Kamer doet beroep op Frankrijk Politieke onrust in Turkije eist steeds meer levens Lezers schrijven China's lange mars naar orthodox communisme Directeur Boot (GSD) plotseling overleden DONDERDAG 14 DECEMBER 1978 Inzake Rijnzoutverdrag DEN HAAG (ANP) - De Tweede Kamer heeft gisteravond een dringend beroep gedaan op zowel de Franse regering als de Franse nationale vergadering om haast te betrach ten bij het ondertekenen van het Rijnzoutverdrag, het verdrag dat beoogt de vermindering van de zoutlozing door de kalimijnen in de Elzas op de Rijn. De Kameruitspraak kwam tot stand door het aannemen, zonder hoofdelijke stemming, van twee eerder op de avond ingediende moties. De indiening van de moties ge schiedde tijdens een kort debat over het feit, dat de Franse natio nale vergadering niet eerder dan in de komende zomerzitting over de ondertekening gaat praten. De Franse regering nam dit najaar een wetsontwerp inzake de on dertekening terug, omdat geble ken was dat een meerderheid van de nationale vergadering wellicht zou tegenstemmen. Nadat de Tweede Kamer gister avond haar grote verontwaardi ging en diepe teleurstelling had uitgesproken over de gang van zaken in Frankrijk deelden mi nister Tuijnman van verkeer en waterstaat en staatssecretaris Van der Mei van buitenlandse zaken mee, dat ook zij zich onge lukkig voelden nu alle Rijnoever- staten op Frankrijk na het ver drag ondertekend hebben. De Nederlandse regering heeft ver trouwen in de goede wil van de Franse regering, zei minister Tuijnman. Hij zei goede hoop te hebben, dat er in februari aan staande ministerieel overleg van de Rijnoeverstaten kan plaats vinden. Vanuit de Kamer was er op gewe zen, dat Nederland reeds de toe gezegde bijdrage van ruim 20 miljoen gulden aan Frankrijk be taald heeft voor de uitvoering van het plan de zoutlozing op de Rijn terug te dringen. Het is de bedoe ling het zout op te slaan en ver volgens diep in de grond te spui ten. Staatssecretaris Van der Mei zei, dat Frankrijk voor 1 januari aanstaande de installatie voor het injecteren voltooid moet hebben. "Als dat niet zo is, zal Frankrijk formeel in gebreke gesteld wor den en dan zal de Nederlandse regering sterk blijven aandringen op voltooiing van de werkzaam heden. Als Frankrijk niet tot onderteke ning van het Rijnzoutverdrag overgaat, zal Nederland zich be raden op de te nemen stappen. Staatssecretaris Van der Mei wees op de mogelijkheden van arbitrage en op een proces bij het internationale hof van justitie. LEIDEN - Gistermiddag is plotseling overleden de heer C.N. Boot, directeur van de gemeentelijke sociale dienst in Leiden. De heer Boot werd 53 jaar. Opgegroeid in Katwijk ver huisde hij in 1945 naar Lei derdorp. Hij trad als corrector in dienst bij Sijthoff. Na'zijn militaire diensttijd (hij ging o.m. naar Indië) was hij enige tijd verbonden aan uitgeverij Succes en aan een verzeke ringsmaatschappij. Totdat hij bij de sociale dienst kwam werkte hij zes jaar (vanaf 1954) bij het GAK (Gemeen telijk Administratie Kantoor) aan de uitvoering van de werklozenwet. Bij de GSD begon hij in de buitendienst. In de tussentijd volgde hij de Sociale Academie. Hij door liep alle rangen bij de dienst om tenslotte, na een langdu rige sollicitatieprocedure per 1 april 1976 tot directeur be noemd te worden. Deze post was sedert 1 maart 1974 va cant. Vanaf september 1966 tot juli 1971 was de heer Boot ook raadslid voor de PvdA-fractie in zijn woonplaats Leider dorp. Hij trok zich om per soonlijke reden uit de raad te rug. Tevens was hij van ja nuari 1965 tot december 1971 lid van het college van bij stand in zijn woonplaats. De heer Boot was getrouwd en had drie kinderen. Hij zal maandag begraven worden op de Algemene Begraaf plaats Duinrust in Katwijk aan Zee. (Van c correspondent) ISTANBOEL - Het politiek geweld in Turkije eist een steeds hogere tol. Vielen er vorig jaar in totaal 266 doden als gevolg van politiek