Kamer doet
beroep
op Frankrijk
Politieke onrust in Turkije eist steeds meer levens
Lezers schrijven
China's lange mars naar
orthodox communisme
Directeur Boot (GSD)
plotseling overleden
DONDERDAG 14 DECEMBER 1978
Inzake Rijnzoutverdrag
DEN HAAG (ANP) - De Tweede Kamer heeft gisteravond
een dringend beroep gedaan op zowel de Franse regering
als de Franse nationale vergadering om haast te betrach
ten bij het ondertekenen van het Rijnzoutverdrag, het
verdrag dat beoogt de vermindering van de zoutlozing
door de kalimijnen in de Elzas op de Rijn.
De Kameruitspraak kwam tot
stand door het aannemen, zonder
hoofdelijke stemming, van twee
eerder op de avond ingediende
moties.
De indiening van de moties ge
schiedde tijdens een kort debat
over het feit, dat de Franse natio
nale vergadering niet eerder dan
in de komende zomerzitting over
de ondertekening gaat praten. De
Franse regering nam dit najaar
een wetsontwerp inzake de on
dertekening terug, omdat geble
ken was dat een meerderheid van
de nationale vergadering wellicht
zou tegenstemmen.
Nadat de Tweede Kamer gister
avond haar grote verontwaardi
ging en diepe teleurstelling had
uitgesproken over de gang van
zaken in Frankrijk deelden mi
nister Tuijnman van verkeer en
waterstaat en staatssecretaris
Van der Mei van buitenlandse
zaken mee, dat ook zij zich onge
lukkig voelden nu alle Rijnoever-
staten op Frankrijk na het ver
drag ondertekend hebben. De
Nederlandse regering heeft ver
trouwen in de goede wil van de
Franse regering, zei minister
Tuijnman. Hij zei goede hoop te
hebben, dat er in februari aan
staande ministerieel overleg van
de Rijnoeverstaten kan plaats
vinden.
Vanuit de Kamer was er op gewe
zen, dat Nederland reeds de toe
gezegde bijdrage van ruim 20
miljoen gulden aan Frankrijk be
taald heeft voor de uitvoering van
het plan de zoutlozing op de Rijn
terug te dringen. Het is de bedoe
ling het zout op te slaan en ver
volgens diep in de grond te spui
ten. Staatssecretaris Van der Mei
zei, dat Frankrijk voor 1 januari
aanstaande de installatie voor het
injecteren voltooid moet hebben.
"Als dat niet zo is, zal Frankrijk
formeel in gebreke gesteld wor
den en dan zal de Nederlandse
regering sterk blijven aandringen
op voltooiing van de werkzaam
heden.
Als Frankrijk niet tot onderteke
ning van het Rijnzoutverdrag
overgaat, zal Nederland zich be
raden op de te nemen stappen.
Staatssecretaris Van der Mei
wees op de mogelijkheden van
arbitrage en op een proces bij het
internationale hof van justitie.
LEIDEN - Gistermiddag is
plotseling overleden de heer
C.N. Boot, directeur van de
gemeentelijke sociale dienst
in Leiden. De heer Boot werd
53 jaar.
Opgegroeid in Katwijk ver
huisde hij in 1945 naar Lei
derdorp. Hij trad als corrector
in dienst bij Sijthoff. Na'zijn
militaire diensttijd (hij ging
o.m. naar Indië) was hij enige
tijd verbonden aan uitgeverij
Succes en aan een verzeke
ringsmaatschappij. Totdat hij
bij de sociale dienst kwam
werkte hij zes jaar (vanaf
1954) bij het GAK (Gemeen
telijk Administratie Kantoor)
aan de uitvoering van de
werklozenwet. Bij de GSD
begon hij in de buitendienst.
In de tussentijd volgde hij de
Sociale Academie. Hij door
liep alle rangen bij de dienst
om tenslotte, na een langdu
rige sollicitatieprocedure per
1 april 1976 tot directeur be
noemd te worden. Deze post
was sedert 1 maart 1974 va
cant.
