisme en ga maar door. Een "dossier". Elida Wessel-Tuinstra is lid van D'66, zit sinds anderhalfjaar in dë Tweede Kamer en is vurig voor standster van emenacipatie. HP interviewt haar Ze zegt: "Eman cipatie. is veel meer dan het veranderen van rolpatronen, veel essentiëler dan het verkrijgen van meer rechten. Het is een vrij- heidsgeloof ook na de bevrij ding". Nu de Algerijnse leider Boume- dienne op sterven ligt blikt De Tijd terug op een man van wie we al lang niets meer hebben ge hoord: Ben Bella. Hij regeerde Algerije na de onafhankelijkheid in 1962 totdat Boumedienne hem in 1965 afzette, in de gevangenis stopte en de macht in handen nam. De vraag wat er met hem zal gebeuren wordt nu weer actueel. L/n VRIJ NEDERLAND Minister Albeda van sociale zaken op de voorpagina van Vrij Ne derland, want nu is bekend ge worden dat niet alleen Piet van Zeil (CDA) gratis met de KLM heeft gevlogen maar ook hij. Stof tot onderzoek dus en dat doet niet alleen VN maar nu ook de Ame rikaanse belastingdienst. The New York Times begint er over te schrijven. De KLM spreekt ("knap geïrriteerd") over de zaak- De Wit, naar de man die het alle maal op gang heeft gebracht, de ontslagen accountant Jos de Wit. De 74-jarige Amerikaans-joodse schrijver I. B. Singer heeft afge lopen zondag de Nobelprijs in ontvangst mogen nemen. Een Amerikaans journalist had maar lieft vijftig gesprekken met de man, waaruit VN een serie des tilleerde die in de komende we ken wordt afgedrukt. Een hele boel leeswerk dus, maar de man heeft dan ook wat te vertellen. Neem nu de volgende uitspraak: "Ik geloof niet dat er mannen be staan die wèl andere mannen maar geen vrouwen begrijpen". Jean Lacouture, de Franse journa list en Indo-China-kenner zegt in VN "De volkerenmoord in Cam bodja heeft meer te maken met Jonestown dan met socialisme".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 17