terrorisme, de eerste elf maanden van dit jaar waren het er al 860. December vertoonde tot dusver een dag-gemiddelde van vier tot vijf doden. Het is of duistere machten er op uit zijn nog vóór de jaarwisseling het duizendtal vol te maken. De nieuwsuitzendingen van radio en televisie komen aan deze „ge mengde berichten" pas toe na het wereldnieuws en vlak vóór de verkeersongelukken. Wordt het voor Turkije een permanent ver schijnsel, een vorm van politiek onveilig verkeer? Turkijes grootste stad, Istanboel, en sinds kort ook de hoofdstad Ankara staan blauw van de baret ten. „Blauwe baretten" heten in volksmond de leden van de 20.000 koppige speciale com mando-macht van de mare chaussee, die wordt ingezet op plekken die het meest door het politiek geweld worden be dreigd. Op elk plein lopen ze rond, met z'n tweeën of drieën, het geweer in de aanslag. Men zou denken dat het land in staat van beleg verkeerde. Maar ook dit went. Blauwe baretten staan niet alleen voor de universiteiten, maar ook voor de middelbare scholen, op dat die kunnen blijven functione ren. Er staan er twee bij elk van de honderden bankgebouwen in Is tanboel, sinds die middag waarop de banken overigens een apo theose bereikten; twee werden er naast elkaar en tegelijkertijd ge plunderd, en de ene groep voegde de andere de historische woor den toe: „Wij zijn al klaar, zijn jullie nog bezig?" Voor alles gaat het er om, het open bare leven te laten doorgaan. Dat de meeste universiteiten weer open zijn nadat de studenten zo wat het hele vorige studiejaar hebben verloren, geldt als een van de weinige lichtpunten in de huidige situatie. Maar premier Ecevit was misschien weer wat al te optimistisch toen hij onlangs vaststelde: „Het vechten is opge houden daar waar het is begon nen: op de universiteiten. Laten daarom de universiteiten voor gaan als pioniers bij de definitie ve onderdrukking van dit kwaad". Het politiek geweld heeft zich enigszins verplaatst in de rich ting van openbare gelegenheden als winkels en cafés. Het is „blin der", maar daardoor is het gevoel van onveiligheid ook groter ge worden. En de dodencijfers lo pen nog steeds omhoog. De regering Ecevit, die toen zij het begin van dit jaar aan het bewind kwam spoedige beteugeling van het terrorisme van rechts en links beloofde, heeft nu een pakket maatregelen aangekondigd. Berichtgeving Ook mij beving, zoals veel lezers, een zeker gevoel van sensatie bij het lezen van uw berichtgeving over de dode baby en de "in een soort droom levende" moeder. Maar direct daarna stelde ik mij voor dat het ook een van mijn Dus redactie, doet zich weer eens "T,r"Ta" 0'n geval voor, zwijg erover krant komen? Is het niet schrij nend dat zo'n meisje dit alleen heeft moeten doormaken? Waar was toen de vader? Zelfs al is het al gebeurde het gevolg van een onbezonnen daad, dan toch is óók de jongen mede verantwoor delijk. Is het verwekken van een kindje niet even belangrijk als het dragen ervan? kwam een aantal vragen boven drijven Ten eerste vraag ik mij af of een dergelijke uitgebreide be richtgeving binnen de taak van de plaatselijke pers valt, of wordt hier het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer met handen en voeten getreden? Ten tweede vraag ik mij af of de gemeente de taak heeft om via een persconferentie van haar po litieapparaat een van haar bur gers rijp te maken voor hulpver lening van meer geëigende ge meentelijke instanties? En waar voor dient het in verzekerde be waring stellen? Ik hoop dat de onderwijskrachten van de christelijke nijverheids school na hun hulp om de "da der" op te sporen nog de kans krijgen om het "slachtoffer" ver der te begeleiden. A. Vondeling, Parelstraat 14, Leiden. het belang van de moeder. Of schrijf "de politie heeft de moe der en de vader gevonden". Dit is namelijk rechtvaardiger. Mevrouw F.J.H. Vink-v. Hiessen. "Mare' "Een Universiteitsblad mag er geen twijfel over laten