Vanaf september 1966 tot juli
1971 was de heer Boot ook
raadslid voor de PvdA-fractie
in zijn woonplaats Leider
dorp. Hij trok zich om per
soonlijke reden uit de raad te
rug. Tevens was hij van ja
nuari 1965 tot december 1971
lid van het college van bij
stand in zijn woonplaats.
De heer Boot was getrouwd en
had drie kinderen. Hij zal
maandag begraven worden
op de Algemene Begraaf
plaats Duinrust in Katwijk
aan Zee.
(Van c
correspondent)
ISTANBOEL - Het politiek geweld
in Turkije eist een steeds hogere
tol. Vielen er vorig jaar in totaal
266 doden als gevolg van politiek
terrorisme, de eerste elf maanden
van dit jaar waren het er al 860.
December vertoonde tot dusver
een dag-gemiddelde van vier tot
vijf doden. Het is of duistere
machten er op uit zijn nog vóór de
jaarwisseling het duizendtal vol
te maken.
De nieuwsuitzendingen van radio
en televisie komen aan deze „ge
mengde berichten" pas toe na het
wereldnieuws en vlak vóór de
verkeersongelukken. Wordt het
voor Turkije een permanent ver
schijnsel, een vorm van politiek
onveilig verkeer?
Turkijes grootste stad, Istanboel,
en sinds kort ook de hoofdstad
Ankara staan blauw van de baret
ten. „Blauwe baretten" heten in
volksmond de leden van de
20.000 koppige speciale com
mando-macht van de mare
chaussee, die wordt ingezet op
plekken die het meest door het
politiek geweld worden be
dreigd. Op elk plein lopen ze
rond, met z'n tweeën of drieën,
het geweer in de aanslag. Men zou
denken dat het land in staat van
beleg verkeerde. Maar ook dit
went.
Blauwe baretten staan niet alleen
voor de universiteiten, maar ook
voor de middelbare scholen, op
dat die kunnen blijven functione
ren. Er staan er twee bij elk van de
honderden bankgebouwen in Is
tanboel, sinds die middag waarop
de banken overigens een apo
theose bereikten; twee werden er
naast elkaar en tegelijkertijd ge
plunderd, en de ene groep voegde
de andere de historische woor
den toe: „Wij zijn al klaar, zijn
jullie nog bezig?"
Voor alles gaat het er om, het open
bare leven te laten doorgaan. Dat
de meeste universiteiten weer
open zijn nadat de studenten zo
wat het hele vorige studiejaar
hebben verloren, geldt als een
van de weinige lichtpunten in de
huidige situatie. Maar premier
Ecevit was misschien weer wat al
te optimistisch toen hij onlangs
vaststelde: „Het vechten is opge
houden daar waar het is begon
nen: op de universiteiten. Laten
daarom de universiteiten voor
gaan als pioniers bij de definitie
ve onderdrukking van dit
kwaad".
Het politiek geweld heeft zich
enigszins verplaatst in de rich
ting van openbare gelegenheden
als winkels en cafés. Het is „blin
der", maar daardoor is het gevoel
van onveiligheid ook groter ge
worden. En de dodencijfers lo
pen nog steeds omhoog.
De regering Ecevit, die toen zij het
begin van dit jaar aan het bewind
kwam spoedige beteugeling van
het terrorisme van rechts en links
beloofde, heeft nu een pakket
maatregelen aangekondigd.
Berichtgeving
Ook mij beving, zoals veel lezers,
een zeker gevoel van sensatie bij
het lezen van uw berichtgeving
over de dode baby en de "in een
soort droom levende" moeder.