bestaan dat het afkomstig is uit een centrum van Wetenschap en in ruimere zin van "cultuur en beschaving" vindt prof. A. Brouwer en geeft hier mee blijk van een illusie vervuld te zijn. Gewone burgers van Leiden heb ben al lang geleden ontdekt dat in universitaire kring cultuur en be schaving op een angstwekkend laag pitje staat. Immers het is nog geen teken van "cultuur en be schaving" er over te praten. Op het vinden van het babylijkje in Alphen wilde ik even reageren. Hee? lanê geleden liep de universi- Berichtgeving(2) In een open brief hebben 30 organi saties, waaronder de Marxisti sche vakbond DISK, betoogd dat deze maatregelen de rechtsstaat zullen ondergraven, „hetgeen juist het doel is van de fascisti sche terreur". De nieuwe regeringsvoorstellen „tot herstel van de discipline" zullen in het parlement zeker niet de steun krijgen van de volledige regeringsmeerderheid van 226 op de 450. Ecevit zou dan zijn aan gewezen op stemmen van de rechtse oppositie onder oud- premier Demirel. Deze heeft hem zulke steun ook in officieuze ter men toegezegd tijdens de enige ontmoeting die premier en oppo sitie-leider dit jaar hebben ge had. Maar gelijktijdig verklaarde Demi- rel dat de voorstellen lang niet ver genoeg gingen en dat er staatsge- rechtshoven voor dit soort mis drijven moesten worden inge steld. De politie heeft op dit punt knap speurwerk verricht, maar is naar mijn mening op dit punt nog niet ver genoeg gegaan. Want waar en wie is de vader? taire wereld voorop en was op dit gebied een stuwende kracht. De culturele armoede van deze tijd heerst echter ook daar. Een van de tekenen van beschaving is het behouden van het "cultu rele erfgoed" en daarin loopt de Rijksuniversiteit zeker niet voor- Het is namelijk nog altijd zo, datje bij het verwekken van een kindje een man, in dit geval waarschijn lijk een jongen, betrokken is. Of weet men misschien de naam van de vader wél en blijft deze, zoals tendens al is ingezet als ge- dat wel meer in dit soort gevallen s gebeurd, in de anonimiteit? Het meisjé wordt met initialen ge noemd, de school waar zij op is, ja zelfs de straat waar zij woont, wordt vermeld. En dat terwijl men wist dat dit gebeuren ge heim moest blijven. Is het niet erg genoeg dat deze din gen steeds gebeuren en is het dan nog altijd zo dat een vrouw, in dit geval in feit een heel jong meisje, daarvoor alleen de verantwoor delijkheid draagt? Is het niet erg dat alle details van de bevalling en wat daarna gebeurde in de volg van het inzicht dat destruc tie van monumenten een cultu rele armoede tot gevolg heeft, is nog niet tot hen doorgedrongen. Het is de "gewone man" die het eerst tot bezinning kwam na een gevoel van onbehagen en niet "selectief tewerk ging waar het om het behoud van zijn stads- schoon ging. Immers voor hem is er geen ver schil of C. A. of de R.U.L. mo numenten afbreekt. M. Bosch-Gans Rapenburg 87 J.A.F. Doove Papengracht 34 Leiden „Partijvoorzitter Mao heeft ook wel eens fouten gemaakt! Waarom is er eigenlijk geen mausoleum ge bouwd voor premier Tsjoe? Par tijvoorzitter Hoea heeft zich te gen vice-premier Teng laten ge bruiken door de Bende van Vier!". De muurkranten in Pe king werden vorige week steeds nadrukkelijker, de demonstra ties op het centrale Tjen An Men- plein werden met de dag groter, omstanders bespraken het vraagstuk van de democratise ring zelfs met buitenlanders,, die in steeds groter getalen naar de Chinese hoofdstad komen in de hoop op grote handelsovereen komsten. Wie had tien jaar gele den gedacht dat het zo hard zou gaan: in 1969, toen de radicale le gerleider Lin Piao nog op het toppunt van zijn macht stond en de culturele revolutie het land verder van de buitenwereld had vervreemd dan ooit tevoren? Door welke dynamiek is deze koerswijziging teweeg gebracht? Wat maakt dat de Volksrepubliek zo verschilt van de Sowjet-Unie, en er toch zo mee overeenkomt? Marx verwachtte honderd jaar ge