Maar direct daarna stelde ik mij
voor dat het ook een van mijn
Dus redactie, doet zich weer eens
"T,r"Ta" 0'n geval voor, zwijg erover
krant komen? Is het niet schrij
nend dat zo'n meisje dit alleen
heeft moeten doormaken? Waar
was toen de vader? Zelfs al is het
al gebeurde het gevolg van een
onbezonnen daad, dan toch is
óók de jongen mede verantwoor
delijk. Is het verwekken van een
kindje niet even belangrijk als
het dragen ervan?
kwam een aantal vragen boven
drijven Ten eerste vraag ik mij af
of een dergelijke uitgebreide be
richtgeving binnen de taak van
de plaatselijke pers valt, of wordt
hier het recht op bescherming
van de persoonlijke levenssfeer
met handen en voeten getreden?
Ten tweede vraag ik mij af of de
gemeente de taak heeft om via
een persconferentie van haar po
litieapparaat een van haar bur
gers rijp te maken voor hulpver
lening van meer geëigende ge
meentelijke instanties? En waar
voor dient het in verzekerde be
waring stellen?
Ik hoop dat de onderwijskrachten
van de christelijke nijverheids
school na hun hulp om de "da
der" op te sporen nog de kans
krijgen om het "slachtoffer" ver
der te begeleiden.
A. Vondeling,
Parelstraat 14,
Leiden.
het belang van de moeder. Of
schrijf "de politie heeft de moe
der en de vader gevonden". Dit is
namelijk rechtvaardiger.
Mevrouw F.J.H. Vink-v. Hiessen.
"Mare'
"Een Universiteitsblad mag er geen
twijfel over laten bestaan dat het
afkomstig is uit een centrum van
Wetenschap en in ruimere zin van
"cultuur en beschaving" vindt
prof. A. Brouwer en geeft hier
mee blijk van een illusie vervuld
te zijn.
Gewone burgers van Leiden heb
ben al lang geleden ontdekt dat in
universitaire kring cultuur en be
schaving op een angstwekkend
laag pitje staat. Immers het is nog
geen teken van "cultuur en be
schaving" er over te praten.
Op het vinden van het babylijkje in
Alphen wilde ik even reageren. Hee? lanê geleden liep de universi-
Berichtgeving(2)
In een open brief hebben 30 organi
saties, waaronder de Marxisti
sche vakbond DISK, betoogd dat
deze maatregelen de rechtsstaat
zullen ondergraven, „hetgeen
juist het doel is van de fascisti
sche terreur".
De nieuwe regeringsvoorstellen
„tot herstel van de discipline"
zullen in het parlement zeker niet
de steun krijgen van de volledige
regeringsmeerderheid van 226 op
de 450. Ecevit zou dan zijn aan
gewezen op stemmen van de
rechtse oppositie onder oud-
premier Demirel. Deze heeft hem
zulke steun ook in officieuze ter
men toegezegd tijdens de enige
ontmoeting die premier en oppo
sitie-leider dit jaar hebben ge
had.
Maar gelijktijdig verklaarde Demi-
rel dat de voorstellen lang niet ver
genoeg gingen en dat er staatsge-
rechtshoven voor dit soort mis
drijven moesten worden inge
steld.
De politie heeft op dit punt knap
speurwerk verricht, maar is naar
mijn mening op dit punt nog niet
ver genoeg gegaan. Want waar en
wie is de vader?
taire wereld voorop en was op dit
gebied een stuwende kracht. De
culturele armoede van deze tijd
heerst echter ook daar.
Een van de tekenen van beschaving
is het behouden van het "cultu
rele erfgoed" en daarin loopt de
Rijksuniversiteit zeker niet voor-
Het is namelijk nog altijd zo, datje
bij het verwekken van een kindje
een man, in dit geval waarschijn
lijk een jongen, betrokken is. Of
weet men misschien de naam van
de vader wél en blijft deze, zoals tendens al is ingezet als ge-
dat wel meer in dit soort gevallen
s gebeurd, in de anonimiteit?