leden dat de klassetegenstellin gen zich door de industriële re volutie het eerst in West-Europa zouden toespitsen, en wel tussen een steeds kleinere minderheid van kapitalisten en een steeds grotere meerderheid van proleta riërs. Hij voorzag nog nauwelijks dat de opkomst van het moderne imperialisme aan het eind van de 19e eeuw de hoofdtegenstelling zou verleggen naar die tussen rij ke en arme landen. En dat binnen die laatste groep met name de landloze boeren de hoofdmacht van de revolutie zouden moeten Toen Lenin deze theorieën dan ook in Rusland in praktijk bracht, steunde hij nauwelijks op de gro te meerderheid van de boeren, maar daarentegen vooral op een kleine minderheid van intellec tuelen en fabrieksarbeiders. Het gevolg was tweeledig. Enerzijds moest de omwenteling zjch daar door per definitie beperken tot een kortstondige machtsgreep in de grote steden, de centra van het economische en politieke leven. Anderzijds was de daarop vol gende opbouw geheel gericht op de uitbreiding van de industrie ten koste van de .landbouw, waaraan een versnelde collectivi satie werd opgelegd. Met name onder Stalin stuitte dit op hevig verzet, dat bloedig werd onder drukt. In China gebeurde echter iets heel anders. Hoewel Mao vasthield aan de marxistisch-leninistische theorie over de voorhoederol van het industrieproletariaat, erken de hij in de praktijk dat de hoofd rol moest worden gespeeld door de landloze boeren. Dit had op nieuw twee gevolgen. Enerzijds moest begonnen worden met massale bewustmaking en mobi lisatie. Doordat dit proces slechts geleidelijk verliep, moesten in de bevrijde gebieden partij, over heid en leger voortdurend be trokken zijn bij de produktieta- ken. Anderzijds moest na de om wenteling grote aandacht wor den besteed aan de juiste ont wikkeling van de agrarische sec tor, en kon de collectivisatie slechts stapsgewijze worden doorgevoerd. Hiermee ontstonden de grondtrek ken van het Chinese model, zoals het door Mao werd verwoord: af wijzing van de tegenstellingen tussen hoofd- en handarbeid, stad en platteland, industrie en landbouw, die in het Russische model zo'n grote rol speelden. Waarbij overigens moet woeden aangetekend dat deze afwijzing ook een reactie was op de aloude tegenstelling tussen ongeletter- den en mandarijnen, en tevens aansloot bij het lage ontwikke lingsniveau van het land. Tegelijkertijd lag het voor de hand dat de Sowjet-Unie in deze eerste fase toch hulp verleende bij de opbouw van de Volksrepubliek. Daarmee werd echter dezelfde ongelijkheid binnengebracht, die men steeds had getracht te ver mijden. Aan de ene kant binnen lands: tussen de centra van han del en industrie en de buitenge bieden, tussen managers, techni ci en uitvoerders. Aan de andere kant buitenlands: tussen Rus land, dat industrieprodukten le verde, en China dat daarvoor agrarische en minerale grond stoffen terug gaf. Deze economi sche onevenwichtigheden be gonnen bovendien door te wer ken in de politieke machtsver houdingen. Mao en de zijnen werden zich daar met name van bewust, toen Chroestsjev in 1956 Russische tanks in Hongarije inzette en toen het eerste Chinese vijfjarenplan in 1957 een onbevredigende vol tooiing naderde. Vandaar dat in 1958 een massacampagne werd gelanceerd om de afhankelijk heid te verkleinen, de ontwikke ling te versnellen en de ongelijk heden terug te dringen. Na de bevordering van wederzijds hulp op het platteland, en de daarop volgende instelling van coöpera ties voltooiden de communes nu de collectivisatie van de land bouw. Verder werden de communes aan gemoedigd, een deel van de meeropbrengst te investeren in de grondstoffenverwerking tot gebruiksartikelen en lichte in dustrieprodukten, zodat een meer gelijkmatige spreiding van de ontwikkeling zou ontstaan, en een ontlasting van het transport systeem. Ook werden ze aange spoord zoveel mogelijk hun eigen landbouwwerktuigen te maken, waartoe ze primitieve