Het meisjé wordt met initialen ge
noemd, de school waar zij op is, ja
zelfs de straat waar zij woont,
wordt vermeld. En dat terwijl
men wist dat dit gebeuren ge
heim moest blijven.
Is het niet erg genoeg dat deze din
gen steeds gebeuren en is het dan
nog altijd zo dat een vrouw, in dit
geval in feit een heel jong meisje,
daarvoor alleen de verantwoor
delijkheid draagt? Is het niet erg
dat alle details van de bevalling
en wat daarna gebeurde in de
volg van het inzicht dat destruc
tie van monumenten een cultu
rele armoede tot gevolg heeft, is
nog niet tot hen doorgedrongen.
Het is de "gewone man" die het
eerst tot bezinning kwam na een
gevoel van onbehagen en niet
"selectief tewerk ging waar het
om het behoud van zijn stads-
schoon ging.
Immers voor hem is er geen ver
schil of C. A. of de R.U.L. mo
numenten afbreekt.
M. Bosch-Gans
Rapenburg 87
J.A.F. Doove
Papengracht 34
Leiden
„Partijvoorzitter Mao heeft ook wel
eens fouten gemaakt! Waarom is
er eigenlijk geen mausoleum ge
bouwd voor premier Tsjoe? Par
tijvoorzitter Hoea heeft zich te
gen vice-premier Teng laten ge
bruiken door de Bende van
Vier!". De muurkranten in Pe
king werden vorige week steeds
nadrukkelijker, de demonstra
ties op het centrale Tjen An Men-
plein werden met de dag groter,
omstanders bespraken het
vraagstuk van de democratise
ring zelfs met buitenlanders,, die
in steeds groter getalen naar de
Chinese hoofdstad komen in de
hoop op grote handelsovereen
komsten. Wie had tien jaar gele
den gedacht dat het zo hard zou
gaan: in 1969, toen de radicale le
gerleider Lin Piao nog op het
toppunt van zijn macht stond en
de culturele revolutie het land
verder van de buitenwereld had
vervreemd dan ooit tevoren?
Door welke dynamiek is deze
koerswijziging teweeg gebracht?
Wat maakt dat de Volksrepubliek
zo verschilt van de Sowjet-Unie,
en er toch zo mee overeenkomt?
Marx verwachtte honderd jaar ge
leden dat de klassetegenstellin
gen zich door de industriële re
volutie het eerst in West-Europa
zouden toespitsen, en wel tussen
een steeds kleinere minderheid
van kapitalisten en een steeds
grotere meerderheid van proleta
riërs. Hij voorzag nog nauwelijks
dat de opkomst van het moderne
imperialisme aan het eind van de
19e eeuw de hoofdtegenstelling
zou verleggen naar die tussen rij
ke en arme landen. En dat binnen
die laatste groep met name de
landloze boeren de hoofdmacht
van de revolutie zouden moeten
Toen Lenin deze theorieën dan ook
in Rusland in praktijk bracht,
steunde hij nauwelijks op de gro
te meerderheid van de boeren,
maar daarentegen vooral op een
kleine minderheid van intellec
tuelen en fabrieksarbeiders. Het
gevolg was tweeledig. Enerzijds
moest de omwenteling zjch daar
door per definitie beperken tot
een kortstondige machtsgreep in
de grote steden, de centra van het
economische en politieke leven.
Anderzijds was de daarop vol
gende opbouw geheel gericht op
de uitbreiding van de industrie
ten koste van de .landbouw,
waaraan een versnelde collectivi
satie werd opgelegd. Met name
onder Stalin stuitte dit op hevig
verzet, dat bloedig werd onder
drukt.