staaloven- tjes moesten bouwen, met kolen en ijzererts uit de eigen omge ving. Zoals andere onderdelen van de Beweging een redelijk succes hadden, zo liep dit soort experi menten echter uit op een grote mislukking. Nadat aanpassingsproblemen en droogte de moeilijkheden nog hadden vergroot, nam de stil zwijgende kritiek op deze onor thodoxe politiek toe. Mao zag hierin echter vooral de reactie van bureaucraten en technocra ten naar Sowjet-voorbeeld. Hij meende dat de jeugd moest wor den gewonnen voor de idealen uit de guerrilla-tijd, en dat daarvoor een ingrijpende mentaliteitsve randering nodig was. Zo werd de Culturele Revolutie gelanceerd, waarbij eerst scholieren en stu denten, en later werkende jonge ren als Rode-Gardisten het land in trokken, gewapend met het kleine Rode Boekje met citaten van de partijvoorzitter, om de gewone bevolking aan te voeren bij het kritiseren van de beroeps bestuurders. In een van de grootste maatschap pelijke experimenten uit de we reldgeschiedenis werd getracht de groeiende arbeidsdeling terug te dringen, en de afstand tussen geregeerden en regerenden weer te verkleinen. Fabrieksdirecteu ren werden gedwongen ten min ste één dag per week net als ar beiders op de werkvloer één staan, èèn week per maand te be steden aan politieke en techni sche bijscholing, één maand per jaar door te brengen in een zoge naamde kaderschool op het plat teland, waar ze moesten wonen Kledingrevolutie in China. Tsjen Tsjoe. China's ambassadeur bij de Verenigde Naties (rechts), draagt tegen woordig weer een 'gewoon kostuum' (links). en werken onder dezelfde primi tieve omstandigheden als de ar me boeren. Maar ondanks indrukwekkende resultaten die in een aantal op zichten werden geboekt, ont stond opnieuw een tweetal problemen. Allereerst de grove excessen, bij het gebruik van machtsmiddelen in plaats van overreding: aanvankelijk bij het optreden van de Rode-Gardisten, later door toedoen van de jonge radicalen in de top. Ten tweede het teruglopen van kwaliteit en efficiency, zowel in produktie als bestuur, alsook in onderwijs en onderzoek. Zoals steeds, leidden de fouten van de linkerzijde tot een massale reactie van de rech terzijde. De gematigden moesten de een na de ander weer worden teruggehaald. Te meer omdat in de afgelopen generatie een begin was gemaakt met de modernise ring van 'het 'land, waardoor een zekere mate van deskundigheid nu eenmaal onontbeerlijk was geworden. Vandaar dat na de dood van Mao de politieke ideologen snel terrein verloren aan de vakmatige spe cialisten. Er trad een liberalisatie op, gepaard aan een verruiming van de inkomensverschillen. De gerehabiliteerde kaderleden wa ren zich er echter van bewust dat ook hun overwinning slechts van korte duur zou zijn, als ze deze niet stevig wisten te consolide ren. Daartoe was een dramati sche versnelling van de moderni sering nodig. Dat kon alleen door massale import van buitenlandse technologie en een dramatische uitbreiding van de export van grondstoffen en halffabrika ten. Daar kwam nog iets anders bij. De verslechtering' van de verhou ding met de Sowjet-Unie had ge leid tot een reële oorlogsdreiging. De toenadering tot de Afro-Azia- tische meerderheid in de Ver enigde Naties had een nieuwe impuls gegeven aan de Chinese diplomatie. En het aflopen van de Indo-Chinese oorlogen had de mogelijkheid geopend van een normalisering van de betrekkin gen met de Verenigde Staten. Peking werd zich bewust van zijn toenemende gewicht in de we reld. en begon een internationale politiek te ontwikkelen die dit herwonnen prestige in een natio nalistische houding omzette. Bijvoorbeeld inzake de geschillen over de eilandengroepen in de Zuid-Chinese Zee met Hanoi, dat daardoor steeds meer in de ar men van Moskou werd gedreven. Net zoals de Vietnamese druk het buurland Cambodja op zijn beurt weer in de armen van de Volks republiek dreef. Waar het gevaar van een gewapend