In China gebeurde echter iets heel
anders. Hoewel Mao vasthield
aan de marxistisch-leninistische
theorie over de voorhoederol van
het industrieproletariaat, erken
de hij in de praktijk dat de hoofd
rol moest worden gespeeld door
de landloze boeren. Dit had op
nieuw twee gevolgen. Enerzijds
moest begonnen worden met
massale bewustmaking en mobi
lisatie. Doordat dit proces slechts
geleidelijk verliep, moesten in de
bevrijde gebieden partij, over
heid en leger voortdurend be
trokken zijn bij de produktieta-
ken. Anderzijds moest na de om
wenteling grote aandacht wor
den besteed aan de juiste ont
wikkeling van de agrarische sec
tor, en kon de collectivisatie
slechts stapsgewijze worden
doorgevoerd.
Hiermee ontstonden de grondtrek
ken van het Chinese model, zoals
het door Mao werd verwoord: af
wijzing van de tegenstellingen
tussen hoofd- en handarbeid,
stad en platteland, industrie en
landbouw, die in het Russische
model zo'n grote rol speelden.
Waarbij overigens moet woeden
aangetekend dat deze afwijzing
ook een reactie was op de aloude
tegenstelling tussen ongeletter-
den en mandarijnen, en tevens
aansloot bij het lage ontwikke
lingsniveau van het land.
Tegelijkertijd lag het voor de hand
dat de Sowjet-Unie in deze eerste
fase toch hulp verleende bij de
opbouw van de Volksrepubliek.
Daarmee werd echter dezelfde
ongelijkheid binnengebracht, die
men steeds had getracht te ver
mijden. Aan de ene kant binnen
lands: tussen de centra van han
del en industrie en de buitenge
bieden, tussen managers, techni
ci en uitvoerders. Aan de andere
kant buitenlands: tussen Rus
land, dat industrieprodukten le
verde, en China dat daarvoor
agrarische en minerale grond
stoffen terug gaf. Deze economi
sche onevenwichtigheden be
gonnen bovendien door te wer
ken in de politieke machtsver
houdingen.
Mao en de zijnen werden zich daar
met name van bewust, toen
Chroestsjev in 1956 Russische
tanks in Hongarije inzette en toen
het eerste Chinese vijfjarenplan
in 1957 een onbevredigende vol
tooiing naderde. Vandaar dat in
1958 een massacampagne werd
gelanceerd om de afhankelijk
heid te verkleinen, de ontwikke
ling te versnellen en de ongelijk
heden terug te dringen. Na de
bevordering van wederzijds hulp
op het platteland, en de daarop
volgende instelling van coöpera
ties voltooiden de communes nu
de collectivisatie van de land
bouw.
Verder werden de communes aan
gemoedigd, een deel van de
meeropbrengst te investeren in
de grondstoffenverwerking tot
gebruiksartikelen en lichte in
dustrieprodukten, zodat een
meer gelijkmatige spreiding van
de ontwikkeling zou ontstaan, en
een ontlasting van het transport
systeem. Ook werden ze aange
spoord zoveel mogelijk hun eigen
landbouwwerktuigen te maken,
waartoe ze primitieve staaloven-
tjes moesten bouwen, met kolen
en ijzererts uit de eigen omge
ving.
Zoals andere onderdelen van de
Beweging een redelijk succes
hadden, zo liep dit soort experi
menten echter uit op een grote
mislukking.
Nadat aanpassingsproblemen en
droogte de moeilijkheden nog
hadden vergroot, nam de stil
zwijgende kritiek op deze onor
thodoxe politiek toe. Mao zag
hierin echter vooral de reactie
van bureaucraten en technocra
ten naar Sowjet-voorbeeld. Hij
meende dat de jeugd moest wor
den gewonnen voor de idealen uit
de guerrilla-tijd, en dat daarvoor
een ingrijpende mentaliteitsve
randering nodig was. Zo werd de
Culturele Revolutie gelanceerd,
waarbij eerst scholieren en stu
denten, en later werkende jonge
ren als Rode-Gardisten het land
in trokken, gewapend met het
kleine Rode Boekje met citaten
van de partijvoorzitter, om de
gewone bevolking aan te voeren
bij het kritiseren van de beroeps
bestuurders.
In een van de grootste maatschap
pelijke experimenten uit de we
reldgeschiedenis werd getracht
de groeiende arbeidsdeling terug
te dringen, en de afstand tussen
geregeerden en regerenden weer
te verkleinen. Fabrieksdirecteu
ren werden gedwongen ten min
ste één dag per week net als ar
beiders op de werkvloer één
staan, èèn week per maand te be
steden aan politieke en techni
sche bijscholing, één maand per
jaar door te brengen in een zoge
naamde kaderschool op het plat
teland, waar ze moesten wonen
Kledingrevolutie in China. Tsjen Tsjoe. China's ambassadeur bij de Verenigde Naties (rechts), draagt tegen
woordig weer een 'gewoon kostuum' (links).
en werken onder dezelfde primi
tieve omstandigheden als de ar
me boeren.
Maar ondanks indrukwekkende
resultaten die in een aantal op
zichten werden geboekt, ont
stond opnieuw een tweetal
problemen. Allereerst de grove
excessen, bij het gebruik van
machtsmiddelen in plaats van
overreding: aanvankelijk bij het
optreden van de Rode-Gardisten,
later door toedoen van de jonge
radicalen in de top. Ten tweede
het teruglopen van kwaliteit en
efficiency, zowel in produktie als
bestuur, alsook in onderwijs en
onderzoek. Zoals steeds, leidden
de fouten van de linkerzijde tot
een massale reactie van de rech
terzijde. De gematigden moesten
de een na de ander weer worden
teruggehaald. Te meer omdat in
de afgelopen generatie een begin
was gemaakt met de modernise
ring van 'het 'land, waardoor een
zekere mate van deskundigheid
nu eenmaal onontbeerlijk was
geworden.
Vandaar dat na de dood van Mao de
politieke ideologen snel terrein
verloren aan de vakmatige spe
cialisten. Er trad een liberalisatie
op, gepaard aan een verruiming
van de inkomensverschillen. De
gerehabiliteerde kaderleden wa
ren zich er echter van bewust dat
ook hun overwinning slechts van
korte duur zou zijn, als ze deze
niet stevig wisten te consolide
ren. Daartoe was een dramati
sche versnelling van de moderni
sering nodig. Dat kon alleen door
massale import van buitenlandse
technologie en een dramatische
uitbreiding van de export van
grondstoffen en halffabrika
ten.
Daar kwam nog iets anders bij. De
verslechtering' van de verhou
ding met de Sowjet-Unie had ge
leid tot een reële oorlogsdreiging.
De toenadering tot de Afro-Azia-
tische meerderheid in de Ver
enigde Naties had een nieuwe
impuls gegeven aan de Chinese
diplomatie. En het aflopen van de
Indo-Chinese oorlogen had de
mogelijkheid geopend van een
normalisering van de betrekkin
gen met de Verenigde Staten.
Peking werd zich bewust van zijn
toenemende gewicht in de we
reld. en begon een internationale
politiek te ontwikkelen die dit
herwonnen prestige in een natio
nalistische houding omzette.
Bijvoorbeeld inzake de geschillen
over de eilandengroepen in de
Zuid-Chinese Zee met Hanoi, dat
daardoor steeds meer in de ar
men van Moskou werd gedreven.
Net zoals de Vietnamese druk het
buurland Cambodja op zijn beurt
weer in de armen van de Volks
republiek dreef. Waar het gevaar
van een gewapend conflict met
de Sowjet-Unie in het noorden
minder was geworden, nam het
daardoor vanuit het zuiden weer
toe. En waar de wereldopinie in
het eerste geval volledig aan haar
kant stond, was dat in het tweede
geval nog maar zeer de vraag.
Vandaar dat de nieuwe Chinese
leiders ernstig rekening moesten
gaan houden met de mogelijk
heid van een gewapend conflict
op kortere of langere termijn.