conflict met de Sowjet-Unie in het noorden minder was geworden, nam het daardoor vanuit het zuiden weer toe. En waar de wereldopinie in het eerste geval volledig aan haar kant stond, was dat in het tweede geval nog maar zeer de vraag. Vandaar dat de nieuwe Chinese leiders ernstig rekening moesten gaan houden met de mogelijk heid van een gewapend conflict op kortere of langere termijn. Waarbij het aan Vietnamese kant de allermodernste wapens te genover zich zou vinden: niet al leen van Russische, maar zelfs ook van Amerikaanse makelij. Langs deze weg leidde de natio nalistische koers onafwendbaar naar de noodzaak van deelname aan de bewapeningswed loop. En dus opnieuw: import van tech nologie, vooral op het gebied van computers, communicatiesys temen, raketten en vliegtuigen. Voor de beide eerste zaken kon men bij het buurland Japan te recht; voor de twee laatste moest men in West-Europa zijn. West- Europa behoort immers volgens de roemruchte drie-werelden theorie tot de Tweede Wereld: die van de bondgenoten van een van de beide supermogendheden, welke men juist moest trachten over te halen tot allianties met de Derde Wereld. En hoe konden dergelijke banden beter worden gelegd en verstevigd dan door uitbreiding van de handel? Dat is de achtergrond van de huidi ge opening naar het Westen, die zich versnelt naarmate de relatie met de landen van het Oostblok verder verslechtert. Maar hoe scherper de polemiek tegen de Sowjet-Unie gevoerd wordt, des te meer neemt de Volksrepubliek nu sommige van dezelfde karak tertrekken aan. Dat is een van die wonderlijke paradoxen waaraan de „materialistische dialectiek" zo rijk is... JAAP VAN GINNEKEN Behoefte naar voorlichting consumenten DEN HAAG - Het is noodzakelijk dat er spoedig meer kritische voorlichtingsprogramma's op radio en tv komen. Dit zegt de commissie consumentenaange legenheden van de Sociaal-Eco nomische Raad (SER) in een ad vies over de huishoudelijke en consumentenvoorlichting aan de regering. Mede gestimuleerd door radio- en tv-uitzendingen zal schriftelijke informatie een be langrijker rol gaan spelen, zo verwacht de_commissie. De consumentenorganisaties zou den een overlegorgaan moeten vormen om te zien welke moge lijkheden nu al bestaan om schriftelijke informatie binnen het bereik van meer consumen ten te brengen. De overheid zal dit werk met subsidie mede mo gelijk moeten maken; zij kan soms ook zelf een uitvoerende taak hebben op het terrein van de consumentenvoorlichting. Voordat zij campagnes begint is echter overleg met consumen tenorganisaties en andere voor lichtingsinstanties gewenst. Aanleiding tot dit advies was onder andere de vraag van de toenmali ge minister van CRM in 1974. Om de consument meer voorlichting te kunnen geven, en daaraan is dringend behoefte, is meer in zicht nodig in de eigen behoeften van de consumenten in de moge lijkheden deze beter toe te rusten. Of de consumentenvoorlichting in ons land alle aspecten bestrijkt kan pas na grondig onderzoek blijken. In dit verband ziet de commissie een taak voor de in oprichting zijnde Stichting Wetenschappe lijk Onderzoek Consumente naangelegenheden (SWOCA). Ook huishoudelijke voorlichting is een zaak van algemeen belang, waarvan de reikwijdte eveneens door onderzoek moet worden beoordeeld. Het advies is het niet eens met suggesties om consu menten- en huishoudelijke voor lichting te bundelen, omdat het om aparte soorten gaat. Getracht moet worden in eerste in stantie via het huishoud- en nij verheidsonderwijs (HNO) een goed gespreid net van voorlicht tingsactiviteiten op te bouwen. Dit betekent niet dat het HNO de gehele huishoudelijke voorlich ting zou moeten overnemen. De overheid zou de subsidiëring van de stichting Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande (HVP) moeten voortzetten, zodat deze instantie nationaal met het HNO kan samenwerken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 13