Waarbij het aan Vietnamese kant
de allermodernste wapens te
genover zich zou vinden: niet al
leen van Russische, maar zelfs
ook van Amerikaanse makelij.
Langs deze weg leidde de natio
nalistische koers onafwendbaar
naar de noodzaak van deelname
aan de bewapeningswed
loop.
En dus opnieuw: import van tech
nologie, vooral op het gebied van
computers, communicatiesys
temen, raketten en vliegtuigen.
Voor de beide eerste zaken kon
men bij het buurland Japan te
recht; voor de twee laatste moest
men in West-Europa zijn. West-
Europa behoort immers volgens
de roemruchte drie-werelden
theorie tot de Tweede Wereld: die
van de bondgenoten van een van
de beide supermogendheden,
welke men juist moest trachten
over te halen tot allianties met de
Derde Wereld. En hoe konden
dergelijke banden beter worden
gelegd en verstevigd dan door
uitbreiding van de handel?
Dat is de achtergrond van de huidi
ge opening naar het Westen, die
zich versnelt naarmate de relatie
met de landen van het Oostblok
verder verslechtert. Maar hoe
scherper de polemiek tegen de
Sowjet-Unie gevoerd wordt, des
te meer neemt de Volksrepubliek
nu sommige van dezelfde karak
tertrekken aan. Dat is een van die
wonderlijke paradoxen waaraan
de „materialistische dialectiek"
zo rijk is...
JAAP VAN GINNEKEN
Behoefte naar
voorlichting
consumenten
DEN HAAG - Het is noodzakelijk
dat er spoedig meer kritische
voorlichtingsprogramma's op
radio en tv komen. Dit zegt de
commissie consumentenaange
legenheden van de Sociaal-Eco
nomische Raad (SER) in een ad
vies over de huishoudelijke en
consumentenvoorlichting aan de
regering. Mede gestimuleerd
door radio- en tv-uitzendingen zal
schriftelijke informatie een be
langrijker rol gaan spelen, zo
verwacht de_commissie.
De consumentenorganisaties zou
den een overlegorgaan moeten
vormen om te zien welke moge
lijkheden nu al bestaan om
schriftelijke informatie binnen
het bereik van meer consumen
ten te brengen. De overheid zal
dit werk met subsidie mede mo
gelijk moeten maken; zij kan
soms ook zelf een uitvoerende
taak hebben op het terrein van de
consumentenvoorlichting.
Voordat zij campagnes begint is
echter overleg met consumen
tenorganisaties en andere voor
lichtingsinstanties gewenst.
Aanleiding tot dit advies was onder
andere de vraag van de toenmali
ge minister van CRM in 1974. Om
de consument meer voorlichting
te kunnen geven, en daaraan is
dringend behoefte, is meer in
zicht nodig in de eigen behoeften
van de consumenten in de moge
lijkheden deze beter toe te rusten.
Of de consumentenvoorlichting
in ons land alle aspecten bestrijkt
kan pas na grondig onderzoek
blijken.
In dit verband ziet de commissie
een taak voor de in oprichting
zijnde Stichting Wetenschappe
lijk Onderzoek Consumente
naangelegenheden (SWOCA).
Ook huishoudelijke voorlichting
is een zaak van algemeen belang,
waarvan de reikwijdte eveneens
door onderzoek moet worden
beoordeeld. Het advies is het niet
eens met suggesties om consu
menten- en huishoudelijke voor
lichting te bundelen, omdat het
om aparte soorten gaat.
Getracht moet worden in eerste in
stantie via het huishoud- en nij
verheidsonderwijs (HNO) een
goed gespreid net van voorlicht
tingsactiviteiten op te bouwen.
Dit betekent niet dat het HNO de
gehele huishoudelijke voorlich
ting zou moeten overnemen. De
overheid zou de subsidiëring van
de stichting Huishoudelijke
Voorlichting ten Plattelande
(HVP) moeten voortzetten, zodat
deze instantie nationaal met het
HNO kan samenwerken.